Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 18/06/2003
← Terug naar "Koninklijk besluit betreffende de uitbating van kermistoestellen "
Koninklijk besluit betreffende de uitbating van kermistoestellen Koninklijk besluit betreffende de uitbating van kermistoestellen
FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE
18 JUNI 2003. - Koninklijk besluit betreffende de uitbating van 18 JUNI 2003. - Koninklijk besluit betreffende de uitbating van
kermistoestellen kermistoestellen
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van Gelet op de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van
producten en diensten, inzonderheid op artikel 4, vervangen bij de wet producten en diensten, inzonderheid op artikel 4, vervangen bij de wet
van 4 april 2001 en gewijzigd bij de wet van 18 december 2002; van 4 april 2001 en gewijzigd bij de wet van 18 december 2002;
Overwegende dat werd voldaan aan de formaliteiten bepaald in de Overwegende dat werd voldaan aan de formaliteiten bepaald in de
Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni
1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en
technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de
informatiemaatschappij, gewijzigd bij de Richtlijn 98/48/EG van 20 informatiemaatschappij, gewijzigd bij de Richtlijn 98/48/EG van 20
juli 1998; juli 1998;
Overwegende dat de normalisatie een belangrijke plaats inneemt bij de Overwegende dat de normalisatie een belangrijke plaats inneemt bij de
veiligheid der producten en diensten en dat de naleving van de normen veiligheid der producten en diensten en dat de naleving van de normen
een vermoeden van overeenstemming met de algemene een vermoeden van overeenstemming met de algemene
veiligheidsverplichting vormt; veiligheidsverplichting vormt;
Gelet op het advies van de Commissie voor de Veiligheid van de Gelet op het advies van de Commissie voor de Veiligheid van de
Consumenten van 26 november 2001; Consumenten van 26 november 2001;
Gelet op het advies 34.660/1 van de Raad van State, gegeven op 27 Gelet op het advies 34.660/1 van de Raad van State, gegeven op 27
maart 2003; maart 2003;
Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken, Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
HOOFDSTUK I. - Definities HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

1° de wet : de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van 1° de wet : de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van
producten en diensten; producten en diensten;
2° de minister : de minister tot wiens bevoegdheden de bescherming van 2° de minister : de minister tot wiens bevoegdheden de bescherming van
de veiligheid van de consumenten behoort; de veiligheid van de consumenten behoort;
3° kermistoestel : een niet-permanente installatie bestemd voor 3° kermistoestel : een niet-permanente installatie bestemd voor
vermaak of ontspanning, ter voortbeweging van personen, en aangedreven vermaak of ontspanning, ter voortbeweging van personen, en aangedreven
door een niet-menselijke energiebron; door een niet-menselijke energiebron;
4° kermistoestel type A : een kermistoestel waarbij de voortbewogen 4° kermistoestel type A : een kermistoestel waarbij de voortbewogen
personen een snelheid bereiken die groter is dan 10 meter per seconde personen een snelheid bereiken die groter is dan 10 meter per seconde
of een hoogte boven het terrein bereiken die groter is dan 5 meter; of een hoogte boven het terrein bereiken die groter is dan 5 meter;
5° kermistoestel type B : een kermistoestel dat geen kermistoestel 5° kermistoestel type B : een kermistoestel dat geen kermistoestel
type A is; type A is;
6° uitbater : elke producent of distributeur in de zin van artikel 1 6° uitbater : elke producent of distributeur in de zin van artikel 1
van de wet, die een kermistoestel rechtstreeks ter beschikking van de van de wet, die een kermistoestel rechtstreeks ter beschikking van de
consumenten stelt; consumenten stelt;
7° technisch competent persoon : een persoon die voldoet aan de 7° technisch competent persoon : een persoon die voldoet aan de
vereisten van punt 1 van bijlage I bij dit besluit; vereisten van punt 1 van bijlage I bij dit besluit;
8° onafhankelijk organisme : een organisme dat voldoet aan de 8° onafhankelijk organisme : een organisme dat voldoet aan de
vereisten van punt 2 van bijlage I bij dit besluit; vereisten van punt 2 van bijlage I bij dit besluit;
9° geaccrediteerd organisme : een organisme dat voldoet aan de 9° geaccrediteerd organisme : een organisme dat voldoet aan de
vereisten van punt 3 van bijlage I bij dit besluit; vereisten van punt 3 van bijlage I bij dit besluit;
10° ernstig ongeval : een dodelijk ongeval of een ongeval dat een 10° ernstig ongeval : een dodelijk ongeval of een ongeval dat een
blijvend letsel veroorzaakt of zou kunnen veroorzaken; blijvend letsel veroorzaakt of zou kunnen veroorzaken;
11° ernstig incident : een incident dat aanleiding geeft of zou kunnen 11° ernstig incident : een incident dat aanleiding geeft of zou kunnen
geven tot een ernstig ongeval. geven tot een ernstig ongeval.
HOOFDSTUK II - Uitbatingsvoorwaarden HOOFDSTUK II - Uitbatingsvoorwaarden

Art. 2.De uitbater zorgt ervoor dat het kermistoestel zodanig is

Art. 2.De uitbater zorgt ervoor dat het kermistoestel zodanig is

geïnstalleerd, gemonteerd en zodanig is beproefd, gecontroleerd, geïnstalleerd, gemonteerd en zodanig is beproefd, gecontroleerd,
geïnspecteerd en onderhouden en zodanig van opschriften is voorzien, geïnspecteerd en onderhouden en zodanig van opschriften is voorzien,
dat er onder normale gebruiksvoorwaarden of onder andere, door de dat er onder normale gebruiksvoorwaarden of onder andere, door de
uitbater voorzienbare voorwaarden, geen gevaar voor de veiligheid van uitbater voorzienbare voorwaarden, geen gevaar voor de veiligheid van
de gebruikers of derden bestaat. de gebruikers of derden bestaat.
HOOFDSTUK III. - Algemene veiligheid HOOFDSTUK III. - Algemene veiligheid

Art. 3.§ 1. Een kermistoestel mag slechts worden uitgebaat indien

Art. 3.§ 1. Een kermistoestel mag slechts worden uitgebaat indien

wordt voldaan : wordt voldaan :
1° aan de algemene veiligheidsverplichting bepaald in artikel 2 van de 1° aan de algemene veiligheidsverplichting bepaald in artikel 2 van de
wet en wet en
2° aan de veiligheidsbeginselen inzake het ontwerpen, vervaardigen, 2° aan de veiligheidsbeginselen inzake het ontwerpen, vervaardigen,
plaatsen, opstellen, opbouwen en uitbaten, vermeld in punten 1 en 2 plaatsen, opstellen, opbouwen en uitbaten, vermeld in punten 1 en 2
van bijlage II bij dit besluit. van bijlage II bij dit besluit.
§ 2. Om aan te tonen dat een kermistoestel voldoet aan de algemene § 2. Om aan te tonen dat een kermistoestel voldoet aan de algemene
veiligheidsverplichting wordt, op initiatief van de uitbater, een veiligheidsverplichting wordt, op initiatief van de uitbater, een
risicoanalyse uitgevoerd. risicoanalyse uitgevoerd.
Voor kermistoestellen type A wordt deze risicoanalyse uitgevoerd door Voor kermistoestellen type A wordt deze risicoanalyse uitgevoerd door
een geaccrediteerd organisme. een geaccrediteerd organisme.
Voor kermistoestellen type B wordt deze risicoanalyse uitgevoerd door Voor kermistoestellen type B wordt deze risicoanalyse uitgevoerd door
een onafhankelijk organisme. een onafhankelijk organisme.
Deze risicoanalyse bestaat achtereenvolgens uit : Deze risicoanalyse bestaat achtereenvolgens uit :
1° het identificeren van de gevaren, vermeld in punt 2 van bijlage II 1° het identificeren van de gevaren, vermeld in punt 2 van bijlage II
bij dit besluit, die bij het kermistoestel en tijdens de uitbating bij dit besluit, die bij het kermistoestel en tijdens de uitbating
ervan aanwezig zijn; ervan aanwezig zijn;
2° het vaststellen en nader bepalen van de overeenkomstige risico's 2° het vaststellen en nader bepalen van de overeenkomstige risico's
voor de veiligheid van de gebruikers en derden tijdens de uitbating voor de veiligheid van de gebruikers en derden tijdens de uitbating
van het kermistoestel; van het kermistoestel;
3° het evalueren van deze risico's. 3° het evalueren van deze risico's.
§ 3. Een kermistoestel dat in overeenstemming is met een § 3. Een kermistoestel dat in overeenstemming is met een
niet-verplichte norm waarin een Europese norm of, indien deze bestaat, niet-verplichte norm waarin een Europese norm of, indien deze bestaat,
een communautaire technische specificatie, is omgezet, die één of meer een communautaire technische specificatie, is omgezet, die één of meer
veiligheidseisen omvat betreffende de veiligheid van kermistoestellen, veiligheidseisen omvat betreffende de veiligheid van kermistoestellen,
wordt, voor de desbetreffende gevaarsaspecten, vermoed te voldoen aan wordt, voor de desbetreffende gevaarsaspecten, vermoed te voldoen aan
de algemene veiligheidsverplichting en/of veiligheidsbeginselen. de algemene veiligheidsverplichting en/of veiligheidsbeginselen.
§ 4. Een kermistoestel dat voldoet aan een nationale regelgeving van § 4. Een kermistoestel dat voldoet aan een nationale regelgeving van
een land die partij is bij de EER-overeenkomst en die de naleving een land die partij is bij de EER-overeenkomst en die de naleving
oplegt van criteria die gelijkwaardige garanties bieden als de oplegt van criteria die gelijkwaardige garanties bieden als de
algemene veiligheidsverplichting en/of veiligheidsbeginselen, wordt algemene veiligheidsverplichting en/of veiligheidsbeginselen, wordt
vermoed te voldoen aan de algemene veiligheidsverplichting en/of vermoed te voldoen aan de algemene veiligheidsverplichting en/of
veiligheidsbeginselen. veiligheidsbeginselen.

Art. 4.Op basis van de uitgevoerde risicoanalyse worden, op

Art. 4.Op basis van de uitgevoerde risicoanalyse worden, op

initiatief van de uitbater, preventiemaatregelen opgesteld. initiatief van de uitbater, preventiemaatregelen opgesteld.
De uitbater past deze preventiemaatregelen toe tijdens de opstelling De uitbater past deze preventiemaatregelen toe tijdens de opstelling
en uitbating van het kermistoestel. en uitbating van het kermistoestel.
Deze preventiemaatregelen omvatten onder andere : Deze preventiemaatregelen omvatten onder andere :
1° technische maatregelen; 1° technische maatregelen;
2° organisatorische maatregelen; 2° organisatorische maatregelen;
3° toezicht; 3° toezicht;
4° informatieverstrekking. 4° informatieverstrekking.
HOOFDSTUK IV. - Opstelling HOOFDSTUK IV. - Opstelling

Art. 5.§ 1. Een opstellingsinspectie wordt, op initiatief van de

Art. 5.§ 1. Een opstellingsinspectie wordt, op initiatief van de

uitbater, uitgevoerd telkens nadat het kermistoestel werd gemonteerd uitbater, uitgevoerd telkens nadat het kermistoestel werd gemonteerd
en voor het kermistoestel opnieuw ter beschikking van de consumenten en voor het kermistoestel opnieuw ter beschikking van de consumenten
wordt gesteld. wordt gesteld.
Bij kermistoestellen type A wordt de opstellingsinpectie uitgevoerd Bij kermistoestellen type A wordt de opstellingsinpectie uitgevoerd
door een onafhankelijk organisme. door een onafhankelijk organisme.
Bij kermistoestellen type B wordt de opstellingsinspectie uitgevoerd Bij kermistoestellen type B wordt de opstellingsinspectie uitgevoerd
door de uitbater, eventueel bijgestaan door derden, aan de hand van door de uitbater, eventueel bijgestaan door derden, aan de hand van
een montageblad opgesteld door een technisch competent persoon. een montageblad opgesteld door een technisch competent persoon.
Bij het opstellen van het montageblad en tijdens de Bij het opstellen van het montageblad en tijdens de
opstellingsinspectie wordt rekening gehouden met : opstellingsinspectie wordt rekening gehouden met :
1° de voorschriften van de fabrikant van het kermistoestel; 1° de voorschriften van de fabrikant van het kermistoestel;
2° de vastgestelde preventiemaatregelen, vermeld in artikel 4 van dit 2° de vastgestelde preventiemaatregelen, vermeld in artikel 4 van dit
besluit; besluit;
3° de risico's verbonden aan de gevaren vermeld in punt 3 van bijlage 3° de risico's verbonden aan de gevaren vermeld in punt 3 van bijlage
II bij dit besluit. II bij dit besluit.
HOOFDSTUK V. - Onderhoud HOOFDSTUK V. - Onderhoud

Art. 6.Ten minste eenmaal per jaar wordt, op initiatief van de

Art. 6.Ten minste eenmaal per jaar wordt, op initiatief van de

uitbater, een onderhoudsinspectie uitgevoerd. uitbater, een onderhoudsinspectie uitgevoerd.
Bij kermistoestellen type A wordt deze onderhoudsinspectie uitgevoerd Bij kermistoestellen type A wordt deze onderhoudsinspectie uitgevoerd
door een onafhankelijk organisme. door een onafhankelijk organisme.
Bij kermistoestellen type B wordt deze onderhoudsinspectie uitgevoerd Bij kermistoestellen type B wordt deze onderhoudsinspectie uitgevoerd
door een technisch competent persoon. door een technisch competent persoon.
De onderhoudsinspectie : De onderhoudsinspectie :
1° wordt uitgevoerd volgens de voorschriften van de fabrikant van het 1° wordt uitgevoerd volgens de voorschriften van de fabrikant van het
kermistoestel; kermistoestel;
2° houdt rekening met de vastgestelde preventiemaatregelen, vermeld in 2° houdt rekening met de vastgestelde preventiemaatregelen, vermeld in
artikel 4 van dit besluit; artikel 4 van dit besluit;
3° evalueert ten minste de risico's verbonden aan de gevaren vermeld 3° evalueert ten minste de risico's verbonden aan de gevaren vermeld
in punt 4 van bijlage II bij dit besluit. in punt 4 van bijlage II bij dit besluit.
HOOFDSTUK VI. - Periodiek nazicht HOOFDSTUK VI. - Periodiek nazicht

Art. 7.Bij een kermistoestel type A wordt, op intiatief van de

Art. 7.Bij een kermistoestel type A wordt, op intiatief van de

uitbater, ten minste eenmaal per drie jaar een periodiek nazicht uitbater, ten minste eenmaal per drie jaar een periodiek nazicht
uitgevoerd door een geaccrediteerd organisme. uitgevoerd door een geaccrediteerd organisme.
Bij een kermistoel type B wordt, op initiatief van de uitbater, ten Bij een kermistoel type B wordt, op initiatief van de uitbater, ten
minste eenmaal per tien jaar een periodiek nazicht uitgevoerd door een minste eenmaal per tien jaar een periodiek nazicht uitgevoerd door een
onafhankelijk organisme. onafhankelijk organisme.
Het periodiek nazicht : Het periodiek nazicht :
1° wordt uitgevoerd volgens de voorschriften van de fabrikant van het 1° wordt uitgevoerd volgens de voorschriften van de fabrikant van het
kermistoestel; kermistoestel;
2° houdt rekening met de vastgestelde preventiemaatregelen, vermeld in 2° houdt rekening met de vastgestelde preventiemaatregelen, vermeld in
artikel 4 van dit besluit; artikel 4 van dit besluit;
3° evalueert ten minste de risico's en gevaren, vermeld in punt 5 van 3° evalueert ten minste de risico's en gevaren, vermeld in punt 5 van
bijlage II bij dit besluit. bijlage II bij dit besluit.

Art. 8.§ 1. Waarschuwingen en opschriften die betrekking hebben op

Art. 8.§ 1. Waarschuwingen en opschriften die betrekking hebben op

het veilige gebruik van het kermistoestel moeten ten minste zijn het veilige gebruik van het kermistoestel moeten ten minste zijn
opgesteld in de taal of de talen van het taalgebied waar het opgesteld in de taal of de talen van het taalgebied waar het
kermistoestel zich bevindt. kermistoestel zich bevindt.
Deze waarschuwingen en opschriften moeten aangebracht worden onder een Deze waarschuwingen en opschriften moeten aangebracht worden onder een
voor de gebruikers duidelijk leesbare vorm en op een voor de voor de gebruikers duidelijk leesbare vorm en op een voor de
gebruikers zichtbare en opvallende plaats. gebruikers zichtbare en opvallende plaats.
§ 2. Het vermelden van de waarschuwing "Gebruik op eigen risico" of § 2. Het vermelden van de waarschuwing "Gebruik op eigen risico" of
elke andere gelijkaardige vermelding is verboden. elke andere gelijkaardige vermelding is verboden.

Art. 9.Kermistoestellen die niet in overeenstemming zijn met de

Art. 9.Kermistoestellen die niet in overeenstemming zijn met de

bepalingen van dit besluit mogen op jaarbeurzen, exposities en bij bepalingen van dit besluit mogen op jaarbeurzen, exposities en bij
demonstraties worden tentoongesteld en gedemonstreerd, mits op een demonstraties worden tentoongesteld en gedemonstreerd, mits op een
zichtbaar bord, in de taal of de talen van het gebied, is aangegeven zichtbaar bord, in de taal of de talen van het gebied, is aangegeven
dat de betrokken kermistoestellen niet in overeenstemming zijn met dit dat de betrokken kermistoestellen niet in overeenstemming zijn met dit
besluit en dat zij niet uitgebaat mogen worden voordat ze in besluit en dat zij niet uitgebaat mogen worden voordat ze in
overeenstemming met de bepalingen van dit besluit zijn gebracht. overeenstemming met de bepalingen van dit besluit zijn gebracht.
Bij deze demonstraties moeten alle passende veiligheidsmaatregelen Bij deze demonstraties moeten alle passende veiligheidsmaatregelen
worden genomen om de veiligheid van personen te waarborgen. worden genomen om de veiligheid van personen te waarborgen.
HOOFDSTUK VII. - Toezicht HOOFDSTUK VII. - Toezicht

Art. 10.De uitbater dient, te allen tijde :

Art. 10.De uitbater dient, te allen tijde :

1° te kunnen aantonen dat een risicoanalyse werd uitgevoerd; 1° te kunnen aantonen dat een risicoanalyse werd uitgevoerd;
2° de resultaten van deze risicoanalyse en de op basis daarvan 2° de resultaten van deze risicoanalyse en de op basis daarvan
vastgestelde preventiemaatregelen beschikbaar te houden; vastgestelde preventiemaatregelen beschikbaar te houden;
3° te kunnen aantonen dat de opstellingsinspecties, de 3° te kunnen aantonen dat de opstellingsinspecties, de
onderhoudsinspecties en het periodiek nazicht op correcte wijze werden onderhoudsinspecties en het periodiek nazicht op correcte wijze werden
uitgevoerd. uitgevoerd.

Art. 11.De uitbater licht de door de Minister ter uitvoering van

Art. 11.De uitbater licht de door de Minister ter uitvoering van

artikel 7 van de wet, aangewezen administratieve dienst onmiddellijk artikel 7 van de wet, aangewezen administratieve dienst onmiddellijk
in over elk ernstig incident en elk ernstig ongeval dat een gebruiker in over elk ernstig incident en elk ernstig ongeval dat een gebruiker
of derde overkomt tijdens de uitbating van een kermistoestel. of derde overkomt tijdens de uitbating van een kermistoestel.
HOOFDSTUK VIII. - Overgangsmaatregelen HOOFDSTUK VIII. - Overgangsmaatregelen

Art. 12.Voor kermistoestellen die reeds in gebruik zijn op de datum

Art. 12.Voor kermistoestellen die reeds in gebruik zijn op de datum

van inwerkingtreding van dit besluit, hierna deze datum genoemd : van inwerkingtreding van dit besluit, hierna deze datum genoemd :
1° ten laatste zes maanden na deze datum, op initiatief van de 1° ten laatste zes maanden na deze datum, op initiatief van de
uitbater : uitbater :
a) wordt de risicoanalyse zoals bedoeld in artikel 3, § 2, van dit a) wordt de risicoanalyse zoals bedoeld in artikel 3, § 2, van dit
besluit, uitgevoerd; besluit, uitgevoerd;
b) worden de preventiemaatregelen, zoals bedoeld in artikel 4 van dit b) worden de preventiemaatregelen, zoals bedoeld in artikel 4 van dit
besluit, die werden vastgesteld ter voorkoming van ernstige risico's, besluit, die werden vastgesteld ter voorkoming van ernstige risico's,
waarbij directe verbetering is vereist, toegepast tijdens de uitbating waarbij directe verbetering is vereist, toegepast tijdens de uitbating
van het kermistoestel; van het kermistoestel;
c) wordt er een regularisatieprogramma opgesteld dat aangeeft welke c) wordt er een regularisatieprogramma opgesteld dat aangeeft welke
maatregelen zullen worden genomen; maatregelen zullen worden genomen;
d) worden de waarschuwingen en opschriften, zoals bedoeld in artikel 8 d) worden de waarschuwingen en opschriften, zoals bedoeld in artikel 8
van dit besluit, voorzien; van dit besluit, voorzien;
2° ten laatste twee jaar na deze datum, op initiatief van de uitbater 2° ten laatste twee jaar na deze datum, op initiatief van de uitbater
: :
a) wordt het regularisatieprogramma uitgevoerd; a) wordt het regularisatieprogramma uitgevoerd;
b) worden de preventiemaatregelen, zoals bedoeld in artikel 4 van dit b) worden de preventiemaatregelen, zoals bedoeld in artikel 4 van dit
besluit, toegepast tijdens de uitbating van het kermistoestel. besluit, toegepast tijdens de uitbating van het kermistoestel.
HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen

Art. 13.Onze Minister bevoegd voor de Bescherming van de veiligheid

Art. 13.Onze Minister bevoegd voor de Bescherming van de veiligheid

van de consumenten is belast met de uitvoering van dit besluit. van de consumenten is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 18 juni 2003. Gegeven te Brussel, 18 juni 2003.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Consumentenzaken, De Minister van Consumentenzaken,
J. TAVERNIER J. TAVERNIER
Bijlage I Bijlage I
1° Een technisch competent persoon voldoet aan volgende vereisten : 1° Een technisch competent persoon voldoet aan volgende vereisten :
1.1. de leeftijd van achttien jaar bereikt hebben; 1.1. de leeftijd van achttien jaar bereikt hebben;
1.2. voldoende praktijkervaring en vakkennis bezitten om de bepalingen 1.2. voldoende praktijkervaring en vakkennis bezitten om de bepalingen
van het besluit van 18 juni 2003 betreffende de uitbating van van het besluit van 18 juni 2003 betreffende de uitbating van
kermistoestellen op een correcte wijze te kunnen uitvoeren en kermistoestellen op een correcte wijze te kunnen uitvoeren en
toepassen; toepassen;
1.3. voldoende praktijkervaring en vakkennis bezitten om een 1.3. voldoende praktijkervaring en vakkennis bezitten om een
risico-analyse correct te kunnen lezen; risico-analyse correct te kunnen lezen;
1.4. ten minste over drie jaar technische praktijkervaring met 1.4. ten minste over drie jaar technische praktijkervaring met
kermistoestellen beschikken; kermistoestellen beschikken;
2° Een onafhankelijk organisme voldoet aan volgende vereisten : 2° Een onafhankelijk organisme voldoet aan volgende vereisten :
2.1. technisch personeel tewerkstellen die technisch competente 2.1. technisch personeel tewerkstellen die technisch competente
personen zijn; personen zijn;
2.2. het kaderpersoneel en het technisch personeel zijn onafhankelijk, 2.2. het kaderpersoneel en het technisch personeel zijn onafhankelijk,
bij het uitvoeren van proeven, het opstellen van verslagen en het bij het uitvoeren van proeven, het opstellen van verslagen en het
afgeven van verklaringen, ten aanzien van alle kringen, groeperingen afgeven van verklaringen, ten aanzien van alle kringen, groeperingen
en personen die rechtstreeks of onrechtstreeks belangen hebben bij het en personen die rechtstreeks of onrechtstreeks belangen hebben bij het
uitbaten van kermistoestellen; uitbaten van kermistoestellen;
3° Een geaccrediteerd organisme voldoet aan volgende vereisten : 3° Een geaccrediteerd organisme voldoet aan volgende vereisten :
3.1. geaccrediteerd zijn door het Belgisch accreditatiesysteem, 3.1. geaccrediteerd zijn door het Belgisch accreditatiesysteem,
opgericht bij het koninklijk besluit van 22 december 1992 tot opgericht bij het koninklijk besluit van 22 december 1992 tot
oprichting van een accreditatiesysteem van beproevingslaboratoria en oprichting van een accreditatiesysteem van beproevingslaboratoria en
keuringsinstellingen en tot vaststelling van de procedures en de keuringsinstellingen en tot vaststelling van de procedures en de
voorwaarden voor accreditatie overeenkomstig de criteria van de normen voorwaarden voor accreditatie overeenkomstig de criteria van de normen
van de reeks NBN-EN 45000 of geacrediteerd zijn door een evenwaardige van de reeks NBN-EN 45000 of geacrediteerd zijn door een evenwaardige
organisatie of voldoen aan een nationale regelgeving van een land die organisatie of voldoen aan een nationale regelgeving van een land die
partij is bij de EER-overeenkomst en die de naleving oplegt van partij is bij de EER-overeenkomst en die de naleving oplegt van
criteria die gelijkwaardige garanties bieden als het voormelde criteria die gelijkwaardige garanties bieden als het voormelde
Belgisch accreditatiesysteem; Belgisch accreditatiesysteem;
3.2. een onafhankelijk organisme zijn. 3.2. een onafhankelijk organisme zijn.
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 18 juni 2003 Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 18 juni 2003
betreffende de uitbating van kermistoestellen. betreffende de uitbating van kermistoestellen.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Consumentenzaken, De Minister van Consumentenzaken,
J. TAVERNIER J. TAVERNIER
Bijlage II Bijlage II
1° Bij het ontwerp en de vervaardiging te eerbiedigen 1° Bij het ontwerp en de vervaardiging te eerbiedigen
veiligheidsbeginselen : veiligheidsbeginselen :
1.1. het kermistoestel dient zodanig te zijn vervaardigd dat het kan 1.1. het kermistoestel dient zodanig te zijn vervaardigd dat het kan
functioneren en kan worden afgesteld en onderhouden zonder dat men aan functioneren en kan worden afgesteld en onderhouden zonder dat men aan
gevaren voor de veiligheid blootstaat wanneer deze handelingen worden gevaren voor de veiligheid blootstaat wanneer deze handelingen worden
voltrokken onder door de fabrikant vastgestelde omstandigheden; voltrokken onder door de fabrikant vastgestelde omstandigheden;
1.2. de getroffen voorzieningen moeten erop gericht zijn elk gevaar 1.2. de getroffen voorzieningen moeten erop gericht zijn elk gevaar
gedurende de te verwachten levensduur van het kermistoestel uit te gedurende de te verwachten levensduur van het kermistoestel uit te
sluiten, ook wanneer de gevaren het gevolg zijn van voorzienbare sluiten, ook wanneer de gevaren het gevolg zijn van voorzienbare
abnormale omstandigheden; abnormale omstandigheden;
1.3. om de meest passende oplossingen te kiezen, moet men de volgende 1.3. om de meest passende oplossingen te kiezen, moet men de volgende
beginselen toepassen in de opgegeven volgorde : beginselen toepassen in de opgegeven volgorde :
- de gevaren uitsluiten of zoveel mogelijk beperken door het aspect - de gevaren uitsluiten of zoveel mogelijk beperken door het aspect
veiligheid optimaal te verwerken in het ontwerp en bij de veiligheid optimaal te verwerken in het ontwerp en bij de
vervaardiging van het kermistoestel; vervaardiging van het kermistoestel;
- de noodzakelijke beveiligingsvoorzieningen treffen voor gevaren die - de noodzakelijke beveiligingsvoorzieningen treffen voor gevaren die
niet kunnen worden uitgesloten; niet kunnen worden uitgesloten;
- de gevaren signaleren die nog aanwezig zijn als gevolg van een niet - de gevaren signaleren die nog aanwezig zijn als gevolg van een niet
volledige doelmatigheid van de getroffen beveiligingsvoorzieningen, volledige doelmatigheid van de getroffen beveiligingsvoorzieningen,
aangeven of een bijzondere opleiding is vereist en signaleren dat aangeven of een bijzondere opleiding is vereist en signaleren dat
bepaalde persoonlijke beschermingsmiddelen moeten worden gebruikt; bepaalde persoonlijke beschermingsmiddelen moeten worden gebruikt;
1.4. bij het ontwerpen en vervaardigen van een kermistoestel alsmede 1.4. bij het ontwerpen en vervaardigen van een kermistoestel alsmede
bij de opstelling van de gebruiksaanwijzing moet men niet alleen bij de opstelling van de gebruiksaanwijzing moet men niet alleen
uitgaan van een normaal gebruik maar tevens van het redelijkerwijze te uitgaan van een normaal gebruik maar tevens van het redelijkerwijze te
verwachten gebruik daarvan; verwachten gebruik daarvan;
1.5. een kermistoestel dient zodanig te zijn ontworpen dat abnormaal 1.5. een kermistoestel dient zodanig te zijn ontworpen dat abnormaal
gebruik, indien gevaarlijk, wordt voorkomen. In voorkomend geval dient gebruik, indien gevaarlijk, wordt voorkomen. In voorkomend geval dient
de gebruiksaanwijzing de aandacht te vestigen op een ontrading van het de gebruiksaanwijzing de aandacht te vestigen op een ontrading van het
gebruik; gebruik;
1.6. onder de gebruiksomstandigheden waarvoor een kermistoestel is 1.6. onder de gebruiksomstandigheden waarvoor een kermistoestel is
bestemd moeten hinder, vermoeidheid en psychische belasting van degene bestemd moeten hinder, vermoeidheid en psychische belasting van degene
die het kermistoestel zal bedienen tot een haalbaar minimum beperkt die het kermistoestel zal bedienen tot een haalbaar minimum beperkt
blijven, rekening houdend met de beginselen van de ergonomie; blijven, rekening houdend met de beginselen van de ergonomie;
1.7. bij het ontwerp en de vervaardiging dient men rekening te houden 1.7. bij het ontwerp en de vervaardiging dient men rekening te houden
met de belemmeringen die diegene die het kermistoestel zal bedienen met de belemmeringen die diegene die het kermistoestel zal bedienen
kan ondervinden door een noodzakelijk of te voorzien gebruik van kan ondervinden door een noodzakelijk of te voorzien gebruik van
persoonlijke beschermingsmiddelen; persoonlijke beschermingsmiddelen;
1.8. het kermistoestel moet worden geleverd met alle speciale 1.8. het kermistoestel moet worden geleverd met alle speciale
uitrustingen en accessoires die essentieel zijn voor het voorkomen van uitrustingen en accessoires die essentieel zijn voor het voorkomen van
gevaren bij montage, demontage, transport, afstelling, onderhoud en gevaren bij montage, demontage, transport, afstelling, onderhoud en
gebruik; gebruik;
2° Bij het ontwerpen, vervaardigen, plaatsen, opstellen, opbouwen en 2° Bij het ontwerpen, vervaardigen, plaatsen, opstellen, opbouwen en
uitbaten in acht te nemen gevaarsaspecten, voorzover van toepassing : uitbaten in acht te nemen gevaarsaspecten, voorzover van toepassing :
2.1. gevaren ten gevolge van onvoldoende draagkracht van het 2.1. gevaren ten gevolge van onvoldoende draagkracht van het
kermistoestel, rekening houdend met de sterkte, de stijfheid en de kermistoestel, rekening houdend met de sterkte, de stijfheid en de
vervormingscapaciteit van de toegepaste materialen; vervormingscapaciteit van de toegepaste materialen;
2.2. gevaren ten gevolge van het verlies van evenwicht van het 2.2. gevaren ten gevolge van het verlies van evenwicht van het
kermistoestel, rekening houdend met de ondersteuning van het kermistoestel, rekening houdend met de ondersteuning van het
kermistoestel, de aanwezige ondergrond en de verankering van het kermistoestel, de aanwezige ondergrond en de verankering van het
kermistoestel hierin, alsmede mogelijke belastingen van het kermistoestel hierin, alsmede mogelijke belastingen van het
kermistoestel; kermistoestel;
2.3. gevaren ten gevolge van de toegepaste elektrische energie; 2.3. gevaren ten gevolge van de toegepaste elektrische energie;
2.4. gevaren ten gevolge van de toegepaste mechanische, pneumatische 2.4. gevaren ten gevolge van de toegepaste mechanische, pneumatische
of hydraulische energie; of hydraulische energie;
2.5. gevaren ten gevolge van een defect in het bedieningscircuit of 2.5. gevaren ten gevolge van een defect in het bedieningscircuit of
defecten in de energievoorziening; defecten in de energievoorziening;
2.6. gevaren ten gevolge van het gebruik van het kermistoestel, 2.6. gevaren ten gevolge van het gebruik van het kermistoestel,
waaronder vallen, snijden, beklemming, afklemming, verstikking, waaronder vallen, snijden, beklemming, afklemming, verstikking,
wurging, verdrinking, botsen en overbelasting van het lichaam; wurging, verdrinking, botsen en overbelasting van het lichaam;
2.7. gevaren ten gevolge van de toegankelijkheid van het 2.7. gevaren ten gevolge van de toegankelijkheid van het
kermistoestel, hierbij inbegrepen de toegankelijkheid bij defecten, kermistoestel, hierbij inbegrepen de toegankelijkheid bij defecten,
noodsituaties en evacuaties; noodsituaties en evacuaties;
2.8. gevaren ten gevolge van mogelijke interacties van het 2.8. gevaren ten gevolge van mogelijke interacties van het
kermistoestel en de gebruikers met de omgeving en omstanders; kermistoestel en de gebruikers met de omgeving en omstanders;
2.9. gevaren ten gevolge van het klimaat binnen omsloten ruimten, 2.9. gevaren ten gevolge van het klimaat binnen omsloten ruimten,
waarbij inbegrepen onvoldoende ventilatie en onvoldoende verlichting; waarbij inbegrepen onvoldoende ventilatie en onvoldoende verlichting;
2.10. gevaren ten gevolge van gebrekkige onderhoudsmogelijkheden; 2.10. gevaren ten gevolge van gebrekkige onderhoudsmogelijkheden;
2.11. gevaren ten gevolge van het monteren, demonteren en hanteren van 2.11. gevaren ten gevolge van het monteren, demonteren en hanteren van
het kermistoestel; het kermistoestel;
2.12. gevaren ten gevolge van brand; 2.12. gevaren ten gevolge van brand;
2.13. gevaren ten gevolge van hinderlijke straling; 2.13. gevaren ten gevolge van hinderlijke straling;
2.14. gevaren ten gevolge van blootstelling aan chemische stoffen; 2.14. gevaren ten gevolge van blootstelling aan chemische stoffen;
2.15 gevaren ten gevolge van onvoldoende omgevingsverlichting; 2.15 gevaren ten gevolge van onvoldoende omgevingsverlichting;
2.16 gevaren ten gevolge van onvoldoende afstand tot andere 2.16 gevaren ten gevolge van onvoldoende afstand tot andere
kermistoestellen en omgevingselementen; kermistoestellen en omgevingselementen;
2.17 gevaren ten gevolge van onvoldoende mogelijkheden tot toezicht; 2.17 gevaren ten gevolge van onvoldoende mogelijkheden tot toezicht;
2.18 gevaren ten gevolge van gebrekkig onderhoud en beheer; 2.18 gevaren ten gevolge van gebrekkig onderhoud en beheer;
2.19 gevaren ten gevolge van ingrijpende wijzigingen aan het 2.19 gevaren ten gevolge van ingrijpende wijzigingen aan het
kermistoestel; kermistoestel;
2.20 gevaren ten gevolge van een gebrek aan informatie aan de 2.20 gevaren ten gevolge van een gebrek aan informatie aan de
consumenten met betrekking tot de aanwezige risico's; consumenten met betrekking tot de aanwezige risico's;
2.21 gevaren ten gevolge van de onmogelijkheid om persoonlijke 2.21 gevaren ten gevolge van de onmogelijkheid om persoonlijke
beschermingsmiddelen te verkrijgen; beschermingsmiddelen te verkrijgen;
2.22 gevaren ten gevolge van onvoldoende kennis, opleiding en ervaring 2.22 gevaren ten gevolge van onvoldoende kennis, opleiding en ervaring
van het bedienend en toezichthoudend personeel; van het bedienend en toezichthoudend personeel;
2.23 gevaren ten gevolge van vandalisme. 2.23 gevaren ten gevolge van vandalisme.
3° Bij de opstellingsinspectie in acht te nemen gevaarsaspecten, voor 3° Bij de opstellingsinspectie in acht te nemen gevaarsaspecten, voor
zover van toepassing : zover van toepassing :
3.1. gevaren ten gevolge van het monteren, demonteren en hanteren van 3.1. gevaren ten gevolge van het monteren, demonteren en hanteren van
het kermistoestel; het kermistoestel;
3.2 gevaren ten gevolge van het verlies van evenwicht van het 3.2 gevaren ten gevolge van het verlies van evenwicht van het
kermistoestel, rekening houdend met de ondersteuning van het kermistoestel, rekening houdend met de ondersteuning van het
kermistoestel, de aanwezige ondergrond en de verankering van het kermistoestel, de aanwezige ondergrond en de verankering van het
kermistoestel hierin, alsmede mogelijke belastingen van het kermistoestel hierin, alsmede mogelijke belastingen van het
kermistoestel; kermistoestel;
3.3 gevaren ten gevolge van onvoldoende afstand tot andere 3.3 gevaren ten gevolge van onvoldoende afstand tot andere
kermistoestellen en omgevingselementen; kermistoestellen en omgevingselementen;
3.4. gevaren ten gevolge van mogelijke interacties van het 3.4. gevaren ten gevolge van mogelijke interacties van het
kermistoestel en de gebruikers met de omgeving en omstanders; kermistoestel en de gebruikers met de omgeving en omstanders;
3.5. gevaren ten gevolge van gebrekkige noodsystemen en -procedures; 3.5. gevaren ten gevolge van gebrekkige noodsystemen en -procedures;
4° Bij de onderhoudsinspectie in acht te nemen gevaarsaspecten, voor 4° Bij de onderhoudsinspectie in acht te nemen gevaarsaspecten, voor
zover van toepassing : zover van toepassing :
4.1. gevaren ten gevolge van gebrekkig onderhoud en beheer; 4.1. gevaren ten gevolge van gebrekkig onderhoud en beheer;
4.2. gevaren ten gevolge van ingrijpende wijzigingen aan het 4.2. gevaren ten gevolge van ingrijpende wijzigingen aan het
kermistoestel; kermistoestel;
5° Bij het periodiek nazicht in acht te nemen gevaarsaspecten, voor 5° Bij het periodiek nazicht in acht te nemen gevaarsaspecten, voor
zover van toepassing : zover van toepassing :
5.1. gevaren ten gevolge van onvoldoende draagkracht van het 5.1. gevaren ten gevolge van onvoldoende draagkracht van het
kermistoestel, rekening houdend met de sterkte, de stijfheid en de kermistoestel, rekening houdend met de sterkte, de stijfheid en de
vervormingscapaciteit van de toegepaste materialen; vervormingscapaciteit van de toegepaste materialen;
5.2. gevaren ten gevolge van de toegepaste elektrische energie; 5.2. gevaren ten gevolge van de toegepaste elektrische energie;
5.3. gevaren ten gevolge van de toegepaste mechanische, pneumatische 5.3. gevaren ten gevolge van de toegepaste mechanische, pneumatische
of hydraulische energie; of hydraulische energie;
5.4. gevaren ten gevolge van een defect in het bedieningscircuit of 5.4. gevaren ten gevolge van een defect in het bedieningscircuit of
defecten in de energievoorziening; defecten in de energievoorziening;
5.5 gevaren ten gevolge van foutief uitgevoerde opstellingsinspecties 5.5 gevaren ten gevolge van foutief uitgevoerde opstellingsinspecties
en onderhoudsinspecties. en onderhoudsinspecties.
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 18 juni 2003 Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 18 juni 2003
betreffende de uitbating van kermistoestellen. betreffende de uitbating van kermistoestellen.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Consumentenzaken, De Minister van Consumentenzaken,
J. TAVERNIER J. TAVERNIER
^