Koninklijk besluit tot invoering van een aanvullend pensioen aan sommige personeelsleden van de Koninklijke Muntschouwburg | Koninklijk besluit tot invoering van een aanvullend pensioen aan sommige personeelsleden van de Koninklijke Muntschouwburg |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BELEID EN ONDERSTEUNING | FEDERALE OVERHEIDSDIENST BELEID EN ONDERSTEUNING |
17 OKTOBER 2023. - Koninklijk besluit tot invoering van een aanvullend | 17 OKTOBER 2023. - Koninklijk besluit tot invoering van een aanvullend |
pensioen aan sommige personeelsleden van de Koninklijke Muntschouwburg | pensioen aan sommige personeelsleden van de Koninklijke Muntschouwburg |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 19 april 1963 tot oprichting van een openbare | Gelet op de wet van 19 april 1963 tot oprichting van een openbare |
instelling genaamd "Koninklijke Muntschouwburg", laatstelijk gewijzigd | instelling genaamd "Koninklijke Muntschouwburg", laatstelijk gewijzigd |
bij de wet van 27 januari 2022; | bij de wet van 27 januari 2022; |
Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige | Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige |
instellingen van openbaar nut, artikel 11, § 1er, | instellingen van openbaar nut, artikel 11, § 1er, |
Overwegende de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende | Overwegende de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende |
pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige | pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige |
aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, laatstelijk gewijzigd | aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, laatstelijk gewijzigd |
bij de wet van 27 december 2021; | bij de wet van 27 december 2021; |
Gelet op de adviezen van de Inspecteurs van Financiën, gegeven op 26 | Gelet op de adviezen van de Inspecteurs van Financiën, gegeven op 26 |
mei 2023 en 13 juni 2023; | mei 2023 en 13 juni 2023; |
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, | Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, |
gegeven op 7 juni 2023; | gegeven op 7 juni 2023; |
Gelet op de vrijstelling van een impactanalyse op basis van artikel 8, | Gelet op de vrijstelling van een impactanalyse op basis van artikel 8, |
§ 1, 4°, van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen | § 1, 4°, van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen |
inzake administratieve vereenvoudiging, | inzake administratieve vereenvoudiging, |
Gelet op het protocol van onderhandelingen nr. 174 van 4 juli 2023 van | Gelet op het protocol van onderhandelingen nr. 174 van 4 juli 2023 van |
het Sectorcomité I; | het Sectorcomité I; |
Gelet op het advies nr. 74.403/4 van de Raad van State, gegeven op 27 | Gelet op het advies nr. 74.403/4 van de Raad van State, gegeven op 27 |
september 2023, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, | september 2023, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, |
van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Overwegende dat de Koninklijke Muntschouwburg voor zijn | Overwegende dat de Koninklijke Muntschouwburg voor zijn |
personeelsleden in dienst genomen vanaf 1 januari 2018 wenst toe te | personeelsleden in dienst genomen vanaf 1 januari 2018 wenst toe te |
treden tot de tweede pensioenpijler van de federale overheid ; | treden tot de tweede pensioenpijler van de federale overheid ; |
Overwegende dat de geldelijke regeling van toepassing op de | Overwegende dat de geldelijke regeling van toepassing op de |
contractuele personeelsleden bijgevolg aangepast dient te worden ; | contractuele personeelsleden bijgevolg aangepast dient te worden ; |
Op de voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken en de Minister | Op de voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken en de Minister |
van de Federale Culturele Instellingen en op het advies van de in Raad | van de Federale Culturele Instellingen en op het advies van de in Raad |
vergaderde Ministers, | vergaderde Ministers, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
HOOFDSTUK 1. - Aanvullend pensioen | HOOFDSTUK 1. - Aanvullend pensioen |
Artikel 1.De contractuele personeelsleden van de Koninklijke |
Artikel 1.De contractuele personeelsleden van de Koninklijke |
Muntschouwburg aangeworven sinds 1 januari 2018 genieten van een | Muntschouwburg aangeworven sinds 1 januari 2018 genieten van een |
aanvullend pensioen onder dezelfde voorwaarden en nadere regels zoals | aanvullend pensioen onder dezelfde voorwaarden en nadere regels zoals |
bedoeld in de artikelen 2 en 3bis van het koninklijk besluit van 11 | bedoeld in de artikelen 2 en 3bis van het koninklijk besluit van 11 |
februari 1991 tot vaststelling van de individuele geldelijke rechten | februari 1991 tot vaststelling van de individuele geldelijke rechten |
van de personen bij arbeidsovereenkomst aangeworven in de federale | van de personen bij arbeidsovereenkomst aangeworven in de federale |
overheidsdiensten. | overheidsdiensten. |
Art. 2.§ 1. In afwijking van artikel 2, § 1, tweede lid van het |
Art. 2.§ 1. In afwijking van artikel 2, § 1, tweede lid van het |
voormelde koninklijk besluit van 11 februari 1991, is de jaarlijkse | voormelde koninklijk besluit van 11 februari 1991, is de jaarlijkse |
bijdrage gelijk aan : | bijdrage gelijk aan : |
a) 1,5% van de referentiebezoldiging 2018 zoals gedefinieerd in § 2 | a) 1,5% van de referentiebezoldiging 2018 zoals gedefinieerd in § 2 |
voor het jaar 2018; | voor het jaar 2018; |
b) 3% van de referentiebezoldiging 2019 zoals gedefinieerd in § 3 voor | b) 3% van de referentiebezoldiging 2019 zoals gedefinieerd in § 3 voor |
de jaren 2019 tot en met 2021; | de jaren 2019 tot en met 2021; |
c) 3% van de referentiebezoldiging vanaf 2022 zoals gedefinieerd in § | c) 3% van de referentiebezoldiging vanaf 2022 zoals gedefinieerd in § |
4. | 4. |
§ 2. De referentiebezoldiging 2018 is het resultaat van de | § 2. De referentiebezoldiging 2018 is het resultaat van de |
vermenigvuldiging : | vermenigvuldiging : |
1° van de referentiebezoldiging voor het jaar 2022 berekend | 1° van de referentiebezoldiging voor het jaar 2022 berekend |
overeenkomstig § 4; | overeenkomstig § 4; |
2° met een breuk waarvan de teller bestaat uit het aantal volledige | 2° met een breuk waarvan de teller bestaat uit het aantal volledige |
maanden in 2018 op de lopende arbeidsovereenkomst op 1 januari 2022 en | maanden in 2018 op de lopende arbeidsovereenkomst op 1 januari 2022 en |
waarvan de noemer gelijk is aan 12. | waarvan de noemer gelijk is aan 12. |
§ 3. De referentiebezoldiging 2019 voor de jaren 2019 tot en met 2021 | § 3. De referentiebezoldiging 2019 voor de jaren 2019 tot en met 2021 |
is het resultaat van de vermenigvuldiging : | is het resultaat van de vermenigvuldiging : |
1° van de referentiebezoldiging voor het jaar 2022 berekend | 1° van de referentiebezoldiging voor het jaar 2022 berekend |
overeenkomstig § 4; | overeenkomstig § 4; |
2° met een breuk waarvan de teller bestaat uit het aantal volledige | 2° met een breuk waarvan de teller bestaat uit het aantal volledige |
maanden van respectievelijk 2019, 2020 en 2021 op de lopende | maanden van respectievelijk 2019, 2020 en 2021 op de lopende |
arbeidsovereenkomst op 1 januari 2022 en waarvan de noemer gelijk is | arbeidsovereenkomst op 1 januari 2022 en waarvan de noemer gelijk is |
aan 12. | aan 12. |
§ 4. De referentiebezoldiging voor het desbetreffende jaar vanaf 2022 | § 4. De referentiebezoldiging voor het desbetreffende jaar vanaf 2022 |
is het resultaat van de vermenigvuldiging : | is het resultaat van de vermenigvuldiging : |
1° van het percentage van de periodes die in het desbetreffende jaar | 1° van het percentage van de periodes die in het desbetreffende jaar |
door de Koninklijke Muntschouwburg bezoldigd zijn bij voltijdse | door de Koninklijke Muntschouwburg bezoldigd zijn bij voltijdse |
tewerkstelling, met inbegrip van de periodes van verlof verbonden aan | tewerkstelling, met inbegrip van de periodes van verlof verbonden aan |
de bescherming van het moederschap, omstandigheidsverlof bij geboorte, | de bescherming van het moederschap, omstandigheidsverlof bij geboorte, |
vaderschapsverlof en adoptieverlof; | vaderschapsverlof en adoptieverlof; |
2° met een twaalfde van de jaarlijkse brutowedde te betalen voor de | 2° met een twaalfde van de jaarlijkse brutowedde te betalen voor de |
maand januari of, bij gebrek daarvan, de maand van indiensttreding of | maand januari of, bij gebrek daarvan, de maand van indiensttreding of |
van hervatting van het werk, van het betrokken jaar, vermenigvuldigd | van hervatting van het werk, van het betrokken jaar, vermenigvuldigd |
met 13,92. | met 13,92. |
Een twaalfde van de jaarlijkse brutowedde wordt verhoogd met 1/12 van | Een twaalfde van de jaarlijkse brutowedde wordt verhoogd met 1/12 van |
de haard-of standplaatstoelage op basis van het in januari | de haard-of standplaatstoelage op basis van het in januari |
vastgestelde recht, of bij gebrek daaraan, de maand van | vastgestelde recht, of bij gebrek daaraan, de maand van |
indiensttreding of hervatting van het werk van het betrokken jaar, | indiensttreding of hervatting van het werk van het betrokken jaar, |
vermenigvuldigd met 13,92. | vermenigvuldigd met 13,92. |
Voor het percentage van de door de Koninklijke Muntschouwburg | Voor het percentage van de door de Koninklijke Muntschouwburg |
bezoldigde periodes, bedoeld in het eerste lid, 1°, worden de | bezoldigde periodes, bedoeld in het eerste lid, 1°, worden de |
wijzigingen in verband met deeltijdse arbeid alleen in aanmerking | wijzigingen in verband met deeltijdse arbeid alleen in aanmerking |
genomen op de eerste dag van de volgende maand. | genomen op de eerste dag van de volgende maand. |
Voor de periodes voorafgaand aan de opening van het recht op | Voor de periodes voorafgaand aan de opening van het recht op |
aanvullend pensioen voor de Koninklijke Muntschouwburg, is het | aanvullend pensioen voor de Koninklijke Muntschouwburg, is het |
percentage van de door de Koninklijke Muntschouwburg bezoldigde | percentage van de door de Koninklijke Muntschouwburg bezoldigde |
periodes, bedoeld in het eerste lid, 1°, waarmee rekening wordt | periodes, bedoeld in het eerste lid, 1°, waarmee rekening wordt |
gehouden dat van het eerste kwartaal van 2022. | gehouden dat van het eerste kwartaal van 2022. |
§ 5. De contractuele personeelsleden van de Koninklijke Muntschouwburg | § 5. De contractuele personeelsleden van de Koninklijke Muntschouwburg |
aangeworven sinds 1 januari 2018, genieten van het voordeel bedoeld in | aangeworven sinds 1 januari 2018, genieten van het voordeel bedoeld in |
de artikelen 1 en 2 van dit besluit, vanaf hun datum van | de artikelen 1 en 2 van dit besluit, vanaf hun datum van |
indiensttreding zoals bepaald in hun op 1 januari 2022 lopende | indiensttreding zoals bepaald in hun op 1 januari 2022 lopende |
arbeidsovereenkomst. | arbeidsovereenkomst. |
HOOFDSTUK 2. - Overgangsbepaling | HOOFDSTUK 2. - Overgangsbepaling |
Art. 3.Voor de contractuele personeelsleden van de Koninklijke |
Art. 3.Voor de contractuele personeelsleden van de Koninklijke |
Muntschouwburg aangeworven vóór 1 januari 2018 wordt de op 1 januari | Muntschouwburg aangeworven vóór 1 januari 2018 wordt de op 1 januari |
2022 bestaande aanvullende pensioenregeling behouden. | 2022 bestaande aanvullende pensioenregeling behouden. |
De contractuele personeelsleden bedoeld in het eerste lid en die op 1 | De contractuele personeelsleden bedoeld in het eerste lid en die op 1 |
januari 2022 in dienst zijn kunnen er echter op elk ogenblik voor | januari 2022 in dienst zijn kunnen er echter op elk ogenblik voor |
kiezen om over te stappen naar het aanvullend pensioenstelsel bedoeld | kiezen om over te stappen naar het aanvullend pensioenstelsel bedoeld |
in de artikelen 1 en 2 van dit besluit. Deze overstap is onomkeerbaar | in de artikelen 1 en 2 van dit besluit. Deze overstap is onomkeerbaar |
en geldt enkel voor de toekomst. | en geldt enkel voor de toekomst. |
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen |
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2022. |
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2022. |
Art. 5.De minister bevoegd voor ambtenarenzaken en de minister belast |
Art. 5.De minister bevoegd voor ambtenarenzaken en de minister belast |
met de Federale Culturele Instellingen zijn, ieder wat haar betreft, | met de Federale Culturele Instellingen zijn, ieder wat haar betreft, |
belast met de uitvoering van dit besluit. | belast met de uitvoering van dit besluit. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Ambtenarenzaken, | De Minister van Ambtenarenzaken, |
P. DE SUTTER | P. DE SUTTER |
De Minister van de Federale Culturele Instellingen, | De Minister van de Federale Culturele Instellingen, |
H. LAHBIB | H. LAHBIB |