| Koninklijk besluit tot vaststelling van de verdelingswijze van de administratiekosten onder de landsbonden | Koninklijk besluit tot vaststelling van de verdelingswijze van de administratiekosten onder de landsbonden |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID | FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID |
| 21 NOVEMBER 2018. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de | 21 NOVEMBER 2018. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de |
| verdelingswijze van de administratiekosten onder de landsbonden | verdelingswijze van de administratiekosten onder de landsbonden |
| FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor | Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor |
| geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli | geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli |
| 1994, inzonderheid op artikel 195, § 1, 2°, achtste lid, vervangen bij | 1994, inzonderheid op artikel 195, § 1, 2°, achtste lid, vervangen bij |
| het koninklijk besluit van 17 maart 1997 en gewijzigd bij de wet van | het koninklijk besluit van 17 maart 1997 en gewijzigd bij de wet van |
| 22 februari 1998; | 22 februari 1998; |
| Gelet op het advies van de Algemene raad van de verzekering voor | Gelet op het advies van de Algemene raad van de verzekering voor |
| geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en | geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en |
| invaliditeitsverzekering, gegeven op 4 juni 2018; | invaliditeitsverzekering, gegeven op 4 juni 2018; |
| Gelet op het advies van het Beheerscomité van de uitkeringsverzekering | Gelet op het advies van het Beheerscomité van de uitkeringsverzekering |
| voor zelfstandigen van de Dienst voor uitkeringen van het | voor zelfstandigen van de Dienst voor uitkeringen van het |
| Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 11 | Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 11 |
| juni 2018; | juni 2018; |
| Gelet op het advies van het Beheerscomité van de uitkeringsverzekering | Gelet op het advies van het Beheerscomité van de uitkeringsverzekering |
| voor werknemers van de Dienst voor uitkeringen van het Rijksinstituut | voor werknemers van de Dienst voor uitkeringen van het Rijksinstituut |
| voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 20 juni 2018; | voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 20 juni 2018; |
| Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 30 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 30 |
| juli 2018; | juli 2018; |
| Gelet op de akkoordbevinding van de Minister voor Begroting, d.d. 22 | Gelet op de akkoordbevinding van de Minister voor Begroting, d.d. 22 |
| oktober 2018; | oktober 2018; |
| Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 25 oktober 2018 bij | Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 25 oktober 2018 bij |
| de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, | de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, |
| eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op | eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op |
| 12 januari 1973; | 12 januari 1973; |
| Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn; | Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn; |
| Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van | Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van |
| State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, | Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
| 1° de "gecoördineerde wet": de wet betreffende de verplichte | 1° de "gecoördineerde wet": de wet betreffende de verplichte |
| verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, | verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, |
| gecoördineerd op 14 juli 1994; | gecoördineerd op 14 juli 1994; |
| 2° de "verzekerde gerechtigden": de 'primaire uitkeringsgerechtigden', | 2° de "verzekerde gerechtigden": de 'primaire uitkeringsgerechtigden', |
| het 'overheidspersoneel en gelijkgestelden', de 'studenten van het | het 'overheidspersoneel en gelijkgestelden', de 'studenten van het |
| hoger onderwijs', de 'invaliden', de 'gepensioneerden', de | hoger onderwijs', de 'invaliden', de 'gepensioneerden', de |
| 'mindervaliden', de 'personen ingeschreven in het Rijksregister', de | 'mindervaliden', de 'personen ingeschreven in het Rijksregister', de |
| 'leden van kloostergemeenschappen', de 'wezen' en de 'weduwenaars en | 'leden van kloostergemeenschappen', de 'wezen' en de 'weduwenaars en |
| weduwen'; | weduwen'; |
| 3° de "maximumfactuur": de maximumfactuur vastgesteld op grond van de | 3° de "maximumfactuur": de maximumfactuur vastgesteld op grond van de |
| sociale categorie van de rechthebbenden en de maximumfactuur | sociale categorie van de rechthebbenden en de maximumfactuur |
| vastgesteld op grond van het gezinsinkomen van de rechthebbenden | vastgesteld op grond van het gezinsinkomen van de rechthebbenden |
| bedoeld in hoofdstuk IIIbis van titel III van de gecoördineerde wet; | bedoeld in hoofdstuk IIIbis van titel III van de gecoördineerde wet; |
| 4° een "opgestart re-integratietraject": per kalenderjaar de eerste | 4° een "opgestart re-integratietraject": per kalenderjaar de eerste |
| aanvraag tot een sociaalprofessioneel re-integratietraject, ingevuld | aanvraag tot een sociaalprofessioneel re-integratietraject, ingevuld |
| en ondertekend door de adviserend arts en de arbeidsongeschikt erkende | en ondertekend door de adviserend arts en de arbeidsongeschikt erkende |
| gerechtigde, | gerechtigde, |
| a) hetzij ingediend door deze gerechtigde bij de begeleider van de | a) hetzij ingediend door deze gerechtigde bij de begeleider van de |
| dienst of instelling van de Gewesten en de Gemeenschappen die | dienst of instelling van de Gewesten en de Gemeenschappen die |
| deelneemt aan de sociaalprofessionele re-integratie en die aanleiding | deelneemt aan de sociaalprofessionele re-integratie en die aanleiding |
| gegeven heeft tot een daadwerkelijke opstart van een traject door de | gegeven heeft tot een daadwerkelijke opstart van een traject door de |
| voormelde dienst of instelling; | voormelde dienst of instelling; |
| b) hetzij ingediend door de adviserend arts bij de Dienst voor | b) hetzij ingediend door de adviserend arts bij de Dienst voor |
| uitkeringen van het Rijksinstituut voor ziekte- en | uitkeringen van het Rijksinstituut voor ziekte- en |
| invaliditeitsverzekering. | invaliditeitsverzekering. |
| 5° een "met de toelating van de adviserend arts aangevatte | 5° een "met de toelating van de adviserend arts aangevatte |
| werkhervatting": de eerste toelating die een verzekerde van de | werkhervatting": de eerste toelating die een verzekerde van de |
| adviserend arts ontvangt om een bezoldigde activiteit tijdens de | adviserend arts ontvangt om een bezoldigde activiteit tijdens de |
| arbeidsongeschiktheid te hervatten met een duur van minimum één maand | arbeidsongeschiktheid te hervatten met een duur van minimum één maand |
| die niet wordt geannuleerd; | die niet wordt geannuleerd; |
| 6° een "verricht klinisch onderzoek": een medisch of medisch-sociaal | 6° een "verricht klinisch onderzoek": een medisch of medisch-sociaal |
| onderzoek door of onder het toezicht van de adviserend arts dat is | onderzoek door of onder het toezicht van de adviserend arts dat is |
| gevalideerd door de revisoren. | gevalideerd door de revisoren. |
Art. 2.§ 1. Onverminderd de toepassing van artikel 3, wordt het |
Art. 2.§ 1. Onverminderd de toepassing van artikel 3, wordt het |
| bedrag van de administratiekosten van de vijf landsbonden bedoeld in | bedrag van de administratiekosten van de vijf landsbonden bedoeld in |
| artikel 195, § 1, 2°, achtste lid, van de gecoördineerde wet, verdeeld | artikel 195, § 1, 2°, achtste lid, van de gecoördineerde wet, verdeeld |
| over deze landsbonden naar rato van hun theoretisch ledental | over deze landsbonden naar rato van hun theoretisch ledental |
| overeenkomstig § 2. | overeenkomstig § 2. |
| § 2. Het theoretisch ledental wordt berekend door vooreerst de som van | § 2. Het theoretisch ledental wordt berekend door vooreerst de som van |
| het aantal verzekerde gerechtigden, het aantal rechthebbenden op de | het aantal verzekerde gerechtigden, het aantal rechthebbenden op de |
| maximumfactuur, en het aantal gepensioneerden vermenigvuldigd met de | maximumfactuur, en het aantal gepensioneerden vermenigvuldigd met de |
| correctiefactor 0,35, te verminderen met het aantal invaliden. Bij dit | correctiefactor 0,35, te verminderen met het aantal invaliden. Bij dit |
| verkregen verschil wordt vervolgens een breuk opgeteld met als teller | verkregen verschil wordt vervolgens een breuk opgeteld met als teller |
| het product van de vermenigvuldiging van het aantal invaliden met het | het product van de vermenigvuldiging van het aantal invaliden met het |
| aantal invaliden en als noemer de som van het aantal 'primaire | aantal invaliden en als noemer de som van het aantal 'primaire |
| uitkeringsgerechtigden', 'overheidspersoneel en gelijkgestelden' en | uitkeringsgerechtigden', 'overheidspersoneel en gelijkgestelden' en |
| 'studenten van het hoger onderwijs'. | 'studenten van het hoger onderwijs'. |
| Voor de toepassing van het eerste lid wordt het aantal verzekerde | Voor de toepassing van het eerste lid wordt het aantal verzekerde |
| gerechtigden, het aantal gepensioneerden en het aantal invaliden | gerechtigden, het aantal gepensioneerden en het aantal invaliden |
| telkens verkregen door het gemiddelde ledental op 30 juni van de twee | telkens verkregen door het gemiddelde ledental op 30 juni van de twee |
| jaren die het betrokken dienstjaar voorafgaan, in aanmerking te nemen. | jaren die het betrokken dienstjaar voorafgaan, in aanmerking te nemen. |
| Het aantal rechthebbenden op de maximumfactuur wordt verkregen door | Het aantal rechthebbenden op de maximumfactuur wordt verkregen door |
| het gemiddelde aantal verzekerde gerechtigden in aanmerking te nemen | het gemiddelde aantal verzekerde gerechtigden in aanmerking te nemen |
| die in het derde en vierde jaar die het betrokken dienstjaar | die in het derde en vierde jaar die het betrokken dienstjaar |
| voorafgaan, effectief de maximumfactuur genoten. | voorafgaan, effectief de maximumfactuur genoten. |
| Voor het vaststellen van het theoretisch ledental wordt het | Voor het vaststellen van het theoretisch ledental wordt het |
| overeenkomstig de vorige leden berekend aantal gerechtigden | overeenkomstig de vorige leden berekend aantal gerechtigden |
| vermenigvuldigd met : | vermenigvuldigd met : |
| 1° 0,0790 voor de eerste 750 000 gerechtigden; | 1° 0,0790 voor de eerste 750 000 gerechtigden; |
| 2° 0,0730 voor de tweede schijf van 750 000 gerechtigden; | 2° 0,0730 voor de tweede schijf van 750 000 gerechtigden; |
| 3° 0,0660 voor de derde schijf van 1 000 000 gerechtigden; | 3° 0,0660 voor de derde schijf van 1 000 000 gerechtigden; |
| 4° 0,0590 voor de vierde schijf van 1 000 000 gerechtigden; | 4° 0,0590 voor de vierde schijf van 1 000 000 gerechtigden; |
| 5° 0,0490 voor de vijfde schijf van 1 000 000 gerechtigden; | 5° 0,0490 voor de vijfde schijf van 1 000 000 gerechtigden; |
| 6° 0,0380 voor het aantal gerechtigden boven 4 500 000. | 6° 0,0380 voor het aantal gerechtigden boven 4 500 000. |
Art. 3.§ 1. Van het bedrag van de administratiekosten van de vijf |
Art. 3.§ 1. Van het bedrag van de administratiekosten van de vijf |
| landsbonden bedoeld in artikel 195, § 1, 2°, achtste lid, van de | landsbonden bedoeld in artikel 195, § 1, 2°, achtste lid, van de |
| gecoördineerde wet, wordt echter een bedrag van 25 000 000 euro over | gecoördineerde wet, wordt echter een bedrag van 25 000 000 euro over |
| deze vijf landsbonden verdeeld naar rato van een aantal bijzondere | deze vijf landsbonden verdeeld naar rato van een aantal bijzondere |
| opdrachten te verrichten bij de gerechtigden op prestaties van de | opdrachten te verrichten bij de gerechtigden op prestaties van de |
| uitkeringsverzekering bepaald overeenkomstig § 2. | uitkeringsverzekering bepaald overeenkomstig § 2. |
| § 2. Het bedrag bedoeld in § 1 wordt verdeeld als volgt : | § 2. Het bedrag bedoeld in § 1 wordt verdeeld als volgt : |
| 1° 25 % ervan wordt verdeeld naar rato van het aantal opgestarte | 1° 25 % ervan wordt verdeeld naar rato van het aantal opgestarte |
| re-integratietrajecten; | re-integratietrajecten; |
| 2° 50 % ervan wordt verdeeld naar rato van het aantal met de toelating | 2° 50 % ervan wordt verdeeld naar rato van het aantal met de toelating |
| van de adviserend arts aangevatte werkhervattingen; | van de adviserend arts aangevatte werkhervattingen; |
| 3° 25 % ervan wordt verdeeld naar rato van het aantal verrichte | 3° 25 % ervan wordt verdeeld naar rato van het aantal verrichte |
| klinische onderzoeken. | klinische onderzoeken. |
| Voor elk van de in het vorige lid vermelde bijzondere opdrachten, | Voor elk van de in het vorige lid vermelde bijzondere opdrachten, |
| verricht bij de gerechtigden op prestaties van de | verricht bij de gerechtigden op prestaties van de |
| uitkeringsverzekering, wordt het gemiddelde aantal voor het tweede en | uitkeringsverzekering, wordt het gemiddelde aantal voor het tweede en |
| derde jaar die het betrokken dienstjaar voorafgaan, in aanmerking | derde jaar die het betrokken dienstjaar voorafgaan, in aanmerking |
| genomen. In afwijking van het voorgaande, worden voor het dienstjaar | genomen. In afwijking van het voorgaande, worden voor het dienstjaar |
| 2018 wat de opgestarte re-integratietrajecten betreft, echter enkel de | 2018 wat de opgestarte re-integratietrajecten betreft, echter enkel de |
| in 2016 opgestarte re-integratietrajecten in aanmerking genomen. | in 2016 opgestarte re-integratietrajecten in aanmerking genomen. |
| Het overeenkomstig het vorige lid voor elke bijzondere opdracht in | Het overeenkomstig het vorige lid voor elke bijzondere opdracht in |
| aanmerking genomen aantal wordt vermenigvuldigd met : | aanmerking genomen aantal wordt vermenigvuldigd met : |
| 1° 0,0900 voor, al naargelang van het geval, de eerste schijf van 800 | 1° 0,0900 voor, al naargelang van het geval, de eerste schijf van 800 |
| opgestarte re-integratietrajecten, de eerste schijf van 8000 met de | opgestarte re-integratietrajecten, de eerste schijf van 8000 met de |
| toelating van de adviserend arts aangevatte werkhervattingen en de | toelating van de adviserend arts aangevatte werkhervattingen en de |
| eerste schijf van 50 000 verrichte klinische onderzoeken; | eerste schijf van 50 000 verrichte klinische onderzoeken; |
| 2° 0,0890 voor, al naargelang van het geval, de tweede schijf van 800 | 2° 0,0890 voor, al naargelang van het geval, de tweede schijf van 800 |
| opgestarte re-integratietrajecten, de tweede schijf van 8000 met de | opgestarte re-integratietrajecten, de tweede schijf van 8000 met de |
| toelating van de adviserend arts aangevatte werkhervattingen en de | toelating van de adviserend arts aangevatte werkhervattingen en de |
| tweede schijf van 50 000 verrichte klinische onderzoeken; | tweede schijf van 50 000 verrichte klinische onderzoeken; |
| 3° 0,0880 voor, al naargelang van het geval, de derde schijf van 800 | 3° 0,0880 voor, al naargelang van het geval, de derde schijf van 800 |
| opgestarte re-integratietrajecten, de derde schijf van 8000 met de | opgestarte re-integratietrajecten, de derde schijf van 8000 met de |
| toelating van de adviserend arts aangevatte werkhervattingen en de | toelating van de adviserend arts aangevatte werkhervattingen en de |
| derde schijf van 50 000 verrichte klinische onderzoeken; | derde schijf van 50 000 verrichte klinische onderzoeken; |
| 4° 0,0870 voor, al naargelang van het geval, de vierde schijf van 800 | 4° 0,0870 voor, al naargelang van het geval, de vierde schijf van 800 |
| opgestarte re-integratietrajecten, de vierde schijf van 8000 met de | opgestarte re-integratietrajecten, de vierde schijf van 8000 met de |
| toelating van de adviserend arts aangevatte werkhervattingen en de | toelating van de adviserend arts aangevatte werkhervattingen en de |
| vierde schijf van 50 000 verrichte klinische onderzoeken; | vierde schijf van 50 000 verrichte klinische onderzoeken; |
| 5° 0,0860 voor, al naargelang van het geval, de vijfde schijf van 800 | 5° 0,0860 voor, al naargelang van het geval, de vijfde schijf van 800 |
| opgestarte re-integratietrajecten, de vijfde schijf van 8000 met de | opgestarte re-integratietrajecten, de vijfde schijf van 8000 met de |
| toelating van de adviserend arts aangevatte werkhervattingen en de | toelating van de adviserend arts aangevatte werkhervattingen en de |
| vijfde schijf van 50 000 verrichte klinische onderzoeken; | vijfde schijf van 50 000 verrichte klinische onderzoeken; |
| 6° 0,0850 voor, al naargelang van het geval, het aantal opgestarte | 6° 0,0850 voor, al naargelang van het geval, het aantal opgestarte |
| re-integratietrajecten boven 4000, het aantal met de toelating van de | re-integratietrajecten boven 4000, het aantal met de toelating van de |
| adviserend arts aangevatte werkhervattingen boven 40 000 en het aantal | adviserend arts aangevatte werkhervattingen boven 40 000 en het aantal |
| verrichte klinische onderzoeken boven 250 000. | verrichte klinische onderzoeken boven 250 000. |
Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2018 en is voor de |
Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2018 en is voor de |
| eerste maal van toepassing op de administratiekosten van het | eerste maal van toepassing op de administratiekosten van het |
| dienstjaar 2018. Voor het dienstjaar 2018 wordt, voor de periode vanaf | dienstjaar 2018. Voor het dienstjaar 2018 wordt, voor de periode vanaf |
| januari tot en met juni, de ene helft van het bedrag bedoeld in | januari tot en met juni, de ene helft van het bedrag bedoeld in |
| artikel 195, § 1, 2°, achtste lid, van de gecoördineerde wet verdeeld | artikel 195, § 1, 2°, achtste lid, van de gecoördineerde wet verdeeld |
| overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 4 februari | overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 4 februari |
| 2002 tot vaststelling van de verdelingswijze van de | 2002 tot vaststelling van de verdelingswijze van de |
| administratiekosten onder de landsbonden en wordt, voor de periode | administratiekosten onder de landsbonden en wordt, voor de periode |
| vanaf juli tot en met december, de andere helft van het voormelde | vanaf juli tot en met december, de andere helft van het voormelde |
| bedrag verdeeld overeenkomstig de bepalingen van dit besluit. | bedrag verdeeld overeenkomstig de bepalingen van dit besluit. |
| Het koninklijk besluit van 4 februari 2002 tot vaststelling van de | Het koninklijk besluit van 4 februari 2002 tot vaststelling van de |
| verdelingswijze van de administratiekosten onder de landsbonden wordt | verdelingswijze van de administratiekosten onder de landsbonden wordt |
| opgeheven op 1 juli 2018. | opgeheven op 1 juli 2018. |
Art. 5.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering |
Art. 5.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering |
| van dit besluit. | van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 21 november 2018. | Gegeven te Brussel, 21 november 2018. |
| FILIP | FILIP |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Sociale Zaken, | De Minister van Sociale Zaken, |
| M. DE BLOCK | M. DE BLOCK |