Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 26 juni 2001
gepubliceerd op 21 juli 2001

Koninlijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 november 1993 betreffende de bescherming van proefdieren, voor wat betreft de verlening van vrijstellingen

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2001016237
pub.
21/07/2001
prom.
26/06/2001
ELI
eli/besluit/2001/06/26/2001016237/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 JUNI 2001. - Koninlijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 november 1993 betreffende de bescherming van proefdieren, voor wat betreft de verlening van vrijstellingen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, inzonderheid op de artikelen 21, § 4,en 23, § 1, respectievelijk toegevoegd en vervangen bij de wet van 4 mei 1995;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 november 1993 betreffende de bescherming van proefdieren, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 7 december 1998, en bij de koninklijke besluiten van 9 december 1998 en 24 mei 2000;

Gelet op de Richtlijn 86/609/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 24 november 1986 inzake de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de Lidstaten betreffende de bescherming van dieren die voor experimentele en andere wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het met redenen omkleed advies gegeven op 29 januari 2001 door de Commissie van de Europese Gemeenschappen wegens de incorrecte tenuitvoerlegging van Richtlijn 86/609/EEG betreffende de bescherming van proefdieren, inzonderheid artikels 19 paragraaf 4, en 21;

Gelet op het advies 31.565/3 van de Raad van State, gegeven op 26 april 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Gelet op het advies van de inspectie van Financiën gegeven op 31 mei 2001;

Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 9, § 3 van het koninklijk besluit van 14 november 1993 betreffende de bescherming van proefdieren wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 3. In afwijking van de §§ l en 2 kan de Dienst, na advies van het Deontologisch Comité, vrijstelling verlenen op voorwaarde dat het laboratorium daartoe een schriftelijke aanvraag indient : a) die bepaalt dat het laboratorium geen of onvoldoende dieren geschikt voor het doel van de proef kan betrekken in erkende toeleverende of erkende fokinstellingen.In deze gevallen dienen voldoende garanties geboden te worden over het welzijn en de gezondheid van de dieren op het bedrijf van oorsprong of herkomst; b) die stelt dat het gebruik van niet met het oog op dierproeven gefokte proefdieren geen negatieve invloed heeft op de resultaten van de proef en niet leidt tot het gebruik van meer dieren;c) waarbij, alleen wanneer in het laboratorium dierproeven uitgevoerd worden die pijn, lijden of letsel kunnen veroorzaken, in bijlage een verklaring is gevoegd van de Ethische Commissie waarbij het laboratorium is aangesloten, die de onder a) en b) beschreven verklaringen van het laboratorium bevestigt en die bovendien bepaalt dat : i) niet specifiek voor proeven gefokte dieren om dwingende redenen van algemeen belang gebruikt moeten worden, ii) het gevraagde aantal dieren overeenstemt met de reële behoefte voorzien in het testprotocol.»

Art. 2.Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 juni 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Mevr. M. AELVOET

^