Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2020, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, inzake de waarborg van een compenserende vergoeding - bijkomend pensioen | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2020, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, inzake de waarborg van een compenserende vergoeding - bijkomend pensioen |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
18 APRIL 2021. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 18 APRIL 2021. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2020, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2020, |
gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, inzake de | gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, inzake de |
waarborg van een compenserende vergoeding - bijkomend pensioen (1) | waarborg van een compenserende vergoeding - bijkomend pensioen (1) |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de |
binnenscheepvaart; | binnenscheepvaart; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2020, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2020, |
gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, inzake de | gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, inzake de |
waarborg van een compenserende vergoeding - bijkomend pensioen. | waarborg van een compenserende vergoeding - bijkomend pensioen. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 18 april 2021. | Gegeven te Brussel, 18 april 2021. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor de binnenscheepvaart | Paritair Comité voor de binnenscheepvaart |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2020 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2020 |
Waarborg van een compenserende vergoeding - bijkomend pensioen | Waarborg van een compenserende vergoeding - bijkomend pensioen |
(Overeenkomst geregistreerd op 10 december 2020 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 10 december 2020 onder het nummer |
162298/CO/139) | 162298/CO/139) |
Artikel 1.Toepassingsgebied |
Artikel 1.Toepassingsgebied |
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de | Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de |
werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die onder het | werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die onder het |
Paritair Comité voor de binnenscheepvaart ressorteren. | Paritair Comité voor de binnenscheepvaart ressorteren. |
Art. 2.Bevriezing van de rechten op 31 december 2006 |
Art. 2.Bevriezing van de rechten op 31 december 2006 |
De in artikel 1 bedoelde werknemers hebben, ten laste van het "Fonds | De in artikel 1 bedoelde werknemers hebben, ten laste van het "Fonds |
voor de Rijn- en binnenscheepvaart", rechten verworven op 31 december | voor de Rijn- en binnenscheepvaart", rechten verworven op 31 december |
2006, tot vorming van een jaarlijks bijkomend pensioen, in uitvoering | 2006, tot vorming van een jaarlijks bijkomend pensioen, in uitvoering |
van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2002 "bijkomend | van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2002 "bijkomend |
pensioen". Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel deze | pensioen". Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel deze |
opgebouwde rechten geheel of gedeeltelijk te vrijwaren door de | opgebouwde rechten geheel of gedeeltelijk te vrijwaren door de |
bestaande verworven rechten op 31 december 2006 te bevriezen. | bestaande verworven rechten op 31 december 2006 te bevriezen. |
Art. 3.Modaliteiten |
Art. 3.Modaliteiten |
De in artikel 1 bedoelde werknemers die gedurende ten minste 15 | De in artikel 1 bedoelde werknemers die gedurende ten minste 15 |
dienstjaren tewerkgesteld zijn geweest bij een in artikel 1 bedoelde | dienstjaren tewerkgesteld zijn geweest bij een in artikel 1 bedoelde |
werkgever en die ten minste 185 gewerkte en/of gelijkgestelde dagen | werkgever en die ten minste 185 gewerkte en/of gelijkgestelde dagen |
gedurende de twaalf maanden die de dag van de pensionering voorafgaan | gedurende de twaalf maanden die de dag van de pensionering voorafgaan |
tellen in dienst bij een artikel 1 bedoelde werkgever, zullen de | tellen in dienst bij een artikel 1 bedoelde werkgever, zullen de |
verworven rechten opgebouwd op 31 december 2006 in uitvoering van de | verworven rechten opgebouwd op 31 december 2006 in uitvoering van de |
collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2002 "bijkomend | collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2002 "bijkomend |
pensioen" zijnde 24,7 EUR per bedoeld dienstjaar met een maximum van | pensioen" zijnde 24,7 EUR per bedoeld dienstjaar met een maximum van |
594,94 EUR als een compenserende vergoeding gewaarborgd krijgen, deels | 594,94 EUR als een compenserende vergoeding gewaarborgd krijgen, deels |
samengesteld uit rente/kapitaal verworven uit de collectieve | samengesteld uit rente/kapitaal verworven uit de collectieve |
arbeidsovereenkomst van 22 augustus 2006. | arbeidsovereenkomst van 22 augustus 2006. |
Pensioenrente/kapitaal dat uit gelijkwaardige of betere aanvullende | Pensioenrente/kapitaal dat uit gelijkwaardige of betere aanvullende |
pensioenstelsels zoals bedoeld in artikel 2 van de collectieve | pensioenstelsels zoals bedoeld in artikel 2 van de collectieve |
arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2020 inzake het sectoraal | arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2020 inzake het sectoraal |
aanvullend pensioenstelsel voor de werknemers van de binnenscheepvaart | aanvullend pensioenstelsel voor de werknemers van de binnenscheepvaart |
werd verworven, zal in dezelfde mate in rekening worden gebracht voor | werd verworven, zal in dezelfde mate in rekening worden gebracht voor |
het aandeel volgens het sectoraal pensioenstelsel indien het bedrag | het aandeel volgens het sectoraal pensioenstelsel indien het bedrag |
van de compenserende vergoeding gelijk of hoger is dan 594,94 EUR op | van de compenserende vergoeding gelijk of hoger is dan 594,94 EUR op |
jaarbasis, zal geen compenserende vergoeding toegekend worden, | jaarbasis, zal geen compenserende vergoeding toegekend worden, |
uitgezonderd de werknemers bedoeld artikel 4 van deze collectieve | uitgezonderd de werknemers bedoeld artikel 4 van deze collectieve |
arbeidsovereenkomst. | arbeidsovereenkomst. |
Deze compenserende vergoeding zal betaald worden door het "Fonds voor | Deze compenserende vergoeding zal betaald worden door het "Fonds voor |
de Rijn- en binnenscheepvaart" op het tijdstip waarop de | de Rijn- en binnenscheepvaart" op het tijdstip waarop de |
pensioeninstelling overgaat tot de uitkering van het pensioenkapitaal | pensioeninstelling overgaat tot de uitkering van het pensioenkapitaal |
en of rente aan de bedoelde werknemers. | en of rente aan de bedoelde werknemers. |
Art. 4.Uitsluiting verrekening |
Art. 4.Uitsluiting verrekening |
Pensioenrente/kapitaal dat werd verworven uit gelijkwaardige of betere | Pensioenrente/kapitaal dat werd verworven uit gelijkwaardige of betere |
aanvullende pensioenstelsels zoals bedoeld in artikel 2 van de | aanvullende pensioenstelsels zoals bedoeld in artikel 2 van de |
collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2020 tot de invoering | collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2020 tot de invoering |
van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de werknemers van de | van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de werknemers van de |
binnenscheepvaart die van toepassing waren op 1 januari 2007, werd | binnenscheepvaart die van toepassing waren op 1 januari 2007, werd |
verworven, zal niet in rekening worden gebracht voor het aandeel | verworven, zal niet in rekening worden gebracht voor het aandeel |
volgens het sectoraal pensioenstelsel. | volgens het sectoraal pensioenstelsel. |
Art. 5.Vermindering bij vervroegde pensionering |
Art. 5.Vermindering bij vervroegde pensionering |
De compenserende vergoeding is opvraagbaar op de wettelijke | De compenserende vergoeding is opvraagbaar op de wettelijke |
pensioendatum, of ten vroegste bij vervroegde pensionering. Bij | pensioendatum, of ten vroegste bij vervroegde pensionering. Bij |
vervroegde pensionering wordt de vergoeding verminderd volgens : | vervroegde pensionering wordt de vergoeding verminderd volgens : |
- 0 tot 1 jaar : min 5 pct.; | - 0 tot 1 jaar : min 5 pct.; |
- 2 tot 3 jaar : min 13 pct.; | - 2 tot 3 jaar : min 13 pct.; |
- 3 tot 4 jaar : min 17 pct.; | - 3 tot 4 jaar : min 17 pct.; |
- 4 tot 5 jaar : min 20 pct.; | - 4 tot 5 jaar : min 20 pct.; |
- meer dan 5 jaar : schorsing van het recht tot aan een vervroeging | - meer dan 5 jaar : schorsing van het recht tot aan een vervroeging |
van 5 jaar. | van 5 jaar. |
Art. 6.Omzetting naar een éénmalig te storten bedrag |
Art. 6.Omzetting naar een éénmalig te storten bedrag |
Het jaarlijks bedrag van de compenserende vergoeding, na vaststelling | Het jaarlijks bedrag van de compenserende vergoeding, na vaststelling |
van het uiteindelijke recht, zal worden omgezet in een éénmalig te | van het uiteindelijke recht, zal worden omgezet in een éénmalig te |
storten bedrag, indien het jaarlijks toe te kennen bedrag, door het | storten bedrag, indien het jaarlijks toe te kennen bedrag, door het |
"Fonds voor de Rijn- en binnenscheepvaart", aan compenserende | "Fonds voor de Rijn- en binnenscheepvaart", aan compenserende |
vergoeding kleiner is dan 50 EUR per jaar. | vergoeding kleiner is dan 50 EUR per jaar. |
De omzetting van een jaarlijks bedrag naar een éénmalig te storten | De omzetting van een jaarlijks bedrag naar een éénmalig te storten |
bedrag zal gebeuren op basis volgens de onderstaande sterftetabel : | bedrag zal gebeuren op basis volgens de onderstaande sterftetabel : |
Omzettingstabel jaarlijks > éénmalig bedrag | Omzettingstabel jaarlijks > éénmalig bedrag |
Hommes | Hommes |
Femmes | Femmes |
Mannen | Mannen |
Vrouwen | Vrouwen |
60 ans : 16,85895 | 60 ans : 16,85895 |
60 ans : 18,68830 | 60 ans : 18,68830 |
60 jaar : 16,85895 | 60 jaar : 16,85895 |
60 jaar : 18,68830 | 60 jaar : 18,68830 |
61 ans : 16,49276 | 61 ans : 16,49276 |
61 ans : 18,33351 | 61 ans : 18,33351 |
61 jaar : 16,49276 | 61 jaar : 16,49276 |
61 jaar : 18,33351 | 61 jaar : 18,33351 |
62 ans : 16,12147 | 62 ans : 16,12147 |
62 ans : 17,97148 | 62 ans : 17,97148 |
62 jaar : 16,12147 | 62 jaar : 16,12147 |
62 jaar : 17,97148 | 62 jaar : 17,97148 |
63 ans : 15,74538 | 63 ans : 15,74538 |
63 ans : 17,60239 | 63 ans : 17,60239 |
63 jaar : 15,74538 | 63 jaar : 15,74538 |
63 jaar : 17,60239 | 63 jaar : 17,60239 |
64 ans : 15,36479 | 64 ans : 15,36479 |
64 ans : 17,22636 | 64 ans : 17,22636 |
64 jaar : 15,36479 | 64 jaar : 15,36479 |
64 jaar : 17,22636 | 64 jaar : 17,22636 |
65 ans : 14,98002 | 65 ans : 14,98002 |
65 ans : 16,84365 | 65 ans : 16,84365 |
65 jaar : 14,98002 | 65 jaar : 14,98002 |
65 jaar : 16,84365 | 65 jaar : 16,84365 |
Voorbeeld : het jaarlijks toe te kennen door het "Fonds voor de Rijn- | Voorbeeld : het jaarlijks toe te kennen door het "Fonds voor de Rijn- |
en binnenscheepvaart" aan compenserende vergoeding is 40 EUR per jaar | en binnenscheepvaart" aan compenserende vergoeding is 40 EUR per jaar |
voor een man van 65 jaar. Het éénmalig te storten bedrag bedraagt : 40 | voor een man van 65 jaar. Het éénmalig te storten bedrag bedraagt : 40 |
EUR * 14,98002 = 599,20 EUR. | EUR * 14,98002 = 599,20 EUR. |
De betaling van dit éénmalig te storten bedrag zal gebeuren bij de | De betaling van dit éénmalig te storten bedrag zal gebeuren bij de |
jaarlijks uitbetaling, einde van februari, volgend op het op het jaar | jaarlijks uitbetaling, einde van februari, volgend op het op het jaar |
van de pensionering. | van de pensionering. |
Art. 7.Financiering |
Art. 7.Financiering |
In uitvoering van artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst | In uitvoering van artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst |
betreffende de statuten van het fonds voor bestaanszekerheid van 22 | betreffende de statuten van het fonds voor bestaanszekerheid van 22 |
oktober 2020 en ter financiering van deze compenserende vergoeding | oktober 2020 en ter financiering van deze compenserende vergoeding |
zijn de in artikel 1 bedoelde werkgevers vanaf het eerste kwartaal | zijn de in artikel 1 bedoelde werkgevers vanaf het eerste kwartaal |
2021 en dit voor onbepaalde duur een forfaitaire kwartaalbijdrage van | 2021 en dit voor onbepaalde duur een forfaitaire kwartaalbijdrage van |
39 EUR verschuldigd. Voor werknemers die onvolledige | 39 EUR verschuldigd. Voor werknemers die onvolledige |
kwartaalprestaties verrichten wordt de forfaitaire bijdrage | kwartaalprestaties verrichten wordt de forfaitaire bijdrage |
proportioneel berekend, rekening houdend met de prestatiebreuk. | proportioneel berekend, rekening houdend met de prestatiebreuk. |
De prestatiebreuk wordt als volgt berekend per tewerkstelling in de | De prestatiebreuk wordt als volgt berekend per tewerkstelling in de |
DmfA en desgevallend worden de diverse prestatiebreuken getotaliseerd | DmfA en desgevallend worden de diverse prestatiebreuken getotaliseerd |
tot een globale prestatiebreuk op het niveau van het | tot een globale prestatiebreuk op het niveau van het |
DmfA-werknemerskengetal : | DmfA-werknemerskengetal : |
- Voor de tewerkstellingen die in de DmfA uitsluitend in dagen worden | - Voor de tewerkstellingen die in de DmfA uitsluitend in dagen worden |
aangegeven : X/(13 x D), waarbij : | aangegeven : X/(13 x D), waarbij : |
X = het aantal dagen aangegeven in de DmfA, met uitzondering van de | X = het aantal dagen aangegeven in de DmfA, met uitzondering van de |
dagen aangegeven onder de prestatiecodes 13, 21, 22, 24, 25, 26, 30 en | dagen aangegeven onder de prestatiecodes 13, 21, 22, 24, 25, 26, 30 en |
met uitzondering van de dagen gedekt door een verbrekingsvergoeding | met uitzondering van de dagen gedekt door een verbrekingsvergoeding |
D = het aantal dagen per week van het arbeidsstelsel | D = het aantal dagen per week van het arbeidsstelsel |
- Voor de tewerkstellingen die in de DmfA in dagen en uren worden | - Voor de tewerkstellingen die in de DmfA in dagen en uren worden |
aangegeven : Z/(13 x U) waarbij : | aangegeven : Z/(13 x U) waarbij : |
Z = het aantal uren aangegeven in de DmfA, met uitzondering van de | Z = het aantal uren aangegeven in de DmfA, met uitzondering van de |
uren aangegeven onder de prestatiecodes 13, 21, 22, 24, 25, 26, 30 en | uren aangegeven onder de prestatiecodes 13, 21, 22, 24, 25, 26, 30 en |
met uitzondering van de uren gedekt door een verbrekingsvergoeding | met uitzondering van de uren gedekt door een verbrekingsvergoeding |
U = het gemiddelde aantal uren per week van de referentiewerknemer | U = het gemiddelde aantal uren per week van de referentiewerknemer |
- De prestatiebreuk wordt per tewerkstelling afgerond op twee cijfers | - De prestatiebreuk wordt per tewerkstelling afgerond op twee cijfers |
na de komma, waarbij 0,005 naar boven wordt afgerond. De globale | na de komma, waarbij 0,005 naar boven wordt afgerond. De globale |
prestatiebreuk op het niveau van het DmfA-werknemerskengetal is | prestatiebreuk op het niveau van het DmfA-werknemerskengetal is |
hoogstens gelijk aan 1. In geval van overschrijding wordt het | hoogstens gelijk aan 1. In geval van overschrijding wordt het |
resultaat herleid tot 1. | resultaat herleid tot 1. |
Deze bijdrage, inclusief de bijzondere RSZ-bijdrage van 8,86 pct. is | Deze bijdrage, inclusief de bijzondere RSZ-bijdrage van 8,86 pct. is |
verschuldigd tot er voldoende reserves zijn opgebouwd om de rechten | verschuldigd tot er voldoende reserves zijn opgebouwd om de rechten |
voortvloeiend uit deze collectieve arbeidsovereenkomst te vrijwaren. | voortvloeiend uit deze collectieve arbeidsovereenkomst te vrijwaren. |
De forfaitaire bijdrage is niet verschuldigd voor leerlingen en | De forfaitaire bijdrage is niet verschuldigd voor leerlingen en |
studenten met toepassing van de solidariteitsbijdrage. | studenten met toepassing van de solidariteitsbijdrage. |
Art. 8.Inning |
Art. 8.Inning |
De bijdrage wordt geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor | De bijdrage wordt geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor |
Sociale Zekerheid, in toepassing van artikel 7 van de wet van 7 | Sociale Zekerheid, in toepassing van artikel 7 van de wet van 7 |
januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid. | januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid. |
Art. 9.Opheffing bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten |
Art. 9.Opheffing bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten |
Deze collectieve arbeidsovereenkomst heft de collectieve | Deze collectieve arbeidsovereenkomst heft de collectieve |
arbeidsovereenkomst van 10 oktober 2016 (registratienummer | arbeidsovereenkomst van 10 oktober 2016 (registratienummer |
136289/CO/139), de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december | 136289/CO/139), de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december |
2017 (registratienummer 144640/CO/139) en de collectieve | 2017 (registratienummer 144640/CO/139) en de collectieve |
arbeidsovereenkomst van 3 maart 2020 (registratienummer 158167/CO/139) | arbeidsovereenkomst van 3 maart 2020 (registratienummer 158167/CO/139) |
op. | op. |
Art. 10.Duurtijd en opzegging |
Art. 10.Duurtijd en opzegging |
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde | Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde |
duur met ingang van 1 januari 2021. | duur met ingang van 1 januari 2021. |
Elk van de ondertekenende partijen kan ze opzeggen mits een | Elk van de ondertekenende partijen kan ze opzeggen mits een |
opzeggingstermijn van 6 maanden in acht wordt genomen. | opzeggingstermijn van 6 maanden in acht wordt genomen. |
De opzegging wordt bij een ter post aangetekende brief aan de | De opzegging wordt bij een ter post aangetekende brief aan de |
voorzitter van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart en aan | voorzitter van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart en aan |
elk van de ondertekenende partijen betekend en heeft uitwerking de | elk van de ondertekenende partijen betekend en heeft uitwerking de |
derde werkdag na de datum van verzending. | derde werkdag na de datum van verzending. |
Art. 11.Specifieke clausule |
Art. 11.Specifieke clausule |
Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968 betreffende | Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968 betreffende |
de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités worden, | de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités worden, |
voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve | voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve |
arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze | arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze |
aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds en namens de | aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds en namens de |
werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de, door de | werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de, door de |
voorzitter en de secretaris ondertekende en door de leden goedgekeurde | voorzitter en de secretaris ondertekende en door de leden goedgekeurde |
notulen van de vergadering. | notulen van de vergadering. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 april | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 april |
2021. | 2021. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |