Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, betreffende de toekenning van een sectoraal conventioneel brugpensioen | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, betreffende de toekenning van een sectoraal conventioneel brugpensioen |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
19 APRIL 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 19 APRIL 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2009, gesloten | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2009, gesloten |
in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, betreffende de | in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, betreffende de |
toekenning van een sectoraal conventioneel brugpensioen (1) | toekenning van een sectoraal conventioneel brugpensioen (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten op 19 | Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten op 19 |
december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een | december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een |
regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde | regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde |
werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard | werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard |
bij koninklijk besluit van 16 januari 1975; | bij koninklijk besluit van 16 januari 1975; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de steenbakkerij; | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de steenbakkerij; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2009, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2009, gesloten |
in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, betreffende de | in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, betreffende de |
toekenning van een sectoraal conventioneel brugpensioen. | toekenning van een sectoraal conventioneel brugpensioen. |
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 19 april 2010. | Gegeven te Brussel, 19 april 2010. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Vice-Eerste Minister | De Vice-Eerste Minister |
en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en | en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en |
asielbeleid, | asielbeleid, |
Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 | Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 |
januari 1975. | januari 1975. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor de steenbakkerij | Paritair Comité voor de steenbakkerij |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2009 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2009 |
Toekenning van een sectoraal conventioneel brugpensioen | Toekenning van een sectoraal conventioneel brugpensioen |
(Overeenkomst geregistreerd op 29 oktober 2009 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 29 oktober 2009 onder het nummer |
95411/CO/114) | 95411/CO/114) |
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
de werkgevers en op arbeid(st)ers van de ondernemingen die ressorteren | de werkgevers en op arbeid(st)ers van de ondernemingen die ressorteren |
onder het Paritair Comité voor de steenbakkerij. | onder het Paritair Comité voor de steenbakkerij. |
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op de NV | Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op de NV |
Scheerders - Van Kerchove's, Verenigde Fabrieken te Sint-Niklaas, en | Scheerders - Van Kerchove's, Verenigde Fabrieken te Sint-Niklaas, en |
de arbeid(st)ers die er zijn tewerkgesteld. | de arbeid(st)ers die er zijn tewerkgesteld. |
HOOFDSTUK II. - Rechthebbenden | HOOFDSTUK II. - Rechthebbenden |
Art. 2.Hebben recht op een aanvullende vergoeding voor sectoraal |
Art. 2.Hebben recht op een aanvullende vergoeding voor sectoraal |
conventioneel brugpensioen ten laste van het "Sociaal Fonds voor de | conventioneel brugpensioen ten laste van het "Sociaal Fonds voor de |
baksteenindustrie", en onder de voorwaarden bepaald in artikel 3, de | baksteenindustrie", en onder de voorwaarden bepaald in artikel 3, de |
arbeid(st)ers verbonden door een arbeidsovereenkomst, die worden | arbeid(st)ers verbonden door een arbeidsovereenkomst, die worden |
ontslagen, behalve wegens dringende redenen in de zin van de wet van 3 | ontslagen, behalve wegens dringende redenen in de zin van de wet van 3 |
juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. | juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. |
Het "Sociaal Fonds voor de baksteenindustrie" waarborgt in alle | Het "Sociaal Fonds voor de baksteenindustrie" waarborgt in alle |
gevallen de betaling van de aanvullende vergoeding voor sectoraal | gevallen de betaling van de aanvullende vergoeding voor sectoraal |
conventioneel brugpensioen behalve wanneer de wetgeving op de sluiting | conventioneel brugpensioen behalve wanneer de wetgeving op de sluiting |
van de onderneming van toepassing is. | van de onderneming van toepassing is. |
Art. 3.1. Overeenkomstig de bepalingen van artikel 3, § 2, 4de en 5e |
Art. 3.1. Overeenkomstig de bepalingen van artikel 3, § 2, 4de en 5e |
lid van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de | lid van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de |
toekenning van werkloosheidsuitkeringen ingeval van conventioneel | toekenning van werkloosheidsuitkeringen ingeval van conventioneel |
brugpensioen, en onder voorbehoud van eventuele aanpassingen | brugpensioen, en onder voorbehoud van eventuele aanpassingen |
aangebracht aan deze reglementering, wordt de minimumleeftijd, om te | aangebracht aan deze reglementering, wordt de minimumleeftijd, om te |
kunnen genieten van deze regeling van aanvullende vergoeding, | kunnen genieten van deze regeling van aanvullende vergoeding, |
vastgesteld op 58 jaar voor de arbeid(st)ers. Bovendien dienen de | vastgesteld op 58 jaar voor de arbeid(st)ers. Bovendien dienen de |
arbeid(st)ers te voldoen aan de voorwaarde dat zij minstens 5 jaar | arbeid(st)ers te voldoen aan de voorwaarde dat zij minstens 5 jaar |
anciënniteit hebben in de in artikel 1 bedoelde ondernemingen. | anciënniteit hebben in de in artikel 1 bedoelde ondernemingen. |
2. De minimumleeftijd om te kunnen genieten ten laste van het fonds | 2. De minimumleeftijd om te kunnen genieten ten laste van het fonds |
van deze regeling van aanvullende vergoeding wordt vastgesteld op 56 | van deze regeling van aanvullende vergoeding wordt vastgesteld op 56 |
jaar voor de arbeid(st)ers die voldoen aan de volgende voorwaarden : | jaar voor de arbeid(st)ers die voldoen aan de volgende voorwaarden : |
a. 33 jaar beroepsloopbaan als loontrekkende; | a. 33 jaar beroepsloopbaan als loontrekkende; |
b. 20 jaar ploegenarbeid met nachtprestaties, in uitvoering van | b. 20 jaar ploegenarbeid met nachtprestaties, in uitvoering van |
hoofdstuk III, afdeling VI, onderafdeling 3, van de wet van 26 maart | hoofdstuk III, afdeling VI, onderafdeling 3, van de wet van 26 maart |
1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 | 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 |
en houdende diverse bepalingen; | en houdende diverse bepalingen; |
c. 5 jaar ancienniteit in de in artikel 1 bedoelde ondernemingen. | c. 5 jaar ancienniteit in de in artikel 1 bedoelde ondernemingen. |
3. De minimumleeftijd om te kunnen genieten ten laste van het fonds | 3. De minimumleeftijd om te kunnen genieten ten laste van het fonds |
van deze regeling van aanvullende vergoeding wordt vastgesteld op 56 | van deze regeling van aanvullende vergoeding wordt vastgesteld op 56 |
jaar voor de arbeid(st)ers die voldoen aan de volgende voorwaarden : | jaar voor de arbeid(st)ers die voldoen aan de volgende voorwaarden : |
a. 40 jaar beroepsloopbaan als loontrekkende; | a. 40 jaar beroepsloopbaan als loontrekkende; |
b. 10 jaar ancienniteit in de in artikel 1 bedoelde ondernemingen. | b. 10 jaar ancienniteit in de in artikel 1 bedoelde ondernemingen. |
Art. 4.In uitvoering van de bepalingen van de artikelen 5 en 6 van de |
Art. 4.In uitvoering van de bepalingen van de artikelen 5 en 6 van de |
statuten, vastgesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 | statuten, vastgesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 |
september 1990, gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, | september 1990, gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, |
houdende de coördinatie van de statuten van het "Sociaal Fonds voor de | houdende de coördinatie van de statuten van het "Sociaal Fonds voor de |
baksteenindustrie", algemeen verbindend verklaard bij koninklijk | baksteenindustrie", algemeen verbindend verklaard bij koninklijk |
besluit van 21 mei 1991 (Belgisch Staatsblad van 4 oktober 1991), | besluit van 21 mei 1991 (Belgisch Staatsblad van 4 oktober 1991), |
wordt aan de arbeid(st)ers bedoeld in de artikelen 2 en 3 een | wordt aan de arbeid(st)ers bedoeld in de artikelen 2 en 3 een |
aanvullende vergoeding toegekend ten laste van het fonds, waarvan het | aanvullende vergoeding toegekend ten laste van het fonds, waarvan het |
bedrag, de wijze van toekenning en van uitkering hierna zijn | bedrag, de wijze van toekenning en van uitkering hierna zijn |
vastgesteld. | vastgesteld. |
Bovendien worden de bijzondere werkgeversbijdragen opgelegd door de | Bovendien worden de bijzondere werkgeversbijdragen opgelegd door de |
artikelen 268 tot 271 van de programmawet van 22 december 1989 en door | artikelen 268 tot 271 van de programmawet van 22 december 1989 en door |
artikel 141 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale | artikel 141 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale |
bepalingen en door de uitvoeringsbesluiten ten laste genomen door het | bepalingen en door de uitvoeringsbesluiten ten laste genomen door het |
fonds. Ook in geval van wijziging van deze regeling van | fonds. Ook in geval van wijziging van deze regeling van |
werkgeversbijdragen of in geval van bijkomende werkgeversbijdragen, | werkgeversbijdragen of in geval van bijkomende werkgeversbijdragen, |
zullen deze ten laste worden genomen door het fonds (cfr. wet diverse | zullen deze ten laste worden genomen door het fonds (cfr. wet diverse |
bepalingen). | bepalingen). |
Art. 5.De in artikel 2 bedoelde aanvullende vergoeding behelst het |
Art. 5.De in artikel 2 bedoelde aanvullende vergoeding behelst het |
toekennen van gelijkaardige voordelen als voorzien door de collectieve | toekennen van gelijkaardige voordelen als voorzien door de collectieve |
arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 19 | arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 19 |
december 1974, aan alle arbeid(st)ers die ongewild werkloos worden | december 1974, aan alle arbeid(st)ers die ongewild werkloos worden |
gesteld en die : | gesteld en die : |
- gedurende de periode van 1 juli 2009 tot en met 30 juni 2011 recht | - gedurende de periode van 1 juli 2009 tot en met 30 juni 2011 recht |
verkrijgen op wettelijke werkloosheidsvergoeding voor de arbeid(st)ers | verkrijgen op wettelijke werkloosheidsvergoeding voor de arbeid(st)ers |
die vanaf de leeftijd van 58 jaar van deze vergoeding genieten, | die vanaf de leeftijd van 58 jaar van deze vergoeding genieten, |
- gedurende de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010 | - gedurende de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010 |
recht verkrijgen op wettelijke werkloosheidsvergoeding voor de | recht verkrijgen op wettelijke werkloosheidsvergoeding voor de |
arbeid(st)ers die vanaf de leeftijd van 56 jaar van deze vergoeding | arbeid(st)ers die vanaf de leeftijd van 56 jaar van deze vergoeding |
genieten, | genieten, |
en op de eerste dag die recht geeft op deze vergoeding de leeftijd | en op de eerste dag die recht geeft op deze vergoeding de leeftijd |
hebben bereikt zoals aangeduid in artikel 3 hierboven. | hebben bereikt zoals aangeduid in artikel 3 hierboven. |
Zonder afbreuk te doen aan de vereiste dat de minimumleeftijd waarvan | Zonder afbreuk te doen aan de vereiste dat de minimumleeftijd waarvan |
sprake in artikel 3, moet bereikt zijn tijdens de geldigheidsduur van | sprake in artikel 3, moet bereikt zijn tijdens de geldigheidsduur van |
onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, kan de eerste dag die | onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, kan de eerste dag die |
recht geeft op wettelijke werkloosheidsvergoeding zich situeren na 30 | recht geeft op wettelijke werkloosheidsvergoeding zich situeren na 30 |
juni 2011, voor de arbeid(st)ers die de leeftijd van 58 jaar hebben | juni 2011, voor de arbeid(st)ers die de leeftijd van 58 jaar hebben |
bereikt of na 31 december 2010 voor de arbeid(st)ers die de leeftijd | bereikt of na 31 december 2010 voor de arbeid(st)ers die de leeftijd |
van 56 jaar hebben bereikt, indien dit te wijten is aan de verlenging | van 56 jaar hebben bereikt, indien dit te wijten is aan de verlenging |
van de opzeggingstermijn ingevolge toepassing van de artikelen 38, § 2 | van de opzeggingstermijn ingevolge toepassing van de artikelen 38, § 2 |
en 38bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de | en 38bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de |
arbeidsovereenkomsten. | arbeidsovereenkomsten. |
Art. 6.De in artikel 5 bedoelde arbeid(st)ers hebben, voorzover zij |
Art. 6.De in artikel 5 bedoelde arbeid(st)ers hebben, voorzover zij |
de wettelijke werkloosheidsuitkeringen ontvangen, recht op de | de wettelijke werkloosheidsuitkeringen ontvangen, recht op de |
aanvullende vergoeding tot op de datum dat zij de leeftijd bereiken | aanvullende vergoeding tot op de datum dat zij de leeftijd bereiken |
waarop zij wettelijk pensioengerechtigd zijn en binnen de voorwaarden | waarop zij wettelijk pensioengerechtigd zijn en binnen de voorwaarden |
zoals door deze pensioenreglementering vastgesteld. | zoals door deze pensioenreglementering vastgesteld. |
De regeling geldt eveneens voor de arbeid(st)ers die tijdelijk uit het | De regeling geldt eveneens voor de arbeid(st)ers die tijdelijk uit het |
stelsel zouden getreden zijn en die nadien opnieuw van de regeling | stelsel zouden getreden zijn en die nadien opnieuw van de regeling |
wensen te genieten, voor zover zij opnieuw de wettelijke | wensen te genieten, voor zover zij opnieuw de wettelijke |
werkloosheidsvergoeding ontvangen. | werkloosheidsvergoeding ontvangen. |
Met toepassing van de artikelen 4bis, 4ter en 4quater van collectieve | Met toepassing van de artikelen 4bis, 4ter en 4quater van collectieve |
arbeidsovereenkomst nr. 17, zoals gewijzigd door collectieve | arbeidsovereenkomst nr. 17, zoals gewijzigd door collectieve |
arbeidsovereenkomst nr. 17tricies van 19 december 2006, wordt het | arbeidsovereenkomst nr. 17tricies van 19 december 2006, wordt het |
recht op de aanvullende vergoeding toegekend aan de arbeid(st)ters die | recht op de aanvullende vergoeding toegekend aan de arbeid(st)ters die |
ontslagen werden in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst | ontslagen werden in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst |
behouden ten laste van de vorige werkgever, wanneer deze arbeid(st)ers | behouden ten laste van de vorige werkgever, wanneer deze arbeid(st)ers |
het werk als loontrekkende hervatten bij een andere werkgever dan die | het werk als loontrekkende hervatten bij een andere werkgever dan die |
welke hen ontslagen heeft en die niet behoort tot dezelfde technische | welke hen ontslagen heeft en die niet behoort tot dezelfde technische |
bedrijfseenheid als de werkgever die hen ontslagen heeft. | bedrijfseenheid als de werkgever die hen ontslagen heeft. |
Het recht op de aanvullende vergoeding toegekend aan de arbeid(st)ers | Het recht op de aanvullende vergoeding toegekend aan de arbeid(st)ers |
die ontslagen zijn in het kader van deze collectieve | die ontslagen zijn in het kader van deze collectieve |
arbeidsovereenkomst wordt eveneens behouden ten laste van de vorige | arbeidsovereenkomst wordt eveneens behouden ten laste van de vorige |
werkgever in geval van uitoefening van een zelfstandige | werkgever in geval van uitoefening van een zelfstandige |
hoofdactiviteit, op voorwaarde dat deze activiteit niet uitgeoefend | hoofdactiviteit, op voorwaarde dat deze activiteit niet uitgeoefend |
wordt voor rekening van de werkgever die hen ontslagen heeft of voor | wordt voor rekening van de werkgever die hen ontslagen heeft of voor |
rekening van een werkgever die behoort tot dezelfde technische | rekening van een werkgever die behoort tot dezelfde technische |
bedrijfseenheid als de werkgever die hen ontslagen heeft. | bedrijfseenheid als de werkgever die hen ontslagen heeft. |
De arbeid(st)ers beoogd in dit artikel behouden het recht op de | De arbeid(st)ers beoogd in dit artikel behouden het recht op de |
aanvullende vergoeding zodra een einde werd gemaakt aan hun | aanvullende vergoeding zodra een einde werd gemaakt aan hun |
tewerkstelling in het kader van een arbeidsovereenkomst of aan de | tewerkstelling in het kader van een arbeidsovereenkomst of aan de |
uitoefening van een zelfstandige hoofdactiviteit. Zij leveren in dit | uitoefening van een zelfstandige hoofdactiviteit. Zij leveren in dit |
geval aan hun vorige werkgever (in de zin van de eerste paragraaf van | geval aan hun vorige werkgever (in de zin van de eerste paragraaf van |
dit artikel) het bewijs van hun recht op werkloosheidsuitkeringen. | dit artikel) het bewijs van hun recht op werkloosheidsuitkeringen. |
In het geval beoogd in de vorige paragraaf mogen arbeid(st)ers geen | In het geval beoogd in de vorige paragraaf mogen arbeid(st)ers geen |
twee of meer aanvullende stelsels cumuleren. Wanneer zij zich in de | twee of meer aanvullende stelsels cumuleren. Wanneer zij zich in de |
omstandigheden bevinden om verscheidene aanvullende stelsels te | omstandigheden bevinden om verscheidene aanvullende stelsels te |
genieten, behouden zij het recht op het stelsel dat toegekend werd | genieten, behouden zij het recht op het stelsel dat toegekend werd |
door de werkgever die hen ontslagen heeft (in de zin van de eerste | door de werkgever die hen ontslagen heeft (in de zin van de eerste |
paragraaf van dit artikel). | paragraaf van dit artikel). |
Art. 7.1. Vooraleer over te gaan tot het ontslag voorzien in de |
Art. 7.1. Vooraleer over te gaan tot het ontslag voorzien in de |
artikelen 2, 3 en 5 pleegt de werkgever overleg met de betrokken | artikelen 2, 3 en 5 pleegt de werkgever overleg met de betrokken |
arbeid(st)ers en wint hij het advies in van de ondernemingsraad, bij | arbeid(st)ers en wint hij het advies in van de ondernemingsraad, bij |
ontstentenis daarvan van de syndikale afvaardiging of bij ontstentenis | ontstentenis daarvan van de syndikale afvaardiging of bij ontstentenis |
daarvan van de vertegenwoordigers van de representatieve | daarvan van de vertegenwoordigers van de representatieve |
werknemersorganisaties. | werknemersorganisaties. |
De betekening van de opzegging geschiedt binnen de zeven kalenderdagen | De betekening van de opzegging geschiedt binnen de zeven kalenderdagen |
volgend op het tijdens voormeld overleg getroffen gemeenschappelijk | volgend op het tijdens voormeld overleg getroffen gemeenschappelijk |
besluit. | besluit. |
Op het ogenblik van de betekening van het ontslag, zendt de werkgever | Op het ogenblik van de betekening van het ontslag, zendt de werkgever |
aan het sociaal fonds, op een daartoe bestemd formulier, in twee | aan het sociaal fonds, op een daartoe bestemd formulier, in twee |
exemplaren, de gegevens welke betrekking hebben op het in uitvoering | exemplaren, de gegevens welke betrekking hebben op het in uitvoering |
van vorige leden getroffen gemeenschappelijk besluit. | van vorige leden getroffen gemeenschappelijk besluit. |
2. Een in de schoot van het "Sciaal Fonds voor de baksteenindustrie", | 2. Een in de schoot van het "Sciaal Fonds voor de baksteenindustrie", |
overeenkomstig artikel 15, opgericht toezichtscomité doet uitspraak | overeenkomstig artikel 15, opgericht toezichtscomité doet uitspraak |
over de geldigheid van de ingezonden gegevens. | over de geldigheid van de ingezonden gegevens. |
De werkgever maakt, na verloop van de opzeggingstermijn, voorzien in | De werkgever maakt, na verloop van de opzeggingstermijn, voorzien in |
artikel 9, het bewijs van volledige werkloosheid over aan de betrokken | artikel 9, het bewijs van volledige werkloosheid over aan de betrokken |
arbeid(st)ers die dit bewijs aanbieden aan de Rijksdienst voor | arbeid(st)ers die dit bewijs aanbieden aan de Rijksdienst voor |
Arbeidsvoorziening om de in artikel 10, § 1, 1°, voorziene | Arbeidsvoorziening om de in artikel 10, § 1, 1°, voorziene |
werkloosheidsuitkering te bekomen. | werkloosheidsuitkering te bekomen. |
Art. 8.Diegenen die het sectoraal conventioneel brugpensioen |
Art. 8.Diegenen die het sectoraal conventioneel brugpensioen |
genieten, worden voor de toepassing van de sociale wetgeving | genieten, worden voor de toepassing van de sociale wetgeving |
gelijkgesteld met werklozen die werkloosheidsuitkeringen genieten. | gelijkgesteld met werklozen die werkloosheidsuitkeringen genieten. |
Art. 9.Het sectoraal conventioneel brugpensioen gaat in op het einde |
Art. 9.Het sectoraal conventioneel brugpensioen gaat in op het einde |
van de opzeggingstermijn voorzien door de wet van 3 juli 1978 | van de opzeggingstermijn voorzien door de wet van 3 juli 1978 |
betreffende de arbeidsovereenkomsten. | betreffende de arbeidsovereenkomsten. |
HOOFDSTUK III. - Bedrag van de uitkering | HOOFDSTUK III. - Bedrag van de uitkering |
Art. 10.§ 1. Het bedrag van het sectoraal conventioneel brugpensioen |
Art. 10.§ 1. Het bedrag van het sectoraal conventioneel brugpensioen |
wordt vastgesteld door samenvoeging van twee delen : | wordt vastgesteld door samenvoeging van twee delen : |
1° het eerste is gelijk aan de werkloosheidsuitkering waarop de | 1° het eerste is gelijk aan de werkloosheidsuitkering waarop de |
arbeid(st)ers aanspraak maken; | arbeid(st)ers aanspraak maken; |
2° het tweede is gelijk aan de helft van het verschil tussen het | 2° het tweede is gelijk aan de helft van het verschil tussen het |
nettoreferteloon en de werkloosheidsuitkering. | nettoreferteloon en de werkloosheidsuitkering. |
§ 2. Het nettoreferentieloon is gelijk aan het brutomaandloon begrensd | § 2. Het nettoreferentieloon is gelijk aan het brutomaandloon begrensd |
tot 3.476,03 EUR en verminderd met de persoonlijke sociale | tot 3.476,03 EUR en verminderd met de persoonlijke sociale |
zekerheidsbijdrage en de fiscale inhouding. | zekerheidsbijdrage en de fiscale inhouding. |
De grens van 3.476,03 EUR is gebonden aan de schommelingen van het | De grens van 3.476,03 EUR is gebonden aan de schommelingen van het |
indexcijfer van de consumptieprijzen. De grens wordt op 1 januari van | indexcijfer van de consumptieprijzen. De grens wordt op 1 januari van |
elk jaar door de Nationale Arbeidsraad herzien, rekening houdend met | elk jaar door de Nationale Arbeidsraad herzien, rekening houdend met |
de ontwikkeling van de regelingslonen. | de ontwikkeling van de regelingslonen. |
Het brutoloon wordt als volgt bepaald : | Het brutoloon wordt als volgt bepaald : |
1° Het omvat de contractuele premies welke rechtstreeks zijn gebonden | 1° Het omvat de contractuele premies welke rechtstreeks zijn gebonden |
aan de door de arbeid(st)ers verrichte prestaties waarop inhoudingen | aan de door de arbeid(st)ers verrichte prestaties waarop inhoudingen |
voor sociale zekerheid worden gedaan en waarvan de periodiciteit van | voor sociale zekerheid worden gedaan en waarvan de periodiciteit van |
betaling geen maand overschrijdt. | betaling geen maand overschrijdt. |
Het omvat ook de voordelen in natura welke aan inhoudingen voor | Het omvat ook de voordelen in natura welke aan inhoudingen voor |
sociale zekerheid zijn onderworpen. | sociale zekerheid zijn onderworpen. |
Daarentegen worden de premies of vergoedingen welke als tegenwaarde | Daarentegen worden de premies of vergoedingen welke als tegenwaarde |
van werkelijke kosten worden verleend, niet in aanmerking genomen. | van werkelijke kosten worden verleend, niet in aanmerking genomen. |
2° Voor de per maand betaalde arbeid(st)ers wordt het loon verdiend in | 2° Voor de per maand betaalde arbeid(st)ers wordt het loon verdiend in |
de referentiemaand, bepaald in 6° van deze paragraaf, als brutoloon | de referentiemaand, bepaald in 6° van deze paragraaf, als brutoloon |
beschouwd. | beschouwd. |
3° Voor de arbeid(st)ers die niet per maand worden betaald, wordt het | 3° Voor de arbeid(st)ers die niet per maand worden betaald, wordt het |
brutoloon berekend op grond van het normale uurloon. | brutoloon berekend op grond van het normale uurloon. |
Het normale uurloon wordt bekomen door het loon van de normale | Het normale uurloon wordt bekomen door het loon van de normale |
arbeidsprestaties van de in 6° van deze paragraaf bepaalde referentie | arbeidsprestaties van de in 6° van deze paragraaf bepaalde referentie |
maand te delen door het aantal normale arbeidsuren welke tijdens deze | maand te delen door het aantal normale arbeidsuren welke tijdens deze |
periode werden verricht. Het aldus bekomen resultaat wordt | periode werden verricht. Het aldus bekomen resultaat wordt |
vermenigvuldigd met het aantal arbeidsuren dat is bepaald bij de | vermenigvuldigd met het aantal arbeidsuren dat is bepaald bij de |
wekelijkse arbeidsregeling van de arbeid(st)ers. Dat product, | wekelijkse arbeidsregeling van de arbeid(st)ers. Dat product, |
vermenigvuldigd met 52 en gedeeld door 12, stemt overeen met het | vermenigvuldigd met 52 en gedeeld door 12, stemt overeen met het |
maandloon. | maandloon. |
4° het brutoloon van arbeid(st)ers die gedurende de ganse | 4° het brutoloon van arbeid(st)ers die gedurende de ganse |
referentiemaand niet hebben gewerkt, wordt berekend alsof ze aanwezig | referentiemaand niet hebben gewerkt, wordt berekend alsof ze aanwezig |
waren geweest op alle arbeidsdagen welke in de beschouwde maand | waren geweest op alle arbeidsdagen welke in de beschouwde maand |
vallen. | vallen. |
Indien arbeid(st)ers krachtens de bepalingen van hun | Indien arbeid(st)ers krachtens de bepalingen van hun |
arbeidsovereenkomst slechts gedurende een gedeelte van de | arbeidsovereenkomst slechts gedurende een gedeelte van de |
referentiemaand moeten werken en zij al die tijd niet hebben gewerkt, | referentiemaand moeten werken en zij al die tijd niet hebben gewerkt, |
wordt hun brutoloon berekend op grond van het aantal arbeidsdagen, dat | wordt hun brutoloon berekend op grond van het aantal arbeidsdagen, dat |
in hun arbeidsovereenkomst is vastgesteld. | in hun arbeidsovereenkomst is vastgesteld. |
5° het brutoloon van arbeid(st)ers die tijdens een bepaalde periode | 5° het brutoloon van arbeid(st)ers die tijdens een bepaalde periode |
voorafgaand aan het brugpensioen hebben genoten van tijdskrediet of | voorafgaand aan het brugpensioen hebben genoten van tijdskrediet of |
loopbaanonderbreking, zal worden geactualiseerd met de | loopbaanonderbreking, zal worden geactualiseerd met de |
loonaanpassingen ingevolge de stijging van het indexcijfer en de | loonaanpassingen ingevolge de stijging van het indexcijfer en de |
conventionele loonsverhogingen die er in die periode hebben | conventionele loonsverhogingen die er in die periode hebben |
plaatsgehad en berekend op basis van voltijdse tewerkstelling. | plaatsgehad en berekend op basis van voltijdse tewerkstelling. |
6° het door de arbeid(st)ers verdiende brutoloon, ongeacht of zij per | 6° het door de arbeid(st)ers verdiende brutoloon, ongeacht of zij per |
maand of op een andere wijze worden betaald, wordt vermeerderd met één | maand of op een andere wijze worden betaald, wordt vermeerderd met één |
twaalfde van het totaal van de contractuele premies en van de | twaalfde van het totaal van de contractuele premies en van de |
veranderlijke bezoldigingen waarvan de periodiciteit van betaling geen | veranderlijke bezoldigingen waarvan de periodiciteit van betaling geen |
maand overschrijdt en door hen in de loop van de twaalf maanden welke | maand overschrijdt en door hen in de loop van de twaalf maanden welke |
aan het ontslag voorafgaan afzonderlijk werden ontvangen. | aan het ontslag voorafgaan afzonderlijk werden ontvangen. |
7° tijdens het in artikel 7, § 1, bedoeld overleg wordt tevens in het | 7° tijdens het in artikel 7, § 1, bedoeld overleg wordt tevens in het |
gemeenschappelijk besluit bepaald met welke referentiemaand rekening | gemeenschappelijk besluit bepaald met welke referentiemaand rekening |
moet worden gehouden. | moet worden gehouden. |
Indien geen referentiemaand is vastgesteld, wordt de kalendermaand, | Indien geen referentiemaand is vastgesteld, wordt de kalendermaand, |
welke de datum van het ontslag voorafgaat, in aanmerking genomen. | welke de datum van het ontslag voorafgaat, in aanmerking genomen. |
8° het nettoreferentieloon wordt tot de hogere euro afgerond. | 8° het nettoreferentieloon wordt tot de hogere euro afgerond. |
§ 3. Het bedrag van de uitgekeerde aanvullende vergoeding voor | § 3. Het bedrag van de uitgekeerde aanvullende vergoeding voor |
sectoraal conventioneel brugpensioen voorzien in paragraaf 1, 2°, | sectoraal conventioneel brugpensioen voorzien in paragraaf 1, 2°, |
wordt gebonden aan de schommelingen van het indexcijfer van de | wordt gebonden aan de schommelingen van het indexcijfer van de |
consumptieprijzen, volgens de modaliteiten welke van toepassing zijn | consumptieprijzen, volgens de modaliteiten welke van toepassing zijn |
inzake werkloosheidsuitkeringen. | inzake werkloosheidsuitkeringen. |
Het bedrag van deze vergoedingen wordt daarenboven elk jaar op 1 | Het bedrag van deze vergoedingen wordt daarenboven elk jaar op 1 |
januari door de Nationale Arbeidsraad herzien, in functie van de | januari door de Nationale Arbeidsraad herzien, in functie van de |
ontwikkeling van de regelingslonen. | ontwikkeling van de regelingslonen. |
Voor de arbeid(st)ers die in de loop van het jaar tot de regeling | Voor de arbeid(st)ers die in de loop van het jaar tot de regeling |
toetreden, wordt de aanpassing op grond van het verloop van de | toetreden, wordt de aanpassing op grond van het verloop van de |
regelingslonen verricht, rekening houdend met het ogenblik van het | regelingslonen verricht, rekening houdend met het ogenblik van het |
jaar waarop zij in het stelsel treden; elk kwartaal wordt in | jaar waarop zij in het stelsel treden; elk kwartaal wordt in |
aanmerking genomen voor de berekening van de aanpassing. | aanmerking genomen voor de berekening van de aanpassing. |
HOOFDSTUK IV. - Uitkeringsmodaliteiten | HOOFDSTUK IV. - Uitkeringsmodaliteiten |
Art. 11.De aanvullende vergoeding van het sectoraal conventioneel |
Art. 11.De aanvullende vergoeding van het sectoraal conventioneel |
brugpensioen wordt uitgekeerd aan de gerechtigde in de loop van de | brugpensioen wordt uitgekeerd aan de gerechtigde in de loop van de |
maand volgend op de maand, waarop hij recht heeft op de | maand volgend op de maand, waarop hij recht heeft op de |
werkloosheidsuitkering voorzien in artikel 10, § 1, 1°. | werkloosheidsuitkering voorzien in artikel 10, § 1, 1°. |
De uitkering geschiedt op voorlegging van een document waaruit blijkt | De uitkering geschiedt op voorlegging van een document waaruit blijkt |
dat de betrokkene het eerste gedeelte bedoeld in artikel 10, § 1, 1°, | dat de betrokkene het eerste gedeelte bedoeld in artikel 10, § 1, 1°, |
heeft ontvangen. | heeft ontvangen. |
Art. 12.Het sectoraal conventioneel brugpensioen mag niet met andere |
Art. 12.Het sectoraal conventioneel brugpensioen mag niet met andere |
vergoedingen of toelagen voortvloeiend uit de stopzetting van de | vergoedingen of toelagen voortvloeiend uit de stopzetting van de |
bedrijvigheid, verleend krachtens wettelijke, conventionele of | bedrijvigheid, verleend krachtens wettelijke, conventionele of |
reglementaire bepalingen, worden gecumuleerd, met uitzondering van de | reglementaire bepalingen, worden gecumuleerd, met uitzondering van de |
afscheidspremie aan georganiseerde arbeid(st)ers. | afscheidspremie aan georganiseerde arbeid(st)ers. |
Het sectoraal conventioneel brugpensioen mag gecumuleerd worden met de | Het sectoraal conventioneel brugpensioen mag gecumuleerd worden met de |
sluitingsvergoeding voorzien bij de wet van 28 juni 1966 betreffende | sluitingsvergoeding voorzien bij de wet van 28 juni 1966 betreffende |
de schadeloosstelling van de werknemers die ontslagen worden bij | de schadeloosstelling van de werknemers die ontslagen worden bij |
sluiting van ondernemingen. | sluiting van ondernemingen. |
HOOFDSTUK V. - Verplichtingen van de werkgever | HOOFDSTUK V. - Verplichtingen van de werkgever |
Art. 13.De werkgever is gehouden de arbeid(st)ers te vervangen |
Art. 13.De werkgever is gehouden de arbeid(st)ers te vervangen |
overeenkomstig artikel 4 van het koninklijk besluit van 16 november | overeenkomstig artikel 4 van het koninklijk besluit van 16 november |
1990 en artikel 4 van het koninklijk besluit van 7 december 1992 | 1990 en artikel 4 van het koninklijk besluit van 7 december 1992 |
betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van | betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van |
conventioneel brugpensioen. | conventioneel brugpensioen. |
De vervanging dient plaats te hebben binnen de periode die zich | De vervanging dient plaats te hebben binnen de periode die zich |
uitstrekt vanaf de eerste dag van de vierde maand die de maand | uitstrekt vanaf de eerste dag van de vierde maand die de maand |
voorafgaat waarin het sectoraal conventioneel brugpensioen van de | voorafgaat waarin het sectoraal conventioneel brugpensioen van de |
vervangen werknemer een aanvang neemt, tot de eerste dag van de derde | vervangen werknemer een aanvang neemt, tot de eerste dag van de derde |
maand die volgt op de maand gedurende dewelke het sectoraal | maand die volgt op de maand gedurende dewelke het sectoraal |
conventioneel brugpensioen een aanvang neemt. | conventioneel brugpensioen een aanvang neemt. |
Art. 14.De werkgever heeft de verplichting de in dienst genomen |
Art. 14.De werkgever heeft de verplichting de in dienst genomen |
werkloze in dienst te houden gedurende de eerste zesendertig maanden | werkloze in dienst te houden gedurende de eerste zesendertig maanden |
die volgen op zijn indienstneming of hem te vervangen door één, of in | die volgen op zijn indienstneming of hem te vervangen door één, of in |
voorkomend geval, meerdere volledige werklozen die uitkeringen | voorkomend geval, meerdere volledige werklozen die uitkeringen |
genieten voor alle dagen van de week, en die niet in de onderneming | genieten voor alle dagen van de week, en die niet in de onderneming |
gewerkt hebben gedurende de zes maanden die hun indiensttreding | gewerkt hebben gedurende de zes maanden die hun indiensttreding |
voorafgaan, behalve wanneer de gedurende deze periode uitgeoefende | voorafgaan, behalve wanneer de gedurende deze periode uitgeoefende |
arbeid verricht werd in een van de functies bedoeld in paragraaf 4 van | arbeid verricht werd in een van de functies bedoeld in paragraaf 4 van |
het artikel 4 van het koninklijk besluit van 7 december 1992 | het artikel 4 van het koninklijk besluit van 7 december 1992 |
betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van | betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van |
conventioneel brugpensioen. | conventioneel brugpensioen. |
HOOFDSTUK VI. - Toezicht | HOOFDSTUK VI. - Toezicht |
Art. 15.In de schoot van het "Sociaal Fonds voor de |
Art. 15.In de schoot van het "Sociaal Fonds voor de |
baksteenindustrie" wordt een toezichtscomité opgericht, waarvan de | baksteenindustrie" wordt een toezichtscomité opgericht, waarvan de |
leden door de raad van bestuur van het fonds worden aangeduid. | leden door de raad van bestuur van het fonds worden aangeduid. |
Dit toezichtscomité heeft tot taak : | Dit toezichtscomité heeft tot taak : |
1° uitspraak te doen overeenkomstig artikel 7, § 2, over de ingediende | 1° uitspraak te doen overeenkomstig artikel 7, § 2, over de ingediende |
gegevens; | gegevens; |
2° te waken over de vervanging van de sectoraal conventioneel | 2° te waken over de vervanging van de sectoraal conventioneel |
bruggepensioneerden, voorzien in de artikelen 13 en 14; | bruggepensioneerden, voorzien in de artikelen 13 en 14; |
3° uitspraak te doen over uitzonderlijke gevallen; | 3° uitspraak te doen over uitzonderlijke gevallen; |
4° verslag uit te brengen aan de raad van bestuur van het fonds over | 4° verslag uit te brengen aan de raad van bestuur van het fonds over |
de uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst. | de uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst. |
HOOFDSTUK VII. - Geldigheid | HOOFDSTUK VII. - Geldigheid |
Art. 16.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 16.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
juli 2009 en houdt op van kracht te zijn op 1 juli 2011, behalve de | juli 2009 en houdt op van kracht te zijn op 1 juli 2011, behalve de |
bepalingen van artikel 3.2 en 3.3 die in werking treden op 1 januari | bepalingen van artikel 3.2 en 3.3 die in werking treden op 1 januari |
2009 en ophouden van kracht te zijn op 31 december 2010. | 2009 en ophouden van kracht te zijn op 31 december 2010. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 april | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 april |
2010. | 2010. |
De Vice-Eerste Minister | De Vice-Eerste Minister |
en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en | en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en |
asielbeleid, | asielbeleid, |
Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |