Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 17/02/2002
← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel, betreffende het conventioneel brugpensioen "
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel, betreffende het conventioneel brugpensioen Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel, betreffende het conventioneel brugpensioen
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID
17 FEBRUARI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend 17 FEBRUARI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend
wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1995, wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1995,
gesloten in het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel, gesloten in het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel,
betreffende het conventioneel brugpensioen (1) betreffende het conventioneel brugpensioen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel
28; 28;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten op 19 Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten op 19
december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een
regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde
werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard
bij koninklijk besluit van 16 januari 1975; bij koninklijk besluit van 16 januari 1975;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de zelfstandige Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de zelfstandige
kleinhandel; kleinhandel;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1995, gesloten overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1995, gesloten
in het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel, betreffende in het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel, betreffende
het conventioneel brugpensioen, met uitzondering van de bepalingen in het conventioneel brugpensioen, met uitzondering van de bepalingen in
strijd met artikel 4, § 2, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. strijd met artikel 4, § 2, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr.
17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende
vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij
worden ontslagen. worden ontslagen.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering
van dit besluit. van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 februari 2002. Gegeven te Brussel, 17 februari 2002.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werkgelegenheid, De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX Mevr. L. ONKELINX
_______ _______
Nota Nota
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31
januari 1975. januari 1975.
Bijlage Bijlage
Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel
Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1995 Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1995
Conventioneel brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 17 oktober Conventioneel brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 17 oktober
1995 onder het nummer 39412/CO/201) 1995 onder het nummer 39412/CO/201)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op
de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die vallen onder de de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die vallen onder de
bevoegdheid van het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel bevoegdheid van het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel
en die tijdens het kalenderjaar 1994 gemiddeld ten minste tien en die tijdens het kalenderjaar 1994 gemiddeld ten minste tien
werknemers tewerkstellen. werknemers tewerkstellen.
Onder werknemers moet worden verstaan het mannelijk en vrouwelijk Onder werknemers moet worden verstaan het mannelijk en vrouwelijk
bediendenpersoneel. bediendenpersoneel.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst moet onder Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst moet onder
onderneming worden verstaan, de technische bedrijfseenheid zoals het onderneming worden verstaan, de technische bedrijfseenheid zoals het
begrip is verduidelijkt in artikel 14 van de wet van 20 september 1948 begrip is verduidelijkt in artikel 14 van de wet van 20 september 1948
houdende organisatie van het bedrijfsleven alsook in de houdende organisatie van het bedrijfsleven alsook in de
uitvoeringsbesluiten van die wet. uitvoeringsbesluiten van die wet.
De nadere regels voor de berekening van het gemiddelde van de tijdens De nadere regels voor de berekening van het gemiddelde van de tijdens
het kalenderjaar 1994 tewerkgestelde werknemers, worden vastgesteld het kalenderjaar 1994 tewerkgestelde werknemers, worden vastgesteld
overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 2 en 3 van het overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 2 en 3 van het
koninklijk besluit van 5 december 1969 betreffende de aangifte van koninklijk besluit van 5 december 1969 betreffende de aangifte van
collectieve afdankingen en de kennisgeving van vacante betrekkingen. collectieve afdankingen en de kennisgeving van vacante betrekkingen.
HOOFDSTUK II. - Recht op de aanvullende vergoeding HOOFDSTUK II. - Recht op de aanvullende vergoeding

Art. 2.De regeling van aanvullende vergoeding, zoals die regeling

Art. 2.De regeling van aanvullende vergoeding, zoals die regeling
door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten op 19 december door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten op 19 december
1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van
aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers
indien zij worden ontslagen, is georganiseerd, geldt voor de indien zij worden ontslagen, is georganiseerd, geldt voor de
werknemers van 58 jaar en ouder die worden ontslagen behalve wegens werknemers van 58 jaar en ouder die worden ontslagen behalve wegens
dringende reden in de zin van de wetgeving betreffende de dringende reden in de zin van de wetgeving betreffende de
arbeidsovereenkomsten. arbeidsovereenkomsten.
Aan die leeftijdsvoorwaarde moet voldaan zijn tussen 1 januari 1995 en Aan die leeftijdsvoorwaarde moet voldaan zijn tussen 1 januari 1995 en
31 december 1996. 31 december 1996.
Voor zover aan die voorwaarden is voldaan en indien de Voor zover aan die voorwaarden is voldaan en indien de
opzeggingstermijn van de werknemer ingevolge een wettelijke schorsing opzeggingstermijn van de werknemer ingevolge een wettelijke schorsing
wordt verlengd zodanig dat die opzeggingstermijn een einde neemt na 31 wordt verlengd zodanig dat die opzeggingstermijn een einde neemt na 31
december 1996, blijft de werknemer het recht op aanvullende vergoeding december 1996, blijft de werknemer het recht op aanvullende vergoeding
behouden. behouden.

Art. 3.De artikelen 4 tot en met 10 van de voormelde collectieve

Art. 3.De artikelen 4 tot en met 10 van de voormelde collectieve
arbeidsovereenkomst nr. 17 zijn eveneens van toepassing. arbeidsovereenkomst nr. 17 zijn eveneens van toepassing.
HOOFDSTUK III. - Inwerkingtreding en duur HOOFDSTUK III. - Inwerkingtreding en duur

Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een

Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een
bepaalde duur. Zij treedt in werking op 1 januari 1995 en houdt op van bepaalde duur. Zij treedt in werking op 1 januari 1995 en houdt op van
kracht te zijn op 31 december 1996. kracht te zijn op 31 december 1996.
De oudere werknemers die in aanmerking komen voor de in deze De oudere werknemers die in aanmerking komen voor de in deze
collectieve arbeidsovereenkomst vastgestelde regeling van aanvullende collectieve arbeidsovereenkomst vastgestelde regeling van aanvullende
vergoding, genieten van de in deze collectieve arbeidsovereenkomst vergoding, genieten van de in deze collectieve arbeidsovereenkomst
vastgestelde voorwaarden totdat zij de leeftijd bereiken waarop het vastgestelde voorwaarden totdat zij de leeftijd bereiken waarop het
pensioen ingaat. pensioen ingaat.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 februari Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 februari
2002. 2002.
De Minister van Werkgelegenheid, De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX Mevr. L. ONKELINX
^