| Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 17, tweede lid, van de wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening | Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 17, tweede lid, van de wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE |
| 16 JUNI 2009. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 17, | 16 JUNI 2009. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 17, |
| tweede lid, van de wet van 10 november 2006 betreffende de | tweede lid, van de wet van 10 november 2006 betreffende de |
| openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening | openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in | Gelet op de wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in |
| handel, ambacht en dienstverlening, artikel 17, tweede lid; | handel, ambacht en dienstverlening, artikel 17, tweede lid; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 11 augustus 1960 tot uitvoering | Gelet op het koninklijk besluit van 11 augustus 1960 tot uitvoering |
| van de wet van 22 juni 1960 tot invoering van een wekelijkse rustdag | van de wet van 22 juni 1960 tot invoering van een wekelijkse rustdag |
| in nering en ambacht; | in nering en ambacht; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 27 februari 1974 genomen ter | Gelet op het koninklijk besluit van 27 februari 1974 genomen ter |
| uitvoering van de wet van 24 juli 1973 tot instelling van een | uitvoering van de wet van 24 juli 1973 tot instelling van een |
| verplichte avondsluiting in handel, ambacht en dienstverlening; | verplichte avondsluiting in handel, ambacht en dienstverlening; |
| Gelet op het advies van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de | Gelet op het advies van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de |
| K.M.O., gegeven op 1 maart 2007; | K.M.O., gegeven op 1 maart 2007; |
| Gelet op advies 46.283/1 van de Raad van State, gegeven op 15 april | Gelet op advies 46.283/1 van de Raad van State, gegeven op 15 april |
| 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de | 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de |
| wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
| Op de voordracht van de Minister van K.M.O.'s, Zelfstandigen, Landbouw | Op de voordracht van de Minister van K.M.O.'s, Zelfstandigen, Landbouw |
| en Wetenschapsbeleid, | en Wetenschapsbeleid, |
| Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
| 1° minister : de Minister die de Middenstand onder zijn bevoegdheid | 1° minister : de Minister die de Middenstand onder zijn bevoegdheid |
| heeft; | heeft; |
| 2° toeristische attracties : bezienswaardigheden, natuurschoon, | 2° toeristische attracties : bezienswaardigheden, natuurschoon, |
| monumenten, organisaties of ondernemingen voor sportieve of culturele | monumenten, organisaties of ondernemingen voor sportieve of culturele |
| ontspanning, kuuroorden, bedevaartsoorden en slaap-, eet- en | ontspanning, kuuroorden, bedevaartsoorden en slaap-, eet- en |
| vrijetijdsgelegenheden; | vrijetijdsgelegenheden; |
| 3° geografische zone : de gemeente of het gedeelte van de gemeente | 3° geografische zone : de gemeente of het gedeelte van de gemeente |
| waarvoor de erkenning wordt gevraagd. | waarvoor de erkenning wordt gevraagd. |
Art. 2.Om als toeristisch centrum erkend te kunnen worden, dient de |
Art. 2.Om als toeristisch centrum erkend te kunnen worden, dient de |
| gemeente of het gedeelte van de gemeente waarvoor de erkenning wordt | gemeente of het gedeelte van de gemeente waarvoor de erkenning wordt |
| gevraagd, op cumulatieve wijze aan de volgende criteria te voldoen : | gevraagd, op cumulatieve wijze aan de volgende criteria te voldoen : |
| 1° het toeristisch onthaal wordt verzekerd door een instelling die | 1° het toeristisch onthaal wordt verzekerd door een instelling die |
| erkend is door de inzake het toerisme bevoegde overheid of door de | erkend is door de inzake het toerisme bevoegde overheid of door de |
| overheid zelf; | overheid zelf; |
| 2° het toerisme is van essentieel belang voor de economie van de | 2° het toerisme is van essentieel belang voor de economie van de |
| gemeente of het gedeelte van de gemeente; | gemeente of het gedeelte van de gemeente; |
| 3° er is een toevloed van toeristen die er verblijven of er voorbij | 3° er is een toevloed van toeristen die er verblijven of er voorbij |
| komen wegens het bestaan van toeristische attracties. | komen wegens het bestaan van toeristische attracties. |
Art. 3.De gemeente die erkend wil worden als toeristisch centrum of |
Art. 3.De gemeente die erkend wil worden als toeristisch centrum of |
| die delen van de gemeente als toeristisch centrum wil laten erkennen, | die delen van de gemeente als toeristisch centrum wil laten erkennen, |
| richt een aanvraag tot erkenning aan de minister. | richt een aanvraag tot erkenning aan de minister. |
| De aanvraag kan worden ingediend bij ter post aangetekende brief | De aanvraag kan worden ingediend bij ter post aangetekende brief |
| waarvan het bewijs van afgifte dient als bewijs van indiening. | waarvan het bewijs van afgifte dient als bewijs van indiening. |
| De gemeente vermeldt of ze de ganse gemeente of één of meerdere | De gemeente vermeldt of ze de ganse gemeente of één of meerdere |
| gedeelten ervan wil laten erkennen. | gedeelten ervan wil laten erkennen. |
Art. 4.Het gemeentebestuur dient minstens volgende inlichtingen te |
Art. 4.Het gemeentebestuur dient minstens volgende inlichtingen te |
| verstrekken om aan te tonen dat zij aan de criteria opgesomd in | verstrekken om aan te tonen dat zij aan de criteria opgesomd in |
| artikel 2 voldoet : | artikel 2 voldoet : |
| 1° de lokalisatie en een summiere beschrijving van de gemeente vanuit | 1° de lokalisatie en een summiere beschrijving van de gemeente vanuit |
| geografisch oogpunt; | geografisch oogpunt; |
| 2° een nauwkeurig en gedetailleerd plan van de geografische zone; | 2° een nauwkeurig en gedetailleerd plan van de geografische zone; |
| 3° het bewijs van het bestaan van een instelling of overheid die het | 3° het bewijs van het bestaan van een instelling of overheid die het |
| toeristische onthaal verzekerd, zoals vermeld in artikel 2, 1°; | toeristische onthaal verzekerd, zoals vermeld in artikel 2, 1°; |
| 4° in het geval van verblijfstoerisme een beschrijving van de | 4° in het geval van verblijfstoerisme een beschrijving van de |
| overnachtingsmogelijkheden en het aantal geregistreerde overnachtingen | overnachtingsmogelijkheden en het aantal geregistreerde overnachtingen |
| tijdens de drie jaren die deze aanvraag voorafgaan; | tijdens de drie jaren die deze aanvraag voorafgaan; |
| 5° de invloed van het toerisme op het economisch leven van de | 5° de invloed van het toerisme op het economisch leven van de |
| gemeente; | gemeente; |
| 6° de invloed van het toerisme op de tewerkstelling; | 6° de invloed van het toerisme op de tewerkstelling; |
| 7° de investeringsprojecten en realisaties met het oog op de | 7° de investeringsprojecten en realisaties met het oog op de |
| uitbreiding van het toerisme. | uitbreiding van het toerisme. |
Art. 5.Binnen de twintig dagen na indiening van de aanvraag, bezorgt |
Art. 5.Binnen de twintig dagen na indiening van de aanvraag, bezorgt |
| de minister, op voorwaarde dat het dossier volledig is, de aanvragende | de minister, op voorwaarde dat het dossier volledig is, de aanvragende |
| gemeente een ontvangstbewijs. | gemeente een ontvangstbewijs. |
| In het tegengestelde geval deelt hij aan de gemeente mee dat het | In het tegengestelde geval deelt hij aan de gemeente mee dat het |
| dossier niet volledig is, met vermelding van de ontbrekende documenten | dossier niet volledig is, met vermelding van de ontbrekende documenten |
| of gegevens. | of gegevens. |
| Binnen de twintig dagen na ontvangst van de ontbrekende documenten of | Binnen de twintig dagen na ontvangst van de ontbrekende documenten of |
| gegevens, levert de minister het ontvangstbewijs af. | gegevens, levert de minister het ontvangstbewijs af. |
| De administratie kan steeds de juistheid van de aangebrachte gegevens | De administratie kan steeds de juistheid van de aangebrachte gegevens |
| nagaan. | nagaan. |
Art. 6.§ 1. De minister neemt een beslissing binnen de vijfenzeventig |
Art. 6.§ 1. De minister neemt een beslissing binnen de vijfenzeventig |
| dagen na ontvangst van het dossier. | dagen na ontvangst van het dossier. |
| De minister kan beslissen de erkenning te verlenen voor de ganse | De minister kan beslissen de erkenning te verlenen voor de ganse |
| geografische zone of deze te beperken tot een gedeelte van deze zone. | geografische zone of deze te beperken tot een gedeelte van deze zone. |
| Bij ontstentenis van beslissing binnen deze termijn wordt de aanvraag | Bij ontstentenis van beslissing binnen deze termijn wordt de aanvraag |
| geweigerd. | geweigerd. |
| § 2. De beslissing wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. | § 2. De beslissing wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. |
Art. 7.De minister kan de erkenning van een gemeente intrekken. |
Art. 7.De minister kan de erkenning van een gemeente intrekken. |
| De minister verwittigt de gemeente met een ter post aangetekende brief | De minister verwittigt de gemeente met een ter post aangetekende brief |
| indien hij vaststelt dat zij niet langer voldoet aan de voorwaarden | indien hij vaststelt dat zij niet langer voldoet aan de voorwaarden |
| bedoeld in artikel 2. | bedoeld in artikel 2. |
| De gemeente beschikt over 60 dagen om haar bedenkingen kenbaar te | De gemeente beschikt over 60 dagen om haar bedenkingen kenbaar te |
| maken. Bij gebrek aan antwoord van de gemeente binnen deze termijn, | maken. Bij gebrek aan antwoord van de gemeente binnen deze termijn, |
| trekt de minister de erkenning in. | trekt de minister de erkenning in. |
| Indien de gemeente haar bedenkingen meedeelt binnen de gestelde | Indien de gemeente haar bedenkingen meedeelt binnen de gestelde |
| termijn, neemt de minister een met redenen omklede beslissing. | termijn, neemt de minister een met redenen omklede beslissing. |
| De intrekking van de erkenning wordt in het Belgisch Staatsblad | De intrekking van de erkenning wordt in het Belgisch Staatsblad |
| bekendgemaakt. | bekendgemaakt. |
| Indien de gemeente meent dat de voorwaarden bedoeld in artikel 2 | Indien de gemeente meent dat de voorwaarden bedoeld in artikel 2 |
| opnieuw vervuld zijn, kan zij een nieuwe aanvraag indienen, volgens de | opnieuw vervuld zijn, kan zij een nieuwe aanvraag indienen, volgens de |
| nadere regels bepaald in de artikelen 3 en 4. | nadere regels bepaald in de artikelen 3 en 4. |
Art. 8.Het koninklijk besluit van 11 augustus 1960 tot uitvoering van |
Art. 8.Het koninklijk besluit van 11 augustus 1960 tot uitvoering van |
| de wet van 22 juni 1960 tot invoering van een wekelijkse rustdag in | de wet van 22 juni 1960 tot invoering van een wekelijkse rustdag in |
| nering en ambacht, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 | nering en ambacht, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 |
| september 2005 en het koninklijk besluit van 27 februari 1974 genomen | september 2005 en het koninklijk besluit van 27 februari 1974 genomen |
| ter uitvoering van de wet van 24 juli 1973 tot instelling van een | ter uitvoering van de wet van 24 juli 1973 tot instelling van een |
| verplichte avondsluiting in handel, ambacht en dienstverlening, | verplichte avondsluiting in handel, ambacht en dienstverlening, |
| gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 december 2005, worden | gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 december 2005, worden |
| opgeheven. | opgeheven. |
| Bij wijze van overgangsmaatregel blijven de erkenningen als | Bij wijze van overgangsmaatregel blijven de erkenningen als |
| toeristisch centrum verleend op basis van de koninklijke besluiten | toeristisch centrum verleend op basis van de koninklijke besluiten |
| bedoeld in voorgaand lid, geldig, tot hun eventuele intrekking, | bedoeld in voorgaand lid, geldig, tot hun eventuele intrekking, |
| overeenkomstig artikel 7. | overeenkomstig artikel 7. |
| De minister stelt een lijst op van de toeristische centra erkend op | De minister stelt een lijst op van de toeristische centra erkend op |
| grond van de koninklijke besluiten bedoeld in het eerste lid. | grond van de koninklijke besluiten bedoeld in het eerste lid. |
| Deze lijst wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad binnen de 90 | Deze lijst wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad binnen de 90 |
| dagen volgend op de inwerkingtreding van dit besluit. | dagen volgend op de inwerkingtreding van dit besluit. |
Art. 9.De Minister bevoegd voor Middenstand is belast met de |
Art. 9.De Minister bevoegd voor Middenstand is belast met de |
| uitvoering van dit besluit. | uitvoering van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 16 juni 2009. | Gegeven te Brussel, 16 juni 2009. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van K.M.O.'s, Zelfstandigen, Landbouw en | De Minister van K.M.O.'s, Zelfstandigen, Landbouw en |
| Wetenschapsbeleid, | Wetenschapsbeleid, |
| Mevr. S. LARUELLE | Mevr. S. LARUELLE |