Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 20/12/2007
← Terug naar "Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel "
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel
FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE
20 DECEMBER 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het 20 DECEMBER 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het
koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van
19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid
en de vakbonden van haar personeel en de vakbonden van haar personeel
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen Gelet op de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen
tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, inzonderheid op tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, inzonderheid op
artikel 18; artikel 18;
Gelet op het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering Gelet op het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering
van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen
tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, inzonderheid op tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, inzonderheid op
de artikelen 88 tot 90; de artikelen 88 tot 90;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 9 Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 9
maart 2007; maart 2007;
Gelet op het protocol nr. 158/4 van 27 maart 2007 van het Gelet op het protocol nr. 158/4 van 27 maart 2007 van het
gemeenschappelijk comité voor alle overheidsdiensten; gemeenschappelijk comité voor alle overheidsdiensten;
Gelet op advies 42.871/3 van de Raad van State, gegeven op 8 mei 2007, Gelet op advies 42.871/3 van de Raad van State, gegeven op 8 mei 2007,
met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de
gecoördineerde wetten op de Raad van State; gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Eerste Minister en Onze Minister van Op de voordracht van Onze Eerste Minister en Onze Minister van
Ambtenarenzaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ambtenarenzaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde
Ministers, Ministers,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 88 van het koninklijk besluit van 28 september 1984

Artikel 1.Artikel 88 van het koninklijk besluit van 28 september 1984

tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de
betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel
wordt vervangen als volgt : wordt vervangen als volgt :
«

Art. 88.§ 1. In elk gebied van een hoog overlegcomité zijn de

«

Art. 88.§ 1. In elk gebied van een hoog overlegcomité zijn de

bepalingen van artikel 89 van toepassing op de personeelsleden in bepalingen van artikel 89 van toepassing op de personeelsleden in
dienst genomen met een arbeidsovereenkomst en aangewezen door een dienst genomen met een arbeidsovereenkomst en aangewezen door een
verantwoordelijke leider van een representatieve vakorganisatie in de verantwoordelijke leider van een representatieve vakorganisatie in de
zin van artikel 8 van de wet. zin van artikel 8 van de wet.
De naam en eventueel de graad van het aangewezen personeelslid worden De naam en eventueel de graad van het aangewezen personeelslid worden
meegedeeld bij een ter post aangetekende brief met bericht van meegedeeld bij een ter post aangetekende brief met bericht van
ontvangst aan de voorzitter van het hoog overlegcomité en aan de ontvangst aan de voorzitter van het hoog overlegcomité en aan de
voorzitter van het overlegcomité waaronder het personeelslid voorzitter van het overlegcomité waaronder het personeelslid
ressorteert. Volgens dezelfde procedure kan een verantwoordelijke ressorteert. Volgens dezelfde procedure kan een verantwoordelijke
leider op elk ogenblik die aanwijzing wijzigen. leider op elk ogenblik die aanwijzing wijzigen.
De bepalingen van artikel 89 zijn op het personeelslid, van wie de De bepalingen van artikel 89 zijn op het personeelslid, van wie de
naam aldus wordt meegedeeld, toepasselijk vanaf de eerste dag van de naam aldus wordt meegedeeld, toepasselijk vanaf de eerste dag van de
maand volgend na die waarin de brief bedoeld in het tweede lid wordt maand volgend na die waarin de brief bedoeld in het tweede lid wordt
ontvangen. ontvangen.
§ 2. Per hoog overlegcomité, opgericht in het gebied van het comité § 2. Per hoog overlegcomité, opgericht in het gebied van het comité
voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke
overheidsdiensten, kan het aantal aangewezen personen overeenkomstig § overheidsdiensten, kan het aantal aangewezen personen overeenkomstig §
1 niet hoger zijn dan het aantal opgerichte basisoverlegcomités met 1 niet hoger zijn dan het aantal opgerichte basisoverlegcomités met
een maximum van twintig per vakorganisatie, met uitzondering van het een maximum van twintig per vakorganisatie, met uitzondering van het
hoog overlegcomité opgericht in het gebied van sectorcomité XIX - hoog overlegcomité opgericht in het gebied van sectorcomité XIX -
Duitstalige Gemeenschap waar dat aantal niet hoger kan zijn dan vier Duitstalige Gemeenschap waar dat aantal niet hoger kan zijn dan vier
per vakorganisatie. per vakorganisatie.
In afwijking op het eerste lid : In afwijking op het eerste lid :
1° kan elke overheid de aanwijzing van een hoger aantal 1° kan elke overheid de aanwijzing van een hoger aantal
personeelsleden per vakorganisatie toestaan; dat aantal mag het aantal personeelsleden per vakorganisatie toestaan; dat aantal mag het aantal
basisoverlegcomités niet overschrijden; basisoverlegcomités niet overschrijden;
2° kan elke vakorganisatie één personeelslid per taalrol en per 2° kan elke vakorganisatie één personeelslid per taalrol en per
basisoverlegcomité aanwijzen in geval het gebied van dat comité een of basisoverlegcomité aanwijzen in geval het gebied van dat comité een of
meer diensten bevat waarvan de werkkring het ganse land bestrijkt en meer diensten bevat waarvan de werkkring het ganse land bestrijkt en
voor zover het aantal met een arbeidsovereenkomst in dienst genomen voor zover het aantal met een arbeidsovereenkomst in dienst genomen
personeelsleden in het gebied van dat comité meer dan honderd personeelsleden in het gebied van dat comité meer dan honderd
bedraagt. bedraagt.
§ 3. Per hoog overlegcomité opgericht in het gebied van het comité § 3. Per hoog overlegcomité opgericht in het gebied van het comité
voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten kan het in § 1 voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten kan het in § 1
vermelde aantal niet hoger zijn dan twee maal het aantal vermelde aantal niet hoger zijn dan twee maal het aantal
basisoverlegcomités. basisoverlegcomités.
In afwijking op het eerste lid : In afwijking op het eerste lid :
1° zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheden van de toezichthoudende 1° zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheden van de toezichthoudende
overheid, kan elke overheid de aanwijzing van een hoger aantal overheid, kan elke overheid de aanwijzing van een hoger aantal
personeelsleden toestaan; personeelsleden toestaan;
2° het aantal bedoeld in § 1 is in geen geval lager dan 2° het aantal bedoeld in § 1 is in geen geval lager dan
respectievelijk een, twee, drie, vier of vijf naar gelang het aantal respectievelijk een, twee, drie, vier of vijf naar gelang het aantal
personeelsleden in dienst genomen met een arbeidsovereenkomst in het personeelsleden in dienst genomen met een arbeidsovereenkomst in het
gebied van een hoog overlegcomité honderd of minder, meer dan honderd, gebied van een hoog overlegcomité honderd of minder, meer dan honderd,
meer dan vijfhonderd, meer dan duizend of meer dan tweeduizend meer dan vijfhonderd, meer dan duizend of meer dan tweeduizend
bedraagt. Wanneer er niet ten minste twintig personeelsleden met een bedraagt. Wanneer er niet ten minste twintig personeelsleden met een
arbeidsovereenkomst in dienst genomen zijn, is deze bepaling slechts arbeidsovereenkomst in dienst genomen zijn, is deze bepaling slechts
toepasselijk indien deze personeelsleden ten minste de helft van de toepasselijk indien deze personeelsleden ten minste de helft van de
totale personeelssterkte die onder dat comité ressorteert totale personeelssterkte die onder dat comité ressorteert
vertegenwoordigen. vertegenwoordigen.
§ 4. Elk jaar, vóór de eerste dag van de maand die overeenkomt met de § 4. Elk jaar, vóór de eerste dag van de maand die overeenkomt met de
maand volgend op de inwerkingtreding van dit besluit, deelt de maand volgend op de inwerkingtreding van dit besluit, deelt de
voorzitter van het hoog overlegcomité aan de vakorganisaties het voorzitter van het hoog overlegcomité aan de vakorganisaties het
aantal personeelsleden mee die kunnen aangewezen worden overeenkomstig aantal personeelsleden mee die kunnen aangewezen worden overeenkomstig
de §§ 2 en 3. de §§ 2 en 3.
Voor de toepassing van § 3, tweede lid, 2°, zijn de cijfers van de Voor de toepassing van § 3, tweede lid, 2°, zijn de cijfers van de
personeelssterkte van het personeel met een arbeidsovereenkomst in personeelssterkte van het personeel met een arbeidsovereenkomst in
dienst genomen die welke bestonden op 30 juni van het jaar vóór het dienst genomen die welke bestonden op 30 juni van het jaar vóór het
jaar bedoeld in het eerste lid. Die cijfers worden meegedeeld aan de jaar bedoeld in het eerste lid. Die cijfers worden meegedeeld aan de
vakorganisaties door de voorzitter van het hoog overlegcomité vakorganisaties door de voorzitter van het hoog overlegcomité
waaronder de overheidsdiensten bedoeld in § 3 ressorteren. waaronder de overheidsdiensten bedoeld in § 3 ressorteren.
De datums bedoeld in het eerste en tweede lid kunnen worden vervangen De datums bedoeld in het eerste en tweede lid kunnen worden vervangen
door andere datums mits het sluiten van een akkoord in de zin van door andere datums mits het sluiten van een akkoord in de zin van
artikel 9, 1° of 2°, van de wet in het comité dat overeenkomt met het artikel 9, 1° of 2°, van de wet in het comité dat overeenkomt met het
hoog overlegcomité. hoog overlegcomité.
§ 5. In geval de toepassing van de bepalingen van de §§ 3 en 4 tot § 5. In geval de toepassing van de bepalingen van de §§ 3 en 4 tot
resultaat heeft dat het aantal personen dat kan aangewezen worden resultaat heeft dat het aantal personen dat kan aangewezen worden
lager is dan het aantal voordien aangewezen personen, wijst de lager is dan het aantal voordien aangewezen personen, wijst de
vakorganisatie binnen drie maanden, volgens de procedure bepaald onder vakorganisatie binnen drie maanden, volgens de procedure bepaald onder
§ 1, eerste lid, de personen aan op wie de bepalingen van artikel 89 § 1, eerste lid, de personen aan op wie de bepalingen van artikel 89
toepasselijk zijn. Bij gebreke van aanwijzing zijn deze bepalingen toepasselijk zijn. Bij gebreke van aanwijzing zijn deze bepalingen
niet meer toepasselijk op de voordien aangewezen personen. » niet meer toepasselijk op de voordien aangewezen personen. »

Art. 2.In artikel 90, 1°, van hetzelfde besluit, worden de woorden «

Art. 2.In artikel 90, 1°, van hetzelfde besluit, worden de woorden «

de afdanking wordt opgeschort » vervangen door de woorden « de de afdanking wordt opgeschort » vervangen door de woorden « de
beslissing tot het overgaan tot afdanken wordt opgeschort ». beslissing tot het overgaan tot afdanken wordt opgeschort ».

Art. 3.Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem

Art. 3.Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem

betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 20 december 2007. Gegeven te Brussel, 20 december 2007.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Eerste Minister, De Eerste Minister,
G. VERHOFSTADT G. VERHOFSTADT
De Minister van Ambtenarenzaken, De Minister van Ambtenarenzaken,
C. DUPONT C. DUPONT
^