| Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels en de criteria voor de evaluatie van de ambtsdragers van de Raad van State | Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels en de criteria voor de evaluatie van de ambtsdragers van de Raad van State |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN | FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN |
| 25 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere | 25 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere |
| regels en de criteria voor de evaluatie van de ambtsdragers van de | regels en de criteria voor de evaluatie van de ambtsdragers van de |
| Raad van State | Raad van State |
| VERSLAG AAN DE KONING | VERSLAG AAN DE KONING |
| Sire, | Sire, |
| I. ALGEMENE OPMERKINGEN | I. ALGEMENE OPMERKINGEN |
| Het ontwerp van koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere | Het ontwerp van koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere |
| regels en de criteria voor de evaluatie van de ambtsdragers van de | regels en de criteria voor de evaluatie van de ambtsdragers van de |
| Raad van State, dat ik de eer heb ter ondertekening aan Zijne | Raad van State, dat ik de eer heb ter ondertekening aan Zijne |
| Majesteit voor te leggen, voert het nieuwe artikel 74/7 uit van de | Majesteit voor te leggen, voert het nieuwe artikel 74/7 uit van de |
| wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. Dit | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. Dit |
| artikel werd vervangen door de wet van 20 januari 2014 houdende | artikel werd vervangen door de wet van 20 januari 2014 houdende |
| hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie | hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie |
| van de Raad van State. | van de Raad van State. |
| Artikel 74/7, § 1, vierde lid, van deze wetten voorziet dat : "De | Artikel 74/7, § 1, vierde lid, van deze wetten voorziet dat : "De |
| Koning bepaalt, na advies van het college van de korpschefs gegeven na | Koning bepaalt, na advies van het college van de korpschefs gegeven na |
| alle houders van een adjunct-mandaat te hebben gehoord, de | alle houders van een adjunct-mandaat te hebben gehoord, de |
| evaluatiecriteria, waarbij rekening wordt gehouden met de | evaluatiecriteria, waarbij rekening wordt gehouden met de |
| specificiteit van functies en mandaten, en bepaalt hoe deze bepalingen | specificiteit van functies en mandaten, en bepaalt hoe deze bepalingen |
| dienen te worden toegepast.". | dienen te worden toegepast.". |
| In het derde lid, bepaalt hetzelfde artikel 74/7, § 1, dat de | In het derde lid, bepaalt hetzelfde artikel 74/7, § 1, dat de |
| evaluatie van de ambtsdragers "gebaseerd [is] op criteria met | evaluatie van de ambtsdragers "gebaseerd [is] op criteria met |
| betrekking tot de persoonlijkheid en de organisatorische en | betrekking tot de persoonlijkheid en de organisatorische en |
| professionele vaardigheden van de ambtsdrager, met inbegrip van de | professionele vaardigheden van de ambtsdrager, met inbegrip van de |
| kwaliteit van de geleverde diensten en het op peil houden van de | kwaliteit van de geleverde diensten en het op peil houden van de |
| kennis inzake de behandelde materies, zonder afbreuk te doen aan zijn | kennis inzake de behandelde materies, zonder afbreuk te doen aan zijn |
| onafhankelijkheid of onpartijdigheid". | onafhankelijkheid of onpartijdigheid". |
| Dit besluit stelt de principes van de evaluatie vast en verwijst, voor | Dit besluit stelt de principes van de evaluatie vast en verwijst, voor |
| het overige, naar bijlages die verschillend zijn naargelang leden van | het overige, naar bijlages die verschillend zijn naargelang leden van |
| de Raad van State, ofwel van het Auditoraat, of van het | de Raad van State, ofwel van het Auditoraat, of van het |
| Coördinatiebureau, of nog van de Griffie worden bedoeld, in de zin van | Coördinatiebureau, of nog van de Griffie worden bedoeld, in de zin van |
| artikel 69 van de gecoördineerde wetten. Er wordt een onderscheid | artikel 69 van de gecoördineerde wetten. Er wordt een onderscheid |
| gemaakt tussen de algemene indicatoren en die welke specifiek zijn | gemaakt tussen de algemene indicatoren en die welke specifiek zijn |
| voor de uitvoering van het adjunct-mandaat verbonden aan deze functie. | voor de uitvoering van het adjunct-mandaat verbonden aan deze functie. |
| Het spreekt vanzelf dat deze laatste categorie de houders van een | Het spreekt vanzelf dat deze laatste categorie de houders van een |
| adjunct-mandaat niet vrijstelt om aandacht te hebben voor de naleving | adjunct-mandaat niet vrijstelt om aandacht te hebben voor de naleving |
| van de andere gedragsindicatoren die verbonden zijn aan de betrokken | van de andere gedragsindicatoren die verbonden zijn aan de betrokken |
| criteria. | criteria. |
| Er dient eveneens herhaald te worden dat de evaluaties om de drie jaar | Er dient eveneens herhaald te worden dat de evaluaties om de drie jaar |
| zullen moeten plaatsvinden en de functioneringsgesprekken elk jaar, | zullen moeten plaatsvinden en de functioneringsgesprekken elk jaar, |
| overeenkomstig de regels bepaald in artikel 74/7 van de gecoördineerde | overeenkomstig de regels bepaald in artikel 74/7 van de gecoördineerde |
| wetten op de Raad van State. Er werd bovendien een gedragsindicator | wetten op de Raad van State. Er werd bovendien een gedragsindicator |
| voorzien voor de adjunct-mandatarissen en de hoofdgriffier, die zelf | voorzien voor de adjunct-mandatarissen en de hoofdgriffier, die zelf |
| geëvalueerd zullen worden op de naleving van deze verplichting die hen | geëvalueerd zullen worden op de naleving van deze verplichting die hen |
| weldra zal toekomen. | weldra zal toekomen. |
| De hierboven vermelde gedragsindicatoren werden uitgewerkt met | De hierboven vermelde gedragsindicatoren werden uitgewerkt met |
| naleving van de voormelde regels en rekening houdend met de | naleving van de voormelde regels en rekening houdend met de |
| specificiteiten van de Raad van State. Bij het opstellen van dit | specificiteiten van de Raad van State. Bij het opstellen van dit |
| besluit werd evenwel ook uitgegaan van de regels die toegepast worden | besluit werd evenwel ook uitgegaan van de regels die toegepast worden |
| op het vlak van justitie, meer bepaald het koninklijk besluit van 20 | op het vlak van justitie, meer bepaald het koninklijk besluit van 20 |
| juli 2000 "tot vaststelling van de nadere regels voor de evaluatie van | juli 2000 "tot vaststelling van de nadere regels voor de evaluatie van |
| magistraten, de evaluatiecriteria en hun weging" en van de wens om een | magistraten, de evaluatiecriteria en hun weging" en van de wens om een |
| simpel aan te wenden systeem te hebben. Onvermijdelijk verschijnen er | simpel aan te wenden systeem te hebben. Onvermijdelijk verschijnen er |
| bepaalde analogieën met de regels die van toepassing zijn in het | bepaalde analogieën met de regels die van toepassing zijn in het |
| openbaar ambt. In dit geval zijn het echter vooral magistraten die | openbaar ambt. In dit geval zijn het echter vooral magistraten die |
| geëvalueerd moeten worden en dus moet hun onafhankelijkheid en hun | geëvalueerd moeten worden en dus moet hun onafhankelijkheid en hun |
| onpartijdigheid gevrijwaard worden. | onpartijdigheid gevrijwaard worden. |
| Overeenkomstig artikel 74/7, § 1, vierde lid, van de gecoördineerde | Overeenkomstig artikel 74/7, § 1, vierde lid, van de gecoördineerde |
| wetten, heeft het college van de korpschefs zijn advies over dit | wetten, heeft het college van de korpschefs zijn advies over dit |
| ontwerp van koninklijk besluit uitgebracht op 6 maart 2014. | ontwerp van koninklijk besluit uitgebracht op 6 maart 2014. |
| II. ARTIKELGEWIJZE BESPREKING | II. ARTIKELGEWIJZE BESPREKING |
| HOOFDSTUK 1. - De evaluatiecriteria en de gedragsindicatoren | HOOFDSTUK 1. - De evaluatiecriteria en de gedragsindicatoren |
Artikel 1.Dit artikel preciseert dat, voor elke ambtsdrager, een |
Artikel 1.Dit artikel preciseert dat, voor elke ambtsdrager, een |
| bijlage de evaluatiecriteria bepaalt van de ambtsdragers bedoeld in | bijlage de evaluatiecriteria bepaalt van de ambtsdragers bedoeld in |
| artikel 74/7, § 1, eerste lid, van de gecoördineerde wetten. | artikel 74/7, § 1, eerste lid, van de gecoördineerde wetten. |
| Aan elk van deze criteria worden gedragsindicatoren verbonden die | Aan elk van deze criteria worden gedragsindicatoren verbonden die |
| gerangschikt worden in twee categorieën : de algemene indicatoren en | gerangschikt worden in twee categorieën : de algemene indicatoren en |
| die welke eigen zijn aan het adjunct-mandaat. Dit onderscheid maakt | die welke eigen zijn aan het adjunct-mandaat. Dit onderscheid maakt |
| het mogelijk de criteria te rangschikken en ze dus objectiever te | het mogelijk de criteria te rangschikken en ze dus objectiever te |
| maken, wat ten goede zal komen aan zowel de geëvalueerden als de | maken, wat ten goede zal komen aan zowel de geëvalueerden als de |
| evaluators. Het spreekt vanzelf dat de titularissen van een | evaluators. Het spreekt vanzelf dat de titularissen van een |
| adjunct-mandaat de algemene indicatoren en die welke eigen zijn aan | adjunct-mandaat de algemene indicatoren en die welke eigen zijn aan |
| hun adjunct-mandaat, moeten naleven. | hun adjunct-mandaat, moeten naleven. |
| HOOFDSTUK II. - Regels inzake de toepassing van het evaluatieproces | HOOFDSTUK II. - Regels inzake de toepassing van het evaluatieproces |
Art. 2.Artikel 2 heeft betrekking op het evaluatieproces van de |
Art. 2.Artikel 2 heeft betrekking op het evaluatieproces van de |
| ambtsdragers van de Raad van State. Het zijn de evaluators die het | ambtsdragers van de Raad van State. Het zijn de evaluators die het |
| initiatief moeten nemen om de functioneringsgesprekken te organiseren. | initiatief moeten nemen om de functioneringsgesprekken te organiseren. |
| De geëvalueerde personen kunnen er evenwel zelf om vragen. Er is een | De geëvalueerde personen kunnen er evenwel zelf om vragen. Er is een |
| mechanisme voorzien voor het geval dat de betrokkenen het niet eens | mechanisme voorzien voor het geval dat de betrokkenen het niet eens |
| geraken over de datum waarop dit gesprek moet plaatsvinden. Dit | geraken over de datum waarop dit gesprek moet plaatsvinden. Dit |
| artikel bepaalt eveneens de regels met betrekking tot de | artikel bepaalt eveneens de regels met betrekking tot de |
| gespreksverslagen en de activiteitenverslagen bedoeld in artikel 74/7, | gespreksverslagen en de activiteitenverslagen bedoeld in artikel 74/7, |
| § 2 en § 3, van de gecoördineerde wetten. | § 2 en § 3, van de gecoördineerde wetten. |
| HOOFDSTUK III. - Slotbepaling | HOOFDSTUK III. - Slotbepaling |
Art. 3.Er zijn geen opmerkingen voor dit artikel. |
Art. 3.Er zijn geen opmerkingen voor dit artikel. |
| Ik heb de eer te zijn, | Ik heb de eer te zijn, |
| Sire, | Sire, |
| Van Uwe Majesteit, | Van Uwe Majesteit, |
| de zeer eerbiedvolle | de zeer eerbiedvolle |
| en getrouwe dienaar, | en getrouwe dienaar, |
| De Minister van Binnenlandse Zaken, | De Minister van Binnenlandse Zaken, |
| Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |
| ADVIES 55.827/2 VAN 16 APRIL 2014 VAN DE RAAD VAN STATE, AFDELING | ADVIES 55.827/2 VAN 16 APRIL 2014 VAN DE RAAD VAN STATE, AFDELING |
| WETGEVING, OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT `TOT VASTSTELLING | WETGEVING, OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT `TOT VASTSTELLING |
| VAN DE NADERE REGELS EN DE CRITERIA VOOR DE EVALUATIE VAN DE | VAN DE NADERE REGELS EN DE CRITERIA VOOR DE EVALUATIE VAN DE |
| AMBTSDRAGERS VAN DE RAAD VAN STATE' | AMBTSDRAGERS VAN DE RAAD VAN STATE' |
| Op 21 maart 2014 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de | Op 21 maart 2014 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de |
| Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken verzocht | Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken verzocht |
| binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een | binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een |
| ontwerp van koninklijk besluit `tot vaststelling van de nadere regels | ontwerp van koninklijk besluit `tot vaststelling van de nadere regels |
| en de criteria voor de evaluatie van de ambtsdragers van de Raad van | en de criteria voor de evaluatie van de ambtsdragers van de Raad van |
| State'. | State'. |
| Het ontwerp is door de tweede kamer onderzocht op 16 april 2014. | Het ontwerp is door de tweede kamer onderzocht op 16 april 2014. |
| De kamer was samengesteld uit Pierre Vandernoot, kamervoorzitter, | De kamer was samengesteld uit Pierre Vandernoot, kamervoorzitter, |
| Martine Baguet en Luc Detroux, staatsraden, en Anne-Catherine Van | Martine Baguet en Luc Detroux, staatsraden, en Anne-Catherine Van |
| Geersdaele, griffier. | Geersdaele, griffier. |
| Het verslag is opgesteld door Xavier Delgrange, eerste | Het verslag is opgesteld door Xavier Delgrange, eerste |
| auditeur-afdelingshoofd. | auditeur-afdelingshoofd. |
| De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het | De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het |
| advies is nagezien onder toezicht van Martine Baguet. | advies is nagezien onder toezicht van Martine Baguet. |
| Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 16 april | Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 16 april |
| 2014. | 2014. |
| Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, | Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, |
| eerste lid, 2, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, | eerste lid, 2, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, |
| beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de | beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de |
| voormelde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van | voormelde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van |
| het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te | het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te |
| vervullen voorafgaande vormvereisten. | vervullen voorafgaande vormvereisten. |
| Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de | Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de |
| volgende opmerkingen. | volgende opmerkingen. |
| Onderzoek van het ontwerp | Onderzoek van het ontwerp |
| Dispositief | Dispositief |
| Artikel 1 | Artikel 1 |
| Er moet duidelijk tot uiting worden gebracht dat, bij het evalueren | Er moet duidelijk tot uiting worden gebracht dat, bij het evalueren |
| van de houder van een adjunct-mandaat, zowel de eerste categorie als | van de houder van een adjunct-mandaat, zowel de eerste categorie als |
| de tweede categorie indicatoren moet worden gehanteerd. | de tweede categorie indicatoren moet worden gehanteerd. |
| Bijlage 1 | Bijlage 1 |
| Om aan het criterium een strekking te geven naar het voorbeeld van wat | Om aan het criterium een strekking te geven naar het voorbeeld van wat |
| is bepaald in de andere bijlagen en van wat is vermeld in het advies | is bepaald in de andere bijlagen en van wat is vermeld in het advies |
| van het college van de korpschefs, moet, in de Franse tekst, het woord | van het college van de korpschefs, moet, in de Franse tekst, het woord |
| "collégiale" worden toegevoegd in het derde streepje van punt a) van | "collégiale" worden toegevoegd in het derde streepje van punt a) van |
| het criterium met als opschrift "Disposer des traits de personnalité | het criterium met als opschrift "Disposer des traits de personnalité |
| requis pour la fonction". | requis pour la fonction". |
| Bijlage 4 | Bijlage 4 |
| In de Franse tekst moet "du" vervangen worden door "le" tussen "les | In de Franse tekst moet "du" vervangen worden door "le" tussen "les |
| greffiers et" en "personnel administratif des greffes" in het eerste | greffiers et" en "personnel administratif des greffes" in het eerste |
| streepje van de punten b) onder de opschriften "Prestations fournies | streepje van de punten b) onder de opschriften "Prestations fournies |
| qui répondent sur le plan qualitatif à ce que l'on peut attendre d'un | qui répondent sur le plan qualitatif à ce que l'on peut attendre d'un |
| greffier" en "Maintien à niveau des connaissances concernant les | greffier" en "Maintien à niveau des connaissances concernant les |
| matières traitées". | matières traitées". |
| De griffier, | De griffier, |
| A.-C. Van Geersdaele. | A.-C. Van Geersdaele. |
| De voorzitter, | De voorzitter, |
| P. Vandernoot. | P. Vandernoot. |
| 25 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere | 25 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere |
| regels en de criteria voor de evaluatie van de ambtsdragers van de | regels en de criteria voor de evaluatie van de ambtsdragers van de |
| Raad van State | Raad van State |
| FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
| 1973, artikel 74/7, § 1, vierde lid, zoals gewijzigd bij de wet van 20 | 1973, artikel 74/7, § 1, vierde lid, zoals gewijzigd bij de wet van 20 |
| januari 2014; | januari 2014; |
| Gelet op het advies van het college van de korpschefs d.d. 5 maart | Gelet op het advies van het college van de korpschefs d.d. 5 maart |
| 2014, gegeven na alle houders van een adjunct-mandaat te hebben | 2014, gegeven na alle houders van een adjunct-mandaat te hebben |
| gehoord op 26 februari 2014; | gehoord op 26 februari 2014; |
| Gelet op advies 55.827/2 van de Raad van State, gegeven op 16 april | Gelet op advies 55.827/2 van de Raad van State, gegeven op 16 april |
| 2014 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten | 2014 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten |
| op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
| Op de voordracht van de minister van Binnenlandse Zaken, | Op de voordracht van de minister van Binnenlandse Zaken, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
| HOOFDSTUK 1. - De evaluatiecriteria en de gedragsindicatoren | HOOFDSTUK 1. - De evaluatiecriteria en de gedragsindicatoren |
Artikel 1.De evaluatiecriteria die moeten worden gehanteerd en de |
Artikel 1.De evaluatiecriteria die moeten worden gehanteerd en de |
| bijhorende gedragsindicatoren zijn opgenomen in de bijlagen bij dit | bijhorende gedragsindicatoren zijn opgenomen in de bijlagen bij dit |
| besluit. | besluit. |
| De bij de evaluatiecriteria horende gedragsindicatoren worden in twee | De bij de evaluatiecriteria horende gedragsindicatoren worden in twee |
| categorieën verdeeld : | categorieën verdeeld : |
| - de eerste categorie opgenomen onder a) omvat de algemene | - de eerste categorie opgenomen onder a) omvat de algemene |
| indicatoren; | indicatoren; |
| - de tweede categorie opgenomen onder b) omvat de indicatoren die | - de tweede categorie opgenomen onder b) omvat de indicatoren die |
| specifiek zijn voor de uitoefening van een adjunct mandaat. | specifiek zijn voor de uitoefening van een adjunct mandaat. |
| De titularis van een adjunct mandaat wordt geëvalueerd op basis van | De titularis van een adjunct mandaat wordt geëvalueerd op basis van |
| deze twee categorieën van gedragsindicatoren. | deze twee categorieën van gedragsindicatoren. |
| HOOFDSTUK II. - Regels inzake de toepassing van het evaluatieproces | HOOFDSTUK II. - Regels inzake de toepassing van het evaluatieproces |
Art. 2.§ 1. Het functioneringsgesprek waarvan sprake in artikel 74/7, |
Art. 2.§ 1. Het functioneringsgesprek waarvan sprake in artikel 74/7, |
| § 2 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State wordt gehouden | § 2 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State wordt gehouden |
| op initiatief van de evaluator. De aan de evaluatie onderworpen | op initiatief van de evaluator. De aan de evaluatie onderworpen |
| ambtsdrager kan evenwel op elk moment zelf een functioneringsgesprek, | ambtsdrager kan evenwel op elk moment zelf een functioneringsgesprek, |
| of indien nodig meerdere functioneringsgesprekken vragen. De datum | of indien nodig meerdere functioneringsgesprekken vragen. De datum |
| wordt in beide gevallen in overleg bepaald. Indien er daarover geen | wordt in beide gevallen in overleg bepaald. Indien er daarover geen |
| overeenstemming kan worden bereikt heeft het plaats op zijn vroegst | overeenstemming kan worden bereikt heeft het plaats op zijn vroegst |
| vijftien dagen na de kennisgeving van de datum door de ambtsdrager | vijftien dagen na de kennisgeving van de datum door de ambtsdrager |
| belast met de evaluatie. | belast met de evaluatie. |
| § 2. Het verslag van het functioneringsgesprek wordt door de evaluator | § 2. Het verslag van het functioneringsgesprek wordt door de evaluator |
| en de ambtsdrager ondertekend. Indien de conclusies van het | en de ambtsdrager ondertekend. Indien de conclusies van het |
| functioneringsgesprek de goedkeuring niet wegdragen van de aan | functioneringsgesprek de goedkeuring niet wegdragen van de aan |
| evaluatie onderworpen ambtsdrager, kan deze zijn opmerkingen toevoegen | evaluatie onderworpen ambtsdrager, kan deze zijn opmerkingen toevoegen |
| aan het verslag. | aan het verslag. |
| § 3. Het activiteitenverslag waarvan sprake in artikel 74/7, § 3 van | § 3. Het activiteitenverslag waarvan sprake in artikel 74/7, § 3 van |
| de gecoördineerde wetten op de Raad van State moet ten laatste vier | de gecoördineerde wetten op de Raad van State moet ten laatste vier |
| maanden voor het einde van de evaluatieperiode worden bezorgd aan de | maanden voor het einde van de evaluatieperiode worden bezorgd aan de |
| evaluator. | evaluator. |
| HOOFDSTUK III. - Slotbepaling | HOOFDSTUK III. - Slotbepaling |
Art. 3.De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken is belast met de |
Art. 3.De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken is belast met de |
| uitvoering van dit besluit. | uitvoering van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 25 april 2014. | Gegeven te Brussel, 25 april 2014. |
| FILIP | FILIP |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Binnenlandse Zaken, | De Minister van Binnenlandse Zaken, |
| Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |
| Bijlage 1 | Bijlage 1 |
| De leden van de Raad van State | De leden van de Raad van State |
| De evaluatiecriteria en gedragsindicatoren voor de leden van de Raad | De evaluatiecriteria en gedragsindicatoren voor de leden van de Raad |
| van State. | van State. |
| Het beschikken over de voor het ambt vereiste | Het beschikken over de voor het ambt vereiste |
| persoonlijkheidskenmerken | persoonlijkheidskenmerken |
| a) algemene indicatoren : | a) algemene indicatoren : |
| - besluitvaardig zijn; | - besluitvaardig zijn; |
| - de werkdruk aankunnen; | - de werkdruk aankunnen; |
| - zich collegiaal gedragen; | - zich collegiaal gedragen; |
| - zich respectvol gedragen tegenover de andere ambtsdragers, de leden | - zich respectvol gedragen tegenover de andere ambtsdragers, de leden |
| van het administratief personeel en de derden; | van het administratief personeel en de derden; |
| - zich kunnen aanpassen aan gewijzigde omstandigheden; | - zich kunnen aanpassen aan gewijzigde omstandigheden; |
| - aandacht hebben voor overleg en verzoening; | - aandacht hebben voor overleg en verzoening; |
| b) indicatoren voor de adjunct-mandatarissen : | b) indicatoren voor de adjunct-mandatarissen : |
| - leiding kunnen geven; | - leiding kunnen geven; |
| - beschikbaar en toegankelijk zijn; | - beschikbaar en toegankelijk zijn; |
| - bekwaam zijn om te begeleiden en zijn ervaring door te geven. | - bekwaam zijn om te begeleiden en zijn ervaring door te geven. |
| Het beschikken over de vereiste organisatorische vaardigheden | Het beschikken over de vereiste organisatorische vaardigheden |
| a) algemene indicatoren : | a) algemene indicatoren : |
| - een evenwicht kunnen behouden tussen de kwaliteit van het werk en de | - een evenwicht kunnen behouden tussen de kwaliteit van het werk en de |
| kwantiteit met aandacht voor de werkmethode en de opvolging van de | kwantiteit met aandacht voor de werkmethode en de opvolging van de |
| dossiers; | dossiers; |
| - blijk geven van rationeel oordeelsvermogen en bekwaam zijn om zijn | - blijk geven van rationeel oordeelsvermogen en bekwaam zijn om zijn |
| werk op autonome wijze te organiseren; | werk op autonome wijze te organiseren; |
| - zin hebben voor initiatief en blijk geven van reactiviteit; | - zin hebben voor initiatief en blijk geven van reactiviteit; |
| - in staat zijn een praktische oplossing te vinden voor de problemen | - in staat zijn een praktische oplossing te vinden voor de problemen |
| die zich voordoen; | die zich voordoen; |
| - in staat zijn om klare en duidelijke richtlijnen op te stellen ten | - in staat zijn om klare en duidelijke richtlijnen op te stellen ten |
| behoeve van de griffiers en van de leden van het administratief | behoeve van de griffiers en van de leden van het administratief |
| personeel; | personeel; |
| - zicht hebben op de samenhang en de inhoud van de hem/haar | - zicht hebben op de samenhang en de inhoud van de hem/haar |
| toevertrouwde dossiers en in staat zijn aan actief dossierbeheer te | toevertrouwde dossiers en in staat zijn aan actief dossierbeheer te |
| doen; | doen; |
| b) indicatoren voor de adjunct-mandatarissen : | b) indicatoren voor de adjunct-mandatarissen : |
| - in staat zijn de werkzaamheden van zijn kamer op adequate wijze te | - in staat zijn de werkzaamheden van zijn kamer op adequate wijze te |
| plannen, te coördineren en te organiseren, met oog voor de naleving | plannen, te coördineren en te organiseren, met oog voor de naleving |
| van het beheersplan van zijn korpschef; | van het beheersplan van zijn korpschef; |
| - in staat zijn om klare en duidelijke richtlijnen op te stellen ten | - in staat zijn om klare en duidelijke richtlijnen op te stellen ten |
| behoeve van de leden van zijn kamer; | behoeve van de leden van zijn kamer; |
| - zijn kamerleden zorgvuldig en op een correcte manier evalueren. | - zijn kamerleden zorgvuldig en op een correcte manier evalueren. |
| Geleverde prestaties die kwalitatief gezien beantwoorden aan wat mag | Geleverde prestaties die kwalitatief gezien beantwoorden aan wat mag |
| worden verwacht van een lid van de Raad van State | worden verwacht van een lid van de Raad van State |
| a) algemene indicatoren : | a) algemene indicatoren : |
| - de arresten en adviezen zijn nauwkeurig, volledig en getuigen van | - de arresten en adviezen zijn nauwkeurig, volledig en getuigen van |
| een zeer grondige beheersing van de materie en van de procedure; | een zeer grondige beheersing van de materie en van de procedure; |
| - de arresten en adviezen worden opgesteld zonder nodeloos tijdverlies | - de arresten en adviezen worden opgesteld zonder nodeloos tijdverlies |
| en met aandacht voor de redelijke termijn en de opgelegde | en met aandacht voor de redelijke termijn en de opgelegde |
| tijdslimieten; | tijdslimieten; |
| - de arresten en adviezen zijn logisch gestructureerd, duidelijk | - de arresten en adviezen zijn logisch gestructureerd, duidelijk |
| geargumenteerd en opgesteld in een begrijpelijke en correcte taal. | geargumenteerd en opgesteld in een begrijpelijke en correcte taal. |
| b) indicatoren voor de adjunct-mandatarissen : | b) indicatoren voor de adjunct-mandatarissen : |
| - waken over de kwaliteit en de kwantiteit van de door de leden van | - waken over de kwaliteit en de kwantiteit van de door de leden van |
| zijn kamer gewezen arresten en opgestelde adviezen; | zijn kamer gewezen arresten en opgestelde adviezen; |
| - aandacht hebben voor de naleving van de eenheid van de rechtspraak | - aandacht hebben voor de naleving van de eenheid van de rechtspraak |
| binnen zijn kamer. | binnen zijn kamer. |
| Beroepsethiek | Beroepsethiek |
| - in acht nemen van de algemeen aanvaarde deontologie; | - in acht nemen van de algemeen aanvaarde deontologie; |
| - in alle onafhankelijkheid en onpartijdigheid zijn bevoegdheden | - in alle onafhankelijkheid en onpartijdigheid zijn bevoegdheden |
| uitoefenen; | uitoefenen; |
| - gereserveerdheid en discretie in acht nemen. | - gereserveerdheid en discretie in acht nemen. |
| Op peil houden van de kennis inzake de behandelde materies | Op peil houden van de kennis inzake de behandelde materies |
| a) algemene indicatoren : | a) algemene indicatoren : |
| - zijn competenties proberen te vervolmaken en te verbeteren en | - zijn competenties proberen te vervolmaken en te verbeteren en |
| hiertoe initiatieven nemen, met het oog op de te leveren prestaties; | hiertoe initiatieven nemen, met het oog op de te leveren prestaties; |
| - het delen van de belangwekkende informatiegegevens die betrekking | - het delen van de belangwekkende informatiegegevens die betrekking |
| hebben op de rechtspraak en de rechtsleer; | hebben op de rechtspraak en de rechtsleer; |
| b) indicatoren voor de adjunct-mandatarissen : | b) indicatoren voor de adjunct-mandatarissen : |
| - toezien op het delen van de belangwekkende informatiegegevens die | - toezien op het delen van de belangwekkende informatiegegevens die |
| betrekking hebben op de rechtspraak en de rechtsleer onder zijn | betrekking hebben op de rechtspraak en de rechtsleer onder zijn |
| kamerleden; | kamerleden; |
| Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 25 april 2014 tot | Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 25 april 2014 tot |
| vaststelling van de nadere regels en de criteria voor de evaluatie van | vaststelling van de nadere regels en de criteria voor de evaluatie van |
| de ambtsdragers van de Raad van State. | de ambtsdragers van de Raad van State. |
| FILIP | FILIP |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Binnenlandse Zaken, | De Minister van Binnenlandse Zaken, |
| Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |
| Bijlage 2 | Bijlage 2 |
| De leden van het Auditoraat | De leden van het Auditoraat |
| De evaluatiecriteria en gedragsindicatoren voor de leden van het | De evaluatiecriteria en gedragsindicatoren voor de leden van het |
| Auditoraat. | Auditoraat. |
| Het beschikken over de voor het ambt vereiste | Het beschikken over de voor het ambt vereiste |
| persoonlijkheidskenmerken | persoonlijkheidskenmerken |
| a) algemene indicatoren : | a) algemene indicatoren : |
| - besluitvaardig zijn; | - besluitvaardig zijn; |
| - de werkdruk aankunnen; | - de werkdruk aankunnen; |
| - zich collegiaal gedragen; | - zich collegiaal gedragen; |
| - zich respectvol gedragen tegenover de andere ambtsdragers, de leden | - zich respectvol gedragen tegenover de andere ambtsdragers, de leden |
| van het administratief personeel en de derden; | van het administratief personeel en de derden; |
| - zich kunnen aanpassen aan gewijzigde omstandigheden; | - zich kunnen aanpassen aan gewijzigde omstandigheden; |
| - aandacht hebben voor overleg en verzoening; | - aandacht hebben voor overleg en verzoening; |
| b) indicatoren voor de adjunct-mandatarissen : | b) indicatoren voor de adjunct-mandatarissen : |
| - leiding kunnen geven; | - leiding kunnen geven; |
| - beschikbaar en toegankelijk zijn; | - beschikbaar en toegankelijk zijn; |
| - bekwaam zijn om te begeleiden en zijn ervaring door te geven. | - bekwaam zijn om te begeleiden en zijn ervaring door te geven. |
| Het beschikken over de vereiste organisatorische vaardigheden | Het beschikken over de vereiste organisatorische vaardigheden |
| a) algemene indicatoren : | a) algemene indicatoren : |
| - een evenwicht kunnen behouden tussen de kwaliteit van het werk en de | - een evenwicht kunnen behouden tussen de kwaliteit van het werk en de |
| kwantiteit met aandacht voor de werkmethode en de opvolging van de | kwantiteit met aandacht voor de werkmethode en de opvolging van de |
| dossiers; | dossiers; |
| - blijk geven van rationeel oordeelsvermogen en bekwaam zijn om zijn | - blijk geven van rationeel oordeelsvermogen en bekwaam zijn om zijn |
| werk op autonome wijze te organiseren; | werk op autonome wijze te organiseren; |
| - zin hebben voor initiatief en blijk geven van reactiviteit; | - zin hebben voor initiatief en blijk geven van reactiviteit; |
| - in staat zijn een praktische oplossing te vinden voor de problemen | - in staat zijn een praktische oplossing te vinden voor de problemen |
| die zich voordoen; | die zich voordoen; |
| - in staat zijn om klare en duidelijke richtlijnen op te stellen ten | - in staat zijn om klare en duidelijke richtlijnen op te stellen ten |
| behoeve van de leden van het administratief personeel; | behoeve van de leden van het administratief personeel; |
| - zicht hebben op de samenhang en de inhoud van de hem/haar | - zicht hebben op de samenhang en de inhoud van de hem/haar |
| toevertrouwde dossiers en in staat zijn aan actief dossierbeheer te | toevertrouwde dossiers en in staat zijn aan actief dossierbeheer te |
| doen; | doen; |
| b) indicatoren voor de adjunct-mandatarissen : | b) indicatoren voor de adjunct-mandatarissen : |
| - in staat zijn de werkzaamheden van zijn afdeling op adequate wijze | - in staat zijn de werkzaamheden van zijn afdeling op adequate wijze |
| te plannen, te coördineren en te organiseren, met oog voor de naleving | te plannen, te coördineren en te organiseren, met oog voor de naleving |
| van het beheersplan van zijn korpschef; | van het beheersplan van zijn korpschef; |
| - in staat zijn om klare en duidelijke richtlijnen op te stellen ten | - in staat zijn om klare en duidelijke richtlijnen op te stellen ten |
| behoeve van de leden van zijn afdeling; | behoeve van de leden van zijn afdeling; |
| - de leden van zijn afdeling zorgvuldig en op een correcte manier | - de leden van zijn afdeling zorgvuldig en op een correcte manier |
| evalueren. | evalueren. |
| Geleverde prestaties die kwalitatief gezien beantwoorden aan wat mag | Geleverde prestaties die kwalitatief gezien beantwoorden aan wat mag |
| worden verwacht van een lid van het Auditoraat | worden verwacht van een lid van het Auditoraat |
| a) algemene indicatoren : | a) algemene indicatoren : |
| - de opgestelde verslagen en/of uitgebrachte adviezen zijn nauwkeurig, | - de opgestelde verslagen en/of uitgebrachte adviezen zijn nauwkeurig, |
| volledig en getuigen van een zeer grondige beheersing van de materie | volledig en getuigen van een zeer grondige beheersing van de materie |
| en van de procedure; | en van de procedure; |
| - de verslagen worden opgesteld en de adviezen voorbereid zonder | - de verslagen worden opgesteld en de adviezen voorbereid zonder |
| nodeloos tijdverlies en met aandacht voor de redelijke termijn en de | nodeloos tijdverlies en met aandacht voor de redelijke termijn en de |
| opgelegde tijdslimieten; | opgelegde tijdslimieten; |
| - de opgestelde verslagen en uitgebrachte adviezen zijn logisch | - de opgestelde verslagen en uitgebrachte adviezen zijn logisch |
| gestructureerd, duidelijk geargumenteerd en opgesteld in een | gestructureerd, duidelijk geargumenteerd en opgesteld in een |
| begrijpelijke en correcte taal; | begrijpelijke en correcte taal; |
| b) indicatoren voor de adjunct-mandatarissen : | b) indicatoren voor de adjunct-mandatarissen : |
| - waken over de kwaliteit en de kwantiteit van de door de leden van | - waken over de kwaliteit en de kwantiteit van de door de leden van |
| zijn afdeling opgestelde verslagen en uitgebrachte adviezen. | zijn afdeling opgestelde verslagen en uitgebrachte adviezen. |
| Beroepsethiek | Beroepsethiek |
| - in acht nemen van de algemeen aanvaarde deontologie; | - in acht nemen van de algemeen aanvaarde deontologie; |
| - in alle onafhankelijkheid en onpartijdigheid zijn bevoegdheden | - in alle onafhankelijkheid en onpartijdigheid zijn bevoegdheden |
| uitoefenen; | uitoefenen; |
| - gereserveerdheid en discretie in acht nemen. | - gereserveerdheid en discretie in acht nemen. |
| Op peil houden van de kennis inzake de behandelde materies | Op peil houden van de kennis inzake de behandelde materies |
| a) algemene indicatoren : | a) algemene indicatoren : |
| - zijn competenties proberen te vervolmaken en te verbeteren en | - zijn competenties proberen te vervolmaken en te verbeteren en |
| hiertoe initiatieven nemen, met het oog op de te leveren prestaties; | hiertoe initiatieven nemen, met het oog op de te leveren prestaties; |
| - het delen van de belangwekkende informatiegegevens die betrekking | - het delen van de belangwekkende informatiegegevens die betrekking |
| hebben op de rechtspraak en de rechtsleer; | hebben op de rechtspraak en de rechtsleer; |
| b) indicatoren voor de adjunct-mandatarissen : | b) indicatoren voor de adjunct-mandatarissen : |
| - toezien op het delen van de belangwekkende informatiegegevens die | - toezien op het delen van de belangwekkende informatiegegevens die |
| betrekking hebben op de rechtspraak en de rechtsleer onder de leden | betrekking hebben op de rechtspraak en de rechtsleer onder de leden |
| van zijn afdeling. | van zijn afdeling. |
| Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 25 april 2014 tot | Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 25 april 2014 tot |
| vaststelling van de nadere regels en de criteria voor de evaluatie van | vaststelling van de nadere regels en de criteria voor de evaluatie van |
| de ambtsdragers van de Raad van State. | de ambtsdragers van de Raad van State. |
| FILIP | FILIP |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Binnenlandse Zaken, | De Minister van Binnenlandse Zaken, |
| Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |
| Bijlage 3 | Bijlage 3 |
| De leden van het Coördinatiebureau | De leden van het Coördinatiebureau |
| De evaluatiecriteria en gedragsindicatoren voor de leden van het | De evaluatiecriteria en gedragsindicatoren voor de leden van het |
| Coördinatiebureau. | Coördinatiebureau. |
| Het beschikken over de voor het ambt vereiste | Het beschikken over de voor het ambt vereiste |
| persoonlijkheidskenmerken | persoonlijkheidskenmerken |
| a) algemene indicatoren : | a) algemene indicatoren : |
| - de werkdruk aankunnen; | - de werkdruk aankunnen; |
| - zich collegiaal gedragen; | - zich collegiaal gedragen; |
| - zich respectvol gedragen tegenover de andere ambtsdragers, de leden | - zich respectvol gedragen tegenover de andere ambtsdragers, de leden |
| van het administratief personeel en de derden; | van het administratief personeel en de derden; |
| - zich kunnen aanpassen aan gewijzigde omstandigheden; | - zich kunnen aanpassen aan gewijzigde omstandigheden; |
| - aandacht hebben voor overleg en verzoening; | - aandacht hebben voor overleg en verzoening; |
| b) indicatoren voor de adjunct-mandatarissen : | b) indicatoren voor de adjunct-mandatarissen : |
| - leiding kunnen geven; | - leiding kunnen geven; |
| - beschikbaar en toegankelijk zijn; | - beschikbaar en toegankelijk zijn; |
| - kunnen begeleiden en zijn ervaring doorgeven. | - kunnen begeleiden en zijn ervaring doorgeven. |
| Het beschikken over de vereiste organisatorische vaardigheden | Het beschikken over de vereiste organisatorische vaardigheden |
| a) algemene indicatoren : | a) algemene indicatoren : |
| - een evenwicht kunnen behouden tussen de kwaliteit van het werk en de | - een evenwicht kunnen behouden tussen de kwaliteit van het werk en de |
| kwantiteit met aandacht voor de werkmethode en de opvolging van de | kwantiteit met aandacht voor de werkmethode en de opvolging van de |
| dossiers; | dossiers; |
| - blijk geven van rationeel oordeelsvermogen en bekwaam zijn om zijn | - blijk geven van rationeel oordeelsvermogen en bekwaam zijn om zijn |
| werk op autonome wijze te organiseren; | werk op autonome wijze te organiseren; |
| - zin hebben voor initiatief en blijk geven van reactiviteit; | - zin hebben voor initiatief en blijk geven van reactiviteit; |
| - in staat zijn een praktische oplossing te vinden voor de problemen | - in staat zijn een praktische oplossing te vinden voor de problemen |
| die zich voordoen; | die zich voordoen; |
| - in staat zijn om klare en duidelijke richtlijnen op te stellen ten | - in staat zijn om klare en duidelijke richtlijnen op te stellen ten |
| behoeve van de leden van het administratief personeel; | behoeve van de leden van het administratief personeel; |
| b) indicatoren voor de adjunct-mandatarissen : | b) indicatoren voor de adjunct-mandatarissen : |
| - in staat zijn om de werkzaamheden van het Coördinatiebureau op | - in staat zijn om de werkzaamheden van het Coördinatiebureau op |
| adequate wijze te plannen, te coördineren en te organiseren met oog | adequate wijze te plannen, te coördineren en te organiseren met oog |
| voor de naleving van het beheersplan van zijn korpschef; | voor de naleving van het beheersplan van zijn korpschef; |
| - in staat zijn om klare en duidelijke richtlijnen op te stellen ten | - in staat zijn om klare en duidelijke richtlijnen op te stellen ten |
| behoeve van de leden van het Coördinatiebureau; | behoeve van de leden van het Coördinatiebureau; |
| - de leden van het Coördinatiebureau zorgvuldig en op een correcte | - de leden van het Coördinatiebureau zorgvuldig en op een correcte |
| manier evalueren. | manier evalueren. |
| Geleverde prestaties die kwalitatief gezien beantwoorden aan wat mag | Geleverde prestaties die kwalitatief gezien beantwoorden aan wat mag |
| worden verwacht van een lid van het Coördinatiebureau | worden verwacht van een lid van het Coördinatiebureau |
| a) algemene indicatoren : | a) algemene indicatoren : |
| - de geleverde prestaties worden nauwkeurig en volledig uitgevoerd en | - de geleverde prestaties worden nauwkeurig en volledig uitgevoerd en |
| getuigen van een zeer grondige beheersing van de stand van de | getuigen van een zeer grondige beheersing van de stand van de |
| wetgeving en van de wetgevingstechniek; | wetgeving en van de wetgevingstechniek; |
| - de prestaties worden uitgevoerd zonder nodeloos tijdverlies en met | - de prestaties worden uitgevoerd zonder nodeloos tijdverlies en met |
| aandacht voor de redelijke termijn en de opgelegde tijdslimieten; | aandacht voor de redelijke termijn en de opgelegde tijdslimieten; |
| - gestructureerd werken en correcte en begrijpelijke teksten | - gestructureerd werken en correcte en begrijpelijke teksten |
| opstellen; | opstellen; |
| b) indicatoren voor de adjunct-mandatarissen : | b) indicatoren voor de adjunct-mandatarissen : |
| - waken over de kwaliteit en de kwantiteit van de door de leden van | - waken over de kwaliteit en de kwantiteit van de door de leden van |
| het Coördinatiebureau uitgevoerde prestaties. | het Coördinatiebureau uitgevoerde prestaties. |
| Beroepsethiek | Beroepsethiek |
| - in acht nemen van de algemeen aanvaarde deontologie; | - in acht nemen van de algemeen aanvaarde deontologie; |
| - in alle onafhankelijkheid en onpartijdigheid zijn bevoegdheden | - in alle onafhankelijkheid en onpartijdigheid zijn bevoegdheden |
| uitoefenen; | uitoefenen; |
| - gereserveerdheid en discretie in acht nemen. | - gereserveerdheid en discretie in acht nemen. |
| Op peil houden van de kennis inzake de behandelde materies : | Op peil houden van de kennis inzake de behandelde materies : |
| a) algemene indicatoren : | a) algemene indicatoren : |
| - zijn competenties proberen te vervolmaken en te verbeteren en | - zijn competenties proberen te vervolmaken en te verbeteren en |
| hiertoe initiatieven nemen, met het oog op de te leveren prestaties; | hiertoe initiatieven nemen, met het oog op de te leveren prestaties; |
| - het delen van de belangwekkende informatiegegevens; | - het delen van de belangwekkende informatiegegevens; |
| b) indicatoren voor de adjunct-mandatarissen : | b) indicatoren voor de adjunct-mandatarissen : |
| - waken over het delen van de belangwekkende informatiegegevens onder | - waken over het delen van de belangwekkende informatiegegevens onder |
| de leden van het Coördinatiebureau. | de leden van het Coördinatiebureau. |
| Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 25 april 2014 tot | Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 25 april 2014 tot |
| vaststelling van de nadere regels en de criteria voor de evaluatie van | vaststelling van de nadere regels en de criteria voor de evaluatie van |
| de ambtsdragers van de Raad van State. | de ambtsdragers van de Raad van State. |
| FILIP | FILIP |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Binnenlandse Zaken, | De Minister van Binnenlandse Zaken, |
| Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |
| Bijlage 4 | Bijlage 4 |
| De leden van de Griffie | De leden van de Griffie |
| De evaluatiecriteria en gedragsindicatoren voor de griffiers. | De evaluatiecriteria en gedragsindicatoren voor de griffiers. |
| Het beschikken over de voor het ambt vereiste | Het beschikken over de voor het ambt vereiste |
| persoonlijkheidskenmerken | persoonlijkheidskenmerken |
| a) algemene indicatoren : | a) algemene indicatoren : |
| - de werkdruk aankunnen; | - de werkdruk aankunnen; |
| - luisterbereid zijn en zin hebben voor dialoog; | - luisterbereid zijn en zin hebben voor dialoog; |
| - zich collegiaal gedragen; | - zich collegiaal gedragen; |
| - zich respectvol gedragen tegenover de andere ambtsdragers, de leden | - zich respectvol gedragen tegenover de andere ambtsdragers, de leden |
| van het administratief personeel en de derden; | van het administratief personeel en de derden; |
| - zich kunnen aanpassen aan gewijzigde omstandigheden; | - zich kunnen aanpassen aan gewijzigde omstandigheden; |
| b) indicatoren voor de hoofdgriffier : | b) indicatoren voor de hoofdgriffier : |
| - leiding kunnen geven; | - leiding kunnen geven; |
| - beschikbaar en toegankelijk zijn; | - beschikbaar en toegankelijk zijn; |
| - bekwaam zijn om te begeleiden en zijn ervaring door te geven; | - bekwaam zijn om te begeleiden en zijn ervaring door te geven; |
| - aandacht hebben voor overleg en verzoening. | - aandacht hebben voor overleg en verzoening. |
| Het beschikken over de vereiste organisatorische vaardigheden | Het beschikken over de vereiste organisatorische vaardigheden |
| a) algemene indicatoren : | a) algemene indicatoren : |
| - een evenwicht kunnen behouden tussen de kwaliteit van het werk en de | - een evenwicht kunnen behouden tussen de kwaliteit van het werk en de |
| kwantiteit met aandacht voor de werkmethode en de opvolging van de | kwantiteit met aandacht voor de werkmethode en de opvolging van de |
| dossiers; | dossiers; |
| - blijk geven van rationeel oordeelsvermogen en bekwaam zijn om zijn | - blijk geven van rationeel oordeelsvermogen en bekwaam zijn om zijn |
| werk op autonome wijze te organiseren; | werk op autonome wijze te organiseren; |
| - zin hebben voor initiatief en blijk geven van reactiviteit; | - zin hebben voor initiatief en blijk geven van reactiviteit; |
| - in staat zijn een praktische oplossing te vinden voor de problemen | - in staat zijn een praktische oplossing te vinden voor de problemen |
| die zich voordoen; | die zich voordoen; |
| - in staat zijn om klare en duidelijke richtlijnen op te stellen ten | - in staat zijn om klare en duidelijke richtlijnen op te stellen ten |
| behoeve van de leden van het administratief personeel; | behoeve van de leden van het administratief personeel; |
| - zicht hebben op de samenhang en de inhoud van de hem/haar | - zicht hebben op de samenhang en de inhoud van de hem/haar |
| toevertrouwde dossiers en in staat zijn aan actief dossierbeheer te | toevertrouwde dossiers en in staat zijn aan actief dossierbeheer te |
| doen; | doen; |
| b) Indicatoren voor de hoofdgriffier : | b) Indicatoren voor de hoofdgriffier : |
| - in staat zijn om de werkzaamheden van de griffies op adequate wijze | - in staat zijn om de werkzaamheden van de griffies op adequate wijze |
| te plannen, te coördineren en te organiseren met oog voor de naleving | te plannen, te coördineren en te organiseren met oog voor de naleving |
| van de beheersplannen van de korpschefs; | van de beheersplannen van de korpschefs; |
| - in staat zijn om klare en duidelijke richtlijnen op te stellen ten | - in staat zijn om klare en duidelijke richtlijnen op te stellen ten |
| behoeve van de griffiers; | behoeve van de griffiers; |
| - de griffiers zorgvuldig en op een correcte manier evalueren. | - de griffiers zorgvuldig en op een correcte manier evalueren. |
| Geleverde prestaties die kwalitatief gezien beantwoorden aan wat mag | Geleverde prestaties die kwalitatief gezien beantwoorden aan wat mag |
| worden verwacht van een griffier. | worden verwacht van een griffier. |
| a) algemene indicatoren : | a) algemene indicatoren : |
| - de geleverde prestaties worden nauwkeurig en volledig uitgevoerd en | - de geleverde prestaties worden nauwkeurig en volledig uitgevoerd en |
| getuigen van een zeer grondige kennis van de procedure; | getuigen van een zeer grondige kennis van de procedure; |
| - de prestaties worden uitgevoerd zonder nodeloos tijdverlies en met | - de prestaties worden uitgevoerd zonder nodeloos tijdverlies en met |
| aandacht voor de redelijke termijn en de opgelegde tijdslimieten; | aandacht voor de redelijke termijn en de opgelegde tijdslimieten; |
| b) Indicatoren voor de hoofdgriffier : | b) Indicatoren voor de hoofdgriffier : |
| - waken over de kwaliteit en de kwantiteit van de door de griffiers en | - waken over de kwaliteit en de kwantiteit van de door de griffiers en |
| het administratief personeel van de griffies uitgevoerde prestaties; | het administratief personeel van de griffies uitgevoerde prestaties; |
| - uitwerken van voorstellen met het oog op de verbetering van de | - uitwerken van voorstellen met het oog op de verbetering van de |
| procedure. | procedure. |
| Beroepsethiek | Beroepsethiek |
| a) algemene indicatoren : | a) algemene indicatoren : |
| - in acht nemen van de algemeen aanvaarde deontologie; | - in acht nemen van de algemeen aanvaarde deontologie; |
| - bestand zijn tegen elke druk, provocatie of dwang; | - bestand zijn tegen elke druk, provocatie of dwang; |
| - gereserveerdheid en discretie in acht nemen. | - gereserveerdheid en discretie in acht nemen. |
| Op peil houden van de kennis inzake de behandelde materies | Op peil houden van de kennis inzake de behandelde materies |
| a) algemene indicatoren : | a) algemene indicatoren : |
| - zijn competenties proberen te vervolmaken en verbeteren en hiertoe | - zijn competenties proberen te vervolmaken en verbeteren en hiertoe |
| initiatieven nemen, met het oog op de te leveren prestaties; | initiatieven nemen, met het oog op de te leveren prestaties; |
| - het delen van de belangwekkende informatiegegevens; | - het delen van de belangwekkende informatiegegevens; |
| b) Indicatoren voor de hoofdgriffier : | b) Indicatoren voor de hoofdgriffier : |
| - toezien op het delen van de belangwekkende informatiegegevens onder | - toezien op het delen van de belangwekkende informatiegegevens onder |
| de griffiers en het administratief personeel van de griffies. | de griffiers en het administratief personeel van de griffies. |
| Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 25 april 2014 tot | Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 25 april 2014 tot |
| vaststelling van de nadere regels en de criteria voor de evaluatie van | vaststelling van de nadere regels en de criteria voor de evaluatie van |
| de ambtsdragers van de Raad van State. | de ambtsdragers van de Raad van State. |
| FILIP | FILIP |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Binnenlandse Zaken, | De Minister van Binnenlandse Zaken, |
| Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |