| Koninklijk besluit tot vaststelling van de werkingsmodaliteiten van het Zilverfonds | Koninklijk besluit tot vaststelling van de werkingsmodaliteiten van het Zilverfonds |
|---|---|
| MINISTERIE VAN FINANCIEN | MINISTERIE VAN FINANCIEN |
| 24 DECEMBER 2001. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de | 24 DECEMBER 2001. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de |
| werkingsmodaliteiten van het Zilverfonds | werkingsmodaliteiten van het Zilverfonds |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige | Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige |
| instellingen van openbaar nut; | instellingen van openbaar nut; |
| Gelet op de wet van 5 september 2001 tot waarborging van een | Gelet op de wet van 5 september 2001 tot waarborging van een |
| voortdurende vermindering van de overheidsschuld en tot oprichting van | voortdurende vermindering van de overheidsschuld en tot oprichting van |
| een Zilverfonds, inzonderheid op artikel 35; | een Zilverfonds, inzonderheid op artikel 35; |
| Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
| 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli |
| 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; | 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; |
| Gelet op de dringende noodzakelijkheid; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
| Overwegende dat het Zilverfonds onverwijld in de mogelijkheid moet | Overwegende dat het Zilverfonds onverwijld in de mogelijkheid moet |
| gesteld worden om te functioneren ten einde de opdracht uit te voeren | gesteld worden om te functioneren ten einde de opdracht uit te voeren |
| die hem door de wet toevertrouwd werd; | die hem door de wet toevertrouwd werd; |
| Overwegende dat het Zilverfonds deze opdracht slechts kan uitvoeren | Overwegende dat het Zilverfonds deze opdracht slechts kan uitvoeren |
| indien de werkingsregels van de raad van bestuur zonder verwijl | indien de werkingsregels van de raad van bestuur zonder verwijl |
| vastgesteld worden, gelet op het feit dat deze raad talrijke taken | vastgesteld worden, gelet op het feit dat deze raad talrijke taken |
| moet uitvoeren ten einde het Fonds binnen de vereiste termijn | moet uitvoeren ten einde het Fonds binnen de vereiste termijn |
| operationeel te maken; | operationeel te maken; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Begroting, van Onze Minister | Op de voordracht van Onze Minister van Begroting, van Onze Minister |
| van Financiën en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, | van Financiën en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : |
Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : |
| 1. de wet : de wet van 5 september 2001 tot waarborging van een | 1. de wet : de wet van 5 september 2001 tot waarborging van een |
| voortdurende vermindering van de overheidsschuld en tot oprichting van | voortdurende vermindering van de overheidsschuld en tot oprichting van |
| een Zilverfonds; | een Zilverfonds; |
| 2. het Fonds : het Zilverfonds bedoeld in artikel 12 van de wet; | 2. het Fonds : het Zilverfonds bedoeld in artikel 12 van de wet; |
| 3. de raad : de raad van bestuur voorzien in artikel 16 van de wet; | 3. de raad : de raad van bestuur voorzien in artikel 16 van de wet; |
| 4. de voorzitter : de voorzitter van de raad benoemd door de Koning in | 4. de voorzitter : de voorzitter van de raad benoemd door de Koning in |
| uitvoering van artikel 16, lid 2 van de wet; | uitvoering van artikel 16, lid 2 van de wet; |
| 5. de gedelegeerd bestuurder : de administrateur-generaal van de | 5. de gedelegeerd bestuurder : de administrateur-generaal van de |
| Thesaurie die krachtens artikel 16, lid 3 van de wet, van rechtswege | Thesaurie die krachtens artikel 16, lid 3 van de wet, van rechtswege |
| lid van de raad is; | lid van de raad is; |
| 6. de leden : de leden van de raad. | 6. de leden : de leden van de raad. |
Art. 2.De maatschappelijke zetel van het Fonds is gevestigd te 1040 |
Art. 2.De maatschappelijke zetel van het Fonds is gevestigd te 1040 |
| Brussel, Kunstlaan 30. Hij kan verplaatst worden binnen de grenzen van | Brussel, Kunstlaan 30. Hij kan verplaatst worden binnen de grenzen van |
| het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad. | het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad. |
Art. 3.Zonder afbreuk te doen aan artikel 23 van de wet van 16 maart |
Art. 3.Zonder afbreuk te doen aan artikel 23 van de wet van 16 maart |
| 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, | 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, |
| vergadert de raad op bijeenroeping door de voorzitter of op vraag van | vergadert de raad op bijeenroeping door de voorzitter of op vraag van |
| de gedelegeerd bestuurder indien de raad hem deze bevoegdheid | de gedelegeerd bestuurder indien de raad hem deze bevoegdheid |
| gedelegeerd heeft, en dit, zo dikwijls als zijn opdracht het vereist | gedelegeerd heeft, en dit, zo dikwijls als zijn opdracht het vereist |
| en minstens eens om de drie maanden. | en minstens eens om de drie maanden. |
| De voorzitter of de gedelegeerd bestuurder roept de raad bijeen | De voorzitter of de gedelegeerd bestuurder roept de raad bijeen |
| telkens twee leden dit vragen. | telkens twee leden dit vragen. |
Art. 4.De raad vergadert op de maatschappelijke zetel van het Fonds. |
Art. 4.De raad vergadert op de maatschappelijke zetel van het Fonds. |
Art. 5.De oproeping tot de vergaderingen van de raad vermeldt de |
Art. 5.De oproeping tot de vergaderingen van de raad vermeldt de |
| diverse punten op de agenda. De stukken en documenten met betrekking | diverse punten op de agenda. De stukken en documenten met betrekking |
| tot de punten die op de agenda staan, moeten minstens drie werkdagen | tot de punten die op de agenda staan, moeten minstens drie werkdagen |
| vóór de zitting aan de leden worden verzonden, behalve in dringende | vóór de zitting aan de leden worden verzonden, behalve in dringende |
| gevallen waarover de voorzitter of de gedelegeerd bestuurder, | gevallen waarover de voorzitter of de gedelegeerd bestuurder, |
| naargelang het geval, oordeelt. | naargelang het geval, oordeelt. |
Art. 6.De agenda wordt opgesteld door de voorzitter of door de |
Art. 6.De agenda wordt opgesteld door de voorzitter of door de |
| gedelegeerd bestuurder, naargelang het geval. Wanneer een lid het | gedelegeerd bestuurder, naargelang het geval. Wanneer een lid het |
| vraagt wordt elk onderwerp waarvoor de raad bevoegd is, op de agenda | vraagt wordt elk onderwerp waarvoor de raad bevoegd is, op de agenda |
| geplaatst. Elk punt dat niet op de agenda staat kan niet worden | geplaatst. Elk punt dat niet op de agenda staat kan niet worden |
| besproken indien de meerderheid van de leden zich daartegen verzet. | besproken indien de meerderheid van de leden zich daartegen verzet. |
Art. 7.Indien de voorzitter afwezig is op een vergadering van de raad |
Art. 7.Indien de voorzitter afwezig is op een vergadering van de raad |
| dan wordt het voorzitterschap verzekerd door het oudste lid bedoeld in | dan wordt het voorzitterschap verzekerd door het oudste lid bedoeld in |
| artikel 16, lid 1, 1° van de wet. | artikel 16, lid 1, 1° van de wet. |
Art. 8.De besluitvorming van de raad wordt als volgt geregeld : |
Art. 8.De besluitvorming van de raad wordt als volgt geregeld : |
| 1° de raad kan slechts geldig beraadslagen indien minstens 6 leden | 1° de raad kan slechts geldig beraadslagen indien minstens 6 leden |
| aanwezig zijn, onder wie de voorzitter of zijn plaatsvervanger; | aanwezig zijn, onder wie de voorzitter of zijn plaatsvervanger; |
| 2° een lid dat verhinderd is de vergadering bij te wonen mag geen | 2° een lid dat verhinderd is de vergadering bij te wonen mag geen |
| volmacht verlenen aan een ander lid; | volmacht verlenen aan een ander lid; |
| 3° de besluiten van de raad worden genomen bij eenvoudige meerderheid | 3° de besluiten van de raad worden genomen bij eenvoudige meerderheid |
| van de stemmen van de op de vergadering aanwezige leden. Bij staking | van de stemmen van de op de vergadering aanwezige leden. Bij staking |
| van stemmen is de stem van de voorzitter of van zijn plaatsvervanger | van stemmen is de stem van de voorzitter of van zijn plaatsvervanger |
| doorslaggevend. | doorslaggevend. |
Art. 9.Er worden notulen opgemaakt van de vergaderingen van de raad. |
Art. 9.Er worden notulen opgemaakt van de vergaderingen van de raad. |
| De notulen worden ter goedkeuring aan de raad voorgelegd bij de | De notulen worden ter goedkeuring aan de raad voorgelegd bij de |
| eerstvolgende vergadering. | eerstvolgende vergadering. |
Art. 10.De raad duidt het personeelslid van de Administratie der |
Art. 10.De raad duidt het personeelslid van de Administratie der |
| Thesaurie aan, dat de gedelegeerd bestuurder vervangt wanneer deze | Thesaurie aan, dat de gedelegeerd bestuurder vervangt wanneer deze |
| verhinderd is. | verhinderd is. |
Art. 11.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Art. 11.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
| Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. | Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. |
Art. 12.Onze Minister van Begroting en Onze Minister van Financiën |
Art. 12.Onze Minister van Begroting en Onze Minister van Financiën |
| zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. | zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 24 december 2001. | Gegeven te Brussel, 24 december 2001. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, Maatschappelijke | De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, Maatschappelijke |
| Integratie en Sociale Economie, | Integratie en Sociale Economie, |
| J. VANDE LANOTTE | J. VANDE LANOTTE |
| De Minister van Financiën, | De Minister van Financiën, |
| D. REYNDERS | D. REYNDERS |