| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de banken, betreffende de invoering van de 35-urenweek | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de banken, betreffende de invoering van de 35-urenweek |
|---|---|
| MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
| 22 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 22 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
| wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december |
| 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de banken, betreffende de | 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de banken, betreffende de |
| invoering van de 35-urenweek (1) | invoering van de 35-urenweek (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de banken; | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de banken; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 1999, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 1999, |
| gesloten in het Paritair Comité voor de banken, betreffende de | gesloten in het Paritair Comité voor de banken, betreffende de |
| invoering van de 35-urenweek. | invoering van de 35-urenweek. |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
| van dit besluit. | van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 22 januari 2002. | Gegeven te Brussel, 22 januari 2002. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor de banken | Paritair Comité voor de banken |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 1999 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 1999 |
| Invoering van de 35-urenweek (Overeenkomst geregistreerd op 20 juli | Invoering van de 35-urenweek (Overeenkomst geregistreerd op 20 juli |
| 2000 onder het nummer 55350/CO/310) | 2000 onder het nummer 55350/CO/310) |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die tot de | de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die tot de |
| bevoegdheid van het Paritair Comité voor de banken behoren. | bevoegdheid van het Paritair Comité voor de banken behoren. |
Art. 2.Artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 april |
Art. 2.Artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 april |
| 1959 betreffende arbeidsduur, afgesloten in het Paritair Comité voor | 1959 betreffende arbeidsduur, afgesloten in het Paritair Comité voor |
| de banken, wordt vervangen door de volgende bepaling : | de banken, wordt vervangen door de volgende bepaling : |
| « Art. 2.Een arbeidsduur van 35 uur per week wordt ingevoerd als |
« Art. 2.Een arbeidsduur van 35 uur per week wordt ingevoerd als |
| volgt : | volgt : |
| § 1. Norm van de voltijdse arbeidsduur | § 1. Norm van de voltijdse arbeidsduur |
| a) De arbeidsduur wordt vanaf 1 januari 2000 vastgelegd op 1650,2 uur | a) De arbeidsduur wordt vanaf 1 januari 2000 vastgelegd op 1650,2 uur |
| per jaar. | per jaar. |
| b) Vanaf 1 januari 2001 wordt de arbeidsduur vastgelegd op 1620,6 uur | b) Vanaf 1 januari 2001 wordt de arbeidsduur vastgelegd op 1620,6 uur |
| per jaar. | per jaar. |
| § 2. Praktische toepassing van de arbeidsduur | § 2. Praktische toepassing van de arbeidsduur |
| Om de arbeidsduur, vermeld in § 1, toe te passen, zullen de banken | Om de arbeidsduur, vermeld in § 1, toe te passen, zullen de banken |
| opteren voor : | opteren voor : |
| - hetzij een aanpassing van de gewone wekelijkse arbeidsduur, welke | - hetzij een aanpassing van de gewone wekelijkse arbeidsduur, welke |
| echter niet méér mag bedragen dan 37 uur per week, behoudens bestaande | echter niet méér mag bedragen dan 37 uur per week, behoudens bestaande |
| situaties; | situaties; |
| - hetzij een aanpassing van het aantal buitenwettelijke vrije dagen of | - hetzij een aanpassing van het aantal buitenwettelijke vrije dagen of |
| vakantiedagen, mits minstens de vrije dagen, bedoeld in artikel 57, | vakantiedagen, mits minstens de vrije dagen, bedoeld in artikel 57, |
| laatste lid, artikel 58 en artikel 65 van de collectieve | laatste lid, artikel 58 en artikel 65 van de collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 17 februari 1977 tot vaststelling van de | arbeidsovereenkomst van 17 februari 1977 tot vaststelling van de |
| arbeids- en loonvoorwaarden worden gewaarborgd; | arbeids- en loonvoorwaarden worden gewaarborgd; |
| - hetzij een combinatie van beide voorgaande middelen. | - hetzij een combinatie van beide voorgaande middelen. |
| § 3. Banken waar de beoogde arbeidsduur reeds bereikt is bij het | § 3. Banken waar de beoogde arbeidsduur reeds bereikt is bij het |
| afsluiten van deze collectieve arbeidsovereenkomst | afsluiten van deze collectieve arbeidsovereenkomst |
| In de banken waar op 1 januari 1999 de arbeidsduur zoals bedoeld in § | In de banken waar op 1 januari 1999 de arbeidsduur zoals bedoeld in § |
| 1, a, reeds is bereikt, hebben de werknemers in 2000 een éénmalige | 1, a, reeds is bereikt, hebben de werknemers in 2000 een éénmalige |
| arbeidsduurvermindering van 7 uur en 24 minuten, of een andere | arbeidsduurvermindering van 7 uur en 24 minuten, of een andere |
| gelijkwaardige arbeidsduurvermindering. | gelijkwaardige arbeidsduurvermindering. |
| In de banken waar op 1 januari 1999 de arbeidsduur zoals bedoeld in § | In de banken waar op 1 januari 1999 de arbeidsduur zoals bedoeld in § |
| 1, b, reeds is bereikt, hebben de werknemers in 2000 een eenmalige | 1, b, reeds is bereikt, hebben de werknemers in 2000 een eenmalige |
| arbeidsduurvermindering van 7 uur en 24 minuten, en in 2001 éénmalig | arbeidsduurvermindering van 7 uur en 24 minuten, en in 2001 éénmalig |
| 14 uur en 48 minuten, of een andere gelijkwaardige | 14 uur en 48 minuten, of een andere gelijkwaardige |
| arbeidsduurvermindering. | arbeidsduurvermindering. |
| Mits overleg op bedrijfsvlak kunnen de betrokken banken een andere | Mits overleg op bedrijfsvlak kunnen de betrokken banken een andere |
| vorm van compensatie vaststellen dan de arbeidsduurvermindering | vorm van compensatie vaststellen dan de arbeidsduurvermindering |
| bedoeld in beide vorige alinea's. | bedoeld in beide vorige alinea's. |
| Banken die in 1999 door een bijkomende arbeidsduurverlaging reeds | Banken die in 1999 door een bijkomende arbeidsduurverlaging reeds |
| anticipeerden op de bepalingen van dit artikel, of die tijdens de | anticipeerden op de bepalingen van dit artikel, of die tijdens de |
| geldigheidsduur van deze collectieve arbeidsovereenkomst ingevolge een | geldigheidsduur van deze collectieve arbeidsovereenkomst ingevolge een |
| fusie/herstructurering een bijkomende arbeidstijdvermindering | fusie/herstructurering een bijkomende arbeidstijdvermindering |
| doorvoeren, worden geacht aan deze bepalingen te voldoen. | doorvoeren, worden geacht aan deze bepalingen te voldoen. |
| § 4. De banken die deze arbeidsduurvermindering niet zouden toekennen | § 4. De banken die deze arbeidsduurvermindering niet zouden toekennen |
| en die hierover geen specifieke overeenkomst op bedrijfsvlak sluiten, | en die hierover geen specifieke overeenkomst op bedrijfsvlak sluiten, |
| moeten jaarlijks aan de betrokken personeelsleden een compensatoire | moeten jaarlijks aan de betrokken personeelsleden een compensatoire |
| vergoeding betalen tot op het ogenblik dat de arbeidstijdvermindering | vergoeding betalen tot op het ogenblik dat de arbeidstijdvermindering |
| werkelijk wordt toegepast. Het bedrag van deze vergoeding moet nog | werkelijk wordt toegepast. Het bedrag van deze vergoeding moet nog |
| bepaald worden. | bepaald worden. |
Art. 3.Artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt |
Art. 3.Artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt |
| vervangen door de volgende bepaling : | vervangen door de volgende bepaling : |
| « Art. 3.De bepalingen inzake de arbeidsduur zijn van toepassing op |
« Art. 3.De bepalingen inzake de arbeidsduur zijn van toepassing op |
| de deeltijdse werknemers in verhouding tot hun arbeidsregime. » | de deeltijdse werknemers in verhouding tot hun arbeidsregime. » |
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
| januari 2000. | januari 2000. |
| Ze wordt gesloten voor onbepaalde duur en kan door een van de partijen | Ze wordt gesloten voor onbepaalde duur en kan door een van de partijen |
| worden opgezegd met inachtneming van een opzeggingstermijn van drie | worden opgezegd met inachtneming van een opzeggingstermijn van drie |
| maanden. | maanden. |
| De opzegging wordt bij een ter post aangetekende brief gericht aan de | De opzegging wordt bij een ter post aangetekende brief gericht aan de |
| voorzitter van het Paritair Comité voor de banken. | voorzitter van het Paritair Comité voor de banken. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 januari | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 januari |
| 2002. | 2002. |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |