Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 26/02/2014
← Terug naar "Koninklijk besluit tot bepaling van het presentiegeld toegekend aan de leden van het Instituut van de auto-experts en hun plaatsvervangers, en tot bepaling van de taakvergoeding van de regeringscommissaris en zijn plaatsvervanger "
Koninklijk besluit tot bepaling van het presentiegeld toegekend aan de leden van het Instituut van de auto-experts en hun plaatsvervangers, en tot bepaling van de taakvergoeding van de regeringscommissaris en zijn plaatsvervanger Koninklijk besluit tot bepaling van het presentiegeld toegekend aan de leden van het Instituut van de auto-experts en hun plaatsvervangers, en tot bepaling van de taakvergoeding van de regeringscommissaris en zijn plaatsvervanger
FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE
26 FEBRUARI 2014. - Koninklijk besluit tot bepaling van het 26 FEBRUARI 2014. - Koninklijk besluit tot bepaling van het
presentiegeld toegekend aan de leden van het Instituut van de presentiegeld toegekend aan de leden van het Instituut van de
auto-experts en hun plaatsvervangers, en tot bepaling van de auto-experts en hun plaatsvervangers, en tot bepaling van de
taakvergoeding van de regeringscommissaris en zijn plaatsvervanger taakvergoeding van de regeringscommissaris en zijn plaatsvervanger
FILIP, Koning der Belgen, FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 15 mei 2007 tot erkenning en bescherming van het Gelet op de wet van 15 mei 2007 tot erkenning en bescherming van het
beroep van auto-expert en tot oprichting van een Instituut van de beroep van auto-expert en tot oprichting van een Instituut van de
auto-experts, artikel 18, vervangen bij de wet van 6 oktober 2011; auto-experts, artikel 18, vervangen bij de wet van 6 oktober 2011;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10
september 2013; september 2013;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 28 Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 28
oktober 2013; oktober 2013;
Gelet op advies 54.838/1 van de Raad van State, gegeven op 30 december Gelet op advies 54.838/1 van de Raad van State, gegeven op 30 december
2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Middenstand, Op de voordracht van de Minister van Middenstand,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.§ 1. Voor de leden van het uitvoerend comité van de raad

Artikel 1.§ 1. Voor de leden van het uitvoerend comité van de raad

van het Instituut van de auto-experts wordt het presentiegeld voor een van het Instituut van de auto-experts wordt het presentiegeld voor een
halve dag prestatie van minimum drie uur vastgelegd op 250 euro, met halve dag prestatie van minimum drie uur vastgelegd op 250 euro, met
een maximum van 6.000 euro per maand voor de voorzitter, 5.000 euro een maximum van 6.000 euro per maand voor de voorzitter, 5.000 euro
per maand voor de ondervoorzitter en 4.000 euro per maand voor de per maand voor de ondervoorzitter en 4.000 euro per maand voor de
penningmeester. penningmeester.
Het presentiegeld voor de secretaris wordt vastgelegd op 75 euro voor Het presentiegeld voor de secretaris wordt vastgelegd op 75 euro voor
een prestatie van minimum drie uur met een maximum van 3.000 euro per een prestatie van minimum drie uur met een maximum van 3.000 euro per
maand. maand.
§ 2. Voor de effectieve leden van de raad van het Instituut, alsook § 2. Voor de effectieve leden van de raad van het Instituut, alsook
voor alle leden of derden waarop het Instituut beroep zou doen in het voor alle leden of derden waarop het Instituut beroep zou doen in het
kader van een commissie, een werkgroep of enige andere opdracht namens kader van een commissie, een werkgroep of enige andere opdracht namens
het Instituut, wordt het presentiegeld voor een halve dag prestatie het Instituut, wordt het presentiegeld voor een halve dag prestatie
van minimum drie uur, vastgelegd op 150 euro met een maximum van 1.500 van minimum drie uur, vastgelegd op 150 euro met een maximum van 1.500
euro per maand. euro per maand.
§ 3. Voor de voorzitter en de ondervoorzitter van de raad van het § 3. Voor de voorzitter en de ondervoorzitter van de raad van het
Instituut, de voorzitters en hun plaatsvervangers van de Instituut, de voorzitters en hun plaatsvervangers van de
tuchtcommissies en de commissies van beroep, wordt het presentiegeld tuchtcommissies en de commissies van beroep, wordt het presentiegeld
voor een halve dag prestatie van minimum drie uur vastgelegd op 250 voor een halve dag prestatie van minimum drie uur vastgelegd op 250
euro. euro.
§ 4. Voor de effectieve leden en de plaatsvervangers van de § 4. Voor de effectieve leden en de plaatsvervangers van de
tuchtcommissies en de commissies van beroep wordt het presentiegeld tuchtcommissies en de commissies van beroep wordt het presentiegeld
voor een halve dag prestatie van minimum drie uur vastgelegd op 150 voor een halve dag prestatie van minimum drie uur vastgelegd op 150
euro. euro.
§ 5. De regeringscommissaris ontvangt een taakvergoeding van 300 euro § 5. De regeringscommissaris ontvangt een taakvergoeding van 300 euro
per kalendermaand. Zijn plaatsvervanger ontvangt een taakvergoeding per kalendermaand. Zijn plaatsvervanger ontvangt een taakvergoeding
van 150 euro per kalendermaand, in geval hij het effectieve lid dat van 150 euro per kalendermaand, in geval hij het effectieve lid dat
verhinderd is, vervangt. verhinderd is, vervangt.
§ 6. Het bedrag van de presentiegelden en de taakvergoedingen wordt § 6. Het bedrag van de presentiegelden en de taakvergoedingen wordt
ten laste gelegd van de begroting van het Instituut van auto-experts. ten laste gelegd van de begroting van het Instituut van auto-experts.

Art. 2.De bedragen vermeld in artikel 1, §§ 1 tot 5 worden jaarlijks

Art. 2.De bedragen vermeld in artikel 1, §§ 1 tot 5 worden jaarlijks

op 1 januari aangepast overeenkomstig de wet van 1 maart 1977 houdende op 1 januari aangepast overeenkomstig de wet van 1 maart 1977 houdende
inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de
overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het
Rijk wordt gekoppeld. Ze stemmen overeen met de spilindex 110,51 Rijk wordt gekoppeld. Ze stemmen overeen met de spilindex 110,51
(basis 2004 = 100). (basis 2004 = 100).

Art. 3.De minister bevoegd voor Middenstand is belast met de

Art. 3.De minister bevoegd voor Middenstand is belast met de

uitvoering van dit besluit. uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 februari 2014. Gegeven te Brussel, 26 februari 2014.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Middenstand, De Minister van Middenstand,
Mevr. S. LARUELLE Mevr. S. LARUELLE
^