| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2020, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, inzake de waarborg van een compenserende vergoeding - bijkomend pensioen | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2020, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, inzake de waarborg van een compenserende vergoeding - bijkomend pensioen |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 18 APRIL 2021. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 18 APRIL 2021. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
| verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2020, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2020, |
| gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, inzake de | gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, inzake de |
| waarborg van een compenserende vergoeding - bijkomend pensioen (1) | waarborg van een compenserende vergoeding - bijkomend pensioen (1) |
| FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de |
| binnenscheepvaart; | binnenscheepvaart; |
| Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2020, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2020, |
| gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, inzake de | gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, inzake de |
| waarborg van een compenserende vergoeding - bijkomend pensioen. | waarborg van een compenserende vergoeding - bijkomend pensioen. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 18 april 2021. | Gegeven te Brussel, 18 april 2021. |
| FILIP | FILIP |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor de binnenscheepvaart | Paritair Comité voor de binnenscheepvaart |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2020 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2020 |
| Waarborg van een compenserende vergoeding - bijkomend pensioen | Waarborg van een compenserende vergoeding - bijkomend pensioen |
| (Overeenkomst geregistreerd op 10 december 2020 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 10 december 2020 onder het nummer |
| 162298/CO/139) | 162298/CO/139) |
Artikel 1.Toepassingsgebied |
Artikel 1.Toepassingsgebied |
| Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de | Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de |
| werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die onder het | werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die onder het |
| Paritair Comité voor de binnenscheepvaart ressorteren. | Paritair Comité voor de binnenscheepvaart ressorteren. |
Art. 2.Bevriezing van de rechten op 31 december 2006 |
Art. 2.Bevriezing van de rechten op 31 december 2006 |
| De in artikel 1 bedoelde werknemers hebben, ten laste van het "Fonds | De in artikel 1 bedoelde werknemers hebben, ten laste van het "Fonds |
| voor de Rijn- en binnenscheepvaart", rechten verworven op 31 december | voor de Rijn- en binnenscheepvaart", rechten verworven op 31 december |
| 2006, tot vorming van een jaarlijks bijkomend pensioen, in uitvoering | 2006, tot vorming van een jaarlijks bijkomend pensioen, in uitvoering |
| van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2002 "bijkomend | van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2002 "bijkomend |
| pensioen". Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel deze | pensioen". Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel deze |
| opgebouwde rechten geheel of gedeeltelijk te vrijwaren door de | opgebouwde rechten geheel of gedeeltelijk te vrijwaren door de |
| bestaande verworven rechten op 31 december 2006 te bevriezen. | bestaande verworven rechten op 31 december 2006 te bevriezen. |
Art. 3.Modaliteiten |
Art. 3.Modaliteiten |
| De in artikel 1 bedoelde werknemers die gedurende ten minste 15 | De in artikel 1 bedoelde werknemers die gedurende ten minste 15 |
| dienstjaren tewerkgesteld zijn geweest bij een in artikel 1 bedoelde | dienstjaren tewerkgesteld zijn geweest bij een in artikel 1 bedoelde |
| werkgever en die ten minste 185 gewerkte en/of gelijkgestelde dagen | werkgever en die ten minste 185 gewerkte en/of gelijkgestelde dagen |
| gedurende de twaalf maanden die de dag van de pensionering voorafgaan | gedurende de twaalf maanden die de dag van de pensionering voorafgaan |
| tellen in dienst bij een artikel 1 bedoelde werkgever, zullen de | tellen in dienst bij een artikel 1 bedoelde werkgever, zullen de |
| verworven rechten opgebouwd op 31 december 2006 in uitvoering van de | verworven rechten opgebouwd op 31 december 2006 in uitvoering van de |
| collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2002 "bijkomend | collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2002 "bijkomend |
| pensioen" zijnde 24,7 EUR per bedoeld dienstjaar met een maximum van | pensioen" zijnde 24,7 EUR per bedoeld dienstjaar met een maximum van |
| 594,94 EUR als een compenserende vergoeding gewaarborgd krijgen, deels | 594,94 EUR als een compenserende vergoeding gewaarborgd krijgen, deels |
| samengesteld uit rente/kapitaal verworven uit de collectieve | samengesteld uit rente/kapitaal verworven uit de collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 22 augustus 2006. | arbeidsovereenkomst van 22 augustus 2006. |
| Pensioenrente/kapitaal dat uit gelijkwaardige of betere aanvullende | Pensioenrente/kapitaal dat uit gelijkwaardige of betere aanvullende |
| pensioenstelsels zoals bedoeld in artikel 2 van de collectieve | pensioenstelsels zoals bedoeld in artikel 2 van de collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2020 inzake het sectoraal | arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2020 inzake het sectoraal |
| aanvullend pensioenstelsel voor de werknemers van de binnenscheepvaart | aanvullend pensioenstelsel voor de werknemers van de binnenscheepvaart |
| werd verworven, zal in dezelfde mate in rekening worden gebracht voor | werd verworven, zal in dezelfde mate in rekening worden gebracht voor |
| het aandeel volgens het sectoraal pensioenstelsel indien het bedrag | het aandeel volgens het sectoraal pensioenstelsel indien het bedrag |
| van de compenserende vergoeding gelijk of hoger is dan 594,94 EUR op | van de compenserende vergoeding gelijk of hoger is dan 594,94 EUR op |
| jaarbasis, zal geen compenserende vergoeding toegekend worden, | jaarbasis, zal geen compenserende vergoeding toegekend worden, |
| uitgezonderd de werknemers bedoeld artikel 4 van deze collectieve | uitgezonderd de werknemers bedoeld artikel 4 van deze collectieve |
| arbeidsovereenkomst. | arbeidsovereenkomst. |
| Deze compenserende vergoeding zal betaald worden door het "Fonds voor | Deze compenserende vergoeding zal betaald worden door het "Fonds voor |
| de Rijn- en binnenscheepvaart" op het tijdstip waarop de | de Rijn- en binnenscheepvaart" op het tijdstip waarop de |
| pensioeninstelling overgaat tot de uitkering van het pensioenkapitaal | pensioeninstelling overgaat tot de uitkering van het pensioenkapitaal |
| en of rente aan de bedoelde werknemers. | en of rente aan de bedoelde werknemers. |
Art. 4.Uitsluiting verrekening |
Art. 4.Uitsluiting verrekening |
| Pensioenrente/kapitaal dat werd verworven uit gelijkwaardige of betere | Pensioenrente/kapitaal dat werd verworven uit gelijkwaardige of betere |
| aanvullende pensioenstelsels zoals bedoeld in artikel 2 van de | aanvullende pensioenstelsels zoals bedoeld in artikel 2 van de |
| collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2020 tot de invoering | collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2020 tot de invoering |
| van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de werknemers van de | van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de werknemers van de |
| binnenscheepvaart die van toepassing waren op 1 januari 2007, werd | binnenscheepvaart die van toepassing waren op 1 januari 2007, werd |
| verworven, zal niet in rekening worden gebracht voor het aandeel | verworven, zal niet in rekening worden gebracht voor het aandeel |
| volgens het sectoraal pensioenstelsel. | volgens het sectoraal pensioenstelsel. |
Art. 5.Vermindering bij vervroegde pensionering |
Art. 5.Vermindering bij vervroegde pensionering |
| De compenserende vergoeding is opvraagbaar op de wettelijke | De compenserende vergoeding is opvraagbaar op de wettelijke |
| pensioendatum, of ten vroegste bij vervroegde pensionering. Bij | pensioendatum, of ten vroegste bij vervroegde pensionering. Bij |
| vervroegde pensionering wordt de vergoeding verminderd volgens : | vervroegde pensionering wordt de vergoeding verminderd volgens : |
| - 0 tot 1 jaar : min 5 pct.; | - 0 tot 1 jaar : min 5 pct.; |
| - 2 tot 3 jaar : min 13 pct.; | - 2 tot 3 jaar : min 13 pct.; |
| - 3 tot 4 jaar : min 17 pct.; | - 3 tot 4 jaar : min 17 pct.; |
| - 4 tot 5 jaar : min 20 pct.; | - 4 tot 5 jaar : min 20 pct.; |
| - meer dan 5 jaar : schorsing van het recht tot aan een vervroeging | - meer dan 5 jaar : schorsing van het recht tot aan een vervroeging |
| van 5 jaar. | van 5 jaar. |
Art. 6.Omzetting naar een éénmalig te storten bedrag |
Art. 6.Omzetting naar een éénmalig te storten bedrag |
| Het jaarlijks bedrag van de compenserende vergoeding, na vaststelling | Het jaarlijks bedrag van de compenserende vergoeding, na vaststelling |
| van het uiteindelijke recht, zal worden omgezet in een éénmalig te | van het uiteindelijke recht, zal worden omgezet in een éénmalig te |
| storten bedrag, indien het jaarlijks toe te kennen bedrag, door het | storten bedrag, indien het jaarlijks toe te kennen bedrag, door het |
| "Fonds voor de Rijn- en binnenscheepvaart", aan compenserende | "Fonds voor de Rijn- en binnenscheepvaart", aan compenserende |
| vergoeding kleiner is dan 50 EUR per jaar. | vergoeding kleiner is dan 50 EUR per jaar. |
| De omzetting van een jaarlijks bedrag naar een éénmalig te storten | De omzetting van een jaarlijks bedrag naar een éénmalig te storten |
| bedrag zal gebeuren op basis volgens de onderstaande sterftetabel : | bedrag zal gebeuren op basis volgens de onderstaande sterftetabel : |
| Omzettingstabel jaarlijks > éénmalig bedrag | Omzettingstabel jaarlijks > éénmalig bedrag |
| Hommes | Hommes |
| Femmes | Femmes |
| Mannen | Mannen |
| Vrouwen | Vrouwen |
| 60 ans : 16,85895 | 60 ans : 16,85895 |
| 60 ans : 18,68830 | 60 ans : 18,68830 |
| 60 jaar : 16,85895 | 60 jaar : 16,85895 |
| 60 jaar : 18,68830 | 60 jaar : 18,68830 |
| 61 ans : 16,49276 | 61 ans : 16,49276 |
| 61 ans : 18,33351 | 61 ans : 18,33351 |
| 61 jaar : 16,49276 | 61 jaar : 16,49276 |
| 61 jaar : 18,33351 | 61 jaar : 18,33351 |
| 62 ans : 16,12147 | 62 ans : 16,12147 |
| 62 ans : 17,97148 | 62 ans : 17,97148 |
| 62 jaar : 16,12147 | 62 jaar : 16,12147 |
| 62 jaar : 17,97148 | 62 jaar : 17,97148 |
| 63 ans : 15,74538 | 63 ans : 15,74538 |
| 63 ans : 17,60239 | 63 ans : 17,60239 |
| 63 jaar : 15,74538 | 63 jaar : 15,74538 |
| 63 jaar : 17,60239 | 63 jaar : 17,60239 |
| 64 ans : 15,36479 | 64 ans : 15,36479 |
| 64 ans : 17,22636 | 64 ans : 17,22636 |
| 64 jaar : 15,36479 | 64 jaar : 15,36479 |
| 64 jaar : 17,22636 | 64 jaar : 17,22636 |
| 65 ans : 14,98002 | 65 ans : 14,98002 |
| 65 ans : 16,84365 | 65 ans : 16,84365 |
| 65 jaar : 14,98002 | 65 jaar : 14,98002 |
| 65 jaar : 16,84365 | 65 jaar : 16,84365 |
| Voorbeeld : het jaarlijks toe te kennen door het "Fonds voor de Rijn- | Voorbeeld : het jaarlijks toe te kennen door het "Fonds voor de Rijn- |
| en binnenscheepvaart" aan compenserende vergoeding is 40 EUR per jaar | en binnenscheepvaart" aan compenserende vergoeding is 40 EUR per jaar |
| voor een man van 65 jaar. Het éénmalig te storten bedrag bedraagt : 40 | voor een man van 65 jaar. Het éénmalig te storten bedrag bedraagt : 40 |
| EUR * 14,98002 = 599,20 EUR. | EUR * 14,98002 = 599,20 EUR. |
| De betaling van dit éénmalig te storten bedrag zal gebeuren bij de | De betaling van dit éénmalig te storten bedrag zal gebeuren bij de |
| jaarlijks uitbetaling, einde van februari, volgend op het op het jaar | jaarlijks uitbetaling, einde van februari, volgend op het op het jaar |
| van de pensionering. | van de pensionering. |
Art. 7.Financiering |
Art. 7.Financiering |
| In uitvoering van artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst | In uitvoering van artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst |
| betreffende de statuten van het fonds voor bestaanszekerheid van 22 | betreffende de statuten van het fonds voor bestaanszekerheid van 22 |
| oktober 2020 en ter financiering van deze compenserende vergoeding | oktober 2020 en ter financiering van deze compenserende vergoeding |
| zijn de in artikel 1 bedoelde werkgevers vanaf het eerste kwartaal | zijn de in artikel 1 bedoelde werkgevers vanaf het eerste kwartaal |
| 2021 en dit voor onbepaalde duur een forfaitaire kwartaalbijdrage van | 2021 en dit voor onbepaalde duur een forfaitaire kwartaalbijdrage van |
| 39 EUR verschuldigd. Voor werknemers die onvolledige | 39 EUR verschuldigd. Voor werknemers die onvolledige |
| kwartaalprestaties verrichten wordt de forfaitaire bijdrage | kwartaalprestaties verrichten wordt de forfaitaire bijdrage |
| proportioneel berekend, rekening houdend met de prestatiebreuk. | proportioneel berekend, rekening houdend met de prestatiebreuk. |
| De prestatiebreuk wordt als volgt berekend per tewerkstelling in de | De prestatiebreuk wordt als volgt berekend per tewerkstelling in de |
| DmfA en desgevallend worden de diverse prestatiebreuken getotaliseerd | DmfA en desgevallend worden de diverse prestatiebreuken getotaliseerd |
| tot een globale prestatiebreuk op het niveau van het | tot een globale prestatiebreuk op het niveau van het |
| DmfA-werknemerskengetal : | DmfA-werknemerskengetal : |
| - Voor de tewerkstellingen die in de DmfA uitsluitend in dagen worden | - Voor de tewerkstellingen die in de DmfA uitsluitend in dagen worden |
| aangegeven : X/(13 x D), waarbij : | aangegeven : X/(13 x D), waarbij : |
| X = het aantal dagen aangegeven in de DmfA, met uitzondering van de | X = het aantal dagen aangegeven in de DmfA, met uitzondering van de |
| dagen aangegeven onder de prestatiecodes 13, 21, 22, 24, 25, 26, 30 en | dagen aangegeven onder de prestatiecodes 13, 21, 22, 24, 25, 26, 30 en |
| met uitzondering van de dagen gedekt door een verbrekingsvergoeding | met uitzondering van de dagen gedekt door een verbrekingsvergoeding |
| D = het aantal dagen per week van het arbeidsstelsel | D = het aantal dagen per week van het arbeidsstelsel |
| - Voor de tewerkstellingen die in de DmfA in dagen en uren worden | - Voor de tewerkstellingen die in de DmfA in dagen en uren worden |
| aangegeven : Z/(13 x U) waarbij : | aangegeven : Z/(13 x U) waarbij : |
| Z = het aantal uren aangegeven in de DmfA, met uitzondering van de | Z = het aantal uren aangegeven in de DmfA, met uitzondering van de |
| uren aangegeven onder de prestatiecodes 13, 21, 22, 24, 25, 26, 30 en | uren aangegeven onder de prestatiecodes 13, 21, 22, 24, 25, 26, 30 en |
| met uitzondering van de uren gedekt door een verbrekingsvergoeding | met uitzondering van de uren gedekt door een verbrekingsvergoeding |
| U = het gemiddelde aantal uren per week van de referentiewerknemer | U = het gemiddelde aantal uren per week van de referentiewerknemer |
| - De prestatiebreuk wordt per tewerkstelling afgerond op twee cijfers | - De prestatiebreuk wordt per tewerkstelling afgerond op twee cijfers |
| na de komma, waarbij 0,005 naar boven wordt afgerond. De globale | na de komma, waarbij 0,005 naar boven wordt afgerond. De globale |
| prestatiebreuk op het niveau van het DmfA-werknemerskengetal is | prestatiebreuk op het niveau van het DmfA-werknemerskengetal is |
| hoogstens gelijk aan 1. In geval van overschrijding wordt het | hoogstens gelijk aan 1. In geval van overschrijding wordt het |
| resultaat herleid tot 1. | resultaat herleid tot 1. |
| Deze bijdrage, inclusief de bijzondere RSZ-bijdrage van 8,86 pct. is | Deze bijdrage, inclusief de bijzondere RSZ-bijdrage van 8,86 pct. is |
| verschuldigd tot er voldoende reserves zijn opgebouwd om de rechten | verschuldigd tot er voldoende reserves zijn opgebouwd om de rechten |
| voortvloeiend uit deze collectieve arbeidsovereenkomst te vrijwaren. | voortvloeiend uit deze collectieve arbeidsovereenkomst te vrijwaren. |
| De forfaitaire bijdrage is niet verschuldigd voor leerlingen en | De forfaitaire bijdrage is niet verschuldigd voor leerlingen en |
| studenten met toepassing van de solidariteitsbijdrage. | studenten met toepassing van de solidariteitsbijdrage. |
Art. 8.Inning |
Art. 8.Inning |
| De bijdrage wordt geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor | De bijdrage wordt geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor |
| Sociale Zekerheid, in toepassing van artikel 7 van de wet van 7 | Sociale Zekerheid, in toepassing van artikel 7 van de wet van 7 |
| januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid. | januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid. |
Art. 9.Opheffing bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten |
Art. 9.Opheffing bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten |
| Deze collectieve arbeidsovereenkomst heft de collectieve | Deze collectieve arbeidsovereenkomst heft de collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 10 oktober 2016 (registratienummer | arbeidsovereenkomst van 10 oktober 2016 (registratienummer |
| 136289/CO/139), de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december | 136289/CO/139), de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december |
| 2017 (registratienummer 144640/CO/139) en de collectieve | 2017 (registratienummer 144640/CO/139) en de collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 3 maart 2020 (registratienummer 158167/CO/139) | arbeidsovereenkomst van 3 maart 2020 (registratienummer 158167/CO/139) |
| op. | op. |
Art. 10.Duurtijd en opzegging |
Art. 10.Duurtijd en opzegging |
| Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde | Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde |
| duur met ingang van 1 januari 2021. | duur met ingang van 1 januari 2021. |
| Elk van de ondertekenende partijen kan ze opzeggen mits een | Elk van de ondertekenende partijen kan ze opzeggen mits een |
| opzeggingstermijn van 6 maanden in acht wordt genomen. | opzeggingstermijn van 6 maanden in acht wordt genomen. |
| De opzegging wordt bij een ter post aangetekende brief aan de | De opzegging wordt bij een ter post aangetekende brief aan de |
| voorzitter van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart en aan | voorzitter van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart en aan |
| elk van de ondertekenende partijen betekend en heeft uitwerking de | elk van de ondertekenende partijen betekend en heeft uitwerking de |
| derde werkdag na de datum van verzending. | derde werkdag na de datum van verzending. |
Art. 11.Specifieke clausule |
Art. 11.Specifieke clausule |
| Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968 betreffende | Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968 betreffende |
| de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités worden, | de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités worden, |
| voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve | voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve |
| arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze | arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze |
| aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds en namens de | aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds en namens de |
| werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de, door de | werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de, door de |
| voorzitter en de secretaris ondertekende en door de leden goedgekeurde | voorzitter en de secretaris ondertekende en door de leden goedgekeurde |
| notulen van de vergadering. | notulen van de vergadering. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 april | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 april |
| 2021. | 2021. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |