Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 januari 2002
gepubliceerd op 17 april 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, tot vaststelling van de wekelijkse arbeidsduur

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002012091
pub.
17/04/2002
prom.
22/01/2002
ELI
eli/besluit/2002/01/22/2002012091/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, tot vaststelling van de wekelijkse arbeidsduur (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, tot vaststelling van de wekelijkse arbeidsduur.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 januari 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 1999 Vaststelling van de wekelijkse arbeidsduur (Overeenkomst geregistreerd op 2 december 1999 onder het nummer 53130/CO/202) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren resorteren (groep C).

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "bedienden" verstaan zowel de mannelijke als de vrouwelijke bedienden.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 december 1997 betreffende de arbeidsduur, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, groep C. HOOFDSTUK II. - Arbeidsduur

Art. 3.De wekelijkse arbeidsduur bedraagt 37 uur 30 minuten. De wekelijkse arbeidsduur wordt per 1 mei 2000 verminderd tot 37 uur en wordt op 1 mei 2001 verminderd tot 36 uur 30.

Art. 4.Bij deze arbeidsduurvermindering blijft het maandloon gelijk.

Dit resulteert in een proportionele verhoging van het uurloon.

Art. 5.Toepassingsmodaliteiten van de arbeidsduurvermindering.

De werkgever past naar eigen keuze de arbeidsduurvermindering van 1 mei 2000 en 1 mei 2001 toe door toekenning van compensatiedagen of door vermindering van de wekelijkse arbeidsduur.

Wanneer de werkgever opteert voor de compensatiedagen, worden deze genomen in onderling akkoord volgens de aanvraagmodaliteiten van toepassing in het bedrijf inzake extra legaal verlof. De arbeidsduurvermindering van 30 minuten stemt overeen met drie compensatiedagen op jaarbasis. De arbeidsduurvermindering van 1 uur stemt overeen met zes compensatiedagen op jaarbasis.

Wanneer de werkgever opteert voor een vermindering van de wekelijkse arbeidsduur, wordt deze toegekend op één dag van de week, bij het begin of bij het einde van de prestaties.

De werkgever deelt zijn keuze voorafgaandelijk mee aan zijn regionaal overlegorgaan.

Art. 6.De weekgrens voor overloon in geval van prestatie van overuren blijft behouden op 38 uur per week.

Art. 7.Voor de deeltijdse werknemers wordt de arbeidsduurverkorting voorzien in artikel 3 doorgevoerd volgens hun individuele keuze, rekening houdend met de normale arbeidsorganisatie in de onderneming.

De twee keuzemogelijkheden zijn enerzijds een proportionele verlaging van de arbeidsduur met behoud van loon en, anderzijds, een proportionele verhoging van het loon bij gelijkblijvende arbeidsduur.

Bij toepassing van deze laatste keuzemogelijkheid worden de weddeschalen en de reële lonen van de deeltijdse werknemers verhoogd met 1,35 pct. op 1 mei 2000 en met 1,37 pct. op 1 mei 2001. HOOFDSTUK III. - Minimum arbeidsduur van de deeltijdse werknemers

Art. 8.De minimum arbeidsduur van de deeltijdse werknemers wordt vastgesteld op 15 uur per week. Het blijft echter mogelijk werknemers voor een lager aantal arbeidsuren per week tewerk te stellen binnen het raam van de wettelijke voorziene afwijkingen op de minimale wekelijkse arbeidsduur voorzien in artikel 11bis, vijfde tot negende lid van de wet op de arbeidsovereenkomst van 3 juli 1978. HOOFDSTUK IV. - Arbeidsregime

Art. 9.Het arbeidsregime dient zowel voor de deeltijdse als voor de voltijdse werknemers als volgt georganiseerd te worden : - ofwel gespreid over maximum 5 werkdagen per week; - ofwel in het raam van een 6-dagenweek met toekenning van twee halve werkdagen rust binnen deze 6 dagen.

Art. 10.Het regionaal overlegorgaan wordt ingelicht over het gekozen arbeidsregime. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999.

De collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten onder de opschortende voorwaarde van algemeen verbindend verklaring bij koninklijk besluit.

Zij is gesloten voor onbepaalde tijd en kan worden opgezegd met een termijn van drie maanden. Deze opzegging wordt gedaan met een aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren (groep C).

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 januari 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^