| Koninklijk besluit tot regeling van de werking van het Fonds voor Spoorweginfrastructuur | Koninklijk besluit tot regeling van de werking van het Fonds voor Spoorweginfrastructuur |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER | FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER |
| 19 OKTOBER 2004. - Koninklijk besluit tot regeling van de werking van | 19 OKTOBER 2004. - Koninklijk besluit tot regeling van de werking van |
| het Fonds voor Spoorweginfrastructuur | het Fonds voor Spoorweginfrastructuur |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op het koninklijk besluit van 14 juni 2004 tot hervorming van de | Gelet op het koninklijk besluit van 14 juni 2004 tot hervorming van de |
| beheersstructuren van de spoorweginfrastructuur, inzonderheid op | beheersstructuren van de spoorweginfrastructuur, inzonderheid op |
| artikel 12; | artikel 12; |
| Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 |
| oktober 2004; | oktober 2004; |
| Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 15 | Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 15 |
| oktober 2004; | oktober 2004; |
| Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 25 augustus | Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 25 augustus |
| 2004, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de | 2004, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de |
| gecoördineerde wetten op de Raad van State; | gecoördineerde wetten op de Raad van State; |
| Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 6 oktober 2004, | Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 6 oktober 2004, |
| met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde | met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde |
| wetten op de Raad van State, over de nieuwe artikelen1, 4, § 3, 5 en | wetten op de Raad van State, over de nieuwe artikelen1, 4, § 3, 5 en |
| 7; | 7; |
| Gelet op de dringende noodzakelijkheid, | Gelet op de dringende noodzakelijkheid, |
| Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid voortvloeit uit de | Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid voortvloeit uit de |
| noodzaak om de regels betreffende de werkingsregels van het Fonds voor | noodzaak om de regels betreffende de werkingsregels van het Fonds voor |
| spoorweginfrastructuur te bepalen om de onderhandelingen over de | spoorweginfrastructuur te bepalen om de onderhandelingen over de |
| overgang van obligatieleningen naar het FIF te kunnen voeren en te | overgang van obligatieleningen naar het FIF te kunnen voeren en te |
| finaliseren; | finaliseren; |
| Overwegende dat die onderhandelingen moeten leiden tot de opmaak van | Overwegende dat die onderhandelingen moeten leiden tot de opmaak van |
| de lijst van passiva die aan het Fonds overgedragen worden, die tegen | de lijst van passiva die aan het Fonds overgedragen worden, die tegen |
| 30 november 2004 moeten zijn vastgelegd.. | 30 november 2004 moeten zijn vastgelegd.. |
| Op de voordracht van Onze Minister van Overheidsbedrijven en van Onze | Op de voordracht van Onze Minister van Overheidsbedrijven en van Onze |
| Minister van Financiën en op het advies van Onze in Raad vergaderde | Minister van Financiën en op het advies van Onze in Raad vergaderde |
| ministers, | ministers, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.De zetel van het Fonds voor Spoorweginfrastructuur (hierna |
Artikel 1.De zetel van het Fonds voor Spoorweginfrastructuur (hierna |
| het « Fonds » genoemd) is gevestigd op de zetel van het Bestuur van de | het « Fonds » genoemd) is gevestigd op de zetel van het Bestuur van de |
| Thesaurie, Kunstlaan 30, te 1040 Brussel Hij kan, bij besluit van de | Thesaurie, Kunstlaan 30, te 1040 Brussel Hij kan, bij besluit van de |
| Raad van Bestuur, worden verplaatst binnen de grenzen van het | Raad van Bestuur, worden verplaatst binnen de grenzen van het |
| administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad. | administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad. |
Art. 2.De raad van bestuur van het Fonds beschikt over de meest |
Art. 2.De raad van bestuur van het Fonds beschikt over de meest |
| uitgebreide bevoegdheden voor het bestuur van het Fonds en de | uitgebreide bevoegdheden voor het bestuur van het Fonds en de |
| uitvoering van zijn opdrachten. | uitvoering van zijn opdrachten. |
Art. 3.§ 1. Onverminderd artikel 23 van de wet van 16 maart 1954 |
Art. 3.§ 1. Onverminderd artikel 23 van de wet van 16 maart 1954 |
| betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, | betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, |
| vergadert de raad van bestuur van het Fonds na oproeping door zijn | vergadert de raad van bestuur van het Fonds na oproeping door zijn |
| voorzitter telkens wanneer zijn opdracht dit vereist of wanneer twee | voorzitter telkens wanneer zijn opdracht dit vereist of wanneer twee |
| leden van de raad hierom verzoeken. De raad vergadert ten minste | leden van de raad hierom verzoeken. De raad vergadert ten minste |
| viermaal per jaar. | viermaal per jaar. |
| § 2. De oproepingen geschieden uiterlijk vijftien werkdagen vóór de | § 2. De oproepingen geschieden uiterlijk vijftien werkdagen vóór de |
| vergadering, behalve in geval van hoogdringendheid welke naar behoren | vergadering, behalve in geval van hoogdringendheid welke naar behoren |
| wordt gemotiveerd in de oproeping of in de notulen van de vergadering. | wordt gemotiveerd in de oproeping of in de notulen van de vergadering. |
| De oproepingen vermelden de agenda. De documenten met betrekking tot | De oproepingen vermelden de agenda. De documenten met betrekking tot |
| de agendapunten worden aan de leden van de raad toegestuurd uiterlijk | de agendapunten worden aan de leden van de raad toegestuurd uiterlijk |
| drie werkdagen vóór de vergadering, behalve in geval van | drie werkdagen vóór de vergadering, behalve in geval van |
| hoogdringendheid welke naar behoren wordt gemotiveerd in de notulen | hoogdringendheid welke naar behoren wordt gemotiveerd in de notulen |
| van de vergadering. | van de vergadering. |
| De oproepingen en documenten bedoeld in het eerste lid, worden | De oproepingen en documenten bedoeld in het eerste lid, worden |
| eveneens gestuurd naar de personen bedoeld in artikel 4, § 3. | eveneens gestuurd naar de personen bedoeld in artikel 4, § 3. |
| § 3. De agenda wordt vastgesteld door de voorzitter. Op verzoek van | § 3. De agenda wordt vastgesteld door de voorzitter. Op verzoek van |
| een lid wordt elke vraag waarvoor de raad bevoegd is, op de agenda | een lid wordt elke vraag waarvoor de raad bevoegd is, op de agenda |
| geplaatst. | geplaatst. |
Art. 4.§ 1. De vergaderingen van de raad van bestuur van het Fonds |
Art. 4.§ 1. De vergaderingen van de raad van bestuur van het Fonds |
| worden gehouden op de dag, het uur en de plaats aangegeven in de | worden gehouden op de dag, het uur en de plaats aangegeven in de |
| oproepingen. | oproepingen. |
| § 2. De raad kan enkel geldig beraadslagen en beslissen indien ten | § 2. De raad kan enkel geldig beraadslagen en beslissen indien ten |
| minste drie leden aanwezig zijn. Een bestuurder kan niet | minste drie leden aanwezig zijn. Een bestuurder kan niet |
| vertegenwoordigd worden | vertegenwoordigd worden |
| De leden kunnen aan de vergaderingen van de raad deelnemen per | De leden kunnen aan de vergaderingen van de raad deelnemen per |
| telefoonconferentie of via andere communicatiemiddelen welke alle | telefoonconferentie of via andere communicatiemiddelen welke alle |
| deelnemers in de mogelijkheid stellen elkaar terzelfder tijd te horen. | deelnemers in de mogelijkheid stellen elkaar terzelfder tijd te horen. |
| Iedere persoon die aan een vergadering deelneemt overeenkomstig dit | Iedere persoon die aan een vergadering deelneemt overeenkomstig dit |
| lid, wordt geacht op de vergadering aanwezig te zijn. | lid, wordt geacht op de vergadering aanwezig te zijn. |
| § 3. De gedelegeerd bestuurder van de naamloze vennootschap van | § 3. De gedelegeerd bestuurder van de naamloze vennootschap van |
| publiek recht Infrabel, de Regeringscommissarissen en, in voorkomend | publiek recht Infrabel, de Regeringscommissarissen en, in voorkomend |
| geval, de gemachtigde van de minister van Financiën, nemen aan de | geval, de gemachtigde van de minister van Financiën, nemen aan de |
| vergadering deel met raadgevende stem. | vergadering deel met raadgevende stem. |
| § 4. De vergadering wordt voorgezeten door de voorzitter of, bij diens | § 4. De vergadering wordt voorgezeten door de voorzitter of, bij diens |
| verhindering, door de oudste van de aanwezige leden. | verhindering, door de oudste van de aanwezige leden. |
| § 5. De beslissingen van de raad worden genomen bij gewone meerderheid | § 5. De beslissingen van de raad worden genomen bij gewone meerderheid |
| van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen is de stem van de | van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen is de stem van de |
| voorzitter doorslaggevend. | voorzitter doorslaggevend. |
| § 6. Van elke vergadering worden notulen opgemaakt. Deze notulen | § 6. Van elke vergadering worden notulen opgemaakt. Deze notulen |
| worden ondertekend door de voorzitter en ten minste één ander lid. De | worden ondertekend door de voorzitter en ten minste één ander lid. De |
| kopieën of uittreksels bestemd voor derden worden ondertekend door de | kopieën of uittreksels bestemd voor derden worden ondertekend door de |
| voorzitter of door twee leden. | voorzitter of door twee leden. |
Art. 5.§ 1. Het dagelijks bestuur van het Fonds wordt waargenomen |
Art. 5.§ 1. Het dagelijks bestuur van het Fonds wordt waargenomen |
| door een Hoge ambtenaar van Thesaurie. Deze is eveneens belast met de | door een Hoge ambtenaar van Thesaurie. Deze is eveneens belast met de |
| uitvoering van de beslissingen van de raad van bestuur. Bovendien kan | uitvoering van de beslissingen van de raad van bestuur. Bovendien kan |
| de raad hem bijzondere en beperkte bevoegdheden opdragen. | de raad hem bijzondere en beperkte bevoegdheden opdragen. |
| § 2. De in § 1 vermelde ambtenaar brengt regelmatig verslag uit bij de | § 2. De in § 1 vermelde ambtenaar brengt regelmatig verslag uit bij de |
| raad van bestuur. De raad of zijn voorzitter kunnen de leidend | raad van bestuur. De raad of zijn voorzitter kunnen de leidend |
| ambtenaar te allen tijde verzoeken om verslag uit te brengen over de | ambtenaar te allen tijde verzoeken om verslag uit te brengen over de |
| activiteiten van het Fonds. | activiteiten van het Fonds. |
Art. 6.Het Fonds wordt in de handelingen en in rechte |
Art. 6.Het Fonds wordt in de handelingen en in rechte |
| vertegenwoordigd door de voorzitter van de raad. | vertegenwoordigd door de voorzitter van de raad. |
Art. 7.De Administratie van de Thesaurie staat het Fonds, tegen |
Art. 7.De Administratie van de Thesaurie staat het Fonds, tegen |
| vergoeding bij in de operationele taken die uit het beheer van zijn | vergoeding bij in de operationele taken die uit het beheer van zijn |
| schuldportefeuille voortvloeien. De Minister van Financiën wijst | schuldportefeuille voortvloeien. De Minister van Financiën wijst |
| daartoe de nodige personeelsleden aan. | daartoe de nodige personeelsleden aan. |
| De modaliteiten waaronder dit gebeurt, en in het bijzonder de | De modaliteiten waaronder dit gebeurt, en in het bijzonder de |
| vergoeding te betalen door het Fonds aan de administratie van de | vergoeding te betalen door het Fonds aan de administratie van de |
| Thesaurie, worden geregeld in een conventie, af te sluiten tussen de | Thesaurie, worden geregeld in een conventie, af te sluiten tussen de |
| Raad van Bestuur van het fonds en de Minister van Financiën. | Raad van Bestuur van het fonds en de Minister van Financiën. |
Art. 8.De nadere regels voor de storting van de toelagen en dotaties |
Art. 8.De nadere regels voor de storting van de toelagen en dotaties |
| bedoeld in artikel 9, tweede lid, 1° en 3°, van het koninklijk besluit | bedoeld in artikel 9, tweede lid, 1° en 3°, van het koninklijk besluit |
| van 14 juni 2004 tot hervorming van de beheersstructuren van de | van 14 juni 2004 tot hervorming van de beheersstructuren van de |
| spoorweginfrastructuur worden bepaald in een overeenkomst tussen het | spoorweginfrastructuur worden bepaald in een overeenkomst tussen het |
| Fonds en de Staat, vertegenwoordigd door de ministers bevoegd voor de | Fonds en de Staat, vertegenwoordigd door de ministers bevoegd voor de |
| spoorwegen, de begroting en financiën. | spoorwegen, de begroting en financiën. |
Art. 9.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Art. 9.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
| Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. | Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. |
Art. 10.Onze minister bevoegd voor de Spoorwegen, Onze minister |
Art. 10.Onze minister bevoegd voor de Spoorwegen, Onze minister |
| bevoegd voor de begroting en Onze minister bevoegd voor financiën | bevoegd voor de begroting en Onze minister bevoegd voor financiën |
| zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. | zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, op 19 oktober 2004. | Gegeven te Brussel, op 19 oktober 2004. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Overheidsbedrijven, | De Minister van Overheidsbedrijven, |
| J. VANDE LANOTTE | J. VANDE LANOTTE |
| De Minister van Financiën, | De Minister van Financiën, |
| D. REYNDERS | D. REYNDERS |