Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 36decies van 4 maart 1986 betreffende de eindejaarspremie van de uitzendkrachten | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 36decies van 4 maart 1986 betreffende de eindejaarspremie van de uitzendkrachten |
---|---|
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
25 SEPTEMBER 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 25 SEPTEMBER 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1999, | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1999, |
gesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid, tot wijziging | gesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid, tot wijziging |
van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 36decies van 4 maart 1986 | van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 36decies van 4 maart 1986 |
betreffende de eindejaarspremie van de uitzendkrachten (1) | betreffende de eindejaarspremie van de uitzendkrachten (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 36decies gesloten op 4 | Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 36decies gesloten op 4 |
maart 1986 in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de | maart 1986 in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de |
eindejaarspremie van de uitzendkrachten, algemeen verbindend verklaard | eindejaarspremie van de uitzendkrachten, algemeen verbindend verklaard |
bij koninklijk besluit van 20 maart 1986; | bij koninklijk besluit van 20 maart 1986; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de uitzendarbeid; | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de uitzendarbeid; |
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1999, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1999, gesloten |
in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid, tot wijziging van de | in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid, tot wijziging van de |
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 36decies van 4 maart 1986 | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 36decies van 4 maart 1986 |
betreffende de eindejaarspremie van de uitzendkrachten. | betreffende de eindejaarspremie van de uitzendkrachten. |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
van dit besluit. | van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 25 september 2000. | Gegeven te Brussel, 25 september 2000. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Koninklijk besluit van 20 maart 1986, Belgisch Staatsblad van 19 april | Koninklijk besluit van 20 maart 1986, Belgisch Staatsblad van 19 april |
1986. | 1986. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor de uitzendarbeid | Paritair Comité voor de uitzendarbeid |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1999 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1999 |
Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 36decies van 4 | Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 36decies van 4 |
maart 1986 betreffende de eindejaarspremie van de uitzendkrachten | maart 1986 betreffende de eindejaarspremie van de uitzendkrachten |
(Overeenkomst geregistreerd op 22 juni 1999 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 22 juni 1999 onder het nummer |
51044/CO/322) | 51044/CO/322) |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op : |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op : |
a) de uitzendbureaus, bedoeld bij artikel 7, 1° van de wet van 24 juli | a) de uitzendbureaus, bedoeld bij artikel 7, 1° van de wet van 24 juli |
1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter | 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter |
beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, verder | beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, verder |
genoemd « de werkgever »; | genoemd « de werkgever »; |
b) de uitzendkrachten, bedoeld bij artikel 7, 3° van voornoemde wet | b) de uitzendkrachten, bedoeld bij artikel 7, 3° van voornoemde wet |
van 24 juli 1987, die door deze uitzendbureaus worden tewerkgesteld, | van 24 juli 1987, die door deze uitzendbureaus worden tewerkgesteld, |
verder genoemd « de werknemer ». | verder genoemd « de werknemer ». |
Art. 2.Artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 36decies |
Art. 2.Artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 36decies |
gesloten op 4 maart 1986 in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de | gesloten op 4 maart 1986 in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de |
eindejaarspremie van de uitzendkrachten, wordt vervangen door : | eindejaarspremie van de uitzendkrachten, wordt vervangen door : |
« Om recht te hebben op de eindejaarspremie moet de uitzendkracht, | « Om recht te hebben op de eindejaarspremie moet de uitzendkracht, |
tijdens de referteperiode, in het stelsel van de vijfdaagse werkweek, | tijdens de referteperiode, in het stelsel van de vijfdaagse werkweek, |
ten minste 65 dagen tellen die in aanmerking komen voor de | ten minste 65 dagen tellen die in aanmerking komen voor de |
onderwerping aan de sociale zekerheid als uitzendkracht, of ten minste | onderwerping aan de sociale zekerheid als uitzendkracht, of ten minste |
78 dagen in het stelsel van de zesdaagse werkweek. | 78 dagen in het stelsel van de zesdaagse werkweek. |
In afwijking van deze regel van 65 (78) dagen hebben de | In afwijking van deze regel van 65 (78) dagen hebben de |
uitzendkrachten die tijdens de referteperiode in vaste dienst treden | uitzendkrachten die tijdens de referteperiode in vaste dienst treden |
bij de gebruiker waarbij onmiddellijk daarvoor als uitzendkracht waren | bij de gebruiker waarbij onmiddellijk daarvoor als uitzendkracht waren |
tewerkgesteld, recht op een eindejaarspremie als zij in deze | tewerkgesteld, recht op een eindejaarspremie als zij in deze |
referteperiode minstens 60 (72) dagen tellen. | referteperiode minstens 60 (72) dagen tellen. |
Bovendien wordt voor deze uitzendkrachten en voor het berekenen van | Bovendien wordt voor deze uitzendkrachten en voor het berekenen van |
het aantal vereiste dagen om het recht op de eindejaarspremie te | het aantal vereiste dagen om het recht op de eindejaarspremie te |
openen, de referteperiode verlengd tot en met 10 april. De arbeids- of | openen, de referteperiode verlengd tot en met 10 april. De arbeids- of |
gelijkgestelde dagen die vallen na 31 maart worden bewezen aan de hand | gelijkgestelde dagen die vallen na 31 maart worden bewezen aan de hand |
van de arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid en de loonfiche. | van de arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid en de loonfiche. |
De Raad van Beheer van het Sociaal Fonds voor de uitzendkrachten neemt | De Raad van Beheer van het Sociaal Fonds voor de uitzendkrachten neemt |
de maatregelen die nodig zijn voor het in aanmerking nemen van de | de maatregelen die nodig zijn voor het in aanmerking nemen van de |
gelijkgestelde dagen tijdens de duur van een arbeidsovereenkomst voor | gelijkgestelde dagen tijdens de duur van een arbeidsovereenkomst voor |
uitzendarbeid, alsmede de maatregelen die nodig zijn voor het in | uitzendarbeid, alsmede de maatregelen die nodig zijn voor het in |
aanmerking nemen van de compensatiedagen die worden toegekend ter | aanmerking nemen van de compensatiedagen die worden toegekend ter |
toepassing van de wet betreffende de arbeidsduur. ». | toepassing van de wet betreffende de arbeidsduur. ». |
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst die uitwerking heeft |
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst die uitwerking heeft |
vanaf de eindejaarspremie 1999 wordt van kracht op 1 april 1998. | vanaf de eindejaarspremie 1999 wordt van kracht op 1 april 1998. |
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor |
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor |
onbepaalde duur. | onbepaalde duur. |
Zij kan, mits een opzeggingstermijn van drie maanden wordt in acht | Zij kan, mits een opzeggingstermijn van drie maanden wordt in acht |
genomen, door elk van de partijen worden opgezegd met een aangetekend | genomen, door elk van de partijen worden opgezegd met een aangetekend |
schrijven gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de | schrijven gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de |
uitzendarbeid. | uitzendarbeid. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 |
september 2000. | september 2000. |
De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |