| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, tot vaststelling van de wekelijkse arbeidsduur | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, tot vaststelling van de wekelijkse arbeidsduur |
|---|---|
| MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
| 22 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 22 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
| wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 1999, | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 1999, |
| gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel | gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel |
| in voedingswaren, tot vaststelling van de wekelijkse arbeidsduur (1) | in voedingswaren, tot vaststelling van de wekelijkse arbeidsduur (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van Paritair Comité voor de bedienden uit de | Gelet op het verzoek van Paritair Comité voor de bedienden uit de |
| kleinhandel in voedingswaren; | kleinhandel in voedingswaren; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 1999, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 1999, gesloten |
| in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in | in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in |
| voedingswaren, tot vaststelling van de wekelijkse arbeidsduur. | voedingswaren, tot vaststelling van de wekelijkse arbeidsduur. |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
| van dit besluit. | van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 22 januari 2002. | Gegeven te Brussel, 22 januari 2002. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel | Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel |
| in voedingswaren | in voedingswaren |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 1999 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 1999 |
| Vaststelling van de wekelijkse arbeidsduur | Vaststelling van de wekelijkse arbeidsduur |
| (Overeenkomst geregistreerd op 2 december 1999 | (Overeenkomst geregistreerd op 2 december 1999 |
| onder het nummer 53130/CO/202) | onder het nummer 53130/CO/202) |
| HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die onder de | de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die onder de |
| bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden uit de | bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden uit de |
| kleinhandel in voedingswaren resorteren (groep C). | kleinhandel in voedingswaren resorteren (groep C). |
| Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt | Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt |
| onder "bedienden" verstaan zowel de mannelijke als de vrouwelijke | onder "bedienden" verstaan zowel de mannelijke als de vrouwelijke |
| bedienden. | bedienden. |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 4 december 1997 betreffende de arbeidsduur, | arbeidsovereenkomst van 4 december 1997 betreffende de arbeidsduur, |
| gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel | gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel |
| in voedingswaren, groep C. | in voedingswaren, groep C. |
| HOOFDSTUK II. - Arbeidsduur | HOOFDSTUK II. - Arbeidsduur |
Art. 3.De wekelijkse arbeidsduur bedraagt 37 uur 30 minuten. De |
Art. 3.De wekelijkse arbeidsduur bedraagt 37 uur 30 minuten. De |
| wekelijkse arbeidsduur wordt per 1 mei 2000 verminderd tot 37 uur en | wekelijkse arbeidsduur wordt per 1 mei 2000 verminderd tot 37 uur en |
| wordt op 1 mei 2001 verminderd tot 36 uur 30. | wordt op 1 mei 2001 verminderd tot 36 uur 30. |
Art. 4.Bij deze arbeidsduurvermindering blijft het maandloon gelijk. |
Art. 4.Bij deze arbeidsduurvermindering blijft het maandloon gelijk. |
| Dit resulteert in een proportionele verhoging van het uurloon. | Dit resulteert in een proportionele verhoging van het uurloon. |
Art. 5.Toepassingsmodaliteiten van de arbeidsduurvermindering. |
Art. 5.Toepassingsmodaliteiten van de arbeidsduurvermindering. |
| De werkgever past naar eigen keuze de arbeidsduurvermindering van 1 | De werkgever past naar eigen keuze de arbeidsduurvermindering van 1 |
| mei 2000 en 1 mei 2001 toe door toekenning van compensatiedagen of | mei 2000 en 1 mei 2001 toe door toekenning van compensatiedagen of |
| door vermindering van de wekelijkse arbeidsduur. | door vermindering van de wekelijkse arbeidsduur. |
| Wanneer de werkgever opteert voor de compensatiedagen, worden deze | Wanneer de werkgever opteert voor de compensatiedagen, worden deze |
| genomen in onderling akkoord volgens de aanvraagmodaliteiten van | genomen in onderling akkoord volgens de aanvraagmodaliteiten van |
| toepassing in het bedrijf inzake extra legaal verlof. De | toepassing in het bedrijf inzake extra legaal verlof. De |
| arbeidsduurvermindering van 30 minuten stemt overeen met drie | arbeidsduurvermindering van 30 minuten stemt overeen met drie |
| compensatiedagen op jaarbasis. De arbeidsduurvermindering van 1 uur | compensatiedagen op jaarbasis. De arbeidsduurvermindering van 1 uur |
| stemt overeen met zes compensatiedagen op jaarbasis. | stemt overeen met zes compensatiedagen op jaarbasis. |
| Wanneer de werkgever opteert voor een vermindering van de wekelijkse | Wanneer de werkgever opteert voor een vermindering van de wekelijkse |
| arbeidsduur, wordt deze toegekend op één dag van de week, bij het | arbeidsduur, wordt deze toegekend op één dag van de week, bij het |
| begin of bij het einde van de prestaties. | begin of bij het einde van de prestaties. |
| De werkgever deelt zijn keuze voorafgaandelijk mee aan zijn regionaal | De werkgever deelt zijn keuze voorafgaandelijk mee aan zijn regionaal |
| overlegorgaan. | overlegorgaan. |
Art. 6.De weekgrens voor overloon in geval van prestatie van overuren |
Art. 6.De weekgrens voor overloon in geval van prestatie van overuren |
| blijft behouden op 38 uur per week. | blijft behouden op 38 uur per week. |
Art. 7.Voor de deeltijdse werknemers wordt de arbeidsduurverkorting |
Art. 7.Voor de deeltijdse werknemers wordt de arbeidsduurverkorting |
| voorzien in artikel 3 doorgevoerd volgens hun individuele keuze, | voorzien in artikel 3 doorgevoerd volgens hun individuele keuze, |
| rekening houdend met de normale arbeidsorganisatie in de onderneming. | rekening houdend met de normale arbeidsorganisatie in de onderneming. |
| De twee keuzemogelijkheden zijn enerzijds een proportionele verlaging | De twee keuzemogelijkheden zijn enerzijds een proportionele verlaging |
| van de arbeidsduur met behoud van loon en, anderzijds, een | van de arbeidsduur met behoud van loon en, anderzijds, een |
| proportionele verhoging van het loon bij gelijkblijvende arbeidsduur. | proportionele verhoging van het loon bij gelijkblijvende arbeidsduur. |
| Bij toepassing van deze laatste keuzemogelijkheid worden de | Bij toepassing van deze laatste keuzemogelijkheid worden de |
| weddeschalen en de reële lonen van de deeltijdse werknemers verhoogd | weddeschalen en de reële lonen van de deeltijdse werknemers verhoogd |
| met 1,35 pct. op 1 mei 2000 en met 1,37 pct. op 1 mei 2001. | met 1,35 pct. op 1 mei 2000 en met 1,37 pct. op 1 mei 2001. |
| HOOFDSTUK III. - Minimum arbeidsduur van de deeltijdse werknemers | HOOFDSTUK III. - Minimum arbeidsduur van de deeltijdse werknemers |
Art. 8.De minimum arbeidsduur van de deeltijdse werknemers wordt |
Art. 8.De minimum arbeidsduur van de deeltijdse werknemers wordt |
| vastgesteld op 15 uur per week. Het blijft echter mogelijk werknemers | vastgesteld op 15 uur per week. Het blijft echter mogelijk werknemers |
| voor een lager aantal arbeidsuren per week tewerk te stellen binnen | voor een lager aantal arbeidsuren per week tewerk te stellen binnen |
| het raam van de wettelijke voorziene afwijkingen op de minimale | het raam van de wettelijke voorziene afwijkingen op de minimale |
| wekelijkse arbeidsduur voorzien in artikel 11bis, vijfde tot negende | wekelijkse arbeidsduur voorzien in artikel 11bis, vijfde tot negende |
| lid van de wet op de arbeidsovereenkomst van 3 juli 1978. | lid van de wet op de arbeidsovereenkomst van 3 juli 1978. |
| HOOFDSTUK IV. - Arbeidsregime | HOOFDSTUK IV. - Arbeidsregime |
Art. 9.Het arbeidsregime dient zowel voor de deeltijdse als voor de |
Art. 9.Het arbeidsregime dient zowel voor de deeltijdse als voor de |
| voltijdse werknemers als volgt georganiseerd te worden : | voltijdse werknemers als volgt georganiseerd te worden : |
| - ofwel gespreid over maximum 5 werkdagen per week; | - ofwel gespreid over maximum 5 werkdagen per week; |
| - ofwel in het raam van een 6-dagenweek met toekenning van twee halve | - ofwel in het raam van een 6-dagenweek met toekenning van twee halve |
| werkdagen rust binnen deze 6 dagen. | werkdagen rust binnen deze 6 dagen. |
Art. 10.Het regionaal overlegorgaan wordt ingelicht over het gekozen |
Art. 10.Het regionaal overlegorgaan wordt ingelicht over het gekozen |
| arbeidsregime. | arbeidsregime. |
| HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen |
Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
| januari 1999. | januari 1999. |
| De collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten onder de opschortende | De collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten onder de opschortende |
| voorwaarde van algemeen verbindend verklaring bij koninklijk besluit. | voorwaarde van algemeen verbindend verklaring bij koninklijk besluit. |
| Zij is gesloten voor onbepaalde tijd en kan worden opgezegd met een | Zij is gesloten voor onbepaalde tijd en kan worden opgezegd met een |
| termijn van drie maanden. Deze opzegging wordt gedaan met een | termijn van drie maanden. Deze opzegging wordt gedaan met een |
| aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de | aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de |
| bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren (groep C). | bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren (groep C). |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 januari | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 januari |
| 2002. | 2002. |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |