Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen van 8 februari 2011 aangaande het beloningsbeleid van financiële instellingen | Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen van 8 februari 2011 aangaande het beloningsbeleid van financiële instellingen |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN | FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN |
22 FEBRUARI 2011. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van het | 22 FEBRUARI 2011. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van het |
reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en | reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en |
Assurantiewezen van 8 februari 2011 aangaande het beloningsbeleid van | Assurantiewezen van 8 februari 2011 aangaande het beloningsbeleid van |
financiële instellingen | financiële instellingen |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht | Gelet op de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht |
op de kredietinstellingen inzonderheid op artikel 20; | op de kredietinstellingen inzonderheid op artikel 20; |
Gelet op de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het | Gelet op de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het |
toezicht op de beleggingsondernemingen, inzonderheid op artikel 62; | toezicht op de beleggingsondernemingen, inzonderheid op artikel 62; |
Gelet op de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de | Gelet op de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de |
financiële sector en de financiële diensten, inzonderheid op de | financiële sector en de financiële diensten, inzonderheid op de |
artikelen 49, § 3, 64 en 92; | artikelen 49, § 3, 64 en 92; |
Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 2005 houdende het | Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 2005 houdende het |
statuut van de vereffeningsinstellingen en de met | statuut van de vereffeningsinstellingen en de met |
vereffeningsinstellingen gelijkgestelde instellingen, inzonderheid op | vereffeningsinstellingen gelijkgestelde instellingen, inzonderheid op |
artikel 10; | artikel 10; |
Gelet op de Richtlijn 2010/76/EU van het Europees Parlement en de Raad | Gelet op de Richtlijn 2010/76/EU van het Europees Parlement en de Raad |
van 24 november 2010 tot wijziging van de Richtlijnen 2006/48/EG en | van 24 november 2010 tot wijziging van de Richtlijnen 2006/48/EG en |
2006/49/EG wat betreft de kapitaalvereisten voor de | 2006/49/EG wat betreft de kapitaalvereisten voor de |
handelsportefeuille en voor hersecuritisaties, alsook het | handelsportefeuille en voor hersecuritisaties, alsook het |
bedrijfseconomisch toezicht op het beloningsbeleid; | bedrijfseconomisch toezicht op het beloningsbeleid; |
Gelet op het advies van de Raad van Toezicht; | Gelet op het advies van de Raad van Toezicht; |
Gelet op de raadpleging van de kredietinstellingen en de | Gelet op de raadpleging van de kredietinstellingen en de |
beleggingsondernemingen via hun beroepsvereniging; | beleggingsondernemingen via hun beroepsvereniging; |
Op de voordracht van de Minister van Financiën, | Op de voordracht van de Minister van Financiën, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Het bij dit besluit gevoegde reglement van de Commissie |
Artikel 1.Het bij dit besluit gevoegde reglement van de Commissie |
voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen van 8 februari 2011 | voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen van 8 februari 2011 |
aangaande het beloningsbeleid van financiële instellingen, wordt | aangaande het beloningsbeleid van financiële instellingen, wordt |
goedgekeurd. | goedgekeurd. |
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2011. |
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2011. |
Art. 3.De Minister die bevoegd is voor Financiën is belast met de |
Art. 3.De Minister die bevoegd is voor Financiën is belast met de |
uitvoering van dit besluit. | uitvoering van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 22 februari 2011. | Gegeven te Brussel, 22 februari 2011. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Financiën, | De Minister van Financiën, |
D. REYNDERS | D. REYNDERS |
Reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en | Reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en |
Assurantiewezen aangaande het beloningsbeleid van financiële | Assurantiewezen aangaande het beloningsbeleid van financiële |
instellingen | instellingen |
De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, | De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, |
Gelet op de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht | Gelet op de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht |
op de kredietinstellingen, inzonderheid op artikel 20; | op de kredietinstellingen, inzonderheid op artikel 20; |
Gelet op de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het | Gelet op de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het |
toezicht op de beleggingsondernemingen, inzonderheid op artikel 62; | toezicht op de beleggingsondernemingen, inzonderheid op artikel 62; |
Gelet op de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de | Gelet op de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de |
financiële sector en de financiële diensten, inzonderheid op de | financiële sector en de financiële diensten, inzonderheid op de |
artikelen 49, § 3, 64 en 92; | artikelen 49, § 3, 64 en 92; |
Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 2005 houdende het | Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 2005 houdende het |
statuut van de vereffeningsinstellingen en de met | statuut van de vereffeningsinstellingen en de met |
vereffeningsinstellingen gelijkgestelde instellingen, inzonderheid op | vereffeningsinstellingen gelijkgestelde instellingen, inzonderheid op |
artikel 10; | artikel 10; |
Gelet op de Richtlijn 2010/76/EU van het Europees Parlement en de Raad | Gelet op de Richtlijn 2010/76/EU van het Europees Parlement en de Raad |
van 24 november 2010 tot wijziging van de Richtlijnen 2006/48/EG en | van 24 november 2010 tot wijziging van de Richtlijnen 2006/48/EG en |
2006/49/EG wat betreft de kapitaalvereisten voor de | 2006/49/EG wat betreft de kapitaalvereisten voor de |
handelsportefeuille en voor hersecuritisaties, alsook het | handelsportefeuille en voor hersecuritisaties, alsook het |
bedrijfseconomisch toezicht op het beloningsbeleid; | bedrijfseconomisch toezicht op het beloningsbeleid; |
Gelet op het advies van de Raad van Toezicht; | Gelet op het advies van de Raad van Toezicht; |
Gelet op de raadpleging van de kredietinstellingen en de | Gelet op de raadpleging van de kredietinstellingen en de |
beleggingsondernemingen via hun beroepsvereniging, | beleggingsondernemingen via hun beroepsvereniging, |
Besluit : | Besluit : |
HOOFDSTUK I. - Algemeen | HOOFDSTUK I. - Algemeen |
Artikel 1.Dit reglement voorziet in de gedeeltelijke omzetting van de |
Artikel 1.Dit reglement voorziet in de gedeeltelijke omzetting van de |
Richtlijn 2010/76/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 | Richtlijn 2010/76/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 |
november 2010 tot wijziging van de Richtlijnen 2006/48/EG en | november 2010 tot wijziging van de Richtlijnen 2006/48/EG en |
2006/49/EG wat betreft de kapitaalvereisten voor de | 2006/49/EG wat betreft de kapitaalvereisten voor de |
handelsportefeuille en voor hersecuritisaties, alsook het | handelsportefeuille en voor hersecuritisaties, alsook het |
bedrijfseconomisch toezicht op het beloningsbeleid. | bedrijfseconomisch toezicht op het beloningsbeleid. |
Art. 2.Dit reglement is toepasselijk op kredietinstellingen, |
Art. 2.Dit reglement is toepasselijk op kredietinstellingen, |
beleggingsondernemingen, vereffeningsinstellingen en met | beleggingsondernemingen, vereffeningsinstellingen en met |
vereffeningsinstellingen gelijkgestelde instellingen. | vereffeningsinstellingen gelijkgestelde instellingen. |
HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied en -modaliteiten | HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied en -modaliteiten |
Art. 3.Het beloningsbeleid van een instelling heeft betrekking op |
Art. 3.Het beloningsbeleid van een instelling heeft betrekking op |
alle beloningen voor medewerkers, met inbegrip van variabele | alle beloningen voor medewerkers, met inbegrip van variabele |
beloningen, salarissen en uitkeringen uit hoofde van discretionaire | beloningen, salarissen en uitkeringen uit hoofde van discretionaire |
pensioenen. | pensioenen. |
Voor de toepassing van het vorige lid verstaat men onder "uitkeringen | Voor de toepassing van het vorige lid verstaat men onder "uitkeringen |
uit hoofde van discretionaire pensioenen" : verhoogde | uit hoofde van discretionaire pensioenen" : verhoogde |
pensioenuitkeringen die een instelling aan een medewerker op | pensioenuitkeringen die een instelling aan een medewerker op |
discretionaire basis verleent als onderdeel van een variabele beloning | discretionaire basis verleent als onderdeel van een variabele beloning |
van deze medewerker. Tot deze uitkeringen worden niet gerekend | van deze medewerker. Tot deze uitkeringen worden niet gerekend |
verhoogde uitkeringen die aan een medewerker worden toegekend op grond | verhoogde uitkeringen die aan een medewerker worden toegekend op grond |
van de voorwaarden van het bedrijfspensioenfonds. | van de voorwaarden van het bedrijfspensioenfonds. |
Art. 4.Het beloningsbeleid heeft betrekking op alle categorieën van |
Art. 4.Het beloningsbeleid heeft betrekking op alle categorieën van |
medewerkers wier beroepswerkzaamheden het risicoprofiel van de | medewerkers wier beroepswerkzaamheden het risicoprofiel van de |
instelling betekenisvol beïnvloeden. | instelling betekenisvol beïnvloeden. |
Voor de toepassing van het vorige lid worden onder meer beschouwd als | Voor de toepassing van het vorige lid worden onder meer beschouwd als |
"medewerkers wier beroepswerkzaamheden het risicoprofiel van de | "medewerkers wier beroepswerkzaamheden het risicoprofiel van de |
instelling betekenisvol beïnvloeden" : personen die hogere | instelling betekenisvol beïnvloeden" : personen die hogere |
leidinggevende, risiconemende en controlefuncties waarnemen, en elke | leidinggevende, risiconemende en controlefuncties waarnemen, en elke |
medewerker wiens totale beloning hem op hetzelfde beloningsniveau | medewerker wiens totale beloning hem op hetzelfde beloningsniveau |
plaatst als die van hogere leidinggevende medewerkers of medewerkers | plaatst als die van hogere leidinggevende medewerkers of medewerkers |
in een risiconemende functie. | in een risiconemende functie. |
Art. 5.Bij de vaststelling en de toepassing van hun beloningsbeleid |
Art. 5.Bij de vaststelling en de toepassing van hun beloningsbeleid |
nemen de instellingen de beginselen bepaald in hoofdstuk III in acht | nemen de instellingen de beginselen bepaald in hoofdstuk III in acht |
op een wijze en in een mate die aansluit bij hun omvang en hun interne | op een wijze en in een mate die aansluit bij hun omvang en hun interne |
organisatie en bij de aard, reikwijdte en complexiteit van hun | organisatie en bij de aard, reikwijdte en complexiteit van hun |
activiteiten. | activiteiten. |
De instellingen voldoen aan de vereisten inzake openbaarmaking op een | De instellingen voldoen aan de vereisten inzake openbaarmaking op een |
wijze die past bij hun omvang, interne organisatie en de aard, | wijze die past bij hun omvang, interne organisatie en de aard, |
reikwijdte en complexiteit van hun activiteiten en onverminderd de | reikwijdte en complexiteit van hun activiteiten en onverminderd de |
wetgeving tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte | wetgeving tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte |
van de verwerking van persoonsgegevens. | van de verwerking van persoonsgegevens. |
Art. 6.De in hoofdstuk III neergelegde beginselen worden door |
Art. 6.De in hoofdstuk III neergelegde beginselen worden door |
instellingen op het niveau van de groep, de moedermaatschappij en haar | instellingen op het niveau van de groep, de moedermaatschappij en haar |
dochterondernemingen toegepast. | dochterondernemingen toegepast. |
HOOFDSTUK III. - Beginselen bij de vaststelling en toepassing van het | HOOFDSTUK III. - Beginselen bij de vaststelling en toepassing van het |
beloningsbeleid | beloningsbeleid |
Art. 7.Bij de vaststelling en toepassing van hun beloningsbeleid |
Art. 7.Bij de vaststelling en toepassing van hun beloningsbeleid |
nemen de instellingen de volgende beginselen in acht: | nemen de instellingen de volgende beginselen in acht: |
a) het beloningsbeleid is in overeenstemming met en draagt bij aan een | a) het beloningsbeleid is in overeenstemming met en draagt bij aan een |
degelijke en doeltreffende risicobeheer en moedigt niet aan tot het | degelijke en doeltreffende risicobeheer en moedigt niet aan tot het |
nemen van meer risico's dan voor de instelling aanvaardbaar is; | nemen van meer risico's dan voor de instelling aanvaardbaar is; |
b) het beloningsbeleid strookt met de bedrijfsstrategie, de | b) het beloningsbeleid strookt met de bedrijfsstrategie, de |
doelstellingen, de waarden en de langetermijnbelangen van de | doelstellingen, de waarden en de langetermijnbelangen van de |
instelling, en behelst ook maatregelen die belangenconflicten moeten | instelling, en behelst ook maatregelen die belangenconflicten moeten |
vermijden; | vermijden; |
c) de raad van bestuur van de instelling neemt de algemene beginselen | c) de raad van bestuur van de instelling neemt de algemene beginselen |
van het beloningsbeleid aan, toetst deze periodiek en is | van het beloningsbeleid aan, toetst deze periodiek en is |
verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging ervan; | verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging ervan; |
d) de tenuitvoerlegging van het beloningsbeleid wordt ten minste | d) de tenuitvoerlegging van het beloningsbeleid wordt ten minste |
eenmaal per jaar onderworpen aan een centrale en onafhankelijke | eenmaal per jaar onderworpen aan een centrale en onafhankelijke |
interne beoordeling om deze te toetsen op naleving van het beleid en | interne beoordeling om deze te toetsen op naleving van het beleid en |
de procedures voor de beloning die de raad van bestuur heeft | de procedures voor de beloning die de raad van bestuur heeft |
aangenomen; | aangenomen; |
e) medewerkers in controlefuncties staan los van de bedrijfseenheden | e) medewerkers in controlefuncties staan los van de bedrijfseenheden |
waar ze toezicht op uitoefenen, hebben voldoende gezag, beschikken | waar ze toezicht op uitoefenen, hebben voldoende gezag, beschikken |
over de nodige bevoegdheden en worden beloond naar gelang van de | over de nodige bevoegdheden en worden beloond naar gelang van de |
verwezenlijking van de doelstellingen waar hun functie op gericht is, | verwezenlijking van de doelstellingen waar hun functie op gericht is, |
onafhankelijk de resultaten van de bedrijfsactiviteiten waar ze | onafhankelijk de resultaten van de bedrijfsactiviteiten waar ze |
toezicht op houden; | toezicht op houden; |
f) het remuneratiecomité of, indien een dergelijk comité niet is | f) het remuneratiecomité of, indien een dergelijk comité niet is |
opgericht, de raad van bestuur, houdt rechtstreeks toezicht op de | opgericht, de raad van bestuur, houdt rechtstreeks toezicht op de |
beloning van hogere leidinggevende medewerkers die risicobeheer- en | beloning van hogere leidinggevende medewerkers die risicobeheer- en |
compliancefuncties uitoefenen; | compliancefuncties uitoefenen; |
g) wanneer de beloning prestatiegerelateerd is, is het totale bedrag | g) wanneer de beloning prestatiegerelateerd is, is het totale bedrag |
van de beloning gebaseerd op een combinatie van de beoordeling van de | van de beloning gebaseerd op een combinatie van de beoordeling van de |
prestaties van de betrokken persoon, het betrokken bedrijfsonderdeel | prestaties van de betrokken persoon, het betrokken bedrijfsonderdeel |
en de resultaten van de instelling als geheel en bij de beoordeling | en de resultaten van de instelling als geheel en bij de beoordeling |
van de persoonlijke prestaties worden zowel financiële als | van de persoonlijke prestaties worden zowel financiële als |
niet-financiële criteria gehanteerd; | niet-financiële criteria gehanteerd; |
h) de prestatiebeoordeling is gespreid over meerdere jaren om te | h) de prestatiebeoordeling is gespreid over meerdere jaren om te |
verzekeren dat de beoordeling is gebaseerd op lange-termijn prestaties | verzekeren dat de beoordeling is gebaseerd op lange-termijn prestaties |
en dat de feitelijke uitbetaling van prestatiegebonden gedeelten van | en dat de feitelijke uitbetaling van prestatiegebonden gedeelten van |
de beloning wordt uitgespreid over een periode waarin rekening wordt | de beloning wordt uitgespreid over een periode waarin rekening wordt |
gehouden met de onderliggende bedrijfscyclus van de instelling en haar | gehouden met de onderliggende bedrijfscyclus van de instelling en haar |
bedrijfsrisico's; | bedrijfsrisico's; |
i) de totale variabele beloning beperkt niet de mogelijkheid voor de | i) de totale variabele beloning beperkt niet de mogelijkheid voor de |
instelling om haar eigen vermogen te versterken; | instelling om haar eigen vermogen te versterken; |
j) een gegarandeerde variabele beloning is een uitzondering. Zij vindt | j) een gegarandeerde variabele beloning is een uitzondering. Zij vindt |
slechts plaats bij indienstneming van nieuwe medewerkers en blijft | slechts plaats bij indienstneming van nieuwe medewerkers en blijft |
beperkt tot het eerste jaar van hun indienstneming; | beperkt tot het eerste jaar van hun indienstneming; |
k) bij instellingen die aanspraak kunnen maken op uitzonderlijke | k) bij instellingen die aanspraak kunnen maken op uitzonderlijke |
overheidssteun : | overheidssteun : |
i) is de variabele beloning strikt beperkt tot een bepaald percentage | i) is de variabele beloning strikt beperkt tot een bepaald percentage |
van hun totale netto bedrijfsresultaten als deze beloning niet te | van hun totale netto bedrijfsresultaten als deze beloning niet te |
verenigen is met het in stand houden van een solide eigen vermogen en | verenigen is met het in stand houden van een solide eigen vermogen en |
een tijdige uittreding uit het programma van overheidssteun; | een tijdige uittreding uit het programma van overheidssteun; |
ii) eist de bevoegde toezichthouder van instellingen dat zij hun | ii) eist de bevoegde toezichthouder van instellingen dat zij hun |
beloningen zodanig herstructureren dat zij in lijn zijn met een | beloningen zodanig herstructureren dat zij in lijn zijn met een |
degelijke risicobeheer en de lange-termijn ontwikkeling, met inbegrip | degelijke risicobeheer en de lange-termijn ontwikkeling, met inbegrip |
van, waar van toepassing, het vaststellen van limieten aan de beloning | van, waar van toepassing, het vaststellen van limieten aan de beloning |
van de personen belast met de effectieve leiding van de instelling, in | van de personen belast met de effectieve leiding van de instelling, in |
voorkomend geval het directiecomité; | voorkomend geval het directiecomité; |
iii) wordt er geen variabele beloning betaald aan de personen belast | iii) wordt er geen variabele beloning betaald aan de personen belast |
met de effectieve leiding van de instellingen, in voorkomend geval het | met de effectieve leiding van de instellingen, in voorkomend geval het |
directiecomité, tenzij dit gerechtvaardigd is; | directiecomité, tenzij dit gerechtvaardigd is; |
l) de vaste en variabele componenten van de totale beloning zijn | l) de vaste en variabele componenten van de totale beloning zijn |
evenwichtig verdeeld; het aandeel van de vaste component in het totale | evenwichtig verdeeld; het aandeel van de vaste component in het totale |
beloningspakket is voldoende hoog voor het voeren van een volledig | beloningspakket is voldoende hoog voor het voeren van een volledig |
flexibel beleid inzake variabele beloningscomponenten, inclusief de | flexibel beleid inzake variabele beloningscomponenten, inclusief de |
mogelijkheid om geen variabele beloningscomponent uit te betalen. | mogelijkheid om geen variabele beloningscomponent uit te betalen. |
Instellingen stellen passende verhoudingen tussen de vaste en de | Instellingen stellen passende verhoudingen tussen de vaste en de |
variabele component van de totale beloning vast; | variabele component van de totale beloning vast; |
m) ontslagvergoedingen hangen samen met in de loop der tijd | m) ontslagvergoedingen hangen samen met in de loop der tijd |
gerealiseerde prestaties en zijn zodanig vormgegeven dat falen niet | gerealiseerde prestaties en zijn zodanig vormgegeven dat falen niet |
beloond wordt; | beloond wordt; |
n) bij de beoordeling van prestaties, als basis voor de berekening van | n) bij de beoordeling van prestaties, als basis voor de berekening van |
variabele gedeelten van de beloning of van pools voor variabele | variabele gedeelten van de beloning of van pools voor variabele |
gedeelten van de beloning, wordt een correctie aangebracht voor alle | gedeelten van de beloning, wordt een correctie aangebracht voor alle |
soorten van actuele en toekomstige risico's en wordt rekening gehouden | soorten van actuele en toekomstige risico's en wordt rekening gehouden |
met de kosten van het gebruikte kapitaal en de vereiste liquiditeit. | met de kosten van het gebruikte kapitaal en de vereiste liquiditeit. |
Bij de toewijzing van de variabele gedeelten van de beloning binnen de | Bij de toewijzing van de variabele gedeelten van de beloning binnen de |
instelling dient ook rekening te worden gehouden met alle soorten | instelling dient ook rekening te worden gehouden met alle soorten |
actuele en toekomstige risico's; | actuele en toekomstige risico's; |
o) een aanzienlijk deel, en in ieder geval ten minste 50 % van een | o) een aanzienlijk deel, en in ieder geval ten minste 50 % van een |
variabele beloning, moet bestaan uit een afgewogen mix van: | variabele beloning, moet bestaan uit een afgewogen mix van: |
i) aandelen of vergelijkbare eigendomsbelangen, afhankelijk van de | i) aandelen of vergelijkbare eigendomsbelangen, afhankelijk van de |
juridische structuur van de instelling in kwestie, dan wel, in het | juridische structuur van de instelling in kwestie, dan wel, in het |
geval van een niet op de beurs genoteerde instelling, op aandelen | geval van een niet op de beurs genoteerde instelling, op aandelen |
gebaseerde instrumenten of vergelijkbare niet-liquide instrumenten; | gebaseerde instrumenten of vergelijkbare niet-liquide instrumenten; |
en, | en, |
ii) indien van toepassing, andere instrumenten zoals bedoeld in | ii) indien van toepassing, andere instrumenten zoals bedoeld in |
artikel II.1, eerste lid, 1°, c), iii), van het besluit van de | artikel II.1, eerste lid, 1°, c), iii), van het besluit van de |
Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen van 17 oktober | Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen van 17 oktober |
2006 over het reglement op het eigen vermogen van de | 2006 over het reglement op het eigen vermogen van de |
kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen die een goede | kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen die een goede |
weerspiegeling zijn van de kredietkwaliteit van de instelling in het | weerspiegeling zijn van de kredietkwaliteit van de instelling in het |
kader van de lopende bedrijfsbeoefening. | kader van de lopende bedrijfsbeoefening. |
De in dit punt o) bedoelde instrumenten zijn onderworpen aan een | De in dit punt o) bedoelde instrumenten zijn onderworpen aan een |
passend retentiebeleid dat tot doel heeft prikkels af te stemmen op de | passend retentiebeleid dat tot doel heeft prikkels af te stemmen op de |
belangen van de instelling op de langere termijn. De toezichthouder | belangen van de instelling op de langere termijn. De toezichthouder |
kan beperkingen stellen aan de soorten en de opzet van deze | kan beperkingen stellen aan de soorten en de opzet van deze |
instrumenten of, indien van toepassing, bepaalde instrumenten | instrumenten of, indien van toepassing, bepaalde instrumenten |
verbieden. Dit punt o) is van toepassing op zowel het gedeelte van de | verbieden. Dit punt o) is van toepassing op zowel het gedeelte van de |
variabele beloningscomponent waarvan de uitkering wordt uitgesteld | variabele beloningscomponent waarvan de uitkering wordt uitgesteld |
overeenkomstig punt p) als op het gedeelte van de variabele | overeenkomstig punt p) als op het gedeelte van de variabele |
beloningscomponent waarvan uitkering niet wordt uitgesteld; | beloningscomponent waarvan uitkering niet wordt uitgesteld; |
p) een aanzienlijk deel, en in ieder geval ten minste 40 % van de | p) een aanzienlijk deel, en in ieder geval ten minste 40 % van de |
variabele beloningscomponent, wordt uitgesteld over een periode van | variabele beloningscomponent, wordt uitgesteld over een periode van |
ten minste drie tot vijf jaar die aansluit bij de aard van de | ten minste drie tot vijf jaar die aansluit bij de aard van de |
onderneming, haar risico's en de activiteiten van de medewerker in | onderneming, haar risico's en de activiteiten van de medewerker in |
kwestie. Indien een variabele beloningscomponent een bijzonder hoog | kwestie. Indien een variabele beloningscomponent een bijzonder hoog |
bedrag is, wordt daarvan ten minste 60 % uitgesteld. De duur van de | bedrag is, wordt daarvan ten minste 60 % uitgesteld. De duur van de |
uitstelperiode wordt vastgesteld in overeenstemming met de | uitstelperiode wordt vastgesteld in overeenstemming met de |
bedrijfscyclus, de aard van de activiteiten, de risico's daarvan, en | bedrijfscyclus, de aard van de activiteiten, de risico's daarvan, en |
de activiteiten van de medewerker in kwestie; | de activiteiten van de medewerker in kwestie; |
q) de variabele beloning, inclusief het uitgestelde gedeelte, wordt | q) de variabele beloning, inclusief het uitgestelde gedeelte, wordt |
slechts uitbetaald of verworven wanneer dit met de financiële toestand | slechts uitbetaald of verworven wanneer dit met de financiële toestand |
van de instelling in haar geheel te verenigen is en door de prestaties | van de instelling in haar geheel te verenigen is en door de prestaties |
van de instelling, de bedrijfseenheid en het betreffende individu | van de instelling, de bedrijfseenheid en het betreffende individu |
gerechtvaardigd wordt; | gerechtvaardigd wordt; |
r) het pensioenbeleid is afgestemd op de bedrijfsstrategie, de | r) het pensioenbeleid is afgestemd op de bedrijfsstrategie, de |
doelstellingen, de waarden en de langetermijnbelangen van de | doelstellingen, de waarden en de langetermijnbelangen van de |
instelling. Indien de medewerker vóór pensionering de instelling | instelling. Indien de medewerker vóór pensionering de instelling |
verlaat, moeten de uitkeringen uit hoofde van een discretionair | verlaat, moeten de uitkeringen uit hoofde van een discretionair |
pensioen gedurende een termijn van vijf jaar door de instelling worden | pensioen gedurende een termijn van vijf jaar door de instelling worden |
aangehouden in de vorm van instrumenten als bedoeld in punt o). | aangehouden in de vorm van instrumenten als bedoeld in punt o). |
Wanneer een medewerker zijn pensionering bereikt, dienen | Wanneer een medewerker zijn pensionering bereikt, dienen |
discretionaire pensioenuitkeringen aan hem te worden betaald in de | discretionaire pensioenuitkeringen aan hem te worden betaald in de |
vorm van de in punt o) bedoelde instrumenten, onder voorbehoud van een | vorm van de in punt o) bedoelde instrumenten, onder voorbehoud van een |
retentieperiode van vijf jaar; | retentieperiode van vijf jaar; |
s) van medewerkers wordt de toezegging verlangd dat zij geen gebruik | s) van medewerkers wordt de toezegging verlangd dat zij geen gebruik |
zullen maken van persoonlijke hedgingstrategieën of een aan beloning | zullen maken van persoonlijke hedgingstrategieën of een aan beloning |
of aansprakelijkheid gekoppelde verzekering om de risicobeheereffecten | of aansprakelijkheid gekoppelde verzekering om de risicobeheereffecten |
die in hun beloningsregelingen zijn ingebed, te ondermijnen; | die in hun beloningsregelingen zijn ingebed, te ondermijnen; |
t) variabele beloningen worden niet uitgekeerd door middel van | t) variabele beloningen worden niet uitgekeerd door middel van |
vehikels of methoden die het ontwijken van de eisen van dit reglement | vehikels of methoden die het ontwijken van de eisen van dit reglement |
vergemakkelijken. | vergemakkelijken. |
HOOFDSTUK IV. - Openbaarmaking van informatie | HOOFDSTUK IV. - Openbaarmaking van informatie |
Art. 8.In verband met het beloningsbeleid en de beloningspraktijken |
Art. 8.In verband met het beloningsbeleid en de beloningspraktijken |
van de instelling ten aanzien van de categorieën van medewerkers wier | van de instelling ten aanzien van de categorieën van medewerkers wier |
beroepswerkzaamheden haar risicoprofiel betekenisvol beïnvloeden, | beroepswerkzaamheden haar risicoprofiel betekenisvol beïnvloeden, |
wordt de volgende informatie, met inbegrip van regelmatige, ten minste | wordt de volgende informatie, met inbegrip van regelmatige, ten minste |
jaarlijkse updates, voor het publiek openbaar gemaakt: | jaarlijkse updates, voor het publiek openbaar gemaakt: |
a) informatie over het besluitvormingsproces voor de vaststelling van | a) informatie over het besluitvormingsproces voor de vaststelling van |
het beloningsbeleid, inclusief, indien van toepassing informatie over | het beloningsbeleid, inclusief, indien van toepassing informatie over |
de samenstelling en het mandaat van een remuneratiecommissie, de | de samenstelling en het mandaat van een remuneratiecommissie, de |
externe adviseurs op wie een beroep is gedaan bij de vaststelling van | externe adviseurs op wie een beroep is gedaan bij de vaststelling van |
het beloningsbeleid en de rol van relevante belanghebbenden; | het beloningsbeleid en de rol van relevante belanghebbenden; |
b) informatie over het verband tussen beloning en prestaties; | b) informatie over het verband tussen beloning en prestaties; |
c) de belangrijkste kenmerken van het beloningssysteem, met inbegrip | c) de belangrijkste kenmerken van het beloningssysteem, met inbegrip |
van informatie over de voor prestatiebeoordeling en risicocorrectie | van informatie over de voor prestatiebeoordeling en risicocorrectie |
gehanteerde criteria, het uitstelbeleid en de criteria voor | gehanteerde criteria, het uitstelbeleid en de criteria voor |
definitieve verwerving; | definitieve verwerving; |
d) informatie over de prestatiecriteria op basis waarvan aandelen, | d) informatie over de prestatiecriteria op basis waarvan aandelen, |
opties of variabele beloningscomponenten worden toegekend; | opties of variabele beloningscomponenten worden toegekend; |
e) de belangrijkste parameters en de motivering voor elk variabel | e) de belangrijkste parameters en de motivering voor elk variabel |
beloningssysteem en voor eventuele andere niet-contante voordelen; | beloningssysteem en voor eventuele andere niet-contante voordelen; |
f) geaggregeerde kwantitatieve informatie over de beloning, | f) geaggregeerde kwantitatieve informatie over de beloning, |
uitgesplitst per bedrijfsonderdeel; | uitgesplitst per bedrijfsonderdeel; |
g) geaggregeerde kwantitatieve informatie over de beloning, | g) geaggregeerde kwantitatieve informatie over de beloning, |
uitgesplitst naar hoger leidinggevend personeel en andere medewerkers | uitgesplitst naar hoger leidinggevend personeel en andere medewerkers |
waarvan de werkzaamheden het risicoprofiel van de instelling | waarvan de werkzaamheden het risicoprofiel van de instelling |
betekenisvol beïnvloeden, met opgave van de volgende gegevens: | betekenisvol beïnvloeden, met opgave van de volgende gegevens: |
i) beloningsbedragen voor het boekjaar, uitgesplitst naar vaste en | i) beloningsbedragen voor het boekjaar, uitgesplitst naar vaste en |
variabele beloning, en het aantal begunstigden; | variabele beloning, en het aantal begunstigden; |
ii) bedragen en vorm van variabele beloning, uitgesplitst naar contant | ii) bedragen en vorm van variabele beloning, uitgesplitst naar contant |
geld, aandelen en aan aandelen verbonden instrumenten en overige; | geld, aandelen en aan aandelen verbonden instrumenten en overige; |
iii) bedragen van uitstaande uitgestelde beloning, uitgesplitst naar | iii) bedragen van uitstaande uitgestelde beloning, uitgesplitst naar |
verworven en niet-verworven gedeelten; | verworven en niet-verworven gedeelten; |
iv) de bedragen van uitgestelde beloning die gedurende het boekjaar | iv) de bedragen van uitgestelde beloning die gedurende het boekjaar |
zijn toegekend, uitbetaald en verminderd vanwege aanpassingen aan de | zijn toegekend, uitbetaald en verminderd vanwege aanpassingen aan de |
prestatie; | prestatie; |
v) nieuwe betalingen bij indiensttreding en ontslag toegekend | v) nieuwe betalingen bij indiensttreding en ontslag toegekend |
gedurende het boekjaar, en het aantal begunstigden; en | gedurende het boekjaar, en het aantal begunstigden; en |
vi) de bedragen van betalingen bij ontslag toegekend gedurende het | vi) de bedragen van betalingen bij ontslag toegekend gedurende het |
boekjaar, het aantal begunstigden en het hoogste bedrag toegekend aan | boekjaar, het aantal begunstigden en het hoogste bedrag toegekend aan |
een individu. | een individu. |
Art. 9.Met betrekking tot instellingen die significant zijn wat |
Art. 9.Met betrekking tot instellingen die significant zijn wat |
betreft hun omvang, interne organisatie en de aard, reikwijdte en | betreft hun omvang, interne organisatie en de aard, reikwijdte en |
complexiteit van hun activiteiten, wordt de kwantitatieve informatie | complexiteit van hun activiteiten, wordt de kwantitatieve informatie |
waarnaar in artikel 8 wordt verwezen eveneens openbaar gemaakt op het | waarnaar in artikel 8 wordt verwezen eveneens openbaar gemaakt op het |
niveau van de effectieve leiders. | niveau van de effectieve leiders. |
Art. 10.De artikelen XIV.3 tot XIV.6 van het besluit van de Commissie |
Art. 10.De artikelen XIV.3 tot XIV.6 van het besluit van de Commissie |
voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen van 17 oktober 2006 over | voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen van 17 oktober 2006 over |
het reglement op het eigen vermogen van de kredietinstellingen en de | het reglement op het eigen vermogen van de kredietinstellingen en de |
beleggingsondernemingen zijn mutatis mutandis van toepassing bij de | beleggingsondernemingen zijn mutatis mutandis van toepassing bij de |
openbaarmaking van de informatie bedoeld in de artikelen 8 en 9. | openbaarmaking van de informatie bedoeld in de artikelen 8 en 9. |
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen |
Art. 11.De toezichthouder gebruikt de verzamelde informatie voor het |
Art. 11.De toezichthouder gebruikt de verzamelde informatie voor het |
maken van een vergelijkende studie (benchmarken) van ontwikkelingen en | maken van een vergelijkende studie (benchmarken) van ontwikkelingen en |
praktijken op beloningsgebied van kredietinstellingen en | praktijken op beloningsgebied van kredietinstellingen en |
beleggingsondernemingen. | beleggingsondernemingen. |
Art. 12.De kredietinstellingen en beleggingsondernemingen verstrekken |
Art. 12.De kredietinstellingen en beleggingsondernemingen verstrekken |
aan de toezichthouder informatie over het aantal personen in de | aan de toezichthouder informatie over het aantal personen in de |
instelling met een beloning ten belope van ten minste 1 miljoen EUR, | instelling met een beloning ten belope van ten minste 1 miljoen EUR, |
met inbegrip van de desbetreffende afdeling en de voornaamste | met inbegrip van de desbetreffende afdeling en de voornaamste |
elementen van salaris, bonussen, vergoedingen op lange termijn en | elementen van salaris, bonussen, vergoedingen op lange termijn en |
pensioenbijdragen. De toezichthouder geeft deze informatie op | pensioenbijdragen. De toezichthouder geeft deze informatie op |
geaggregeerde wijze per lidstaat van oorsprong door aan de bevoegde | geaggregeerde wijze per lidstaat van oorsprong door aan de bevoegde |
Europese Toezichthouder, die deze informatie in een gemeenschappelijk | Europese Toezichthouder, die deze informatie in een gemeenschappelijk |
rapportageformaat openbaar maakt. | rapportageformaat openbaar maakt. |
Art. 13.Kredietinstellingen en beleggingsondernemingen passen de in |
Art. 13.Kredietinstellingen en beleggingsondernemingen passen de in |
dit reglement opgenomen beginselen toe met betrekking tot in 2010 | dit reglement opgenomen beginselen toe met betrekking tot in 2010 |
verrichte diensten op : | verrichte diensten op : |
a) beloningen uit hoofde van contracten die gesloten zijn vóór 1 | a) beloningen uit hoofde van contracten die gesloten zijn vóór 1 |
januari 2011 en die na die datum zijn toegekend of uitbetaald; en | januari 2011 en die na die datum zijn toegekend of uitbetaald; en |
b) beloningen die zijn toegekend, maar nog niet zijn betaald vóór 1 | b) beloningen die zijn toegekend, maar nog niet zijn betaald vóór 1 |
januari 2011. | januari 2011. |
Brussel, 8 februari 2011. | Brussel, 8 februari 2011. |
De Voorzitter, | De Voorzitter, |
J.-P. SERVAIS | J.-P. SERVAIS |