Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 25/02/2003
← Terug naar "Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 december 1950 houdende algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken "
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 december 1950 houdende algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 december 1950 houdende algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken
FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE
25 FEBRUARI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het 25 FEBRUARI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het
koninklijk besluit van 28 december 1950 houdende algemeen reglement op koninklijk besluit van 28 december 1950 houdende algemeen reglement op
de gerechtskosten in strafzaken de gerechtskosten in strafzaken
VERSLAG AAN DE KONING VERSLAG AAN DE KONING
De wet van 21 juni 2001 tot wijziging van verscheidene bepalingen De wet van 21 juni 2001 tot wijziging van verscheidene bepalingen
inzake het federale parket', die in werking is getreden op 21 mei inzake het federale parket', die in werking is getreden op 21 mei
2002, betreft de realisatie van een eerste belangrijke stap in de 2002, betreft de realisatie van een eerste belangrijke stap in de
hervorming van het openbaar ministerie, waarvan de krijtlijnen werden hervorming van het openbaar ministerie, waarvan de krijtlijnen werden
uitgetekend in het Octopusakkoord van 24 mei 1998 en de daaruit uitgetekend in het Octopusakkoord van 24 mei 1998 en de daaruit
voortvloeiende wet van 22 december 1998 betreffende de verticale voortvloeiende wet van 22 december 1998 betreffende de verticale
integratie van het openbaar ministerie, het federaal parket en de raad integratie van het openbaar ministerie, het federaal parket en de raad
van procureurs des Konings'. van procureurs des Konings'.
De recente installatie van het federaal parket kan in de praktijk De recente installatie van het federaal parket kan in de praktijk
aanleiding geven tot problemen bij de toepassing van een aantal aanleiding geven tot problemen bij de toepassing van een aantal
artikelen van het koninklijk besluit van 28 december 1950 houdende artikelen van het koninklijk besluit van 28 december 1950 houdende
algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken (hierna genoemd algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken (hierna genoemd
koninklijk besluit Tarief in strafzaken), inzonderheid van de koninklijk besluit Tarief in strafzaken), inzonderheid van de
artikelen 7, 42, 51, 52, 60, 62, 63, 66, 82, 125, 135, 136 en 138 van artikelen 7, 42, 51, 52, 60, 62, 63, 66, 82, 125, 135, 136 en 138 van
het koninklijk besluit Tarief in strafzaken. het koninklijk besluit Tarief in strafzaken.
Voormelde artikelen voorzien immers in een specifieke bevoegdheid voor Voormelde artikelen voorzien immers in een specifieke bevoegdheid voor
de procureur-generaal, als hoogste orgaan van het Openbaar Ministerie de procureur-generaal, als hoogste orgaan van het Openbaar Ministerie
in het rechtsgebied van een hof van beroep, en houden nog geen in het rechtsgebied van een hof van beroep, en houden nog geen
rekening met het bestaan van het federaal parket. Waar de opbouw van rekening met het bestaan van het federaal parket. Waar de opbouw van
voormelde artikelen van het koninklijk besluit Tarief in strafzaken voormelde artikelen van het koninklijk besluit Tarief in strafzaken
perfect logisch was vóór de inwerkingtreding van het federaal parket, perfect logisch was vóór de inwerkingtreding van het federaal parket,
is het dit thans niet langer, aangezien de opdrachten van de federale is het dit thans niet langer, aangezien de opdrachten van de federale
procureur en het federaal parket zich uitstrekken over het gehele procureur en het federaal parket zich uitstrekken over het gehele
grondgebied van het Rijk en zijn bevoegdheid ratione loci dus, anders grondgebied van het Rijk en zijn bevoegdheid ratione loci dus, anders
dan voor de procureurs des Konings en de parketten bij de rechtbanken dan voor de procureurs des Konings en de parketten bij de rechtbanken
van eerste aanleg, niet aan een welbepaald rechtsgebied van een hof van eerste aanleg, niet aan een welbepaald rechtsgebied van een hof
van beroep en dus aan een procureur-generaal kan worden gelinkt. van beroep en dus aan een procureur-generaal kan worden gelinkt.
De federale procureur is inderdaad bevoegd voor het gehele grondgebied De federale procureur is inderdaad bevoegd voor het gehele grondgebied
van het Rijk (artikelen 143, § 1, en 144bis, § 1 Gerechtelijk Wetboek) van het Rijk (artikelen 143, § 1, en 144bis, § 1 Gerechtelijk Wetboek)
en hij voert, in de gevallen en op de wijze bepaald door de wet, onder en hij voert, in de gevallen en op de wijze bepaald door de wet, onder
het gezag van de minister van Justitie, alle opdrachten van het het gezag van de minister van Justitie, alle opdrachten van het
Openbaar Ministerie in strafzaken uit bij de hoven van beroep, de Openbaar Ministerie in strafzaken uit bij de hoven van beroep, de
hoven van assisen, de rechtbanken van eerste aanleg en de hoven van assisen, de rechtbanken van eerste aanleg en de
politierechtbanken (artikel 143, § 3 Gerechtelijk Wetboek). politierechtbanken (artikel 143, § 3 Gerechtelijk Wetboek).
Er dient dus in het koninklijk besluit Tarief in strafzaken een Er dient dus in het koninklijk besluit Tarief in strafzaken een
regeling sui generis voor de federale procureur te worden uitgewerkt, regeling sui generis voor de federale procureur te worden uitgewerkt,
in drie gevallen : bij de uitoefening van de strafvordering (artikel in drie gevallen : bij de uitoefening van de strafvordering (artikel
144bis, § 2, 1° Gerechtelijk Wetboek), de coördinatie van de 144bis, § 2, 1° Gerechtelijk Wetboek), de coördinatie van de
uitoefening van de strafvordering en het vergemakkelijken van de uitoefening van de strafvordering en het vergemakkelijken van de
internationale samenwerking (artikel 144bis, § 2, 2° Gerechtelijk internationale samenwerking (artikel 144bis, § 2, 2° Gerechtelijk
Wetboek) en ten slotte bij het nemen van alle dringende noodzakelijke Wetboek) en ten slotte bij het nemen van alle dringende noodzakelijke
maatregelen (artikel 47ter, § 2 Wetboek van Strafvordering). maatregelen (artikel 47ter, § 2 Wetboek van Strafvordering).
Deze regeling sui generis bestaat erin dat de federale procureur, Deze regeling sui generis bestaat erin dat de federale procureur,
wanneer hij optreedt in één van deze drie gevallen, zelf de wanneer hij optreedt in één van deze drie gevallen, zelf de
bevoegdheden uitoefent die de artikelen 7, 42, 51, 52, 60, 62, 63, 66, bevoegdheden uitoefent die de artikelen 7, 42, 51, 52, 60, 62, 63, 66,
82, 125, 135, 136 en 138 van het koninklijk besluit Tarief in 82, 125, 135, 136 en 138 van het koninklijk besluit Tarief in
strafzaken aan de procureur-generaal toekent. strafzaken aan de procureur-generaal toekent.
Dit zal in eerste instantie zo zijn voor de strafzaken waarin de Dit zal in eerste instantie zo zijn voor de strafzaken waarin de
federale procureur zelf de strafvordering uitoefent. Zo zal federale procureur zelf de strafvordering uitoefent. Zo zal
bijvoorbeeld de federale procureur voortaan zelf gemachtigd zijn om, bijvoorbeeld de federale procureur voortaan zelf gemachtigd zijn om,
krachtens artikel 125 koninklijk besluit Tarief in strafzaken, een krachtens artikel 125 koninklijk besluit Tarief in strafzaken, een
afschrift van een akte van onderzoek en rechtspleging af te leveren in afschrift van een akte van onderzoek en rechtspleging af te leveren in
een federale strafzaak. een federale strafzaak.
Dit zal echter ook zo zijn voor de strafzaken waarin de federale Dit zal echter ook zo zijn voor de strafzaken waarin de federale
procureur, ingevolge zijn bevoegdheid om de internationale procureur, ingevolge zijn bevoegdheid om de internationale
samenwerking te vergemakkelijken, zelf rechtshulpverzoeken, uitgaande samenwerking te vergemakkelijken, zelf rechtshulpverzoeken, uitgaande
van buitenlandse gerechtelijke autoriteiten, uitvoert. Er kan van buitenlandse gerechtelijke autoriteiten, uitvoert. Er kan
bijvoorbeeld gedacht worden aan niet-lokaliseerbare internationale bijvoorbeeld gedacht worden aan niet-lokaliseerbare internationale
rechtshulpverzoeken (bijvoorbeeld bewaakte of gecontroleerde rechtshulpverzoeken (bijvoorbeeld bewaakte of gecontroleerde
afleveringen, vergelijkende ballistische of DNA-analyses door het afleveringen, vergelijkende ballistische of DNA-analyses door het
NICC, identificaties van telefoonnummers, het verspreiden van NICC, identificaties van telefoonnummers, het verspreiden van
internationale opsporingsberichten via de media, enz.) of aan de internationale opsporingsberichten via de media, enz.) of aan de
internationale rechtshulpverzoeken die de federale procureur, ingeval internationale rechtshulpverzoeken die de federale procureur, ingeval
van hoogdringendheid en in het besef dat elke vertraging in de van hoogdringendheid en in het besef dat elke vertraging in de
uitvoering ervan de goede afloop van het onderzoek in gevaar kan uitvoering ervan de goede afloop van het onderzoek in gevaar kan
brengen, zelf uitvoert (bijvoorbeeld wanneer binnen een zeer korte brengen, zelf uitvoert (bijvoorbeeld wanneer binnen een zeer korte
tijdsspanne een aantal getuigen in België dienen te worden gehoord in tijdsspanne een aantal getuigen in België dienen te worden gehoord in
het kader van een buitenlands proces). In deze gevallen zal de het kader van een buitenlands proces). In deze gevallen zal de
federale procureur voortaan bijvoorbeeld, krachtens artikel 66 federale procureur voortaan bijvoorbeeld, krachtens artikel 66
koninklijk besluit Tarief in strafzaken, zelf gemachtigd zijn koninklijk besluit Tarief in strafzaken, zelf gemachtigd zijn
buitengewone en door het koninklijk besluit niet bepaalde kosten te buitengewone en door het koninklijk besluit niet bepaalde kosten te
maken. maken.
Ten slotte, zal dit ook gelden wanneer de federale procureur alle Ten slotte, zal dit ook gelden wanneer de federale procureur alle
dringende maatregelen neemt die met het oog op de uitoefening van de dringende maatregelen neemt die met het oog op de uitoefening van de
strafvordering noodzakelijk zijn en dit zolang een procureur des strafvordering noodzakelijk zijn en dit zolang een procureur des
Konings of een arbeidsauditeur zijn wettelijk bepaalde bevoegdheid Konings of een arbeidsauditeur zijn wettelijk bepaalde bevoegdheid
niet heeft uitgeoefend (artikel 47ter, § 2 Wetboek van niet heeft uitgeoefend (artikel 47ter, § 2 Wetboek van
Strafvordering). Deze bepaling beoogt voornamelijk de situatie te Strafvordering). Deze bepaling beoogt voornamelijk de situatie te
regelen waarbij een zaak die door een buitenlandse overheid wordt regelen waarbij een zaak die door een buitenlandse overheid wordt
behandeld, nog niet in België lokaliseerbaar is en geen enkel parket behandeld, nog niet in België lokaliseerbaar is en geen enkel parket
van eerste aanleg derhalve reeds een opsporingsonderzoek opstartte. De van eerste aanleg derhalve reeds een opsporingsonderzoek opstartte. De
federale procureur moet dan alle noodzakelijke dringende maatregelen federale procureur moet dan alle noodzakelijke dringende maatregelen
nemen. Bijvoorbeeld kan gedacht worden aan ontvoeringen in het nemen. Bijvoorbeeld kan gedacht worden aan ontvoeringen in het
buitenland die zich naar België verplaatsen, aan terroristische buitenland die zich naar België verplaatsen, aan terroristische
dreigingen, aan internationaal bewaakte of gecontroleerde afleveringen dreigingen, aan internationaal bewaakte of gecontroleerde afleveringen
met onbekende bestemming in België. Ook hier zal de federale procureur met onbekende bestemming in België. Ook hier zal de federale procureur
voortaan bijvoorbeeld, krachtens de artikelen 66 en 125 koninklijk voortaan bijvoorbeeld, krachtens de artikelen 66 en 125 koninklijk
besluit Tarief in strafzaken, zelf gemachtigd zijn buitengewone en besluit Tarief in strafzaken, zelf gemachtigd zijn buitengewone en
door het koninklijk besluit niet bepaalde kosten te maken of een door het koninklijk besluit niet bepaalde kosten te maken of een
afschrift van een akte van onderzoek en rechtspleging af te leveren. afschrift van een akte van onderzoek en rechtspleging af te leveren.
In de hierboven vermelde voorbeelden wordt vooral gewag gemaakt van de In de hierboven vermelde voorbeelden wordt vooral gewag gemaakt van de
artikelen 66 en 125 koninklijk besluit Tarief in strafzaken. Dit artikelen 66 en 125 koninklijk besluit Tarief in strafzaken. Dit
zullen in de praktijk inderdaad de gevallen zijn, waarin de federale zullen in de praktijk inderdaad de gevallen zijn, waarin de federale
procureur het vaakst de bevoegdheden, die deze artikelen aan de procureur het vaakst de bevoegdheden, die deze artikelen aan de
procureur-generaal toekennen, zelf zal uitoefenen. Dit sluit echter procureur-generaal toekennen, zelf zal uitoefenen. Dit sluit echter
niet uit dat ook in andere gevallen, met name deze van de artikelen 7, niet uit dat ook in andere gevallen, met name deze van de artikelen 7,
42, 51, 52, 60, 62, 63, 82, 135, 136 en 138 van het koninklijk besluit 42, 51, 52, 60, 62, 63, 82, 135, 136 en 138 van het koninklijk besluit
Tarief in strafzaken, de federale procureur deze bevoegdheden moet Tarief in strafzaken, de federale procureur deze bevoegdheden moet
kunnen uitoefenen. kunnen uitoefenen.
Volledigheidshalve kan nog worden onderlijnd dat de bevoegdheden, die Volledigheidshalve kan nog worden onderlijnd dat de bevoegdheden, die
in het koninklijk besluit Tarief in strafzaken toegekend zijn aan de in het koninklijk besluit Tarief in strafzaken toegekend zijn aan de
procureur des Konings, ook voor de federale procureur gelden, gelet op procureur des Konings, ook voor de federale procureur gelden, gelet op
artikel 47ter, § 1 Wetboek van Strafvordering. artikel 47ter, § 1 Wetboek van Strafvordering.
Artikelsgewijze bespreking Artikelsgewijze bespreking
Artikel 1 : Artikel 1 :
Dit artikel voorziet dat de federale procureur over dezelfde Dit artikel voorziet dat de federale procureur over dezelfde
bevoegdheden beschikt als de procureur-generaal in het kader van de bevoegdheden beschikt als de procureur-generaal in het kader van de
artikelen 7, 42, 51, 52, 60, 62, 63, 66, 82, 125, 135, 136 en 138 van artikelen 7, 42, 51, 52, 60, 62, 63, 66, 82, 125, 135, 136 en 138 van
het koninklijk besluit Tarif in strafzaken, wanneer hij optreedt het koninklijk besluit Tarif in strafzaken, wanneer hij optreedt
krachtens artikel 144bis, § 2, 1° en 2° van het Gerechtelijk Wetboek krachtens artikel 144bis, § 2, 1° en 2° van het Gerechtelijk Wetboek
en artikel 47ter, § 2 van het Wetboek van Strafvordering. en artikel 47ter, § 2 van het Wetboek van Strafvordering.
De voormelde bepalingen van het koninklijk besluit Tarief in De voormelde bepalingen van het koninklijk besluit Tarief in
strafzaken hebben betrekking op : strafzaken hebben betrekking op :
- artikel 7 : de machtiging aan een vertaler om het tarief te - artikel 7 : de machtiging aan een vertaler om het tarief te
overschrijden; overschrijden;
- artikel 42 : de machtiging tot handhaving van sequestratie; - artikel 42 : de machtiging tot handhaving van sequestratie;
- artikel 51 : de terugbetaling van verblijf- en reiskosten van - artikel 51 : de terugbetaling van verblijf- en reiskosten van
magistraten voor zover zij niet van een dienstwagen of een magistraten voor zover zij niet van een dienstwagen of een
dienstbiljet konden gebruik maken; dienstbiljet konden gebruik maken;
- artikel 52 : verblijf- en reiskosten magistraten; - artikel 52 : verblijf- en reiskosten magistraten;
- artikel 60 : bepaling van de kosten van tenuitvoerlegging van - artikel 60 : bepaling van de kosten van tenuitvoerlegging van
arresten van veroordeling tot doodstraf, levenslange dwangarbeid of arresten van veroordeling tot doodstraf, levenslange dwangarbeid of
levenslange hechtenis; levenslange hechtenis;
- artikel 62 : vaststelling van de kosten voor vervoer van de stukken - artikel 62 : vaststelling van de kosten voor vervoer van de stukken
der rechtspleging en van de overtuigingstukken, alsmede de kosten voor der rechtspleging en van de overtuigingstukken, alsmede de kosten voor
overseining van telegrammen, het port van brieven en pakketten; overseining van telegrammen, het port van brieven en pakketten;
- artikel 63 : vaststelling van de kosten voor sorteren en vervoeren - artikel 63 : vaststelling van de kosten voor sorteren en vervoeren
van gerechtelijke archiefstukken; van gerechtelijke archiefstukken;
- artikel 66 : machtiging voor buitengewone en door het koninklijk - artikel 66 : machtiging voor buitengewone en door het koninklijk
besluit niet bepaalde kosten; besluit niet bepaalde kosten;
- artikel 82 : kosten toegeschat op memories; - artikel 82 : kosten toegeschat op memories;
- artikel 125 : machtiging tot het afleveren van een uitgifte of - artikel 125 : machtiging tot het afleveren van een uitgifte of
afschrift van akten van onderzoek en rechtspleging; afschrift van akten van onderzoek en rechtspleging;
- artikel 135 : aanwijzing van de persoon die met de tenuitvoerlegging - artikel 135 : aanwijzing van de persoon die met de tenuitvoerlegging
van arresten in criminele zaken is belast; van arresten in criminele zaken is belast;
- artikel 136 : tenuitvoerlegging van arresten in criminele zaken; - artikel 136 : tenuitvoerlegging van arresten in criminele zaken;
- artikel 138 : tenuitvoerlegging van arresten in criminele zaken. - artikel 138 : tenuitvoerlegging van arresten in criminele zaken.
Artikel 2 : Artikel 2 :
In dit artikel wordt de datum van inwerkingtreding van dit besluit In dit artikel wordt de datum van inwerkingtreding van dit besluit
bepaald. bepaald.
Artikel 3 : Artikel 3 :
In dit artikel wordt bepaald welke minister met de uitvoering van het In dit artikel wordt bepaald welke minister met de uitvoering van het
besluit wordt belast. besluit wordt belast.
De Minister van Justitie, De Minister van Justitie,
M. VERWILGHEN M. VERWILGHEN
ADVIES 34.870/2 ADVIES 34.870/2
VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE
De Raad van State, afdeling wetgeving, tweede kamer, op 10 februari De Raad van State, afdeling wetgeving, tweede kamer, op 10 februari
2003 door de Minister van Justitie verzocht hem, binnen een termijn 2003 door de Minister van Justitie verzocht hem, binnen een termijn
van ten hoogste drie dagen, van advies te dienen over een ontwerp van van ten hoogste drie dagen, van advies te dienen over een ontwerp van
Koninklijk besluit "tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 Koninklijk besluit "tot wijziging van het koninklijk besluit van 28
december 1950 houdende algemeen reglement op de gerechtskosten in december 1950 houdende algemeen reglement op de gerechtskosten in
strafzaken", heeft op 12 februari 2003 het volgende advies gegeven : strafzaken", heeft op 12 februari 2003 het volgende advies gegeven :
Overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde Overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde
wetten op de Raad van State, ingevoegd bij de wet van 4 augustus 1996, wetten op de Raad van State, ingevoegd bij de wet van 4 augustus 1996,
moeten in de adviesaanvraag in het bijzonder de redenen worden moeten in de adviesaanvraag in het bijzonder de redenen worden
aangegeven tot staving van het spoedeisende karakter ervan. aangegeven tot staving van het spoedeisende karakter ervan.
In het onderhavige geval luidt die motivering in de brief met de In het onderhavige geval luidt die motivering in de brief met de
adviesaanvraag : adviesaanvraag :
« ... dat het Federaal Parket ingevolge oprichting bij wet van 21 juni « ... dat het Federaal Parket ingevolge oprichting bij wet van 21 juni
2001 thans al operationeel is (sedert 21 mei 2002) en dat dienvolgens 2001 thans al operationeel is (sedert 21 mei 2002) en dat dienvolgens
de voorzieningen ten behoeve van het Federaal Parket, zoals voorzien de voorzieningen ten behoeve van het Federaal Parket, zoals voorzien
in het ontwerp, zo spoedig als mogelijk dienen genomen te worden. » in het ontwerp, zo spoedig als mogelijk dienen genomen te worden. »
Overeenkomstig artikel 84, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op Overeenkomstig artikel 84, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op
de Raad van State, bepaalt de Raad van State, afdeling Wetgeving, zich de Raad van State, bepaalt de Raad van State, afdeling Wetgeving, zich
tot het onderzoek van de rechtsgrond, van de bevoegdheid van de tot het onderzoek van de rechtsgrond, van de bevoegdheid van de
steller van de handeling, alsmede van de vraag of aan de steller van de handeling, alsmede van de vraag of aan de
voorgeschreven vormvereisten is voldaan. voorgeschreven vormvereisten is voldaan.
Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de
volgende opmerkingen. volgende opmerkingen.
Bevoegdheid van de steller van de handeling en rechtsgrond Bevoegdheid van de steller van de handeling en rechtsgrond
In advies 29.780/2, uitgebracht op 23 oktober 2000 over een ontwerp In advies 29.780/2, uitgebracht op 23 oktober 2000 over een ontwerp
van koninklijk besluit "houdende algemeen reglement op de van koninklijk besluit "houdende algemeen reglement op de
gerechtskosten in strafzaken", heeft de afdeling Wetgeving de aandacht gerechtskosten in strafzaken", heeft de afdeling Wetgeving de aandacht
van de steller van het ontwerp gevestigd op het feit dat verschillende van de steller van het ontwerp gevestigd op het feit dat verschillende
bepalingen, waarvan sommige reeds voorkwamen in de huidige tekst van bepalingen, waarvan sommige reeds voorkwamen in de huidige tekst van
het koninklijk besluit van 28 december 1950 houdende algemeen het koninklijk besluit van 28 december 1950 houdende algemeen
reglement op de gerechtskosten in strafzaken, veel verder gingen dan reglement op de gerechtskosten in strafzaken, veel verder gingen dan
gewone uitvoeringsmaatregelen voor de terugbetaling van kosten gemaakt gewone uitvoeringsmaatregelen voor de terugbetaling van kosten gemaakt
op verzoek van de rechterlijke instanties en echte regels van op verzoek van de rechterlijke instanties en echte regels van
strafprocesrecht vormden. strafprocesrecht vormden.
In dat advies heeft de Raad van State onder meer bepalingen genoemd In dat advies heeft de Raad van State onder meer bepalingen genoemd
waarop het ontworpen artikel 144bis betrekking heeft, namelijk : waarop het ontworpen artikel 144bis betrekking heeft, namelijk :
1° de regels betreffende de inbeslagneming van dieren, bederfbare 1° de regels betreffende de inbeslagneming van dieren, bederfbare
goederen of voorwerpen die niet ter griffie kunnen worden neergelegd goederen of voorwerpen die niet ter griffie kunnen worden neergelegd
(artikelen 42 en 43 van het genoemde koninklijk besluit van 28 (artikelen 42 en 43 van het genoemde koninklijk besluit van 28
december 1950); december 1950);
2° de bepalingen betreffende de aanwijzing van de rechterlijke 2° de bepalingen betreffende de aanwijzing van de rechterlijke
instanties die een voorafgaande machtiging moeten verlenen voor instanties die een voorafgaande machtiging moeten verlenen voor
sommige buitengewone uitgaven wanneer die nodig zijn voor het sommige buitengewone uitgaven wanneer die nodig zijn voor het
opsporingsonderzoek of voor het gerechtelijk onderzoek van een opsporingsonderzoek of voor het gerechtelijk onderzoek van een
bepaalde zaak (artikel 66 van het genoemde koninklijk besluit van 28 bepaalde zaak (artikel 66 van het genoemde koninklijk besluit van 28
december 1950). december 1950).
Omtrent de rechtsgrond van zulke bepalingen heeft de afdeling Omtrent de rechtsgrond van zulke bepalingen heeft de afdeling
Wetgeving het volgende geoordeeld : Wetgeving het volgende geoordeeld :
« Het koninklijk besluit van 28 december 1950 houdende algemeen « Het koninklijk besluit van 28 december 1950 houdende algemeen
reglement op de gerechtskosten in strafzaken ontleent zijn rechtsgrond reglement op de gerechtskosten in strafzaken ontleent zijn rechtsgrond
hoofdzakelijk aan de wet van 16 juni 1919 "waarbij aan de Regering hoofdzakelijk aan de wet van 16 juni 1919 "waarbij aan de Regering
machtiging wordt verleend om aan de bepalingen, betreffende de machtiging wordt verleend om aan de bepalingen, betreffende de
gerechtskosten in strafzaken, in burgerlijke zaken en in handelszaken gerechtskosten in strafzaken, in burgerlijke zaken en in handelszaken
wijzigingen toe te brengen ». (1) wijzigingen toe te brengen ». (1)
Artikel 1 van die wet, die ongetwijfeld doet denken aan een Artikel 1 van die wet, die ongetwijfeld doet denken aan een
bijzonderemachtenwet (2), bepaalt het volgende : bijzonderemachtenwet (2), bepaalt het volgende :
« Aan de Regering wordt machtiging verleend om de door haar nodig « Aan de Regering wordt machtiging verleend om de door haar nodig
geachte wijzigingen te brengen in de bepalingen der koninklijke geachte wijzigingen te brengen in de bepalingen der koninklijke
besluiten van 18 juni 1853, die niet bij de wet van 1 juni 1849 horen, besluiten van 18 juni 1853, die niet bij de wet van 1 juni 1849 horen,
in de artikelen 11 en 12 der wet van 15 april 1878, in de wet van 25 in de artikelen 11 en 12 der wet van 15 april 1878, in de wet van 25
december 1879, de decreten van 16 februari 1807, de wetten van 15 december 1879, de decreten van 16 februari 1807, de wetten van 15
augustus 1881 en 11 juni 1883, de koninklijke besluiten van 7 april augustus 1881 en 11 juni 1883, de koninklijke besluiten van 7 april
1891, 19 juli 1894 en 27 januari 1911, alsmede in alle andere decreten 1891, 19 juli 1894 en 27 januari 1911, alsmede in alle andere decreten
en besluiten tot regeling van de gerechtskosten in burgerlijke zaken en besluiten tot regeling van de gerechtskosten in burgerlijke zaken
en in handelszaken. en in handelszaken.
De behouden of gewijzigde artikelen zullen met de nieuwe artikelen tot De behouden of gewijzigde artikelen zullen met de nieuwe artikelen tot
nieuwe koninklijke besluiten worden omgewerkt. » nieuwe koninklijke besluiten worden omgewerkt. »
Zulk een machtiging is niet voldoende om in het licht van de Zulk een machtiging is niet voldoende om in het licht van de
grondwettelijke beginselen de talrijke artikelen van het Algemeen grondwettelijke beginselen de talrijke artikelen van het Algemeen
Reglement te rechtvaardigen die regelgeving ter zake van Reglement te rechtvaardigen die regelgeving ter zake van
strafprocesrecht inhouden. strafprocesrecht inhouden.
Een algehele hervorming van die aangelegenheid is noodzakelijk. Bij Een algehele hervorming van die aangelegenheid is noodzakelijk. Bij
die hervorming moeten alle procedureregels in het Wetboek van die hervorming moeten alle procedureregels in het Wetboek van
Strafvordering worden opgenomen, onder meer die betreffende Strafvordering worden opgenomen, onder meer die betreffende
inbeslagneming, het deskundigenonderzoek (3) en tenuitvoerlegging van inbeslagneming, het deskundigenonderzoek (3) en tenuitvoerlegging van
vonnissen. Verder dient in het Wetboek van Strafvordering het begrip vonnissen. Verder dient in het Wetboek van Strafvordering het begrip
gerechtskosten in strafzaken gedefinieerd te worden en behoren de gerechtskosten in strafzaken gedefinieerd te worden en behoren de
hoofdbeginselen vastgelegd te worden die voor de aangelegenheid hoofdbeginselen vastgelegd te worden die voor de aangelegenheid
gelden. Bovendien zou de Koning, binnen de aldus bepaalde grenzen, gelden. Bovendien zou de Koning, binnen de aldus bepaalde grenzen,
erin gemachtigd worden om de noodzakelijke uitvoeringsmaatregelen vast erin gemachtigd worden om de noodzakelijke uitvoeringsmaatregelen vast
te stellen, inzonderheid de tarieven en de praktische voorschriften te stellen, inzonderheid de tarieven en de praktische voorschriften
voor de betaling van gerechtskosten. Zo zouden de voormelde wetten van voor de betaling van gerechtskosten. Zo zouden de voormelde wetten van
1 juni 1849 en 16 juni 1919 kunnen worden opgeheven. » . 1 juni 1849 en 16 juni 1919 kunnen worden opgeheven. » .
Ook al hoeft die hervorming niet verwezenlijkt te worden naar Ook al hoeft die hervorming niet verwezenlijkt te worden naar
aanleiding van één enkel artikel dat in het genoemde koninklijk aanleiding van één enkel artikel dat in het genoemde koninklijk
besluit van 28 december 1950 wordt ingevoegd, de Raad van State kan besluit van 28 december 1950 wordt ingevoegd, de Raad van State kan
niet anders dan erop wijzen dat de huidige wetgeving onvoldoende niet anders dan erop wijzen dat de huidige wetgeving onvoldoende
rechtsgrond biedt om bepalingen aan te nemen die onder het rechtsgrond biedt om bepalingen aan te nemen die onder het
strafprocesrecht vallen en bij wet geregeld behoren te worden. strafprocesrecht vallen en bij wet geregeld behoren te worden.
2. In het eerste lid van de aanhef wekken de woorden "inzonderheid op 2. In het eerste lid van de aanhef wekken de woorden "inzonderheid op
artikel 71" de indruk dat artikel 71 van de wet van 1 juni 1849 tot artikel 71" de indruk dat artikel 71 van de wet van 1 juni 1849 tot
herziening van de tarieven in strafzaken wordt bedoeld, terwijl het herziening van de tarieven in strafzaken wordt bedoeld, terwijl het
gaat om artikel 71 van de wet van 28 juli 1992 houdende fiscale en gaat om artikel 71 van de wet van 28 juli 1992 houdende fiscale en
financiële bepalingen. financiële bepalingen.
Men schrijve bijgevolg aan het einde "en bij artikel 71 van de wet van Men schrijve bijgevolg aan het einde "en bij artikel 71 van de wet van
28 juli 1992". 28 juli 1992".
De kamer was samengesteld uit : De kamer was samengesteld uit :
De heren : De heren :
Y. Kreins, kamervoorzitter; Y. Kreins, kamervoorzitter;
Mme J. Jaumotte, M. Baguet, staatsraden; Mme J. Jaumotte, M. Baguet, staatsraden;
F. Dehousse, assessor van de afdeling wetgeving; F. Dehousse, assessor van de afdeling wetgeving;
Mevr. A.-C. Van Geersdaele, toegevoegd griffier. Mevr. A.-C. Van Geersdaele, toegevoegd griffier.
Het verslag werd uitgebracht door de heer A. Lefebvre, auditeur. De Het verslag werd uitgebracht door de heer A. Lefebvre, auditeur. De
nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld door de heer M. nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld door de heer M.
Joassart, adjunct-referendaris. Joassart, adjunct-referendaris.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd
nagezien onder toezicht van de H. J. Jaumotte. nagezien onder toezicht van de H. J. Jaumotte.
De griffier, De griffier,
A.-C. Van Geersdaele. A.-C. Van Geersdaele.
De voorzitter, De voorzitter,
Y. Kreins. Y. Kreins.
(1) Zie eveneens de wet van 1 juni 1849 op de herziening van de (1) Zie eveneens de wet van 1 juni 1849 op de herziening van de
tarieven in strafzaken, waarvan artikel 1 impliciet opgeheven is bij tarieven in strafzaken, waarvan artikel 1 impliciet opgeheven is bij
de wet van 16 juni 1919. de wet van 16 juni 1919.
(2) Het oorspronkelijke ontwerp bevatte een als volgt gesteld artikel (2) Het oorspronkelijke ontwerp bevatte een als volgt gesteld artikel
2 : 2 :
« De bij vorig artikel bedoelde koninklijke herzieningsbesluiten « De bij vorig artikel bedoelde koninklijke herzieningsbesluiten
zullen worden genomen vóór het verstrijken van het tweede jaar na de zullen worden genomen vóór het verstrijken van het tweede jaar na de
bekendmaking dezer wet; met ingang van dit tijdstip zullen de bekendmaking dezer wet; met ingang van dit tijdstip zullen de
bepalingen, die niet louter van reglementaire aard zijn, als bepalingen, die niet louter van reglementaire aard zijn, als
vaststaande worden beschouwd en nog slechts door een wet gewijzigd vaststaande worden beschouwd en nog slechts door een wet gewijzigd
kunnen worden. » (Gedr. St., Kamer van volksvertegenwoordigers, kunnen worden. » (Gedr. St., Kamer van volksvertegenwoordigers,
zitting 2 april 1919, nr. 126 (II). zitting 2 april 1919, nr. 126 (II).
In het verslag van de Commissie Justitie van de Senaat opgemaakt door In het verslag van de Commissie Justitie van de Senaat opgemaakt door
de heer A. Behaeghel wordt de opheffing van die bepaling inzonderheid de heer A. Behaeghel wordt de opheffing van die bepaling inzonderheid
als volgt verklaard : als volgt verklaard :
« A la vérité, les Chambres, en confiant au Gouvernement le soin de « A la vérité, les Chambres, en confiant au Gouvernement le soin de
faire une révision des tarifs, ne lui délèguent pas le droit de faire faire une révision des tarifs, ne lui délèguent pas le droit de faire
acte législatif, mais le chargent de prendre des règlements et des acte législatif, mais le chargent de prendre des règlements et des
mesures d'exécution nécessaires à l'application de la loi. » (Gedr. mesures d'exécution nécessaires à l'application de la loi. » (Gedr.
St., Senaat, zitting 1919, nr. 87). St., Senaat, zitting 1919, nr. 87).
(3) H.-D. Bosly en D. Vandermeersch onderstrepen : "S'il est bien une (3) H.-D. Bosly en D. Vandermeersch onderstrepen : "S'il est bien une
matière qui mériterait une réglementation dans le Code d'instruction matière qui mériterait une réglementation dans le Code d'instruction
criminelle, c'est celle de l'expertise. La Commission pour le droit de criminelle, c'est celle de l'expertise. La Commission pour le droit de
la procédure pénale prépare un projet sur cette matière" (Droit de la la procédure pénale prépare un projet sur cette matière" (Droit de la
procédure pénale, La Charte, 1999, blz. 754). procédure pénale, La Charte, 1999, blz. 754).
25 FEBRUARI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het 25 FEBRUARI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het
koninklijk besluit van 28 december 1950 houdende algemeen reglement op koninklijk besluit van 28 december 1950 houdende algemeen reglement op
de gerechtskosten in strafzaken de gerechtskosten in strafzaken
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 1 juni 1849 over de herziening der tarieven van Gelet op de wet van 1 juni 1849 over de herziening der tarieven van
gerechtskosten in strafzaken, gewijzigd bij de wetten van 15 mei 1912 gerechtskosten in strafzaken, gewijzigd bij de wetten van 15 mei 1912
en 16 juni 1919, bij het koninklijk besluit nr. 253 van 8 maart 1936, en 16 juni 1919, bij het koninklijk besluit nr. 253 van 8 maart 1936,
bij de wet van 25 oktober 1950 en bij artikel 71 van de wet van 28 bij de wet van 25 oktober 1950 en bij artikel 71 van de wet van 28
juli 1992; juli 1992;
Gelet op de wet van 16 juni 1919 waarbij aan de regering machtiging Gelet op de wet van 16 juni 1919 waarbij aan de regering machtiging
wordt verleend om aan de bepalingen betreffende de gerechtskosten in wordt verleend om aan de bepalingen betreffende de gerechtskosten in
strafzaken, in burgerlijke zaken en in handelszaken, wijzigingen aan strafzaken, in burgerlijke zaken en in handelszaken, wijzigingen aan
te brengen; te brengen;
Gelet op het koninklijk besluit van 28 december 1950 houdende het Gelet op het koninklijk besluit van 28 december 1950 houdende het
algemeen reglement betreffende de gerechtskosten in strafzaken, algemeen reglement betreffende de gerechtskosten in strafzaken,
gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 12 mei 1952, 23 juni 1965, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 12 mei 1952, 23 juni 1965,
14 maart 1968, 3 november 1968, 2 maart 1971, 3 mei 1976, 9 december 14 maart 1968, 3 november 1968, 2 maart 1971, 3 mei 1976, 9 december
1977, 17 juli 1978, 6 juli 1982, 9 maart 1983, 3 augustus 1988, 29 1977, 17 juli 1978, 6 juli 1982, 9 maart 1983, 3 augustus 1988, 29
juli 1992, 23 december 1993, 16 november 1994 en 13 juni 1999. juli 1992, 23 december 1993, 16 november 1994 en 13 juni 1999.
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 7 Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 7
januari 2003; januari 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven
op 27 januari 2003; op 27 januari 2003;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de
omstandigheid dat de oprichting van het federaal parket, bij de wet omstandigheid dat de oprichting van het federaal parket, bij de wet
van 21 juni 2001 tot wijziging van verscheidene bepalingen inzake het van 21 juni 2001 tot wijziging van verscheidene bepalingen inzake het
federaal parket, noodzakelijkerwijze een aantal maatregelen vereist federaal parket, noodzakelijkerwijze een aantal maatregelen vereist
teneinde de werking van het parket te optimaliseren; teneinde de werking van het parket te optimaliseren;
Overwegende dat het federaal parket al operationeel is, zodat deze Overwegende dat het federaal parket al operationeel is, zodat deze
voorzieningen ten behoeve van het federaal parket zo spoedig als voorzieningen ten behoeve van het federaal parket zo spoedig als
mogelijk dienen te worden genomen; mogelijk dienen te worden genomen;
Gelet op het advies van de Raad van State gegeven op 12 februari 2003 Gelet op het advies van de Raad van State gegeven op 12 februari 2003
met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de wetten op de met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de wetten op de
Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, gewijzigd bij de wet Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, gewijzigd bij de wet
van 4 augustus 1996; van 4 augustus 1996;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Op de voordracht van Onze Minister van Justitie,
Besluit : Besluit :

Artikel 1.In titel II van het koninklijk besluit van 28 december 1950

Artikel 1.In titel II van het koninklijk besluit van 28 december 1950

houdende algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken, wordt houdende algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken, wordt
een hoofdstuk VIIbis ingevoegd, dat artikel 144bis omvat, luidende : een hoofdstuk VIIbis ingevoegd, dat artikel 144bis omvat, luidende :
« Hoofdstuk VIIbis. - De federale procureur « Hoofdstuk VIIbis. - De federale procureur

Artikel 144bis.De bevoegdheden toegekend aan de procureur-generaal in

Artikel 144bis.De bevoegdheden toegekend aan de procureur-generaal in

het kader van de artikelen 7, 42, 51, 52, 60, 62, 63, 66, 82, 125, het kader van de artikelen 7, 42, 51, 52, 60, 62, 63, 66, 82, 125,
135, 136 en 138 van dit besluit worden uitgeoefend door de federale 135, 136 en 138 van dit besluit worden uitgeoefend door de federale
procureur wanneer hij optreedt krachtens artikel 144bis, § 2, 1° en 2° procureur wanneer hij optreedt krachtens artikel 144bis, § 2, 1° en 2°
van het Gerechtelijk Wetboek en artikel 47ter, § 2 van het Wetboek van van het Gerechtelijk Wetboek en artikel 47ter, § 2 van het Wetboek van
Strafvordering. » Strafvordering. »

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het

Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit

Art. 3.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit

besluit. besluit.
Gegeven te Brussel, 25 februari 2003. Gegeven te Brussel, 25 februari 2003.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Justitie, De Minister van Justitie,
M. VERWILGHEN M. VERWILGHEN
^