Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 23/12/1999
← Terug naar "Koninklijk besluit tot aanpassing van de artikelen 1 en 4, van bijlage 2 bij de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven aan richtlijn 97/33/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni 1997 inzake interconnectie op telecommunicatiegebied, wat betreft de waarborging van de universele dienst en van de interoperabiliteit door toepassing van de beginselen van Open Netwerk Provision "
Koninklijk besluit tot aanpassing van de artikelen 1 en 4, van bijlage 2 bij de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven aan richtlijn 97/33/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni 1997 inzake interconnectie op telecommunicatiegebied, wat betreft de waarborging van de universele dienst en van de interoperabiliteit door toepassing van de beginselen van Open Netwerk Provision Koninklijk besluit tot aanpassing van de artikelen 1 en 4, van bijlage 2 bij de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven aan richtlijn 97/33/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni 1997 inzake interconnectie op telecommunicatiegebied, wat betreft de waarborging van de universele dienst en van de interoperabiliteit door toepassing van de beginselen van Open Netwerk Provision
MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR
23 DECEMBER 1999. - Koninklijk besluit tot aanpassing van de artikelen 23 DECEMBER 1999. - Koninklijk besluit tot aanpassing van de artikelen
1 en 4, van bijlage 2 bij de wet van 21 maart 1991 betreffende de 1 en 4, van bijlage 2 bij de wet van 21 maart 1991 betreffende de
hervorming van sommige economische overheidsbedrijven aan richtlijn hervorming van sommige economische overheidsbedrijven aan richtlijn
97/33/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni 1997 inzake 97/33/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni 1997 inzake
interconnectie op telecommunicatiegebied, wat betreft de waarborging interconnectie op telecommunicatiegebied, wat betreft de waarborging
van de universele dienst en van de interoperabiliteit door toepassing van de universele dienst en van de interoperabiliteit door toepassing
van de beginselen van Open Netwerk Provision (ONP) van de beginselen van Open Netwerk Provision (ONP)
VERSLAG AAN DE KONING VERSLAG AAN DE KONING
Sire, Sire,
Het koninklijk besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd, Het koninklijk besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd,
strekt ertoe de artikelen 1 en 4 van bijlage 2 bij de wet van 21 maart strekt ertoe de artikelen 1 en 4 van bijlage 2 bij de wet van 21 maart
1991 betreffende de hervorming van sommige economische 1991 betreffende de hervorming van sommige economische
overheidsbedrijven aan te passen, met het oog op de uitvoerige overheidsbedrijven aan te passen, met het oog op de uitvoerige
omzetting in ons intern recht van artikel 5 van richtlijn 97/33/EG van omzetting in ons intern recht van artikel 5 van richtlijn 97/33/EG van
het Europees Parlement en de Raad van 30 juni 1997 inzake het Europees Parlement en de Raad van 30 juni 1997 inzake
interconnectie op telecommunicatiegebied, wat betreft de waarborging interconnectie op telecommunicatiegebied, wat betreft de waarborging
van de universele dienst en van de interoperabiliteit door toepassing van de universele dienst en van de interoperabiliteit door toepassing
van de beginselen van Open Network Provision (ONP). van de beginselen van Open Network Provision (ONP).
Die wijziging is enerzijds het gevolg van een met redenen omkleed Die wijziging is enerzijds het gevolg van een met redenen omkleed
advies dat de Europese Commissie op 9 maart 1999 aan België heeft advies dat de Europese Commissie op 9 maart 1999 aan België heeft
gericht, en anderzijds van een verzoekschrift met referentie C-384/99 gericht, en anderzijds van een verzoekschrift met referentie C-384/99
van 7 oktober 1999, dat België voor het Hof van Justitie van de van 7 oktober 1999, dat België voor het Hof van Justitie van de
Europese Gemeenschappen dagvaardt. Europese Gemeenschappen dagvaardt.
Beide akten van rechtspleging verwijten België het feit dat het niet Beide akten van rechtspleging verwijten België het feit dat het niet
de verplichtingen is nagekomen die zijn opgelegd door artikel 5 van de verplichtingen is nagekomen die zijn opgelegd door artikel 5 van
richtlijn 97/33/EG, in samenhang met de bijlagen I en III daarvan, wat richtlijn 97/33/EG, in samenhang met de bijlagen I en III daarvan, wat
de universele dienst betreft, terwijl de Lid-Staten verplicht zijn de universele dienst betreft, terwijl de Lid-Staten verplicht zijn
ervoor te zorgen dat de bepalingen van die richtlijn integraal worden ervoor te zorgen dat de bepalingen van die richtlijn integraal worden
toegepast. toegepast.
De betreffende bezwaren hebben met name betrekking op de methode voor De betreffende bezwaren hebben met name betrekking op de methode voor
de berekening van de nettokosten van de universele dienst, zoals die de berekening van de nettokosten van de universele dienst, zoals die
nu in de Belgische wetgeving wordt uiteengezet. Volgens de Europese nu in de Belgische wetgeving wordt uiteengezet. Volgens de Europese
Commissie zou die methode onvoldoende rekening houden met een aantal Commissie zou die methode onvoldoende rekening houden met een aantal
principes die in bijlage III bij richtlijn 97/33/EG vastgelegd zijn principes die in bijlage III bij richtlijn 97/33/EG vastgelegd zijn
voor de berekening van de nettokosten van de universele dienst. voor de berekening van de nettokosten van de universele dienst.
Bijgevolg is het onderhavige koninklijk besluit opgesteld om tegemoet Bijgevolg is het onderhavige koninklijk besluit opgesteld om tegemoet
te komen aan de opmerkingen vanwege de Europese Commissie. te komen aan de opmerkingen vanwege de Europese Commissie.
Artikelsgewijze commentaar Artikelsgewijze commentaar
Artikel 1 voegt twee aanvullende definities toe aan de lijst van Artikel 1 voegt twee aanvullende definities toe aan de lijst van
definities van artikel 1 van bijlage 2 bij de wet van 21 maart 1991. definities van artikel 1 van bijlage 2 bij de wet van 21 maart 1991.
Die nieuwe definities behoeven geen commentaar. De indirecte winsten Die nieuwe definities behoeven geen commentaar. De indirecte winsten
houden rekening met het geheel van de voordelen die de dienstverlener houden rekening met het geheel van de voordelen die de dienstverlener
verkrijgt door het verrichten van de universele dienstverlening, of verkrijgt door het verrichten van de universele dienstverlening, of
met de nadelen die hij zou ondervinden ingeval hij het verrichten van met de nadelen die hij zou ondervinden ingeval hij het verrichten van
deze dienst zou onderbreken. Aldus wordt met het feit dat de deze dienst zou onderbreken. Aldus wordt met het feit dat de
historische operator in wezen en van bij het begin de dienstverlener historische operator in wezen en van bij het begin de dienstverlener
is van de universele dienstverlening, rekening gehouden. is van de universele dienstverlening, rekening gehouden.
Artikel 2 voert het begrip universele telefoongids in, uit de Artikel 2 voert het begrip universele telefoongids in, uit de
bekommernis om coherent te zijn met de basis van de wet. bekommernis om coherent te zijn met de basis van de wet.
Artikel 3 wijzigt artikel 4, §§ 2 tot 6 en 8, van bijlage 2 bij de wet Artikel 3 wijzigt artikel 4, §§ 2 tot 6 en 8, van bijlage 2 bij de wet
van 21 maart 1991. van 21 maart 1991.
Het geeft voor vijf van de diensten die bij wijze van universele Het geeft voor vijf van de diensten die bij wijze van universele
dienst worden verstrekt (namelijk de geografische universele dienst worden verstrekt (namelijk de geografische universele
basisdienst, de sociale en speciale tarieven, de dienst inlichtingen, basisdienst, de sociale en speciale tarieven, de dienst inlichtingen,
de opstelling, het onderhoud en de werking van de openbare de opstelling, het onderhoud en de werking van de openbare
betaaltelefoons, de uitgave van de universele telefoongids), een betaaltelefoons, de uitgave van de universele telefoongids), een
gedetailleerde en afzonderlijke beschrijving van de elementen aan de gedetailleerde en afzonderlijke beschrijving van de elementen aan de
hand waarvan en van de manier waarop de universele dienstverlener de hand waarvan en van de manier waarop de universele dienstverlener de
nettokosten moet evalueren van elk van die diensten. nettokosten moet evalueren van elk van die diensten.
Wat betreft § 2 wordt gepreciseerd dat rekening zal gehouden worden Wat betreft § 2 wordt gepreciseerd dat rekening zal gehouden worden
met oproepen tussen abonnees uit niet rendabele geografische zones. met oproepen tussen abonnees uit niet rendabele geografische zones.
Gezien het feit dat zowel de binnenkomende als de uitgaande oproepen Gezien het feit dat zowel de binnenkomende als de uitgaande oproepen
in rekening worden gebracht, moet een dubbele verrekening van bepaalde in rekening worden gebracht, moet een dubbele verrekening van bepaalde
oproepen, wat een artificiële verhoging van de opbrengst van deze oproepen, wat een artificiële verhoging van de opbrengst van deze
dienst zou inhouden, vermeden worden. Bovendien moet rekening gehouden dienst zou inhouden, vermeden worden. Bovendien moet rekening gehouden
worden met het feit dat bepaalde oproepen zoals spoedoproepen, worden met het feit dat bepaalde oproepen zoals spoedoproepen,
oproepen vanaf de werkplaats,..., ook door de abonnee zouden gedaan oproepen vanaf de werkplaats,..., ook door de abonnee zouden gedaan
worden, zelfs indien deze niet meer over een aansluiting thuis worden, zelfs indien deze niet meer over een aansluiting thuis
beschikte. beschikte.
Indien daarenboven een oproep gegenereerd wordt op het netwerk van een Indien daarenboven een oproep gegenereerd wordt op het netwerk van een
andere operator van het publiek telecommunicatienetwerk of van een andere operator van het publiek telecommunicatienetwerk of van een
andere operator van spraaktelefonie, wordt enkel de interconnectiekost andere operator van spraaktelefonie, wordt enkel de interconnectiekost
in rekening gebracht. in rekening gebracht.
Wat betreft § 3 wordt gepreciseerd dat rekening zal gehouden worden Wat betreft § 3 wordt gepreciseerd dat rekening zal gehouden worden
met de oproepen tussen de abonnees die genieten van sociale of met de oproepen tussen de abonnees die genieten van sociale of
speciale tarieven, Gezien het feit dat zowel binnenkomende als speciale tarieven, Gezien het feit dat zowel binnenkomende als
uitgaande oproepen in rekening worden gebracht, moet een dubbele uitgaande oproepen in rekening worden gebracht, moet een dubbele
verrekening van bepaalde oproepen, wat een artificiële verhoging van verrekening van bepaalde oproepen, wat een artificiële verhoging van
de opbrengst van deze dienst zou inhouden, vermeden worden. de opbrengst van deze dienst zou inhouden, vermeden worden.
Indien daarenboven een oproep gegenereerd wordt op het netwerk van een Indien daarenboven een oproep gegenereerd wordt op het netwerk van een
andere operator van het publiek telecommunicatienetwerk of van een andere operator van het publiek telecommunicatienetwerk of van een
andere operator van spraaktelefonie, wordt enkel de interconnectiekost andere operator van spraaktelefonie, wordt enkel de interconnectiekost
in rekening gebracht. in rekening gebracht.
Ik heb de eer te zijn, Ik heb de eer te zijn,
Sire, Sire,
van Uwe Majesteit, van Uwe Majesteit,
de zeer eerbiedige de zeer eerbiedige
en zeer getrouwe dienaar, en zeer getrouwe dienaar,
De Minister van Telecommunicatie, De Minister van Telecommunicatie,
R. DAEMS R. DAEMS
ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE
De Raad van State, afdeling wetgeving, vierde kamer, op 9 december De Raad van State, afdeling wetgeving, vierde kamer, op 9 december
1999 door de Minister van Telecommunicatie verzocht hem, binnen een 1999 door de Minister van Telecommunicatie verzocht hem, binnen een
termijn van ten hoogste drie dagen, van advies te dienen over een termijn van ten hoogste drie dagen, van advies te dienen over een
ontwerp van koninklijk besluit « tot aanpassing van artikelen 1 en 4 ontwerp van koninklijk besluit « tot aanpassing van artikelen 1 en 4
van bijlage 2 bij de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van bijlage 2 bij de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming
van sommige economische overheidsbedrijven aan richtlijn 97/33/EG », van sommige economische overheidsbedrijven aan richtlijn 97/33/EG »,
heeft op 15 december 1999 het volgende advies gegeven : heeft op 15 december 1999 het volgende advies gegeven :
Overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde Overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde
wetten op de Raad van State, ingevoegd bij de wet van 4 augustus 1996, wetten op de Raad van State, ingevoegd bij de wet van 4 augustus 1996,
moeten in de adviesaanvraag in het bijzonder de redenen worden moeten in de adviesaanvraag in het bijzonder de redenen worden
aangegeven tot staving van het spoedeisende karakter ervan. aangegeven tot staving van het spoedeisende karakter ervan.
De motivering van het verzoek om spoedbehandeling is in de brief en in De motivering van het verzoek om spoedbehandeling is in de brief en in
de aanhef in nagenoeg dezelfde bewoordingen gesteld. de aanhef in nagenoeg dezelfde bewoordingen gesteld.
In het onderhavige geval luidt die motivering, zoals ze in de aanhef In het onderhavige geval luidt die motivering, zoals ze in de aanhef
van het ontwerp van besluit is gesteld, als volgt : van het ontwerp van besluit is gesteld, als volgt :
« Gelet op de dringende noodzakelijkheid die voortvloeit uit het met « Gelet op de dringende noodzakelijkheid die voortvloeit uit het met
redenen omkleed advies dat de Europese Commissie op 9 maart 1999 aan redenen omkleed advies dat de Europese Commissie op 9 maart 1999 aan
België heeft gericht met betrekking tot de omzetting van artikel 5 van België heeft gericht met betrekking tot de omzetting van artikel 5 van
richtlijn 97/33/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni richtlijn 97/33/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni
1997 inzake interconnectie op telecommunicatiegebied, wat betreft de 1997 inzake interconnectie op telecommunicatiegebied, wat betreft de
waarborging van de universele dienst en van de interoperabiliteit door waarborging van de universele dienst en van de interoperabiliteit door
toepassing van de beginselen van Open Network Provision (ONP), samen toepassing van de beginselen van Open Network Provision (ONP), samen
met de bijlagen I en III; met de bijlagen I en III;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid die voortvloeit uit Gelet op de dringende noodzakelijkheid die voortvloeit uit
verzoekschrift C-384/99 van de Europese Commissie van 7 oktober 1999, verzoekschrift C-384/99 van de Europese Commissie van 7 oktober 1999,
waardoor een zaak aanhangig wordt gemaakt bij het Hof van Justitie van waardoor een zaak aanhangig wordt gemaakt bij het Hof van Justitie van
de Europese Gemeenschappen op grond van artikel 226 van het de Europese Gemeenschappen op grond van artikel 226 van het
EG-verdrag, wegens de onjuiste omzetting in intern recht van artikel 5 EG-verdrag, wegens de onjuiste omzetting in intern recht van artikel 5
van richtlijn 97/33/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 van richtlijn 97/33/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30
juni 1997; ». juni 1997; ».
Overeenkomstig artikel 84, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op Overeenkomstig artikel 84, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op
de Raad van State heeft de afdeling wetgeving zich beperkt tot de de Raad van State heeft de afdeling wetgeving zich beperkt tot de
volgende opmerkingen. volgende opmerkingen.
Algemene opmerkingen Algemene opmerkingen
1. Zoals wordt aangegeven in het verslag aan de Koning strekt het 1. Zoals wordt aangegeven in het verslag aan de Koning strekt het
ontwerp ertoe de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van ontwerp ertoe de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van
sommige economische overheidsbedrijven aan te passen met het oog op de sommige economische overheidsbedrijven aan te passen met het oog op de
correcte omzetting van richtlijn 97/33/EG van het Europees Parlement correcte omzetting van richtlijn 97/33/EG van het Europees Parlement
en de Raad van 30 juni 1997 inzake interconnectie op en de Raad van 30 juni 1997 inzake interconnectie op
telecommunicatiegebied, wat betreft de waarborging van de universele telecommunicatiegebied, wat betreft de waarborging van de universele
dienst en van de interoperabiliteit door toepassing van de beginselen dienst en van de interoperabiliteit door toepassing van de beginselen
van Open Network Provision (ONP). van Open Network Provision (ONP).
De Commissie heeft immers bij het Europees Hof van Justitie tegen het De Commissie heeft immers bij het Europees Hof van Justitie tegen het
Koninkrijk België een beroep wegens niet-nakoming ingesteld omdat Koninkrijk België een beroep wegens niet-nakoming ingesteld omdat
België artikel 5 van die richtlijn nog niet in intern recht heeft België artikel 5 van die richtlijn nog niet in intern recht heeft
omgezet. omgezet.
De Commissie verwijt België in hoofdzaak dat het voorkeurtarieven voor De Commissie verwijt België in hoofdzaak dat het voorkeurtarieven voor
de pers tot de universele dienstverlening rekent, dat de wijze waarop de pers tot de universele dienstverlening rekent, dat de wijze waarop
de bijdragen voor het fonds voor de universele dienstverlening worden de bijdragen voor het fonds voor de universele dienstverlening worden
berekend niet doorzichtig is en dat de bij de richtlijn opgelegde berekend niet doorzichtig is en dat de bij de richtlijn opgelegde
berekeningswijze voor de nettokosten van de universele dienst niet berekeningswijze voor de nettokosten van de universele dienst niet
volledig is omgezet. volledig is omgezet.
Wat de eerste grief betreft, is de afdeling wetgeving reeds om advies Wat de eerste grief betreft, is de afdeling wetgeving reeds om advies
verzocht over een ontwerp dat ertoe strekte de gunstige verzocht over een ontwerp dat ertoe strekte de gunstige
tariefvoorwaarden voor sommige persorganen te schrappen van de lijst tariefvoorwaarden voor sommige persorganen te schrappen van de lijst
van diensten verstrekt bij wijze van universele dienstverlening (1). van diensten verstrekt bij wijze van universele dienstverlening (1).
De grief dat er een gebrek is aan doorzichtigheid, slaat enerzijds op De grief dat er een gebrek is aan doorzichtigheid, slaat enerzijds op
de berekeningswijze van de nettokosten van de universele de berekeningswijze van de nettokosten van de universele
dienstverlening en anderzijds op de berekeningswijze van de dienstverlening en anderzijds op de berekeningswijze van de
respectieve bijdragen. respectieve bijdragen.
Het ontwerp wijzigt de artikelen 1 en 4 van bijlage 2 bij de wet van Het ontwerp wijzigt de artikelen 1 en 4 van bijlage 2 bij de wet van
21 maart 1991. De aanpassingen ervan zijn een antwoord op de derde 21 maart 1991. De aanpassingen ervan zijn een antwoord op de derde
grief en een gedeeltelijk antwoord op de tweede grief voor zover ze grief en een gedeeltelijk antwoord op de tweede grief voor zover ze
betrekking hebben op de berekening van de nettokosten van de betrekking hebben op de berekening van de nettokosten van de
universele dienstverlening. universele dienstverlening.
Het ontwerp wijzigt de wet evenwel niet wat betreft de berekening van Het ontwerp wijzigt de wet evenwel niet wat betreft de berekening van
de respectieve bijdragen van de operatoren voor het fonds voor de de respectieve bijdragen van de operatoren voor het fonds voor de
universele dienstverlening. universele dienstverlening.
De Commissie heeft in dit verband het volgende gesteld : De Commissie heeft in dit verband het volgende gesteld :
« ... ni l'article 86, paragraphe 2 de la loi [du 21 mars 1991], ni « ... ni l'article 86, paragraphe 2 de la loi [du 21 mars 1991], ni
l'[annexe II] ne précisent de façon suffisamment détaillée le mode de l'[annexe II] ne précisent de façon suffisamment détaillée le mode de
calcul de la base de contribution des operateurs visés. En calcul de la base de contribution des operateurs visés. En
particulier, la notion de chiffre d'affaires relatif à l'exploitation particulier, la notion de chiffre d'affaires relatif à l'exploitation
d'un réseau public n'est pas explicitée, et le marché exact sur lequel d'un réseau public n'est pas explicitée, et le marché exact sur lequel
cette activité est mesurée n' est pas clairement identifié... ». cette activité est mesurée n' est pas clairement identifié... ».
In zijn antwoord op het gemotiveerd advies dat aan het verzoekschrift In zijn antwoord op het gemotiveerd advies dat aan het verzoekschrift
is voorafgegaan, had de regering kenbaar gemaakt dat ze van plan was is voorafgegaan, had de regering kenbaar gemaakt dat ze van plan was
aanvullende preciseringen aan te brengen in een besluit. aanvullende preciseringen aan te brengen in een besluit.
De afdeling wetgeving herinnert eraan dat voorzover de omzet van de De afdeling wetgeving herinnert eraan dat voorzover de omzet van de
operatoren in de betrokken markt de basis vormt van de bijdrage tot operatoren in de betrokken markt de basis vormt van de bijdrage tot
het fonds, deze krachtens het beginsel van de wettelijkheid van de het fonds, deze krachtens het beginsel van de wettelijkheid van de
belasting in de wet zelf nauwkeurig moet worden afgebakend (2). belasting in de wet zelf nauwkeurig moet worden afgebakend (2).
2. Wat de berekening van de nettokosten van de universele 2. Wat de berekening van de nettokosten van de universele
dienstverlening betreft, verwijt de Commissie België in hoofdzaak dat dienstverlening betreft, verwijt de Commissie België in hoofdzaak dat
het « de immateriële winsten » daarin niet heeft opgenomen en dat het het « de immateriële winsten » daarin niet heeft opgenomen en dat het
niet gepreciseerd heeft dat de kosten en inkomsten die in aanmerking niet gepreciseerd heeft dat de kosten en inkomsten die in aanmerking
genomen moeten worden, geraamde kosten en inkomsten zijn, en niet de genomen moeten worden, geraamde kosten en inkomsten zijn, en niet de
kosten en inkomsten die in het verleden gemaakt of verkregen zijn, kosten en inkomsten die in het verleden gemaakt of verkregen zijn,
zoals bepaald in bijlage III van richtlijn 97/33/EG. zoals bepaald in bijlage III van richtlijn 97/33/EG.
Volgens de gemachtigde ambtenaar maken de definities die in het Volgens de gemachtigde ambtenaar maken de definities die in het
ontwerp worden gegeven van de begrippen « indirecte winst » en « ontwerp worden gegeven van de begrippen « indirecte winst » en «
kosten » het mogelijk om de richtlijn correct om te zetten. kosten » het mogelijk om de richtlijn correct om te zetten.
Wat betreft de « kosten » zou het beter zijn nader te preciseren wat Wat betreft de « kosten » zou het beter zijn nader te preciseren wat
verstaan moet worden onder « de methode van de huidige verstaan moet worden onder « de methode van de huidige
kostenboekhouding ». kostenboekhouding ».
Bovendien valt op te merken dat deze werkwijze weliswaar de Bovendien valt op te merken dat deze werkwijze weliswaar de
mogelijkheid biedt om rekening te houden met de geraamde kosten, maar mogelijkheid biedt om rekening te houden met de geraamde kosten, maar
dat in het ontwerp niet, of in elk geval niet uitdrukkelijk genoeg, dat in het ontwerp niet, of in elk geval niet uitdrukkelijk genoeg,
lijkt te worden gepreciseerd dat de inkomsten die in aanmerking moeten lijkt te worden gepreciseerd dat de inkomsten die in aanmerking moeten
worden genomen voor de raming van de nettokosten van de universele worden genomen voor de raming van de nettokosten van de universele
dienstverlening ook geraamde inkomsten zijn. dienstverlening ook geraamde inkomsten zijn.
Bijzondere opmerkingen Bijzondere opmerkingen
Opschrift Opschrift
Van richtlijn 97/33/EG moeten ook de datum en het opschrift worden Van richtlijn 97/33/EG moeten ook de datum en het opschrift worden
vermeld. Men schrijve dus : « richtlijn 97/33/EG van het Europees vermeld. Men schrijve dus : « richtlijn 97/33/EG van het Europees
Parlement en de Raad van 30 juni 1997 inzake interconnectie op Parlement en de Raad van 30 juni 1997 inzake interconnectie op
telecommunicatiegebied, wat betreft de waarborging van de universele telecommunicatiegebied, wat betreft de waarborging van de universele
dienst en van de interoperabiliteit door toepassing van de beginselen dienst en van de interoperabiliteit door toepassing van de beginselen
van Open Network Provision (ONP) ». van Open Network Provision (ONP) ».
Aanhef Aanhef
Eerste lid Eerste lid
Vroeger werd weliswaar naar de richtlijnen die bij een besluit werden Vroeger werd weliswaar naar de richtlijnen die bij een besluit werden
omgezet verwezen met een lid dat begon met « Gelet op », maar dat is omgezet verwezen met een lid dat begon met « Gelet op », maar dat is
nu niet meer gebruikelijk. Thans dient in de vorm van een overweging nu niet meer gebruikelijk. Thans dient in de vorm van een overweging
of beter nog, in de vorm van een artikel in het dispositief, te worden of beter nog, in de vorm van een artikel in het dispositief, te worden
gepreciseerd dat de ontworpen regeling die bepaalde richtlijn omzet gepreciseerd dat de ontworpen regeling die bepaalde richtlijn omzet
(3). Het eerste tot het vierde lid moeten derhalve vervallen en de (3). Het eerste tot het vierde lid moeten derhalve vervallen en de
ontworpen tekst moet in het licht van deze opmerking en naar de keuze ontworpen tekst moet in het licht van deze opmerking en naar de keuze
van de stellers van de ontworpen tekst verbeterd worden. van de stellers van de ontworpen tekst verbeterd worden.
Bovendien behoort het opschrift van richtlijn 98/61/EG van 24 Bovendien behoort het opschrift van richtlijn 98/61/EG van 24
september 1998, waarbij richtlijn 97/33/EG van 30 juni 1997 wordt september 1998, waarbij richtlijn 97/33/EG van 30 juni 1997 wordt
gewijzigd, niet te worden vermeld. De woorden « wat betreft gewijzigd, niet te worden vermeld. De woorden « wat betreft
nummerportabiliteit tussen exploitanten en carriervoorkeuze » moeten nummerportabiliteit tussen exploitanten en carriervoorkeuze » moeten
dus vervallen. dus vervallen.
Tweede lid (dat het eerste lid wordt) Tweede lid (dat het eerste lid wordt)
Zoals de afdeling wetgeving van de Raad van State reeds in vroegere Zoals de afdeling wetgeving van de Raad van State reeds in vroegere
adviezen heeft opgemerkt, moet worden verwezen naar de artikelen van adviezen heeft opgemerkt, moet worden verwezen naar de artikelen van
de wet van 21 maart l991 betreffende de hervorming van sommige de wet van 21 maart l991 betreffende de hervorming van sommige
economische overheidsbedrijven die bij het ontwerp worden gewijzigd economische overheidsbedrijven die bij het ontwerp worden gewijzigd
(4). Behalve naar artikel 122, moet dus ook naar de artikelen 1 en 4 (4). Behalve naar artikel 122, moet dus ook naar de artikelen 1 en 4
van bijlage 2 worden verwezen. Voorts moet de oorsprong van die van bijlage 2 worden verwezen. Voorts moet de oorsprong van die
bepalingen worden vermeld. bepalingen worden vermeld.
Wat artikel 122 van de voornoemde wet van 21 maart 1991 betreft Wat artikel 122 van de voornoemde wet van 21 maart 1991 betreft
waarnaar in dit lid wordt verwezen, behoort de wijziging die bij de waarnaar in dit lid wordt verwezen, behoort de wijziging die bij de
wet van 6 augustus 1993 in dat artikel is aangebracht, niet te worden wet van 6 augustus 1993 in dat artikel is aangebracht, niet te worden
vermeld aangezien ze niet meer geldt (5). vermeld aangezien ze niet meer geldt (5).
Dispositief Dispositief
Artikel 1 Artikel 1
De inleidende zin is niet juist. Artikel 1 van bijlage 2 bij de wet De inleidende zin is niet juist. Artikel 1 van bijlage 2 bij de wet
van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische
overheidsbedrijven is, net als de hele bijlage 2 trouwens, ingevoegd overheidsbedrijven is, net als de hele bijlage 2 trouwens, ingevoegd
bij de wet van 19 december 1997. Dat artikel heeft geen andere bij de wet van 19 december 1997. Dat artikel heeft geen andere
wijzigingen ondergaan. wijzigingen ondergaan.
De inleidende zin behoort als volgt te worden gesteld : De inleidende zin behoort als volgt te worden gesteld :
«

Artikel 1.Artikel 1 van bijlage 2 bij de wet van 21 maart 1991

«

Artikel 1.Artikel 1 van bijlage 2 bij de wet van 21 maart 1991

betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven,
ingevoegd bij de wet van 19 december 1997, wordt aangevuld met een ingevoegd bij de wet van 19 december 1997, wordt aangevuld met een
onderdeel 12° en een onderdeel 13°, luidende : ». onderdeel 12° en een onderdeel 13°, luidende : ».
Artikel 3 Artikel 3
De laatste zin van paragraaf 2, derde lid, is onduidelijk en geeft de De laatste zin van paragraaf 2, derde lid, is onduidelijk en geeft de
bedoeling van de steller van het ontwerp, zoals die in het verslag aan bedoeling van de steller van het ontwerp, zoals die in het verslag aan
de Koning tot uiting komt, in elk geval niet goed weer. de Koning tot uiting komt, in elk geval niet goed weer.
Volgens dat verslag laat het zich immers aanzien dat het de bedoeling Volgens dat verslag laat het zich immers aanzien dat het de bedoeling
is dat geen rekening wordt gehouden met de uitgaande oproepen naar een is dat geen rekening wordt gehouden met de uitgaande oproepen naar een
abonnee in een niet-rendabel gebied en met de oproepen die hoe dan ook abonnee in een niet-rendabel gebied en met de oproepen die hoe dan ook
zouden zijn gedaan, zelfs als de oproeper niet over een aansluiting zouden zijn gedaan, zelfs als de oproeper niet over een aansluiting
thuis beschikte. In de tekst van het ontwerp staat evenwel volstrekt thuis beschikte. In de tekst van het ontwerp staat evenwel volstrekt
het omgekeerde. het omgekeerde.
Deze opmerking geldt ook voor de ontworpen paragraaf 3, derde lid. Deze opmerking geldt ook voor de ontworpen paragraaf 3, derde lid.
Het vierde lid van diezelfde paragraaf 2 is al even onduidelijk. Moet Het vierde lid van diezelfde paragraaf 2 is al even onduidelijk. Moet
het aldus worden verstaan dat het Belgisch Instituut voor Postdiensten het aldus worden verstaan dat het Belgisch Instituut voor Postdiensten
en Telecommunicatie vooraf zal bepalen binnen welke gebieden de en Telecommunicatie vooraf zal bepalen binnen welke gebieden de
rendabiliteit in haar geheel moet worden beoordeeld ? rendabiliteit in haar geheel moet worden beoordeeld ?
Als zulks de bedoeling is, lijkt de bepaling in strijd met bijlage III Als zulks de bedoeling is, lijkt de bepaling in strijd met bijlage III
bij richtlijn 97/33. Volgens die richtlijn wordt voor de berekening bij richtlijn 97/33. Volgens die richtlijn wordt voor de berekening
van de nettokosten van de universele dienstverlening immers rekening van de nettokosten van de universele dienstverlening immers rekening
gehouden met : gehouden met :
« die eindgebruikers of groepen van eindgebruikers die niet zouden « die eindgebruikers of groepen van eindgebruikers die niet zouden
worden bediend door een commerciële exploitant die niet aan een worden bediend door een commerciële exploitant die niet aan een
verplichting tot universele dienstverstrekking is onderworpen ». verplichting tot universele dienstverstrekking is onderworpen ».
De afbakening van een gebied waarin de eindgebruikers niet door zulk De afbakening van een gebied waarin de eindgebruikers niet door zulk
een exploitant zouden worden bediend, kan alleen steunen op een raming een exploitant zouden worden bediend, kan alleen steunen op een raming
van de nettokosten van de diensten die aan hen worden verstrekt en van de nettokosten van de diensten die aan hen worden verstrekt en
lijkt dus niet vooraf door het Instituut te kunnen worden bepaald. lijkt dus niet vooraf door het Instituut te kunnen worden bepaald.
Voor het overige kan de bevoegdheid voor het afbakenen van de Voor het overige kan de bevoegdheid voor het afbakenen van de
geografische gebieden, gelet op het verordenende karakter ervan, niet geografische gebieden, gelet op het verordenende karakter ervan, niet
aan het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie aan het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie
worden gedelegeerd. worden gedelegeerd.
Slotopmerking Slotopmerking
Het ontwerp bevat geen uitvoeringsbepaling. Er moet zulk een bepaling Het ontwerp bevat geen uitvoeringsbepaling. Er moet zulk een bepaling
worden ingevoegd, luidende : worden ingevoegd, luidende :
« Onze minister bevoegd voor Telecommunicatie is belast met de « Onze minister bevoegd voor Telecommunicatie is belast met de
uitvoering van dit besluit ». uitvoering van dit besluit ».
De kamer was samengesteld uit : De kamer was samengesteld uit :
De heren : De heren :
P. Hanse, staatsraad, voorzitter; P. Hanse, staatsraad, voorzitter;
P. Lienardy en P. Quertainmont, staatsraden; P. Lienardy en P. Quertainmont, staatsraden;
Mevr. M. Proost, griffier. Mevr. M. Proost, griffier.
Het verslag werd uitgebracht door de heer L. Detroux, auditeur. De Het verslag werd uitgebracht door de heer L. Detroux, auditeur. De
nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld en toegelicht door de nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld en toegelicht door de
heer C. Amelynck, referendaris. heer C. Amelynck, referendaris.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd
nagezien onder toezicht van de heer P. Lienardy. nagezien onder toezicht van de heer P. Lienardy.
De griffier, De griffier,
M. Proost. M. Proost.
De voorzitter, De voorzitter,
P. Hanse. P. Hanse.
23 DECEMBER 1999. - Koninklijk besluit tot aanpassing van de artikelen 23 DECEMBER 1999. - Koninklijk besluit tot aanpassing van de artikelen
1 en 4 van bijlage 2 bij de wet van 21 maart 1991 betreffende de 1 en 4 van bijlage 2 bij de wet van 21 maart 1991 betreffende de
hervorming van sommige economische overheidsbedrijven aan richtlijn hervorming van sommige economische overheidsbedrijven aan richtlijn
97/33/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni 1997 inzake 97/33/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni 1997 inzake
interconnectie op telecommunicatiegebied, wat betreft de waarborging interconnectie op telecommunicatiegebied, wat betreft de waarborging
van de universele dienst en van de interoperabiliteit door toepassing van de universele dienst en van de interoperabiliteit door toepassing
van de beginselen van Open Netwerk Provision van de beginselen van Open Netwerk Provision
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op richtlijn 97/33/EG van het Europees Parlement en de Raad van Gelet op richtlijn 97/33/EG van het Europees Parlement en de Raad van
30 juni 1997 inzake interconnectie op telecornmunicatiegebied, wat 30 juni 1997 inzake interconnectie op telecornmunicatiegebied, wat
betreft de waarborging van de universele dienst en van de betreft de waarborging van de universele dienst en van de
interoperabiliteit door toepassing van de beginselen van Open Network interoperabiliteit door toepassing van de beginselen van Open Network
Provision (ONP); Provision (ONP);
Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van
sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid op artikel 122, sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid op artikel 122,
gewijzigd bij de wet van 20 december 1995 en vervangen bij de wet van gewijzigd bij de wet van 20 december 1995 en vervangen bij de wet van
19 december 1997 evenals artikel 1 en 4 van de bijlage 2 ingevoegd 19 december 1997 evenals artikel 1 en 4 van de bijlage 2 ingevoegd
door de wet van 19 december 1997; door de wet van 19 december 1997;
Gelet op het advies van de inspectie van financiën, gegeven op 27 Gelet op het advies van de inspectie van financiën, gegeven op 27
oktober 1999; oktober 1999;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 19 Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 19
november 1999; november 1999;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid die voortvloeit uit het met Gelet op de dringende noodzakelijkheid die voortvloeit uit het met
redenen omkleed advies dat de Europese Commissie op 9 maart 1999 aan redenen omkleed advies dat de Europese Commissie op 9 maart 1999 aan
België heeft gericht met betrekking tot de omzetting van artikel 5 van België heeft gericht met betrekking tot de omzetting van artikel 5 van
richtlijn 97/33/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni richtlijn 97/33/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni
1997 inzake interconnectie op telecommunicatiegebied, wat betreft de 1997 inzake interconnectie op telecommunicatiegebied, wat betreft de
waarborging van de universele dienst en van de interoperabiliteit door waarborging van de universele dienst en van de interoperabiliteit door
toepassing van de beginselen van Open Network Provision (ONP), samen toepassing van de beginselen van Open Network Provision (ONP), samen
met de bijlagen I en III; met de bijlagen I en III;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid die voortvloeit uit Gelet op de dringende noodzakelijkheid die voortvloeit uit
verzoekschrift C-384/99 van de Europese Commissie van 7 oktober 1999, verzoekschrift C-384/99 van de Europese Commissie van 7 oktober 1999,
waardoor een zaak aanhangig wordt gemaakt bij het Hof van Justitie van waardoor een zaak aanhangig wordt gemaakt bij het Hof van Justitie van
de Europese Gemeenschappen op grond van artikel 226 van het de Europese Gemeenschappen op grond van artikel 226 van het
EG-verdrag, wegens de onjuiste omzetting in intern recht van artikel 5 EG-verdrag, wegens de onjuiste omzetting in intern recht van artikel 5
van richtlijn 97/33/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 van richtlijn 97/33/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30
juni 1997; juni 1997;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 15 december Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 15 december
1999, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de 1999, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de
gecoördineerde wetten op de Raad van State; gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Telecommunicatie en op het Op de voordracht van Onze Minister van Telecommunicatie en op het
advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, advies van Onze in Raad vergaderde Ministers,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 1 van bijlage 2 bij de wet van 21 maart 1991

Artikel 1.In artikel 1 van bijlage 2 bij de wet van 21 maart 1991

betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven,
ingevoegd door de wet van 19 december 1997 worden een 12° en een 13° ingevoegd door de wet van 19 december 1997 worden een 12° en een 13°
ingevoegd, luidende : ingevoegd, luidende :
« 12° Indirecte winst : het geheel van financieel waardeerbare « 12° Indirecte winst : het geheel van financieel waardeerbare
voordelen dat een operator krijgt door zijn dienstverlening in het voordelen dat een operator krijgt door zijn dienstverlening in het
kader van de universele dienst zoals opgesomd in artikel 84, § 1, van kader van de universele dienst zoals opgesomd in artikel 84, § 1, van
deze wet, onder andere het effect van de bekendheid op het merk van de deze wet, onder andere het effect van de bekendheid op het merk van de
onderneming of de invloed van de reclame; onderneming of de invloed van de reclame;
13° Kosten: de kosten die worden berekend volgens de methode van de 13° Kosten: de kosten die worden berekend volgens de methode van de
huidigekostenboekhouding ("CCA") », dat wil zeggen dat in de huidigekostenboekhouding ("CCA") », dat wil zeggen dat in de
exploitatiekosten opgenomen jaarlijkse afschrijvingen worden berekend exploitatiekosten opgenomen jaarlijkse afschrijvingen worden berekend
op basis van de huidige waarde van equivalente activa op basis van de huidige waarde van equivalente activa
("huidigekostenberekening" (CCA))en dus ook dat de verslaggeving ("huidigekostenberekening" (CCA))en dus ook dat de verslaggeving
inzake het geïnvesteerde vermogen wordt gebaseerd op huidige kosten. inzake het geïnvesteerde vermogen wordt gebaseerd op huidige kosten.

Art. 2.In artikel 4 van bijlage 2 bij dezelfde wet, toegevoegd bij de

Art. 2.In artikel 4 van bijlage 2 bij dezelfde wet, toegevoegd bij de

wet van 19december 1997, in 5° van § 1 worden de woorden « witte wet van 19december 1997, in 5° van § 1 worden de woorden « witte
telefoongids » vervangen door de woorden « universele telefoongids ». telefoongids » vervangen door de woorden « universele telefoongids ».

Art. 3.In artikel 4 van bijlage 2 bij dezelfde wet, toegevoegd bij de

Art. 3.In artikel 4 van bijlage 2 bij dezelfde wet, toegevoegd bij de

wet van 19 december 1997, worden de §§ 2 tot 6 en 8 opgeheven en wet van 19 december 1997, worden de §§ 2 tot 6 en 8 opgeheven en
vervangen door de volgende tekst, luidende : vervangen door de volgende tekst, luidende :
« § 2. De nettokosten van de geografische universele basisdienst « § 2. De nettokosten van de geografische universele basisdienst
bestaan uit het verschil tussen alle kosten die in het tweede lid bestaan uit het verschil tussen alle kosten die in het tweede lid
worden gedefinieerd en alle inkomsten die in het derde lid worden worden gedefinieerd en alle inkomsten die in het derde lid worden
gedefinieerd. gedefinieerd.
De kosten waarmee rekening moet worden gehouden voor de universele De kosten waarmee rekening moet worden gehouden voor de universele
basisdienst zijn de kosten die op lange termijn vermijdbaar zouden basisdienst zijn de kosten die op lange termijn vermijdbaar zouden
zijn indien de universele dienstverlener de bij deze wet bepaalde zijn indien de universele dienstverlener de bij deze wet bepaalde
prestatie niet moest leveren. prestatie niet moest leveren.
De inkomsten waarmee rekening moet worden gehouden voor de berekening De inkomsten waarmee rekening moet worden gehouden voor de berekening
van de geografische universele basisdienst zijn de toekomstgerichte van de geografische universele basisdienst zijn de toekomstgerichte
inkomsten van de installatie en van de abonnementen, de inkomsten die inkomsten van de installatie en van de abonnementen, de inkomsten die
voortvloeien uit de binnenkomende en uitgaande oproepen, alsook een voortvloeien uit de binnenkomende en uitgaande oproepen, alsook een
evaluatie van de indirecte winst die voortvloeit uit de universele evaluatie van de indirecte winst die voortvloeit uit de universele
dienstverlening. Wat de uitgaande oproepen betreft, zullen de oproepen dienstverlening. Wat de uitgaande oproepen betreft, zullen de oproepen
binnen niet-rendabele geografische zones maar één keer verrekend binnen niet-rendabele geografische zones maar één keer verrekend
worden en, zullen de oproepen waarvoor vervanging mogelijk is niet worden en, zullen de oproepen waarvoor vervanging mogelijk is niet
verrekend worden. verrekend worden.
Die kosten en inkomsten worden berekend op basis van de werkelijke Die kosten en inkomsten worden berekend op basis van de werkelijke
typologie van het netwerk van de operator. typologie van het netwerk van de operator.
§ 3. De nettokosten die voortvloeien uit de sociale en speciale § 3. De nettokosten die voortvloeien uit de sociale en speciale
tarieven, met inbegrip van de dienst bedoeld in artikel 84, § 1, 5°, tarieven, met inbegrip van de dienst bedoeld in artikel 84, § 1, 5°,
van deze wet bestaan uit het verschil tussen alle kosten die in het van deze wet bestaan uit het verschil tussen alle kosten die in het
tweede lid gedefinieerd zijn en alle inkomsten die in het derde lid tweede lid gedefinieerd zijn en alle inkomsten die in het derde lid
gedefinieerd zijn. gedefinieerd zijn.
De kosten waarmee rekening moet worden gehouden voor de berekening van De kosten waarmee rekening moet worden gehouden voor de berekening van
de kosten die voortvloeien uit de sociale en speciale tarieven, met de kosten die voortvloeien uit de sociale en speciale tarieven, met
inbegrip van de. dienst bedoeld in artikel 84, § 1, 5°, van deze wet inbegrip van de. dienst bedoeld in artikel 84, § 1, 5°, van deze wet
zijn de kosten die op lange termijn vermijdbaar zouden zijn indien de zijn de kosten die op lange termijn vermijdbaar zouden zijn indien de
universele dienstverlener de bij deze wet bepaalde prestatie niet universele dienstverlener de bij deze wet bepaalde prestatie niet
moest leveren. moest leveren.
De inkomsten waarmee rekening moet worden gehouden voor de berekening De inkomsten waarmee rekening moet worden gehouden voor de berekening
van de inkomsten uit de sociale en speciale tarieven, met inbegrip van van de inkomsten uit de sociale en speciale tarieven, met inbegrip van
de dienst bedoeld in artikel 84, § 1, 5°, van deze wet zijn de de dienst bedoeld in artikel 84, § 1, 5°, van deze wet zijn de
toekomstgerichte inkomsten van de installatiekosten en van de toekomstgerichte inkomsten van de installatiekosten en van de
abonnementen, de inkomsten die voortvloeien uit de binnenkomende en abonnementen, de inkomsten die voortvloeien uit de binnenkomende en
uitgaande oproepen, alsook een evaluatie van de indirecte winst die uitgaande oproepen, alsook een evaluatie van de indirecte winst die
voortvloeit uit de universele dienstverlening. Betreffende de voortvloeit uit de universele dienstverlening. Betreffende de
uitgaande oproepen, zullen de oproepen tussen deze klanten maar één uitgaande oproepen, zullen de oproepen tussen deze klanten maar één
keer verrekend worden. keer verrekend worden.
De in het eerste lid bedoelde nettokosten worden berekend op basis van De in het eerste lid bedoelde nettokosten worden berekend op basis van
alle abonnees die sociale en speciale tarieven genieten. alle abonnees die sociale en speciale tarieven genieten.
§ 4. De nettokosten van de dienst inlichtingen bestaan uit het § 4. De nettokosten van de dienst inlichtingen bestaan uit het
verschil tussen alle kosten die in het tweede lid gedefinieerd zijn en verschil tussen alle kosten die in het tweede lid gedefinieerd zijn en
alle inkomsten die in het derde lid gedefinieerd zijn. alle inkomsten die in het derde lid gedefinieerd zijn.
De kosten waarmee rekening moet worden gehouden voor de dienst De kosten waarmee rekening moet worden gehouden voor de dienst
inlichtingen zijn de kosten die op lange termijn vermijdbaar zouden inlichtingen zijn de kosten die op lange termijn vermijdbaar zouden
zijn indien de universele dienstverlener de bij deze wet bepaalde zijn indien de universele dienstverlener de bij deze wet bepaalde
prestatie niet moest leveren. prestatie niet moest leveren.
De inkomsten waarmee rekening moet worden gehouden voor de berekening De inkomsten waarmee rekening moet worden gehouden voor de berekening
van de inkomsten van de dienst inlichtingen zijn de toekomstgerichte van de inkomsten van de dienst inlichtingen zijn de toekomstgerichte
inkomsten die voortvloeien uit de oproepen naar die dienst. inkomsten die voortvloeien uit de oproepen naar die dienst.
§ 5. De nettokosten van de exploitatie van openbare betaaltelefoons § 5. De nettokosten van de exploitatie van openbare betaaltelefoons
bestaan uit het verschil tussen alle kosten die in het tweede lid bestaan uit het verschil tussen alle kosten die in het tweede lid
gedefinieerd zijn en alle inkomsten die in het derde lid gedefinieerd gedefinieerd zijn en alle inkomsten die in het derde lid gedefinieerd
zijn. zijn.
De kosten waarmee rekening moet worden gehouden voor de berekening van De kosten waarmee rekening moet worden gehouden voor de berekening van
de kosten die voortvloeien uit de exploitatie van de openbare de kosten die voortvloeien uit de exploitatie van de openbare
betaaltelefoons die structureel niet-rendabel zijn, zijn de kosten die betaaltelefoons die structureel niet-rendabel zijn, zijn de kosten die
op lange termijn vermijdbaar zouden zijn indien de universele op lange termijn vermijdbaar zouden zijn indien de universele
dienstverlener de bij deze wet bepaalde prestatie niet moest leveren. dienstverlener de bij deze wet bepaalde prestatie niet moest leveren.
De inkomsten waarmee rekening moet worden gehouden voor de berekening De inkomsten waarmee rekening moet worden gehouden voor de berekening
van de inkomsten die voortvloeien uit de exploitatie van de openbare van de inkomsten die voortvloeien uit de exploitatie van de openbare
betaaltelefoons die structureel niet-rendabel zijn, zijn alle betaaltelefoons die structureel niet-rendabel zijn, zijn alle
toekomstgerichte inkomsten die voortvloeien uit de oproepen verricht toekomstgerichte inkomsten die voortvloeien uit de oproepen verricht
vanuit die openbare betaaltelefoons, uit alle overige vanuit die openbare betaaltelefoons, uit alle overige
exploitatie-inkomsten alsook een evaluatie van de indirecte winst die exploitatie-inkomsten alsook een evaluatie van de indirecte winst die
voortvloeit uit de aanwezigheid van die openbare betaaltelefoons. voortvloeit uit de aanwezigheid van die openbare betaaltelefoons.
§ 6. De nettokosten van de universele telefoongids bestaan uit het § 6. De nettokosten van de universele telefoongids bestaan uit het
verschil tussen alle kosten die in het tweede lid gedefinieerd zijn en verschil tussen alle kosten die in het tweede lid gedefinieerd zijn en
alle inkomsten die in het derde lid gedefinieerd zijn. alle inkomsten die in het derde lid gedefinieerd zijn.
De kosten waarmee rekening moet worden gehouden voor de berekening van De kosten waarmee rekening moet worden gehouden voor de berekening van
de kosten die voortvloeien uit de vervaardiging, de uitgave en de de kosten die voortvloeien uit de vervaardiging, de uitgave en de
verspreiding van de universele telefoongidsen, zijn alle kosten die op verspreiding van de universele telefoongidsen, zijn alle kosten die op
lange termijn vermijdbaar zouden zijn indien de universele lange termijn vermijdbaar zouden zijn indien de universele
dienstverlener de bij deze wet bepaalde prestatie niet moest leveren. dienstverlener de bij deze wet bepaalde prestatie niet moest leveren.
De inkomsten waarmee rekening moet worden gehouden voor de berekening De inkomsten waarmee rekening moet worden gehouden voor de berekening
van de inkomsten uit de vervaardiging, de uitgave en de verspreiding van de inkomsten uit de vervaardiging, de uitgave en de verspreiding
van de universele telefoongidsen zijn alle toekomstgerichte inkomsten van de universele telefoongidsen zijn alle toekomstgerichte inkomsten
in verband met die verrichtingen, met inbegrip van reclame-inkomsten in verband met die verrichtingen, met inbegrip van reclame-inkomsten
en de indirecte winst uit die activiteit. en de indirecte winst uit die activiteit.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het

Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het

Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 5.De Minister van Telecommunicatie is belast met de uitvoering

Art. 5.De Minister van Telecommunicatie is belast met de uitvoering

van dit besluit. van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 23 december 1999. Gegeven te Brussel, 23 december 1999.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Telecommunicatie, De Minister van Telecommunicatie,
R. DAEMS R. DAEMS
_______ _______
Nota's Nota's
(1) Ontwerp van koninklijk besluit tot aanpassing van sommige (1) Ontwerp van koninklijk besluit tot aanpassing van sommige
bepalingen van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van bepalingen van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van
sommige economische overheidsbedrijven aan de richtlijnen van de sommige economische overheidsbedrijven aan de richtlijnen van de
Europese Unie en tot wijziging van sommige bepalingen van die wet met Europese Unie en tot wijziging van sommige bepalingen van die wet met
betrekking tot de universele dienstverlening, omtrent welk ontwerp op betrekking tot de universele dienstverlening, omtrent welk ontwerp op
25 oktober 1999 advies L. 29.608/4 is uitgebracht. 25 oktober 1999 advies L. 29.608/4 is uitgebracht.
(2) Arbitragehof, arrest nr. 21/97 (2) Arbitragehof, arrest nr. 21/97
(3) Zie in dat verband punt 8.4. van de circulaire over de (3) Zie in dat verband punt 8.4. van de circulaire over de
wetgevingstechniek, die terug te vinden is op de site van de Raad van wetgevingstechniek, die terug te vinden is op de site van de Raad van
State. Adres : http://raadvstconsetat.fgov.be. State. Adres : http://raadvstconsetat.fgov.be.
(4) Zie inzonderheid advies L. 29.608/4, dat de afdeling wetgeving van (4) Zie inzonderheid advies L. 29.608/4, dat de afdeling wetgeving van
de Raad van State op 25 oktober 1999 heeft gegeven over een ontwerp de Raad van State op 25 oktober 1999 heeft gegeven over een ontwerp
van koninklijk besluit "tot aanpassing van sommige bepalingen van de van koninklijk besluit "tot aanpassing van sommige bepalingen van de
wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige
economische overheidsbedrijven aan de richtlijnen van de Europese Unie economische overheidsbedrijven aan de richtlijnen van de Europese Unie
en tot wijziging van sommige bepalingen van die wet met betrekking tot en tot wijziging van sommige bepalingen van die wet met betrekking tot
de universele dienstverlening". de universele dienstverlening".
(5) De afdeling wetgeving van de Raad van State had dat reeds (5) De afdeling wetgeving van de Raad van State had dat reeds
opgemerkt in haar advies L. 29.573/4 van 4 oktober 1999 over een opgemerkt in haar advies L. 29.573/4 van 4 oktober 1999 over een
ontwerp van koninklijk besluit « houdende wijziging van artikel 105bis ontwerp van koninklijk besluit « houdende wijziging van artikel 105bis
van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige
economische overheidsbedrijven ». economische overheidsbedrijven ».
^