← Terug naar "Koninklijk Besluit tot uitvoering van artikel 6, § 1, van de wet van 25 mei 1999 betreffende de Belgische Internationale Samenwerking "
| Koninklijk Besluit tot uitvoering van artikel 6, § 1, van de wet van 25 mei 1999 betreffende de Belgische Internationale Samenwerking | Koninklijk Besluit tot uitvoering van artikel 6, § 1, van de wet van 25 mei 1999 betreffende de Belgische Internationale Samenwerking |
|---|---|
| MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN, BUITENLANDSE HANDEL EN | MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN, BUITENLANDSE HANDEL EN |
| INTERNATIONALE SAMENWERKING | INTERNATIONALE SAMENWERKING |
| 26 JUNI 2000. - Koninklijk Besluit tot uitvoering van artikel 6, § 1, | 26 JUNI 2000. - Koninklijk Besluit tot uitvoering van artikel 6, § 1, |
| van de wet van 25 mei 1999 betreffende de Belgische Internationale | van de wet van 25 mei 1999 betreffende de Belgische Internationale |
| Samenwerking | Samenwerking |
| VERSLAG AAN DE KONING | VERSLAG AAN DE KONING |
| Sire, | Sire, |
| De parlementaire Commissie belast met de opvolging van de problemen | De parlementaire Commissie belast met de opvolging van de problemen |
| bij het ABOS bevoelde in haar rapport (8 juli 1997) een daadwerkelijke | bij het ABOS bevoelde in haar rapport (8 juli 1997) een daadwerkelijke |
| geografische concentratie aan, op basis van strikt objectieve | geografische concentratie aan, op basis van strikt objectieve |
| criteria. | criteria. |
| De beperking van het aantal landen waarmee directe bilaterale | De beperking van het aantal landen waarmee directe bilaterale |
| samenwerkingsrelaties worden aangegaan, ondertussen vastgelegd bij | samenwerkingsrelaties worden aangegaan, ondertussen vastgelegd bij |
| wet, betekent een uitwerking van de gewenste geografische concentratie | wet, betekent een uitwerking van de gewenste geografische concentratie |
| en sluit aan bij een groeiende internationale consensus over het | en sluit aan bij een groeiende internationale consensus over het |
| belang daarvan. | belang daarvan. |
| Ontwikkelingssamenwerking is een werk van lange adem. Het | Ontwikkelingssamenwerking is een werk van lange adem. Het |
| langere-termijn perspectief, dat vervat ligt in het vastleggen van de | langere-termijn perspectief, dat vervat ligt in het vastleggen van de |
| landenkeuze, maakt het mogelijk partnerschappen van langere duur op te | landenkeuze, maakt het mogelijk partnerschappen van langere duur op te |
| bouwen. | bouwen. |
| De concentratie betreft enkel de directe bilaterale samenwerking. Voor | De concentratie betreft enkel de directe bilaterale samenwerking. Voor |
| landen die niet tot de groep van partnerlanden behoren, blijven er | landen die niet tot de groep van partnerlanden behoren, blijven er |
| niettemin nog mogelijkheden tot steun via andere kanalen | niettemin nog mogelijkheden tot steun via andere kanalen |
| (multilaterale samenwerking, indirecte samenwerking, humanitaire | (multilaterale samenwerking, indirecte samenwerking, humanitaire |
| hulp...). De huidige directe bilaterale samenwerking met landen die | hulp...). De huidige directe bilaterale samenwerking met landen die |
| niet geselecteerd werden als partnerland wordt afgewerkt zoals | niet geselecteerd werden als partnerland wordt afgewerkt zoals |
| voorzien in de betreffende conventies. Alle juridische verbintenissen | voorzien in de betreffende conventies. Alle juridische verbintenissen |
| die daarmee samenhangen zullen worden gerespecteerd. | die daarmee samenhangen zullen worden gerespecteerd. |
| Gehanteerde procedure | Gehanteerde procedure |
| Voor de keuze van de betrokken landen werd beroep gedaan op extern | Voor de keuze van de betrokken landen werd beroep gedaan op extern |
| advies, in de vorm van wetenschappelijk onderbouwde en internationaal | advies, in de vorm van wetenschappelijk onderbouwde en internationaal |
| gehanteerde indicatoren en een 'objectiveerbare' afweging. De analyse | gehanteerde indicatoren en een 'objectiveerbare' afweging. De analyse |
| van de externe experts omvat, kort samengevat, de volgende stappen : | van de externe experts omvat, kort samengevat, de volgende stappen : |
| Een eerste selectie op basis van de lijst van het Ontwikkelingscomité | Een eerste selectie op basis van de lijst van het Ontwikkelingscomité |
| van de OESO met de landen die officieel als 'ontwikkelingsland' | van de OESO met de landen die officieel als 'ontwikkelingsland' |
| beschouwd worden, de armoedegraad (de landen met een lage Human | beschouwd worden, de armoedegraad (de landen met een lage Human |
| Development index) en de omvang van de Belgische samenwerking (de 45 | Development index) en de omvang van de Belgische samenwerking (de 45 |
| eerste landen van de Belgische samenwerking in 1994 -'98), leverde een | eerste landen van de Belgische samenwerking in 1994 -'98), leverde een |
| groep van 57 landen op die verder geanalyseerd werden. | groep van 57 landen op die verder geanalyseerd werden. |
| De graad van armoede (criterium 1) werd verder geanalyseerd aan de | De graad van armoede (criterium 1) werd verder geanalyseerd aan de |
| hand van de Index van Menselijke Ontwikkeling (HDI) en de armoedeindex | hand van de Index van Menselijke Ontwikkeling (HDI) en de armoedeindex |
| (HPI) van het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP) en | (HPI) van het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP) en |
| de indeling in quintilen van het Ontwikkelingscomité (DAC) van de | de indeling in quintilen van het Ontwikkelingscomité (DAC) van de |
| OESO. | OESO. |
| Als indicator voor het criterium 'relevante en actuele ervaring van de | Als indicator voor het criterium 'relevante en actuele ervaring van de |
| Belgische samenwerking' (criterium 2) geldt een gemiddeld volume van | Belgische samenwerking' (criterium 2) geldt een gemiddeld volume van |
| minstens 100 miljoen Belgische frank totale Belgische bilaterale hulp | minstens 100 miljoen Belgische frank totale Belgische bilaterale hulp |
| en minstens 50 miljoen Belgische frank directe bilaterale hup over de | en minstens 50 miljoen Belgische frank directe bilaterale hup over de |
| periode '94-98. | periode '94-98. |
| De index die gehanteerd werd voor het criterium sociaal-economisch | De index die gehanteerd werd voor het criterium sociaal-economisch |
| beleid (criterium 3) combineert gegevens over economische groei, | beleid (criterium 3) combineert gegevens over economische groei, |
| evolutie in de index van menselijke ontwikkeling en overheidsuitgaven | evolutie in de index van menselijke ontwikkeling en overheidsuitgaven |
| inzake onderwijs en gezondheid. Deze gegevens zijn echter niet voor | inzake onderwijs en gezondheid. Deze gegevens zijn echter niet voor |
| alle landen beschikbaar, zodat een bijkomende kwalitatieve inschatting | alle landen beschikbaar, zodat een bijkomende kwalitatieve inschatting |
| noodzakelijk is. | noodzakelijk is. |
| Dit geldt nog sterker voor het vierde criterium, « goed bestuur ». | Dit geldt nog sterker voor het vierde criterium, « goed bestuur ». |
| Objectieve, door iedereen gedeelde gegevens zijn nauwelijks | Objectieve, door iedereen gedeelde gegevens zijn nauwelijks |
| voorhanden, laat staan kwantificeerbaar in een index. Ook hier is dus | voorhanden, laat staan kwantificeerbaar in een index. Ook hier is dus |
| een kwalitatieve inschatting noodzakelijk en blijft de beoordeling | een kwalitatieve inschatting noodzakelijk en blijft de beoordeling |
| beperkt tot extreme gevallen van manifest slecht bestuur. Criterium 4 | beperkt tot extreme gevallen van manifest slecht bestuur. Criterium 4 |
| wordt aldus pragmatisch gehanteerd als een uitsluitingscriterium in | wordt aldus pragmatisch gehanteerd als een uitsluitingscriterium in |
| deze extreme gevallen. | deze extreme gevallen. |
| Ook de gegevens over het bestaan van een crisissituatie waarin België | Ook de gegevens over het bestaan van een crisissituatie waarin België |
| een rol kan spelen (criterium 5) en over de mate van regionale | een rol kan spelen (criterium 5) en over de mate van regionale |
| integratie (criterium 6) vergden een bijkomende kwalitatieve | integratie (criterium 6) vergden een bijkomende kwalitatieve |
| appreciatie. | appreciatie. |
| Voor het criterium 7, « beleid gericht op gelijke kansen » kon een | Voor het criterium 7, « beleid gericht op gelijke kansen » kon een |
| inschatting gemaakt worden op basis van cijfergegevens | inschatting gemaakt worden op basis van cijfergegevens |
| (scholarisatiegraad en levensverwachting van jongens t.o.v. meisjes). | (scholarisatiegraad en levensverwachting van jongens t.o.v. meisjes). |
| De objectieve waarde van de tweede indicator als maatstaf voor dit | De objectieve waarde van de tweede indicator als maatstaf voor dit |
| criterium is veel minder duidelijk. Ze kunnen dus niet in dezelfde | criterium is veel minder duidelijk. Ze kunnen dus niet in dezelfde |
| mate doorwegen in de eindbeslissing. | mate doorwegen in de eindbeslissing. |
| Selectie | Selectie |
| De analyse van de externe experts leverde een reeks objectieve en | De analyse van de externe experts leverde een reeks objectieve en |
| kwantificeerbare gegevens, op naast een kwalitatieve inschatting. Op | kwantificeerbare gegevens, op naast een kwalitatieve inschatting. Op |
| deze basis leverden de experts een lijst van 37 landen die in | deze basis leverden de experts een lijst van 37 landen die in |
| aanmerking kunnen komen voor verdere directe bilaterale samenwerking. | aanmerking kunnen komen voor verdere directe bilaterale samenwerking. |
| Een werkgroep Ontwikkelingssamenweking / Buitenlandse Zaken voerde een | Een werkgroep Ontwikkelingssamenweking / Buitenlandse Zaken voerde een |
| verdere selectie door op basis van bijkomende gegevens en afwegingen. | verdere selectie door op basis van bijkomende gegevens en afwegingen. |
| Deze kwalitatieve inschatting en de weging die ermee gepaard gaan | Deze kwalitatieve inschatting en de weging die ermee gepaard gaan |
| overstijgen de mogelijkheden van een louter kwantitatieve, | overstijgen de mogelijkheden van een louter kwantitatieve, |
| wetenschappelijke berekening en vergen beargumenteerde beleidskeuzes. | wetenschappelijke berekening en vergen beargumenteerde beleidskeuzes. |
| die hier verder toegelicht worden: | die hier verder toegelicht worden: |
| - Een aanwezigheid in de verschillende continenten is wenselijk. | - Een aanwezigheid in de verschillende continenten is wenselijk. |
| - Verfijning van het criterium « relevante en actuele Belgische | - Verfijning van het criterium « relevante en actuele Belgische |
| ervaring » met kwalitatieve gegevens over de aard van de samenwerking. | ervaring » met kwalitatieve gegevens over de aard van de samenwerking. |
| - Het belang van continuïteit in goed lopende | - Het belang van continuïteit in goed lopende |
| samenwerkingsprogramma's. Dit verantwoordt met name de voorkeur voor | samenwerkingsprogramma's. Dit verantwoordt met name de voorkeur voor |
| landen die aan de criteria voldoen en beantwoorden reeds geselecteerd | landen die aan de criteria voldoen en beantwoorden reeds geselecteerd |
| werden in de beslissing van de Ministerraad van 27 december 1997. | werden in de beslissing van de Ministerraad van 27 december 1997. |
| - de Mate van regionale samenhang. | - de Mate van regionale samenhang. |
| - Politieke overwegingen (signaal in overgangssituatie, in lopende | - Politieke overwegingen (signaal in overgangssituatie, in lopende |
| vredesprocessen, belang van een land voor een regio...). | vredesprocessen, belang van een land voor een regio...). |
| - Behoudens enkele manifeste voorbeelden, moeten de indicatoren inzake | - Behoudens enkele manifeste voorbeelden, moeten de indicatoren inzake |
| beleid, bestuur en gelijkheid van kansen niet anders dan met de nodige | beleid, bestuur en gelijkheid van kansen niet anders dan met de nodige |
| omzichtigheid gehanteerd worden : ze blijven moeilijk objectiveerbaar | omzichtigheid gehanteerd worden : ze blijven moeilijk objectiveerbaar |
| en zijn onderhevig aan snelle evoluties. Een aantal landen die slechts | en zijn onderhevig aan snelle evoluties. Een aantal landen die slechts |
| op deze criteria scoren bevingen zich duidelijk in een crisissituatie | op deze criteria scoren bevingen zich duidelijk in een crisissituatie |
| (criterium 5). De afweging betreft dan de mogelijke betekenis van | (criterium 5). De afweging betreft dan de mogelijke betekenis van |
| België in deze crisis. | België in deze crisis. |
| Wij hebben de eer te zijn, | Wij hebben de eer te zijn, |
| Sire, | Sire, |
| Van Uwe Majesteit, | Van Uwe Majesteit, |
| de zeer eerbiedwaardige | de zeer eerbiedwaardige |
| en zeer getrouwe dienaars, | en zeer getrouwe dienaars, |
| L. MICHEL, | L. MICHEL, |
| Minister van Buitenlandse Zaken. | Minister van Buitenlandse Zaken. |
| E. BOUTMANS, | E. BOUTMANS, |
| Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking. | Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking. |
| ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE | ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE |
| De Raad van State, afdeling wetgeving, vierde kamer, op 12 mai 2000 | De Raad van State, afdeling wetgeving, vierde kamer, op 12 mai 2000 |
| verzocht door de Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking hem, | verzocht door de Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking hem, |
| van advies te dienen, binnen een termijn van ten hoogste drie dagen, | van advies te dienen, binnen een termijn van ten hoogste drie dagen, |
| over een ontwerp van koninklijk besluit "tot uitvoering van artikel 6, | over een ontwerp van koninklijk besluit "tot uitvoering van artikel 6, |
| § 1, van de wet van 25 mei 1999 betreffende de Belgische | § 1, van de wet van 25 mei 1999 betreffende de Belgische |
| Internationale Samenwerking", heeft op 17 mei 2000 het volgende advies | Internationale Samenwerking", heeft op 17 mei 2000 het volgende advies |
| gegeven : | gegeven : |
| Overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde | Overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde |
| wetten op de Raad van State, ingevoegd bij de wet van 4 augustus 1996, | wetten op de Raad van State, ingevoegd bij de wet van 4 augustus 1996, |
| moeten in de adviesaanvraag in het bijzonder de redenen worden | moeten in de adviesaanvraag in het bijzonder de redenen worden |
| aangegeven tot staving van het spoedeisende karakter ervan. | aangegeven tot staving van het spoedeisende karakter ervan. |
| De motivering is in de brief en in de aanhef in nagenoeg dezelfde | De motivering is in de brief en in de aanhef in nagenoeg dezelfde |
| bewoordingen gesteld. | bewoordingen gesteld. |
| In het onderhavige geval luidt de motivering, zoals ze in de aanhef | In het onderhavige geval luidt de motivering, zoals ze in de aanhef |
| van het ontwerpbesluit is weergegeven, als volgt : | van het ontwerpbesluit is weergegeven, als volgt : |
| « Gelet op de hoogdringendheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat | « Gelet op de hoogdringendheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat |
| door het in werking treden van artikel 6, § 1, van de wet van 26 mei | door het in werking treden van artikel 6, § 1, van de wet van 26 mei |
| 1999, de samenwerkingsrelaties met de geselecteerde partnerlanden | 1999, de samenwerkingsrelaties met de geselecteerde partnerlanden |
| ononderbroken kunnen functioneren en dat de afbouw van bestaande | ononderbroken kunnen functioneren en dat de afbouw van bestaande |
| directe bilaterale samenwerkingsrelaties met niet-geselecteerde landen | directe bilaterale samenwerkingsrelaties met niet-geselecteerde landen |
| onverwijld kan worden ingezet;". | onverwijld kan worden ingezet;". |
| Krachtens het genoemde artikel 84, tweede lid, van de gecoördineerde | Krachtens het genoemde artikel 84, tweede lid, van de gecoördineerde |
| wetten op de Raad van State, heeft de afdeling wetgeving zich bepaald | wetten op de Raad van State, heeft de afdeling wetgeving zich bepaald |
| tot het maken van de volgende opmerkingen. | tot het maken van de volgende opmerkingen. |
| 1. Het ontworpen besluit geeft slechts gedeeltelijk uitvoering aan | 1. Het ontworpen besluit geeft slechts gedeeltelijk uitvoering aan |
| artikel 6 van de wet van 25 mei 1999 betreffende de Belgische | artikel 6 van de wet van 25 mei 1999 betreffende de Belgische |
| Internationale Samenwerking. Alleen paragraaf 1 van die bepaling wordt | Internationale Samenwerking. Alleen paragraaf 1 van die bepaling wordt |
| uitgevoerd; paragraaf 2, die hoofdzakelijk betrekking heeft op het | uitgevoerd; paragraaf 2, die hoofdzakelijk betrekking heeft op het |
| maken van strategienota's, wordt niet uitgevoerd. | maken van strategienota's, wordt niet uitgevoerd. |
| Om in de toekomst een aanzienlijke toename van verordeningsteksten te | Om in de toekomst een aanzienlijke toename van verordeningsteksten te |
| voorkomen en ter wille van de rechtszekerheid, zou het wenselijk zijn | voorkomen en ter wille van de rechtszekerheid, zou het wenselijk zijn |
| dat de voormelde wet van 25 mei 1999, in de mate van het mogelijke, | dat de voormelde wet van 25 mei 1999, in de mate van het mogelijke, |
| bij één enkel koninklijk besluit wordt uitgevoerd. Een forse toename | bij één enkel koninklijk besluit wordt uitgevoerd. Een forse toename |
| van verordeningsteksten kan onder meer tot gevolg hebben dat het zeer | van verordeningsteksten kan onder meer tot gevolg hebben dat het zeer |
| moeilijk wordt om de samenhang en de correcte uitvoering van de | moeilijk wordt om de samenhang en de correcte uitvoering van de |
| bovenvermelde wet te beoordelen. | bovenvermelde wet te beoordelen. |
| 2. Artikel 1 van het ontwerp stelt, overeenkomstig artikel 6, § 1, van | 2. Artikel 1 van het ontwerp stelt, overeenkomstig artikel 6, § 1, van |
| de voormelde wet van 25 mei 1999, de lijst vast van landen en | de voormelde wet van 25 mei 1999, de lijst vast van landen en |
| gewestelijke organisaties van landen waarmee België directe bilaterale | gewestelijke organisaties van landen waarmee België directe bilaterale |
| samenwerking zal onderhouden. | samenwerking zal onderhouden. |
| Krachtens de voormelde wetsbepaling moet de selectie van die landen en | Krachtens de voormelde wetsbepaling moet de selectie van die landen en |
| organisaties geschieden op basis van zeven objectieve criteria. | organisaties geschieden op basis van zeven objectieve criteria. |
| Om de wetgevende kamers nader in te lichten over de vraag of de | Om de wetgevende kamers nader in te lichten over de vraag of de |
| criteria wel worden nageleefd voor alle landen en organisaties die op | criteria wel worden nageleefd voor alle landen en organisaties die op |
| de lijst voorkomen, dient bij het ontworpen besluit een verslag aan de | de lijst voorkomen, dient bij het ontworpen besluit een verslag aan de |
| Koning te worden gevoegd waarin die preciseringen worden opgenomen. | Koning te worden gevoegd waarin die preciseringen worden opgenomen. |
| Gelet op de verplichting om de wetgevende kamers in te lichten over de | Gelet op de verplichting om de wetgevende kamers in te lichten over de |
| in het voormelde artikel 6, paragraaf 2, bedoelde strategienota's die | in het voormelde artikel 6, paragraaf 2, bedoelde strategienota's die |
| worden opgesteld voor elk partnerland van de directe bilaterale | worden opgesteld voor elk partnerland van de directe bilaterale |
| samenwerking, zou het logisch zijn dat deze eveneens worden ingelicht | samenwerking, zou het logisch zijn dat deze eveneens worden ingelicht |
| over het onderzoek van de criteria genoemd in paragraaf 1 van | over het onderzoek van de criteria genoemd in paragraaf 1 van |
| hetzelfde artikel. | hetzelfde artikel. |
| 3. In de inleiding van het diapositief moet het woord "wij" tweemaal | 3. In de inleiding van het diapositief moet het woord "wij" tweemaal |
| met een hoofdletter worden geschreven. | met een hoofdletter worden geschreven. |
| 4. Voor de benoeming van de geselecteerde landen en organisaties, | 4. Voor de benoeming van de geselecteerde landen en organisaties, |
| wordt het de steller van het ontwerp aanbevolen de officiële benaming | wordt het de steller van het ontwerp aanbevolen de officiële benaming |
| in acht te nemen die de betrokken Staat of organisatie gebruikt. | in acht te nemen die de betrokken Staat of organisatie gebruikt. |
| zo schrijft men bijvoorbeeld : "Koninkrijk Marokko", 'Democratische | zo schrijft men bijvoorbeeld : "Koninkrijk Marokko", 'Democratische |
| Republiek Congo", "Republiek ZuidAfrika", "Palestijnse gebieden",... | Republiek Congo", "Republiek ZuidAfrika", "Palestijnse gebieden",... |
| De kamer was samengesteld uit : | De kamer was samengesteld uit : |
| De heren : | De heren : |
| R. Andersen, kamervoorzitter. | R. Andersen, kamervoorzitter. |
| P. Lienardy en P. Quertainmont, staatsraadgevers; | P. Lienardy en P. Quertainmont, staatsraadgevers; |
| F. Delperée en J.-M. Favresse, assessoren van de afdeling wetgeving. | F. Delperée en J.-M. Favresse, assessoren van de afdeling wetgeving. |
| Mevr. M. Proost, griffier. | Mevr. M. Proost, griffier. |
| Het verslag werd uitgebracht door Mevr. P. Vandernacht, auditeur. De | Het verslag werd uitgebracht door Mevr. P. Vandernacht, auditeur. De |
| nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld en toegelicht door de | nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld en toegelicht door de |
| heer E. Bosquet, adjunct-referendaris. | heer E. Bosquet, adjunct-referendaris. |
| De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd | De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd |
| nagezien onder toezicht van de heer R. Andersen. | nagezien onder toezicht van de heer R. Andersen. |
| De griffier, | De griffier, |
| M. Proost. | M. Proost. |
| De voorzitter, | De voorzitter, |
| R. Andersen. | R. Andersen. |
| 26 JUNI 2000. - Koninklijk Besluit tot uitvoering van artikel 6, § 1 | 26 JUNI 2000. - Koninklijk Besluit tot uitvoering van artikel 6, § 1 |
| van de wet van 25 mei 1999 betreffende de Belgische Internationale | van de wet van 25 mei 1999 betreffende de Belgische Internationale |
| Samenwerking | Samenwerking |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de Wet van 25 mei 1999 betreffende de Belgische | Gelet op de Wet van 25 mei 1999 betreffende de Belgische |
| Internationale Samenwerking; | Internationale Samenwerking; |
| Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 27 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 27 |
| april 2000; | april 2000; |
| Gelet op de hoogdringendheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat | Gelet op de hoogdringendheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat |
| door het in werking treden van artikel 6, § 1 van de wet van 25 mei | door het in werking treden van artikel 6, § 1 van de wet van 25 mei |
| 1999 de samenwerkingsrelaties met de geselecteerde partnerlanden | 1999 de samenwerkingsrelaties met de geselecteerde partnerlanden |
| ononderbroken kunnen functioneren en dat de afbouw van bestaande | ononderbroken kunnen functioneren en dat de afbouw van bestaande |
| directe bilaterale samenwerkingsrelaties met niet-geselecteerde landen | directe bilaterale samenwerkingsrelaties met niet-geselecteerde landen |
| onverwijld kan worden ingezet; | onverwijld kan worden ingezet; |
| Gelet op het besluit van de Ministerraad van 4 mei 2000 over het | Gelet op het besluit van de Ministerraad van 4 mei 2000 over het |
| verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn | verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn |
| van ten hoogste drie dagen; | van ten hoogste drie dagen; |
| Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 22 mei 2000, met | Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 22 mei 2000, met |
| toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde | toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde |
| wetten op de Raad van State; | wetten op de Raad van State; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Buitenlandse Zaken en van Onze | Op de voordracht van Onze Minister van Buitenlandse Zaken en van Onze |
| Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking en op het advies van | Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking en op het advies van |
| Onze in Raad vergaderde Ministers, | Onze in Raad vergaderde Ministers, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Met toepassing van artikel 6, § 1 van de wet van 25 mei |
Artikel 1.Met toepassing van artikel 6, § 1 van de wet van 25 mei |
| 1999 betreffende de Belgische Internationale Samenwerking zijn de | 1999 betreffende de Belgische Internationale Samenwerking zijn de |
| volgende landen en organisaties geselecteerd als « partnerland van de | volgende landen en organisaties geselecteerd als « partnerland van de |
| directe bilaterale samenwerking »: | directe bilaterale samenwerking »: |
| - Republiek Niger | - Republiek Niger |
| - Burkina Faso | - Burkina Faso |
| - Republiek Burundi | - Republiek Burundi |
| - Republiek Mozambique | - Republiek Mozambique |
| - Republiek Mali | - Republiek Mali |
| - Rwandese Republiek | - Rwandese Republiek |
| - Republiek Benin | - Republiek Benin |
| - Republiek Oeganda | - Republiek Oeganda |
| - Republiek Senegal | - Republiek Senegal |
| - Federale Democratische Republiek Ethiopië | - Federale Democratische Republiek Ethiopië |
| - Republiek Ivoorkust | - Republiek Ivoorkust |
| - Democratische Republiek Congo | - Democratische Republiek Congo |
| - Verenigde Republiek Tanzania | - Verenigde Republiek Tanzania |
| - Republiek Zuid-Afrika | - Republiek Zuid-Afrika |
| - Southern African Development Community (SADC) | - Southern African Development Community (SADC) |
| - Koninkrijk Marokko | - Koninkrijk Marokko |
| - Palestijnse gebieden | - Palestijnse gebieden |
| - Algerije Democratische Volksrepubliek | - Algerije Democratische Volksrepubliek |
| - Koninkrijk Cambodja | - Koninkrijk Cambodja |
| - Lao Democratische Volksrepubliek | - Lao Democratische Volksrepubliek |
| - Socialistische Republiek Vietnam | - Socialistische Republiek Vietnam |
| - Volksrepubliek Bangladesh | - Volksrepubliek Bangladesh |
| - Republiek Bolivia | - Republiek Bolivia |
| - Republiek Peru | - Republiek Peru |
| - Republiek Ecuador | - Republiek Ecuador |
Art. 2.Artikel 6 § 1 van de wet van 25 mei 1999 en dit besluit treden |
Art. 2.Artikel 6 § 1 van de wet van 25 mei 1999 en dit besluit treden |
| in werking de dag waarop dit besluit in het Belgisch Staatsblad wordt | in werking de dag waarop dit besluit in het Belgisch Staatsblad wordt |
| bekendgemaakt. | bekendgemaakt. |
Art. 3.Onze Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking wordt |
Art. 3.Onze Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking wordt |
| belast met de uitvoering van dit besluit. | belast met de uitvoering van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 26 juni 2000. | Gegeven te Brussel, 26 juni 2000. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Buitenlandse Zaken, | De Minister van Buitenlandse Zaken, |
| L. MICHEL | L. MICHEL |
| De Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, | De Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, |
| E. BOUTMANS | E. BOUTMANS |