Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 26 februari 2014
gepubliceerd op 14 maart 2014

Koninklijk besluit tot bepaling van het presentiegeld toegekend aan de leden van het Instituut van de auto-experts en hun plaatsvervangers, en tot bepaling van de taakvergoeding van de regeringscommissaris en zijn plaatsvervanger

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2014011163
pub.
14/03/2014
prom.
26/02/2014
ELI
eli/besluit/2014/02/26/2014011163/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

26 FEBRUARI 2014. - Koninklijk besluit tot bepaling van het presentiegeld toegekend aan de leden van het Instituut van de auto-experts en hun plaatsvervangers, en tot bepaling van de taakvergoeding van de regeringscommissaris en zijn plaatsvervanger


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 02/06/2008 numac 2007011262 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot erkenning en bescherming van het beroep van auto-expert en tot oprichting van een Instituut van de auto-experts sluiten tot erkenning en bescherming van het beroep van auto-expert en tot oprichting van een Instituut van de auto-experts, artikel 18, vervangen bij de wet van 6 oktober 2011;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 september 2013;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 28 oktober 2013;

Gelet op advies 54.838/1 van de Raad van State, gegeven op 30 december 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Middenstand, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.§ 1. Voor de leden van het uitvoerend comité van de raad van het Instituut van de auto-experts wordt het presentiegeld voor een halve dag prestatie van minimum drie uur vastgelegd op 250 euro, met een maximum van 6.000 euro per maand voor de voorzitter, 5.000 euro per maand voor de ondervoorzitter en 4.000 euro per maand voor de penningmeester.

Het presentiegeld voor de secretaris wordt vastgelegd op 75 euro voor een prestatie van minimum drie uur met een maximum van 3.000 euro per maand. § 2. Voor de effectieve leden van de raad van het Instituut, alsook voor alle leden of derden waarop het Instituut beroep zou doen in het kader van een commissie, een werkgroep of enige andere opdracht namens het Instituut, wordt het presentiegeld voor een halve dag prestatie van minimum drie uur, vastgelegd op 150 euro met een maximum van 1.500 euro per maand. § 3. Voor de voorzitter en de ondervoorzitter van de raad van het Instituut, de voorzitters en hun plaatsvervangers van de tuchtcommissies en de commissies van beroep, wordt het presentiegeld voor een halve dag prestatie van minimum drie uur vastgelegd op 250 euro. § 4. Voor de effectieve leden en de plaatsvervangers van de tuchtcommissies en de commissies van beroep wordt het presentiegeld voor een halve dag prestatie van minimum drie uur vastgelegd op 150 euro. § 5. De regeringscommissaris ontvangt een taakvergoeding van 300 euro per kalendermaand. Zijn plaatsvervanger ontvangt een taakvergoeding van 150 euro per kalendermaand, in geval hij het effectieve lid dat verhinderd is, vervangt. § 6. Het bedrag van de presentiegelden en de taakvergoedingen wordt ten laste gelegd van de begroting van het Instituut van auto-experts.

Art. 2.De bedragen vermeld in artikel 1, §§ 1 tot 5 worden jaarlijks op 1 januari aangepast overeenkomstig de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk wordt gekoppeld. Ze stemmen overeen met de spilindex 110,51 (basis 2004 = 100).

Art. 3.De minister bevoegd voor Middenstand is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 februari 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Middenstand, Mevr. S. LARUELLE

^