Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in brandstoffen, betreffende de vorming | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in brandstoffen, betreffende de vorming |
---|---|
16 MEI 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 16 MEI 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2023, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2023, |
gesloten in het Paritair Comité voor de handel in brandstoffen, | gesloten in het Paritair Comité voor de handel in brandstoffen, |
betreffende de vorming (1) | betreffende de vorming (1) |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in |
brandstoffen; | brandstoffen; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2023, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2023, |
gesloten in het Paritair Comité voor de handel in brandstoffen, | gesloten in het Paritair Comité voor de handel in brandstoffen, |
betreffende de vorming. | betreffende de vorming. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 16 mei 2024. | Gegeven te Brussel, 16 mei 2024. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor de handel in brandstoffen | Paritair Comité voor de handel in brandstoffen |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2023 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2023 |
Vorming (Overeenkomst geregistreerd op 14 september 2023 onder het | Vorming (Overeenkomst geregistreerd op 14 september 2023 onder het |
nummer 182497/CO/127) | nummer 182497/CO/127) |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen welke | de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen welke |
ressorteren onder het Paritair Comité voor de handel in brandstoffen. | ressorteren onder het Paritair Comité voor de handel in brandstoffen. |
Onder "werknemers" wordt verstaan : de arbeiders en arbeidsters. | Onder "werknemers" wordt verstaan : de arbeiders en arbeidsters. |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in |
uitvoering van de wet van 3 oktober 2022 houdende diverse | uitvoering van de wet van 3 oktober 2022 houdende diverse |
arbeidsbepalingen - hoofdstuk 12 (Belgisch Staatsblad van 10 november | arbeidsbepalingen - hoofdstuk 12 (Belgisch Staatsblad van 10 november |
2022), hierna genoemd "Arbeidsdeal". | 2022), hierna genoemd "Arbeidsdeal". |
Art. 3.De sociale partners engageren zich om elke werknemer de |
Art. 3.De sociale partners engageren zich om elke werknemer de |
mogelijkheid te geven vorming te genieten gedurende de arbeidstijd. | mogelijkheid te geven vorming te genieten gedurende de arbeidstijd. |
Deze vormingsmogelijkheden kunnen zowel intern op de plaats van de | Deze vormingsmogelijkheden kunnen zowel intern op de plaats van de |
tewerkstelling als extern van de onderneming georganiseerd worden. De | tewerkstelling als extern van de onderneming georganiseerd worden. De |
vorming kan zowel door de werkgever ingericht worden als door | vorming kan zowel door de werkgever ingericht worden als door |
opleidingsderden, hiertoe gemandateerd door de werkgever. De vorming | opleidingsderden, hiertoe gemandateerd door de werkgever. De vorming |
slaat zowel op formele als informele opleidingen. | slaat zowel op formele als informele opleidingen. |
Art. 4.Iedere werkgever stelt jaarlijks vóór 31 maart een |
Art. 4.Iedere werkgever stelt jaarlijks vóór 31 maart een |
opleidingsplan op. | opleidingsplan op. |
Bij het opstellen van het opleidingsplan heeft de werkgever bijzondere | Bij het opstellen van het opleidingsplan heeft de werkgever bijzondere |
aandacht voor : | aandacht voor : |
- de werknemers in risicogroepen; | - de werknemers in risicogroepen; |
- de genderdimensie; | - de genderdimensie; |
- de knelpuntberoepen. | - de knelpuntberoepen. |
Het opleidingsplan bevat minstens een opsomming van de te volgen | Het opleidingsplan bevat minstens een opsomming van de te volgen |
formele en/of informele opleidingen. De verplichting om een | formele en/of informele opleidingen. De verplichting om een |
opleidingsplan op te stellen is niet van toepassing op werkgevers die | opleidingsplan op te stellen is niet van toepassing op werkgevers die |
minder dan 20 werknemers tewerkstellen. | minder dan 20 werknemers tewerkstellen. |
Art. 5.§ 1. De KMO's of werkgevers die minder dan tien werknemers |
Art. 5.§ 1. De KMO's of werkgevers die minder dan tien werknemers |
tewerkstellen worden formeel uitgesloten uit het toepassingsgebied, | tewerkstellen worden formeel uitgesloten uit het toepassingsgebied, |
overeenkomstig artikel 51, § 2 van de Arbeidsdeal. | overeenkomstig artikel 51, § 2 van de Arbeidsdeal. |
§ 2. De werkgevers die minimum tien maar minder dan twintig werknemers | § 2. De werkgevers die minimum tien maar minder dan twintig werknemers |
tewerkstellen voorzien een individueel opleidingsrecht van één dag | tewerkstellen voorzien een individueel opleidingsrecht van één dag |
opleiding per jaar per voltijds equivalent. | opleiding per jaar per voltijds equivalent. |
§ 3. De werkgevers die minimum 20 werknemers tewerkstellen voorzien | § 3. De werkgevers die minimum 20 werknemers tewerkstellen voorzien |
een individueel opleidingsrecht, overeenkomstig artikel 54, § 2, van 2 | een individueel opleidingsrecht, overeenkomstig artikel 54, § 2, van 2 |
dagen per jaar per voltijds equivalent. | dagen per jaar per voltijds equivalent. |
§ 4. Het groeipad voor de ondernemingen met 20 of meer werknemers | § 4. Het groeipad voor de ondernemingen met 20 of meer werknemers |
wordt als volgt vastgelegd : | wordt als volgt vastgelegd : |
- 2 dagen voor een voltijdse werknemer in 2023; | - 2 dagen voor een voltijdse werknemer in 2023; |
- 3 dagen voor een voltijdse werknemer in 2025; | - 3 dagen voor een voltijdse werknemer in 2025; |
- 4 dagen voor een voltijdse werknemer vanaf 2027; | - 4 dagen voor een voltijdse werknemer vanaf 2027; |
- 5 dagen voor een voltijdse werknemer vanaf 2030. | - 5 dagen voor een voltijdse werknemer vanaf 2030. |
§ 5. Het aantal niet opgenomen opleidingsdagen wordt op het einde van | § 5. Het aantal niet opgenomen opleidingsdagen wordt op het einde van |
het jaar overgedragen naar het daaropvolgende jaar, zonder dat het | het jaar overgedragen naar het daaropvolgende jaar, zonder dat het |
aantal in mindering mag worden gebracht van het opleidingskrediet van | aantal in mindering mag worden gebracht van het opleidingskrediet van |
de werknemer in dat jaar. Na vijf jaar wordt het saldo van het | de werknemer in dat jaar. Na vijf jaar wordt het saldo van het |
beschikbare opleidingskrediet opnieuw op nul gezet. | beschikbare opleidingskrediet opnieuw op nul gezet. |
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
januari 2023 en is gesloten voor onbepaalde duur. | januari 2023 en is gesloten voor onbepaalde duur. |
Zij kan worden opgezegd door elk van de partijen met een | Zij kan worden opgezegd door elk van de partijen met een |
opzeggingstermijn van 6 maanden te betekenen per aangetekend schrijven | opzeggingstermijn van 6 maanden te betekenen per aangetekend schrijven |
aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de handel in | aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de handel in |
brandstoffen (PC 127). Deze opzegging heeft uitwerking de derde | brandstoffen (PC 127). Deze opzegging heeft uitwerking de derde |
werkdag na de datum van de verzending. | werkdag na de datum van de verzending. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 mei | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 mei |
2024. | 2024. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |