Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 maart 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de haarsnijderijen, betreffende het conventioneel brugpensioen | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 maart 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de haarsnijderijen, betreffende het conventioneel brugpensioen |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
24 AUGUSTUS 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 24 AUGUSTUS 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 maart 2003, | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 maart 2003, |
gesloten in het Paritair Subcomité voor de haarsnijderijen, | gesloten in het Paritair Subcomité voor de haarsnijderijen, |
betreffende het conventioneel brugpensioen (1) | betreffende het conventioneel brugpensioen (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december | Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december |
1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een | 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een |
regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde | regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde |
werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard | werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard |
bij koninklijk besluit van 16 januari 1975; | bij koninklijk besluit van 16 januari 1975; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de | Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de |
haarsnijderijen; | haarsnijderijen; |
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, | Op de voordracht van Onze Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 maart 2003, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 maart 2003, |
gesloten in het Paritair Subcomité voor de haarsnijderijen, | gesloten in het Paritair Subcomité voor de haarsnijderijen, |
betreffende het conventioneel brugpensioen, met uitzondering van de | betreffende het conventioneel brugpensioen, met uitzondering van de |
bepalingen in strijd met artikel 4, § 2 van de collectieve | bepalingen in strijd met artikel 4, § 2 van de collectieve |
arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een | arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een |
regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde | regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde |
werknemers indien zij worden ontslagen. | werknemers indien zij worden ontslagen. |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
besluit. | besluit. |
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 24 augustus 2005. | Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 24 augustus 2005. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
Voor de Minister van Werk, afwezig : | Voor de Minister van Werk, afwezig : |
De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, | De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, |
J. VANDE LANOTTE | J. VANDE LANOTTE |
_______ | _______ |
Nota's | Nota's |
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 | Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 |
januari 1975. | januari 1975. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Subcomité voor de haarsnijderijen | Paritair Subcomité voor de haarsnijderijen |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 maart 2003 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 maart 2003 |
Conventioneel brugpensioen | Conventioneel brugpensioen |
(Overeenkomst geregistreerd op 22 mei 2003 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 22 mei 2003 onder het nummer |
66273/CO/148.01) | 66273/CO/148.01) |
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder | de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder |
het Paritair Subcomité voor de haarsnijderijen. | het Paritair Subcomité voor de haarsnijderijen. |
Onder "werknemers" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke | Onder "werknemers" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke |
arbeiders. | arbeiders. |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in het |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in het |
raam van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale | raam van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale |
Arbeidsraad van 19 december 1974 (Belgisch Staatsblad van 31 januari | Arbeidsraad van 19 december 1974 (Belgisch Staatsblad van 31 januari |
1975). | 1975). |
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle |
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle |
werknemers die door een arbeidsovereenkomst van onbepaalde tijd zijn | werknemers die door een arbeidsovereenkomst van onbepaalde tijd zijn |
verbonden, voor zover zij aanspraak kunnen maken op de | verbonden, voor zover zij aanspraak kunnen maken op de |
werkloosheidsvergoedingen en voldoen aan de leeftijds- en | werkloosheidsvergoedingen en voldoen aan de leeftijds- en |
loopbaanvoorwaarden bepaald in de artikelen 4 en 5. | loopbaanvoorwaarden bepaald in de artikelen 4 en 5. |
HOOFDSTUK II. - Leeftijds- en loopbaanvoorwaarden | HOOFDSTUK II. - Leeftijds- en loopbaanvoorwaarden |
Art. 4.Leeftijdsvoorwaarde |
Art. 4.Leeftijdsvoorwaarde |
Kunnen aanspraak maken op het brugpensioen, de werknemers die tussen 1 | Kunnen aanspraak maken op het brugpensioen, de werknemers die tussen 1 |
januari 2003 en 1 januari 2005 ontslagen worden de leeftijd van 58 | januari 2003 en 1 januari 2005 ontslagen worden de leeftijd van 58 |
jaar hebben bereikt. | jaar hebben bereikt. |
Art. 5.Loopbaanvoorwaarde |
Art. 5.Loopbaanvoorwaarde |
Om echter recht te kunnen laten gelden op het brugpensioen, dient de | Om echter recht te kunnen laten gelden op het brugpensioen, dient de |
werknemer niet alleen de door de wetgeving gestelde loopbaanvereiste | werknemer niet alleen de door de wetgeving gestelde loopbaanvereiste |
te vervullen, doch dient hij bovendien een loopbaan te kunnen bewijzen | te vervullen, doch dient hij bovendien een loopbaan te kunnen bewijzen |
van ten minste 15 jaar bij de werkgever die hem ontslaat. Indien de | van ten minste 15 jaar bij de werkgever die hem ontslaat. Indien de |
werknemer dit bewijs niet kan leveren, dient hij een loopbaan te | werknemer dit bewijs niet kan leveren, dient hij een loopbaan te |
bewijzen van minimum 20 jaar in de sector waarvan minstens 8 jaar bij | bewijzen van minimum 20 jaar in de sector waarvan minstens 8 jaar bij |
de werkgever die hem ontslaat. | de werkgever die hem ontslaat. |
HOOFDSTUK III. - Aanvullende vergoeding | HOOFDSTUK III. - Aanvullende vergoeding |
Art. 6.De werknemers omschreven in artikel 3 hebben recht op een |
Art. 6.De werknemers omschreven in artikel 3 hebben recht op een |
bijkomende vergoeding ten laste van de werkgever op voorwaarde dat zij | bijkomende vergoeding ten laste van de werkgever op voorwaarde dat zij |
aanspraak kunnen maken op de werkloosheidsvergoeding voor | aanspraak kunnen maken op de werkloosheidsvergoeding voor |
bruggepensioneerden. Deze aanvullende vergoeding wordt maandelijks | bruggepensioneerden. Deze aanvullende vergoeding wordt maandelijks |
uitbetaald. | uitbetaald. |
Art. 7.De aanvullende vergoeding, volgens de berekeningsmethode |
Art. 7.De aanvullende vergoeding, volgens de berekeningsmethode |
bepaald door het paritair subcomité, wordt toegekend vanaf het einde | bepaald door het paritair subcomité, wordt toegekend vanaf het einde |
van de normale wettelijke opzeggingstermijn tot de pensioengerechtigde | van de normale wettelijke opzeggingstermijn tot de pensioengerechtigde |
leeftijd. | leeftijd. |
De aanvullende vergoeding bestaat uit de helft (50 pct.) van het | De aanvullende vergoeding bestaat uit de helft (50 pct.) van het |
verschil tussen de werkloosheidsvergoeding en het | verschil tussen de werkloosheidsvergoeding en het |
nettorefertemaandloon. De sociale en/of fiscale afhoudingen op de | nettorefertemaandloon. De sociale en/of fiscale afhoudingen op de |
aanvullende vergoeding vallen ten laste van de werknemer. | aanvullende vergoeding vallen ten laste van de werknemer. |
Art. 8.De aanvullende vergoeding, zoals bepaald in artikel 7, is |
Art. 8.De aanvullende vergoeding, zoals bepaald in artikel 7, is |
gekoppeld aan de evolutie van het indexcijfer der consumptieprijzen, | gekoppeld aan de evolutie van het indexcijfer der consumptieprijzen, |
zoals dat is voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 | zoals dat is voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 |
maart 1993 tot vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden. | maart 1993 tot vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden. |
Art. 9.De opzegging van de individuele arbeidsovereenkomst van de |
Art. 9.De opzegging van de individuele arbeidsovereenkomst van de |
werknemer zal slechts worden gegeven als blijkt dat de betrokken | werknemer zal slechts worden gegeven als blijkt dat de betrokken |
werknemer in aanmerking komt voor werkloosheidsvergoeding voor | werknemer in aanmerking komt voor werkloosheidsvergoeding voor |
bruggepensioneerden onder meer wat de leeftijds- en loopbaanvereisten | bruggepensioneerden onder meer wat de leeftijds- en loopbaanvereisten |
betreft zoals bepaald in de artikelen 4 en 5. | betreft zoals bepaald in de artikelen 4 en 5. |
Art. 10.De werkgever die met het oog op het brugpensioen zijn |
Art. 10.De werkgever die met het oog op het brugpensioen zijn |
werknemer ontslaat, is verplicht die te vervangen door een volledig | werknemer ontslaat, is verplicht die te vervangen door een volledig |
uitkeringsgerechtigde werkloze of door een andere persoon, zoals | uitkeringsgerechtigde werkloze of door een andere persoon, zoals |
voorzien bij koninklijk besluit van 7 december 1992 (Belgisch | voorzien bij koninklijk besluit van 7 december 1992 (Belgisch |
Staatsblad van 11 december 1992) en binnen de termijn in dit | Staatsblad van 11 december 1992) en binnen de termijn in dit |
koninklijk besluit bepaald. | koninklijk besluit bepaald. |
In de vervanging moet worden voorzien gedurende ten minste zesendertig | In de vervanging moet worden voorzien gedurende ten minste zesendertig |
maanden. Bij niet-vervanging worden automatisch de sancties toegepast | maanden. Bij niet-vervanging worden automatisch de sancties toegepast |
voorzien in het koninklijk besluit van 7 december 1992. De onderneming | voorzien in het koninklijk besluit van 7 december 1992. De onderneming |
die beantwoordt aan één der zes criteria vernoemd in het koninklijk | die beantwoordt aan één der zes criteria vernoemd in het koninklijk |
besluit van 7 december 1992 met betrekking tot de definiëring van | besluit van 7 december 1992 met betrekking tot de definiëring van |
bedrijven in moeilijkheden of in herstructurering en die aldus erkend | bedrijven in moeilijkheden of in herstructurering en die aldus erkend |
is door de Minister van Werk, kan van vervanging worden vrijgesteld. | is door de Minister van Werk, kan van vervanging worden vrijgesteld. |
HOOFDSTUK IV. - Geldigheidsduur | HOOFDSTUK IV. - Geldigheidsduur |
Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
ingang van 1 januari 2003 en houdt op van kracht te zijn op 1 januari | ingang van 1 januari 2003 en houdt op van kracht te zijn op 1 januari |
2005. | 2005. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 augustus | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 augustus |
2005. | 2005. |
Voor de Minister van Werk, afwezig : | Voor de Minister van Werk, afwezig : |
De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, | De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, |
J. VANDE LANOTTE | J. VANDE LANOTTE |