Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 17/09/2000
← Terug naar "Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 57 en 59 van het koninklijk besluit van 29 april 1969 houdende algemeen reglement betreffende het gewaarborgd inkomen voor bejaarden "
Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 57 en 59 van het koninklijk besluit van 29 april 1969 houdende algemeen reglement betreffende het gewaarborgd inkomen voor bejaarden Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 57 en 59 van het koninklijk besluit van 29 april 1969 houdende algemeen reglement betreffende het gewaarborgd inkomen voor bejaarden
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU
17 SEPTEMBER 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 17 SEPTEMBER 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen
57 en 59 van het koninklijk besluit van 29 april 1969 houdende 57 en 59 van het koninklijk besluit van 29 april 1969 houdende
algemeen reglement betreffende het gewaarborgd inkomen voor bejaarden algemeen reglement betreffende het gewaarborgd inkomen voor bejaarden
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 1 april 1969 tot instelling van een gewaarborgd Gelet op de wet van 1 april 1969 tot instelling van een gewaarborgd
inkomen voor bejaarden, inzonderheid op de artikelen 17, gewijzigd bij inkomen voor bejaarden, inzonderheid op de artikelen 17, gewijzigd bij
het koninklijk besluit van 15 februari 1990 en 18, tweede lid, het koninklijk besluit van 15 februari 1990 en 18, tweede lid,
gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 417 van 16 juli 1986; gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 417 van 16 juli 1986;
Gelet op het koninklijk besluit van 29 april 1969 houdende algemeen Gelet op het koninklijk besluit van 29 april 1969 houdende algemeen
reglement betreffende het gewaarborgd inkomen voor bejaarden, reglement betreffende het gewaarborgd inkomen voor bejaarden,
inzonderheid op de artikelen 57, gewijzigd bij het koninklijk besluit inzonderheid op de artikelen 57, gewijzigd bij het koninklijk besluit
van 31 december 1992 en 59, gewijzigd bij de koninklijk besluiten van van 31 december 1992 en 59, gewijzigd bij de koninklijk besluiten van
8 augustus 1986 en 31 december 1992; 8 augustus 1986 en 31 december 1992;
Gelet op het advies van de Inspecteur van financiën, gegeven op 5 Gelet op het advies van de Inspecteur van financiën, gegeven op 5
september 1997; september 1997;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 4 Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 4
november 1997; november 1997;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari
1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli
1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid; Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het gewaarborgd inkomen voor bejaarden overeenkomstig Overwegende dat het gewaarborgd inkomen voor bejaarden overeenkomstig
artikel 19 van de wet van 1 april 1969 uitbetaald wordt door de artikel 19 van de wet van 1 april 1969 uitbetaald wordt door de
Rijksdienst voor pensioenen; Rijksdienst voor pensioenen;
Overwegende dat het koninklijk besluit van 21 januari 2000 tot Overwegende dat het koninklijk besluit van 21 januari 2000 tot
wijziging van de artikelen 66, 67 en 72 van het koninklijk besluit van wijziging van de artikelen 66, 67 en 72 van het koninklijk besluit van
21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement
betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers een betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers een
aantal wijzigingen aanbrengt aan de bepalingen inzake de betaling van aantal wijzigingen aanbrengt aan de bepalingen inzake de betaling van
de uitkeringen ten laste van de pensioenregeling voor werknemers, de uitkeringen ten laste van de pensioenregeling voor werknemers,
inzonderheid inzake de uitkering in geval van overlijden van vervallen inzonderheid inzake de uitkering in geval van overlijden van vervallen
en niet betaalde termijnen; en niet betaalde termijnen;
Overwegende dat het derhalve past in het gewaarborgd inkomen voor Overwegende dat het derhalve past in het gewaarborgd inkomen voor
bejaarden gelijkaardige wijzigingen aan te brengen; bejaarden gelijkaardige wijzigingen aan te brengen;
Overwegende dat het voormelde koninklijk besluit van 21 januari 2000 Overwegende dat het voormelde koninklijk besluit van 21 januari 2000
in werking getreden is op 1 maart 2000; in werking getreden is op 1 maart 2000;
Overwegende dat dringend de nodige maatregelen genomen moeten worden Overwegende dat dringend de nodige maatregelen genomen moeten worden
opdat de Rijksdienst voor pensioenen de wijzigingen met betrekking tot opdat de Rijksdienst voor pensioenen de wijzigingen met betrekking tot
de regeling voor het gewaarborgd inkomen voor bejaarden zou kunnen de regeling voor het gewaarborgd inkomen voor bejaarden zou kunnen
toepassen met uitwerking vanaf 1 maart 2000; toepassen met uitwerking vanaf 1 maart 2000;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 57 van het koninklijk besluit van 29 april 1969

Artikel 1.Artikel 57 van het koninklijk besluit van 29 april 1969

houdende algemeen reglement betreffende het gewaarborgd inkomen voor houdende algemeen reglement betreffende het gewaarborgd inkomen voor
bejaarden, wordt vervangen als volgt : bejaarden, wordt vervangen als volgt :
«

Art. 57.Het gewaarborgd inkomen is verworven per twaalfden en

«

Art. 57.Het gewaarborgd inkomen is verworven per twaalfden en

betaalbaar per maand. betaalbaar per maand.
De uitbetaling ervan geschiedt : De uitbetaling ervan geschiedt :
- hetzij door middel van postassignaties waarvan het bedrag thuis bij, - hetzij door middel van postassignaties waarvan het bedrag thuis bij,
en persoonlijk aan de gerechtigde betaalbaar is. en persoonlijk aan de gerechtigde betaalbaar is.
- hetzij, zo de gerechtigde daarom heeft verzocht, op een persoonlijke - hetzij, zo de gerechtigde daarom heeft verzocht, op een persoonlijke
rekening geopend bij een financiële instelling, die aan de door Ons rekening geopend bij een financiële instelling, die aan de door Ons
bepaalde voorwaarden voldoet. bepaalde voorwaarden voldoet.
Het toezenden van stukken aan de betrokkene en het uitvoeren van Het toezenden van stukken aan de betrokkene en het uitvoeren van
betalingen aan de gerechtigde op een gewaarborgd inkomen gebeuren op betalingen aan de gerechtigde op een gewaarborgd inkomen gebeuren op
hun hoofdverblijfplaats. hun hoofdverblijfplaats.
Van deze verplichting kan evenwel afgeweken worden op schriftelijk Van deze verplichting kan evenwel afgeweken worden op schriftelijk
verzoek van de betrokkene, gericht aan de Rijksdienst voor pensioenen. verzoek van de betrokkene, gericht aan de Rijksdienst voor pensioenen.
» »

Art. 2.Artikel 59 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :

Art. 2.Artikel 59 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :

«

Art. 59.In geval van overlijden van de gerechtigde op het

«

Art. 59.In geval van overlijden van de gerechtigde op het

gewaarborgd inkomen, worden de vervallen en niet uitbetaalde termijnen gewaarborgd inkomen, worden de vervallen en niet uitbetaalde termijnen
van ambtswege uitbetaald aan de echtgenoot met wie de gerechtigde van ambtswege uitbetaald aan de echtgenoot met wie de gerechtigde
samenleefde op het ogenblik van zijn overlijden. samenleefde op het ogenblik van zijn overlijden.
Bij ontstentenis van de in het eerste lid bedoelde echtgenoot worden Bij ontstentenis van de in het eerste lid bedoelde echtgenoot worden
de niet uitbetaalde termijnen, met inbegrip van de uitkering voor de de niet uitbetaalde termijnen, met inbegrip van de uitkering voor de
maand van overlijden voor zover de gerechtigde nog niet overleden was maand van overlijden voor zover de gerechtigde nog niet overleden was
op de uitgiftedatum van de postassignatie of bij betaling op een op de uitgiftedatum van de postassignatie of bij betaling op een
persoonlijke rekening op de in het nationaal compensatiesysteem persoonlijke rekening op de in het nationaal compensatiesysteem
geldende uitvoeringsdatum, uitbetaald in volgende orde : geldende uitvoeringsdatum, uitbetaald in volgende orde :
1° aan de kinderen met wie de gerechtigde samenleefde op het ogenblik 1° aan de kinderen met wie de gerechtigde samenleefde op het ogenblik
van zijn overlijden; van zijn overlijden;
2° aan ieder persoon met wie de gerechtigde samenleefde op het 2° aan ieder persoon met wie de gerechtigde samenleefde op het
ogenblik van zijn overlijden; ogenblik van zijn overlijden;
3° aan de persoon die in de verpleegkosten is tussengekomen; 3° aan de persoon die in de verpleegkosten is tussengekomen;
4° aan de persoon die de begrafeniskosten heeft betaald. 4° aan de persoon die de begrafeniskosten heeft betaald.
De in het tweede lid bedoelde termijnen worden van ambtswege aan de in De in het tweede lid bedoelde termijnen worden van ambtswege aan de in
dat lid, 1°, beoogde rechthebbenden uitbetaald. De andere dat lid, 1°, beoogde rechthebbenden uitbetaald. De andere
rechthebbenden die de vereffening van de vervallen en aan een rechthebbenden die de vereffening van de vervallen en aan een
overleden gerechtigde niet uitbetaalde termijnen ten hunnen voordele overleden gerechtigde niet uitbetaalde termijnen ten hunnen voordele
wensen te bekomen, moeten een aanvraag rechtstreeks tot de Rijksdienst wensen te bekomen, moeten een aanvraag rechtstreeks tot de Rijksdienst
voor pensioenen richten. De aanvraag, gedateerd en ondertekend, moet voor pensioenen richten. De aanvraag, gedateerd en ondertekend, moet
opgemaakt worden op een formulier conform het door de Minister opgemaakt worden op een formulier conform het door de Minister
goedgekeurd model. De burgemeester van de gemeente waar de overledene goedgekeurd model. De burgemeester van de gemeente waar de overledene
zijn hoofdverblijfplaats had of de burgemeester van de gemeente waar zijn hoofdverblijfplaats had of de burgemeester van de gemeente waar
de overledene samenleefde met een der in het tweede lid, 2°, bedoelde de overledene samenleefde met een der in het tweede lid, 2°, bedoelde
personen, bevestigt de juistheid van de op dit formulier vermelde personen, bevestigt de juistheid van de op dit formulier vermelde
gegevens en ondertekent dit mede. De personen bedoeld in het tweede gegevens en ondertekent dit mede. De personen bedoeld in het tweede
lid; 3° en 4°, kunnen de aanvraag laten ondertekenen door de lid; 3° en 4°, kunnen de aanvraag laten ondertekenen door de
burgemeester van hun hoofdverblijfplaats. burgemeester van hun hoofdverblijfplaats.
Op straffe van verval moeten de aanvragen tot uitbetaling van de Op straffe van verval moeten de aanvragen tot uitbetaling van de
termijnen ingediend worden binnen een termijn van zes maanden. Die termijnen ingediend worden binnen een termijn van zes maanden. Die
termijn gaat in op de dag van het overlijden van de gerechtigde of op termijn gaat in op de dag van het overlijden van de gerechtigde of op
de dag van de verzending van de kennisgeving van de beslissing indien de dag van de verzending van de kennisgeving van de beslissing indien
deze na het overlijden werd verzonden. De in het vorig lid bedoelde deze na het overlijden werd verzonden. De in het vorig lid bedoelde
aanvraag geldt als aanvraag om toepassing van het artikel 58 van het aanvraag geldt als aanvraag om toepassing van het artikel 58 van het
koninklijk besluit van 17 november 1969 houdende algemeen reglement koninklijk besluit van 17 november 1969 houdende algemeen reglement
betreffende het toekennen van tegemoetkomingen aan de minder-validen, betreffende het toekennen van tegemoetkomingen aan de minder-validen,
wanneer door deze laatste bepaling tegemoetkomingen worden beoogd. wanneer door deze laatste bepaling tegemoetkomingen worden beoogd.
Wanneer de kennisgeving aan de afzender teruggezonden wordt wegens het Wanneer de kennisgeving aan de afzender teruggezonden wordt wegens het
overlijden van de gerechtigde, wordt bij ontstentenis van de in het overlijden van de gerechtigde, wordt bij ontstentenis van de in het
eerste lid bedoelde echtgenoot, een nieuwe kennisgeving gezonden aan eerste lid bedoelde echtgenoot, een nieuwe kennisgeving gezonden aan
de burgemeester van de gemeente waar de overledene zijn de burgemeester van de gemeente waar de overledene zijn
hoofdverblijfplaats had. De burgemeester bezorgt die kennisgeving aan hoofdverblijfplaats had. De burgemeester bezorgt die kennisgeving aan
de persoon, die krachtens het tweede lid, voor de uitbetaling van de de persoon, die krachtens het tweede lid, voor de uitbetaling van de
termijnen in aanmerking komt. » termijnen in aanmerking komt. »

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2000.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2000.

Art. 4.Onze Minister van Pensioenen is belast met de uitvoering van

Art. 4.Onze Minister van Pensioenen is belast met de uitvoering van

dit besluit. dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 september 2000. Gegeven te Brussel, 17 september 2000.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Pensioenen, De Minister van Pensioenen,
F. VANDENBROUCKE F. VANDENBROUCKE
^