Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 maart 1990 betreffende de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden | Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 maart 1990 betreffende de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden |
---|---|
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU | MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU |
25 JANUARI 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk | 25 JANUARI 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk |
besluit van 5 maart 1990 betreffende de tegemoetkoming voor hulp aan | besluit van 5 maart 1990 betreffende de tegemoetkoming voor hulp aan |
bejaarden | bejaarden |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen | Gelet op de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen |
aan gehandicapten, inzonderheid op artikel 6, § 1 en § 3, gewijzigd | aan gehandicapten, inzonderheid op artikel 6, § 1 en § 3, gewijzigd |
bij de wet van 22 december 1989 en § 4, ingevoegd bij de wet van 25 | bij de wet van 22 december 1989 en § 4, ingevoegd bij de wet van 25 |
januari 1999; | januari 1999; |
Gelet op het koninklijk besluit van 5 maart 1990 betreffende de | Gelet op het koninklijk besluit van 5 maart 1990 betreffende de |
tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, inzonderheid op artikel 3, | tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, inzonderheid op artikel 3, |
vervangen door het koninklijk besluit van 12 december 1996; | vervangen door het koninklijk besluit van 12 december 1996; |
Gelet op het advies van de Nationale Hoge Raad voor gehandicapten, | Gelet op het advies van de Nationale Hoge Raad voor gehandicapten, |
gegeven op 23 november 2000; | gegeven op 23 november 2000; |
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 9 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 9 |
oktober 2000; | oktober 2000; |
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 11 | Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 11 |
december 2000; | december 2000; |
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de | Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de |
omstandigheid dat het besluit in werking treedt op 1 januari 2001 en | omstandigheid dat het besluit in werking treedt op 1 januari 2001 en |
dat er heel wat tijd nodig is om de informaticaprogramma's aan te | dat er heel wat tijd nodig is om de informaticaprogramma's aan te |
passen; | passen; |
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 15 december | Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 15 december |
2000, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de | 2000, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de |
gecoördineerde wetten op de Raad van State; | gecoördineerde wetten op de Raad van State; |
Op de voordracht van Onze Minister van Maatschappelijke Integratie en | Op de voordracht van Onze Minister van Maatschappelijke Integratie en |
op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers op 19 januari | op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers op 19 januari |
2001, | 2001, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Artikel 3 van het koninklijk besluit van 5 maart 1990 |
Artikel 1.Artikel 3 van het koninklijk besluit van 5 maart 1990 |
betreffende de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, vervangen door | betreffende de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, vervangen door |
het koninklijk besluit van 12 december 1996, wordt vervangen door de | het koninklijk besluit van 12 december 1996, wordt vervangen door de |
volgende bepaling : | volgende bepaling : |
« Artikel 3.Het bedrag van de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, |
« Artikel 3.Het bedrag van de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, |
beoogd in artikel 6, § 3 en § 4 van de wet, varieert in functie van de | beoogd in artikel 6, § 3 en § 4 van de wet, varieert in functie van de |
graad van zelfredzaamheid en is gelijk aan 24 340 F., 92 913 F., 112 | graad van zelfredzaamheid en is gelijk aan 24 340 F., 92 913 F., 112 |
967 F, 133 015 F of 163 390 F, naargelang de gehandicapte behoort tot | 967 F, 133 015 F of 163 390 F, naargelang de gehandicapte behoort tot |
de categorie I, II, III, IV of V, als bedoeld in artikel 6, § 4, derde | de categorie I, II, III, IV of V, als bedoeld in artikel 6, § 4, derde |
lid, van de wet. » | lid, van de wet. » |
Art. 2.De bepalingen van artikel 1 van dit besluit worden ambtshalve |
Art. 2.De bepalingen van artikel 1 van dit besluit worden ambtshalve |
toegepast op de personen die vóór 1 januari 2001 een aanvraag om | toegepast op de personen die vóór 1 januari 2001 een aanvraag om |
tegemoetkoming hebben ingediend en wier recht op deze tegemoetkoming | tegemoetkoming hebben ingediend en wier recht op deze tegemoetkoming |
op die datum nog niet bij een administratieve of gerechtelijke | op die datum nog niet bij een administratieve of gerechtelijke |
beslissing is vastgesteld. | beslissing is vastgesteld. |
Art. 3.Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2001. |
Art. 3.Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2001. |
Art. 4.Onze Minister bevoegd voor de Maatschappelijke Integratie is |
Art. 4.Onze Minister bevoegd voor de Maatschappelijke Integratie is |
belast met de uitvoering van dit besluit. | belast met de uitvoering van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 25 januari 2001. | Gegeven te Brussel, 25 januari 2001. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Maatschappelijke Integratie, | De Minister van Maatschappelijke Integratie, |
J. VANDE LANOTTE | J. VANDE LANOTTE |