Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, betreffende de tewerkstelling en de vorming van risicogroepen | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, betreffende de tewerkstelling en de vorming van risicogroepen |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
23 DECEMBER 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 23 DECEMBER 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 2001, | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 2001, |
gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- | gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- |
en dagbladbedrijf, betreffende de tewerkstelling en de vorming van | en dagbladbedrijf, betreffende de tewerkstelling en de vorming van |
risicogroepen (1) | risicogroepen (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het drukkerij-, | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het drukkerij-, |
grafische kunst- en dagbladbedrijf; | grafische kunst- en dagbladbedrijf; |
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, | Op de voordracht van Onze Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 2001, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 2001, |
gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- | gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- |
en dagbladbedrijf, betreffende de tewerkstelling en de vorming van | en dagbladbedrijf, betreffende de tewerkstelling en de vorming van |
risicogroepen. | risicogroepen. |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
besluit. | besluit. |
Gegeven te Brussel, 23 december 2003. | Gegeven te Brussel, 23 december 2003. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor het drukkerij-, | Paritair Comité voor het drukkerij-, |
grafische kunst- en dagbladbedrijf | grafische kunst- en dagbladbedrijf |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 2001 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 2001 |
Tewerkstelling en de vorming van risicogroepen | Tewerkstelling en de vorming van risicogroepen |
(Overeenkomst geregistreerd op 18 mei 2001 | (Overeenkomst geregistreerd op 18 mei 2001 |
onder het nummer 57225/CO/130) | onder het nummer 57225/CO/130) |
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
de werkgevers en werknemers tewerkgesteld in de ondernemingen die | de werkgevers en werknemers tewerkgesteld in de ondernemingen die |
onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor het | onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor het |
drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf. | drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf. |
HOOFDSTUK II. - Maatregelen ten voordele van de risicogroepen | HOOFDSTUK II. - Maatregelen ten voordele van de risicogroepen |
Art. 2.Overeenkomstig afdeling VI, onderafdeling 1. - "Inspanning ten |
Art. 2.Overeenkomstig afdeling VI, onderafdeling 1. - "Inspanning ten |
voordele van de werklozen" van de wet van 26 maart 1999 betreffende | voordele van de werklozen" van de wet van 26 maart 1999 betreffende |
het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende | het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende |
diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 1 april 1999) en in | diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 1 april 1999) en in |
uitvoering van de artikelen 2, 3 en 4 van de sectorale conventie voor | uitvoering van de artikelen 2, 3 en 4 van de sectorale conventie voor |
vorming en tewerkstelling voor de periode 2001-2002 van 19 april 2001, | vorming en tewerkstelling voor de periode 2001-2002 van 19 april 2001, |
zullen de inspanningen ten gunste van de risicogroepen als volgt | zullen de inspanningen ten gunste van de risicogroepen als volgt |
worden voortgezet : | worden voortgezet : |
- het heffen van een bijdrage van 0,10 pct. van de loonmassa in 2001 | - het heffen van een bijdrage van 0,10 pct. van de loonmassa in 2001 |
en 2002; en | en 2002; en |
- het heffen van een bijkomende bijdrage van 0,05 pct. van de | - het heffen van een bijkomende bijdrage van 0,05 pct. van de |
loonmassa die overeenstemt met de periode van 2001-2002. Deze | loonmassa die overeenstemt met de periode van 2001-2002. Deze |
bijkomende bijdrage zal meer in het bijzonder worden bestemd voor | bijkomende bijdrage zal meer in het bijzonder worden bestemd voor |
opleiding en herinschakeling van de werknemers binnen de grafische | opleiding en herinschakeling van de werknemers binnen de grafische |
sector, die ouder dan 45 jaar of gehandicapt zijn. | sector, die ouder dan 45 jaar of gehandicapt zijn. |
Art. 3.De "risicogroepen" waarvan sprake in artikel 2 zijn de |
Art. 3.De "risicogroepen" waarvan sprake in artikel 2 zijn de |
werkzoekenden die geen universitair diploma hebben en de arbeiders | werkzoekenden die geen universitair diploma hebben en de arbeiders |
tewerkgesteld in de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van | tewerkgesteld in de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van |
het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en | het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en |
dagbladbedrijf. | dagbladbedrijf. |
Art. 4.In uitvoering van artikel 5 van de collectieve |
Art. 4.In uitvoering van artikel 5 van de collectieve |
arbeidsovereenkomst 2001-2002 van 19 april 2001, wordt een | arbeidsovereenkomst 2001-2002 van 19 april 2001, wordt een |
niet-recurrente bijdrage geïnd van 0,05 pct. van de loonmassa in 2001 | niet-recurrente bijdrage geïnd van 0,05 pct. van de loonmassa in 2001 |
en 2002 voor de financiering van de studie van een analytische methode | en 2002 voor de financiering van de studie van een analytische methode |
van de classificatie van de functies, van een imagocampagne ten | van de classificatie van de functies, van een imagocampagne ten |
voordele van de sector, acties met betrekking tot het milieu en andere | voordele van de sector, acties met betrekking tot het milieu en andere |
dossiers die van belang worden geacht voor de bedrijfstak. | dossiers die van belang worden geacht voor de bedrijfstak. |
De sociale partners belasten de v.z.w. FOGRA met het beheer van de | De sociale partners belasten de v.z.w. FOGRA met het beheer van de |
middelen die voortspruiten uit deze bijdrage. | middelen die voortspruiten uit deze bijdrage. |
Art. 5.Teneinde de initiatieven vermeld in de artikelen 2 en 4 te |
Art. 5.Teneinde de initiatieven vermeld in de artikelen 2 en 4 te |
financieren, zullen de in artikel 1 bedoelde ondernemingen worden | financieren, zullen de in artikel 1 bedoelde ondernemingen worden |
vrijgesteld van de bijdrage van 0,10 pct. van de brutolonen in 2001 en | vrijgesteld van de bijdrage van 0,10 pct. van de brutolonen in 2001 en |
2002 aan het "Tewerkstellingsfonds". | 2002 aan het "Tewerkstellingsfonds". |
Deze bijdrage aan het "Tewerkstellingsfonds" wordt vervangen door een | Deze bijdrage aan het "Tewerkstellingsfonds" wordt vervangen door een |
bijkomende trimestriële bijdrage aan het "Bijzonder Fonds voor het | bijkomende trimestriële bijdrage aan het "Bijzonder Fonds voor het |
grafische en dagbladbedrijf", die gelijk is aan 0,10 pct. van de | grafische en dagbladbedrijf", die gelijk is aan 0,10 pct. van de |
brutolonen in 2001 en 2002. | brutolonen in 2001 en 2002. |
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen |
Art. 6.De raad van beheer van het bijzonder fonds zal de |
Art. 6.De raad van beheer van het bijzonder fonds zal de |
uitvoeringsmodaliteiten van de bepalingen voorzien in deze | uitvoeringsmodaliteiten van de bepalingen voorzien in deze |
overeenkomst vastleggen en toezien op de correcte uitvoering ervan. | overeenkomst vastleggen en toezien op de correcte uitvoering ervan. |
Art. 7.Deze overeenkomst treedt in werking op 1 januari 2001 en |
Art. 7.Deze overeenkomst treedt in werking op 1 januari 2001 en |
blijft van toepassing tot en met 31 december 2002. | blijft van toepassing tot en met 31 december 2002. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 december | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 december |
2003. | 2003. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |