| Koninklijk besluit betreffende de mobiliteit van het personeel van sommige overheidsdiensten | Koninklijk besluit betreffende de mobiliteit van het personeel van sommige overheidsdiensten |
|---|---|
| MINISTERIE VAN AMBTENARENZAKEN | MINISTERIE VAN AMBTENARENZAKEN |
| 16 JULI 1998. - Koninklijk besluit betreffende de mobiliteit van het | 16 JULI 1998. - Koninklijk besluit betreffende de mobiliteit van het |
| personeel van sommige overheidsdiensten | personeel van sommige overheidsdiensten |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet; | Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet; |
| Gelet op de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake | Gelet op de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake |
| ambtenarenzaken, inzonderheid op artikel 12, § 1; | ambtenarenzaken, inzonderheid op artikel 12, § 1; |
| Gelet op het advies van de Inspecteur van financiën, gegeven op 6 juni | Gelet op het advies van de Inspecteur van financiën, gegeven op 6 juni |
| 1997; | 1997; |
| Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 1 | Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 1 |
| juli 1997; | juli 1997; |
| Gelet op het protocol nr. 280 van 17 december 1997 van het Comité voor | Gelet op het protocol nr. 280 van 17 december 1997 van het Comité voor |
| de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten; | de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten; |
| Gelet op de beraadslaging van de Ministerraad, op 9 januari 1998, | Gelet op de beraadslaging van de Ministerraad, op 9 januari 1998, |
| betreffende de adviesaanvraag binnen een termijn van één maand; | betreffende de adviesaanvraag binnen een termijn van één maand; |
| Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 19 februari | Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 19 februari |
| 1998, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de wetten op | 1998, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de wetten op |
| de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, vervangen door de | de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, vervangen door de |
| wet van 4 augustus 1996; | wet van 4 augustus 1996; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en op het | Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en op het |
| advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, | advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
| HOOFDSTUK I. - Werkingssfeer | HOOFDSTUK I. - Werkingssfeer |
Artikel 1.De volgende overheidsdiensten vallen onder de toepassing |
Artikel 1.De volgende overheidsdiensten vallen onder de toepassing |
| van dit besluit : | van dit besluit : |
| 1° de ministeries en de andere diensten van de ministeries, met | 1° de ministeries en de andere diensten van de ministeries, met |
| uitzondering van de buitenlandse carrières van het Ministerie van | uitzondering van de buitenlandse carrières van het Ministerie van |
| Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking; | Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking; |
| 2° de volgende overheidsinstellingen die onder het gezag, de controle | 2° de volgende overheidsinstellingen die onder het gezag, de controle |
| of het toezicht van de staat vallen : | of het toezicht van de staat vallen : |
| - het Hulp- en Informatiebureau voor Gezinnen van Militairen; | - het Hulp- en Informatiebureau voor Gezinnen van Militairen; |
| - de Regie der Gebouwen; | - de Regie der Gebouwen; |
| - de Regie voor Maritiem Transport; | - de Regie voor Maritiem Transport; |
| - het Instituut voor Veterinaire Keuring; | - het Instituut voor Veterinaire Keuring; |
| - de Dienst voor Regeling der Binnenvaart; | - de Dienst voor Regeling der Binnenvaart; |
| - het Nationaal Onderzoekinstituut voor Arbeidsomstandigheden; | - het Nationaal Onderzoekinstituut voor Arbeidsomstandigheden; |
| - het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie; | - het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie; |
| - het Federaal Planbureau; | - het Federaal Planbureau; |
| - de Belgische Dienst voor Buitenlandse Handel; | - de Belgische Dienst voor Buitenlandse Handel; |
| - het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau; | - het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau; |
| - het Belgisch Instituut voor Normalisatie; | - het Belgisch Instituut voor Normalisatie; |
| - de Centrale Dienst voor Sociale en Culturele Actie ten behoeve van | - de Centrale Dienst voor Sociale en Culturele Actie ten behoeve van |
| de leden van de Militaire Gemeenschap; | de leden van de Militaire Gemeenschap; |
| - het Nationaal Geografisch Instituut; | - het Nationaal Geografisch Instituut; |
| - het Nationaal Instituut voor Oorlogsinvaliden, Oudstrijders en | - het Nationaal Instituut voor Oorlogsinvaliden, Oudstrijders en |
| Oorlogsslachtoffers; | Oorlogsslachtoffers; |
| - het Paleis voor Schone Kunsten; | - het Paleis voor Schone Kunsten; |
| - de Controledienst voor de Ziekenfondsen en de Nationale Landsbonden | - de Controledienst voor de Ziekenfondsen en de Nationale Landsbonden |
| van de Ziekenfondsen; | van de Ziekenfondsen; |
| - de Controledienst voor de Verzekeringen; | - de Controledienst voor de Verzekeringen; |
| - het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle; | - het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle; |
| - de Bijzondere Verrekenkas voor Gezinsvergoedingen ten bate van de | - de Bijzondere Verrekenkas voor Gezinsvergoedingen ten bate van de |
| Arbeiders der Diamantnijverheid; | Arbeiders der Diamantnijverheid; |
| - de Dienst voor de Overzeese Sociale Zekerheid; | - de Dienst voor de Overzeese Sociale Zekerheid; |
| - het Fonds voor Arbeidsongevallen; | - het Fonds voor Arbeidsongevallen; |
| - het Fonds voor Beroepsziekten; | - het Fonds voor Beroepsziekten; |
| - de Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden; | - de Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden; |
| - de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen; | - de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen; |
| - de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering; | - de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering; |
| - het Nationaal Pensioenfonds voor Mijnwerkers; | - het Nationaal Pensioenfonds voor Mijnwerkers; |
| - de Pool van de Zeelieden ter Koopvaardij; | - de Pool van de Zeelieden ter Koopvaardij; |
| - de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers; | - de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers; |
| - de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid; | - de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid; |
| - de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en | - de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en |
| Plaatselijke Overheidsdiensten; | Plaatselijke Overheidsdiensten; |
| - het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen; | - het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen; |
| - het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering; | - het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering; |
| - de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie; | - de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie; |
| - de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening; | - de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening; |
| - de Rijksdienst voor Pensioenen; | - de Rijksdienst voor Pensioenen; |
| - de Kruispuntbank voor de Sociale Zekerheid. | - de Kruispuntbank voor de Sociale Zekerheid. |
| 3° de volgende andere overheidsdiensten : | 3° de volgende andere overheidsdiensten : |
| - het secretariaat van de Nationale Arbeidsraad; | - het secretariaat van de Nationale Arbeidsraad; |
| - het secretariaat van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven; | - het secretariaat van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven; |
| - het secretariaat van de Hoge Raad voor de Middenstand. | - het secretariaat van de Hoge Raad voor de Middenstand. |
Art. 2.§ 1. Zijn onderworpen aan de mobiliteitsregeling die bij dit |
Art. 2.§ 1. Zijn onderworpen aan de mobiliteitsregeling die bij dit |
| besluit is vastgesteld : | besluit is vastgesteld : |
| 1° de vastbenoemde rijksambtenaren; | 1° de vastbenoemde rijksambtenaren; |
| 2° de vastbenoemde ambtenaren op wie het koninklijk besluit van 16 | 2° de vastbenoemde ambtenaren op wie het koninklijk besluit van 16 |
| juni 1970 tot vaststelling van het statuut van het toegevoegd | juni 1970 tot vaststelling van het statuut van het toegevoegd |
| vorsingspersoneel en van het beheerspersoneel van de wetenschappelijke | vorsingspersoneel en van het beheerspersoneel van de wetenschappelijke |
| inrichtingen van de staat van toepassing is; | inrichtingen van de staat van toepassing is; |
| 3° de vastbenoemde personeelsleden van de andere diensten van de | 3° de vastbenoemde personeelsleden van de andere diensten van de |
| ministeries en van de andere overheidsdiensten genoemd in artikel 1, | ministeries en van de andere overheidsdiensten genoemd in artikel 1, |
| 3°, op wie het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 geheel of | 3°, op wie het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 geheel of |
| gedeeltelijk toepasselijk is verklaard; | gedeeltelijk toepasselijk is verklaard; |
| 4° de vastbenoemde ambtenaren van de overheidsinstellingen genoemd in | 4° de vastbenoemde ambtenaren van de overheidsinstellingen genoemd in |
| artikel 1, 2°; | artikel 1, 2°; |
| 5° de stagedoende personeelsleden, wat de bepalingen betreffende | 5° de stagedoende personeelsleden, wat de bepalingen betreffende |
| ambtshalve mobiliteit betreft. | ambtshalve mobiliteit betreft. |
| § 2. De in paragraaf 1 genoemde personeelsleden die aangeworven zijn | § 2. De in paragraaf 1 genoemde personeelsleden die aangeworven zijn |
| volgens een bijzondere benoemingswijze of die het voordeel genoten | volgens een bijzondere benoemingswijze of die het voordeel genoten |
| hebben van een eerste benoeming gebaseerd op bepalingen welke afwijken | hebben van een eerste benoeming gebaseerd op bepalingen welke afwijken |
| van die welke in de personeelsstatuten zijn voorgeschreven, zijn | van die welke in de personeelsstatuten zijn voorgeschreven, zijn |
| gedurende de eerste negen jaar die volgen op hun aanwerving | gedurende de eerste negen jaar die volgen op hun aanwerving |
| uitgesloten van het voordeel van de vrijwillige mobiliteit. | uitgesloten van het voordeel van de vrijwillige mobiliteit. |
| § 3. Voor de toepassing van dit besluit dient onder « personeelsleden | § 3. Voor de toepassing van dit besluit dient onder « personeelsleden |
| » te worden verstaan, alle in paragraaf 1 genoemde categorieën van | » te worden verstaan, alle in paragraaf 1 genoemde categorieën van |
| personeel. | personeel. |
| HOOFDSTUK II. - De vrijwillige mobiliteit | HOOFDSTUK II. - De vrijwillige mobiliteit |
Art. 3.Onder de in dit hoofdstuk gestelde voorwaarden kan er, door |
Art. 3.Onder de in dit hoofdstuk gestelde voorwaarden kan er, door |
| overplaatsing, worden voorzien in een betrekking die vacant is | overplaatsing, worden voorzien in een betrekking die vacant is |
| verklaard in een in artikel 1 genoemde overheidsdienst. | verklaard in een in artikel 1 genoemde overheidsdienst. |
| De betrekking is vacant verklaard wanneer de beslissing om erin te | De betrekking is vacant verklaard wanneer de beslissing om erin te |
| voorzien, genomen is door de bevoegde overheid. | voorzien, genomen is door de bevoegde overheid. |
Art. 4.§ 1. Voor overplaatsing komen uitsluitend in aanmerking de |
Art. 4.§ 1. Voor overplaatsing komen uitsluitend in aanmerking de |
| personeelsleden die de volgende voorwaarden vervullen : | personeelsleden die de volgende voorwaarden vervullen : |
| 1° bij een ter post aangetekende brief en met het formulier dat de | 1° bij een ter post aangetekende brief en met het formulier dat de |
| bijlage 1 uitmaakt van onderhavig besluit, een overplaatsingsaanvraag | bijlage 1 uitmaakt van onderhavig besluit, een overplaatsingsaanvraag |
| hebben ingediend bij de benoemende overheid in de overheidsdienst | hebben ingediend bij de benoemende overheid in de overheidsdienst |
| waarnaar zij wensen te worden overgeplaatst en een afschrift van de | waarnaar zij wensen te worden overgeplaatst en een afschrift van de |
| aanvraag hebben overgemaakt aan de Dienst Mobiliteit en aan de | aanvraag hebben overgemaakt aan de Dienst Mobiliteit en aan de |
| overheid waarvan zij afhangen; | overheid waarvan zij afhangen; |
| 2° zich in een administratieve stand bevinden waarin een ambtenaar | 2° zich in een administratieve stand bevinden waarin een ambtenaar |
| zijn aanspraken op bevordering kan laten gelden; | zijn aanspraken op bevordering kan laten gelden; |
| 3° ten minste de vermelding « goed » hebben verkregen na hun | 3° ten minste de vermelding « goed » hebben verkregen na hun |
| evaluatie; | evaluatie; |
| 4° dezelfde graad hebben als die van de vacante betrekking of een | 4° dezelfde graad hebben als die van de vacante betrekking of een |
| graad van dezelfde rang. | graad van dezelfde rang. |
| § 2. In afwijking van paragraaf 1, 4°, kunnen de personeelsleden | § 2. In afwijking van paragraaf 1, 4°, kunnen de personeelsleden |
| eveneens worden overgeplaatst in een vacante betrekking die | eveneens worden overgeplaatst in een vacante betrekking die |
| overeenkomt met de graad waarvoor ze geslaagd zijn voor een | overeenkomt met de graad waarvoor ze geslaagd zijn voor een |
| vergelijkend examen voor overgang naar het hogere niveau of voor een | vergelijkend examen voor overgang naar het hogere niveau of voor een |
| examen voor verhoging in graad. | examen voor verhoging in graad. |
Art. 5.§ 1. Het personeelslid ontvangt, bij een ter post aangetekende |
Art. 5.§ 1. Het personeelslid ontvangt, bij een ter post aangetekende |
| brief, ontvangstmelding van zijn overplaatsingsaanvraag. | brief, ontvangstmelding van zijn overplaatsingsaanvraag. |
| § 2. De overplaatsingsaanvraag is twaalf maanden geldig. Wanneer deze | § 2. De overplaatsingsaanvraag is twaalf maanden geldig. Wanneer deze |
| termijn verstreken is en bij gebrek aan hernieuwing van de aanvraag | termijn verstreken is en bij gebrek aan hernieuwing van de aanvraag |
| door het personeelslid, bij een ter post aangetekende brief, verliest | door het personeelslid, bij een ter post aangetekende brief, verliest |
| zij haar geldigheid. | zij haar geldigheid. |
| De hernieuwing van de aanvraag verlengt de geldigheidstermijn van de | De hernieuwing van de aanvraag verlengt de geldigheidstermijn van de |
| aanvraag voor een nieuwe termijn van twaalf maanden. | aanvraag voor een nieuwe termijn van twaalf maanden. |
| Een afschrift van de hernieuwing wordt verzonden naar de Dienst | Een afschrift van de hernieuwing wordt verzonden naar de Dienst |
| Mobiliteit en naar de overheid waarvan het personeelslid afhangt. | Mobiliteit en naar de overheid waarvan het personeelslid afhangt. |
Art. 6.De overplaatsingsaanvraag voor een betrekking van niveau 1 |
Art. 6.De overplaatsingsaanvraag voor een betrekking van niveau 1 |
| wordt door de directieraad van de betrokken overheidsdienst | wordt door de directieraad van de betrokken overheidsdienst |
| onderzocht; voor een betrekking van niveau 2+, 2, 3 of 4 wordt zij | onderzocht; voor een betrekking van niveau 2+, 2, 3 of 4 wordt zij |
| door de leidend ambtenaar onderzocht. | door de leidend ambtenaar onderzocht. |
| Onder leidend ambtenaar dient te worden verstaan de ambtenaar die de | Onder leidend ambtenaar dient te worden verstaan de ambtenaar die de |
| overheidsdienst leidt. | overheidsdienst leidt. |
| De directieraad of de leidend ambtenaar brengt een met redenen omkleed | De directieraad of de leidend ambtenaar brengt een met redenen omkleed |
| advies uit binnen drie maanden die volgen op de indiening van de | advies uit binnen drie maanden die volgen op de indiening van de |
| aanvraag. Een afschrift van dit advies wordt overgemaakt aan de Dienst | aanvraag. Een afschrift van dit advies wordt overgemaakt aan de Dienst |
| Mobiliteit. Wanneer deze termijn verstreken is wordt het advies geacht | Mobiliteit. Wanneer deze termijn verstreken is wordt het advies geacht |
| gunstig te zijn. | gunstig te zijn. |
| De directieraad of de leidend ambtenaar horen de kandidaat als zij dat | De directieraad of de leidend ambtenaar horen de kandidaat als zij dat |
| noodzakelijk achten. Zij kunnen zich een afschrift van het | noodzakelijk achten. Zij kunnen zich een afschrift van het |
| administratief dossier van de kandidaat laten bezorgen. | administratief dossier van de kandidaat laten bezorgen. |
| Het in het derde lid bedoelde advies wordt aan de kandidaat | Het in het derde lid bedoelde advies wordt aan de kandidaat |
| medegedeeld binnen tien werkdagen. | medegedeeld binnen tien werkdagen. |
Art. 7.Wanneer de toegang tot een vacante betrekking afhankelijk is |
Art. 7.Wanneer de toegang tot een vacante betrekking afhankelijk is |
| van het slagen voor een test of een geschiktheidsproef, wordt de | van het slagen voor een test of een geschiktheidsproef, wordt de |
| kandidaat voor de overplaatsing ertoe toegelaten onder de bij het | kandidaat voor de overplaatsing ertoe toegelaten onder de bij het |
| personeelsreglement vastgestelde voorwaarden en modaliteiten, | personeelsreglement vastgestelde voorwaarden en modaliteiten, |
| vooraleer zijn mobiliteitsaanvraag onderzocht wordt. | vooraleer zijn mobiliteitsaanvraag onderzocht wordt. |
| De geldigheidsduur van de kandidaatstelling zoals vermeld in artikel | De geldigheidsduur van de kandidaatstelling zoals vermeld in artikel |
| 5, § 2, wordt opgeschort tot op de datum van het proces-verbaal van de | 5, § 2, wordt opgeschort tot op de datum van het proces-verbaal van de |
| test of de proef. | test of de proef. |
Art. 8.Wanneer het advies over een vrijwillige mobiliteitsaanvraag |
Art. 8.Wanneer het advies over een vrijwillige mobiliteitsaanvraag |
| gunstig voor het personeelslid is, wordt het personeelslid opgenomen | gunstig voor het personeelslid is, wordt het personeelslid opgenomen |
| in een reserve van kandidaten voor een overplaatsing. Wanneer een | in een reserve van kandidaten voor een overplaatsing. Wanneer een |
| betrekking vacant wordt verklaard, dient de kandidaat die het best | betrekking vacant wordt verklaard, dient de kandidaat die het best |
| beantwoordt aan de vereisten van het ambt een proefperiode van drie | beantwoordt aan de vereisten van het ambt een proefperiode van drie |
| maanden te ondergaan. Deze periode vangt aan op een datum die door de | maanden te ondergaan. Deze periode vangt aan op een datum die door de |
| benoemende overheid wordt vastgesteld. | benoemende overheid wordt vastgesteld. |
| Bij het verstrijken van de proefperiode wordt de kandidatuur van het | Bij het verstrijken van de proefperiode wordt de kandidatuur van het |
| personeelslid definitief aanvaard of verworpen door de overheid die de | personeelslid definitief aanvaard of verworpen door de overheid die de |
| benoemingsbevoegdheid uitoefent in de betrokken overheidsdienst. | benoemingsbevoegdheid uitoefent in de betrokken overheidsdienst. |
| Voordien kan de directieraad of de leidend ambtenaar de betrokkene of | Voordien kan de directieraad of de leidend ambtenaar de betrokkene of |
| elk personeelslid dat de nodige inlichtingen kan verstrekken die | elk personeelslid dat de nodige inlichtingen kan verstrekken die |
| betrekking hebben op de proefperiode van de betrokkene, horen. | betrekking hebben op de proefperiode van de betrokkene, horen. |
| De Dienst Mobiliteit wordt verwittigd van de datum waarop de | De Dienst Mobiliteit wordt verwittigd van de datum waarop de |
| proefperiode aanvangt alsmede van de beslissing die na de proefperiode | proefperiode aanvangt alsmede van de beslissing die na de proefperiode |
| wordt genomen. | wordt genomen. |
Art. 9.§ 1. Tijdens de proefperiode wordt het personeelslid |
Art. 9.§ 1. Tijdens de proefperiode wordt het personeelslid |
| ambtshalve met verlof geplaatst in zijn dienst van herkomst. Dit | ambtshalve met verlof geplaatst in zijn dienst van herkomst. Dit |
| verlof is niet bezoldigd maar wordt voor het overige gelijkgesteld met | verlof is niet bezoldigd maar wordt voor het overige gelijkgesteld met |
| een verlof voor stage of om een proefperiode te verrichten. De | een verlof voor stage of om een proefperiode te verrichten. De |
| betrekking van het personeelslid kan op generlei wijze worden | betrekking van het personeelslid kan op generlei wijze worden |
| toegekend. | toegekend. |
| In de betrekking van het personeelslid kan worden voorzien hetzij door | In de betrekking van het personeelslid kan worden voorzien hetzij door |
| indienstneming met arbeidsovereenkomst, hetzij door aanwijzing voor de | indienstneming met arbeidsovereenkomst, hetzij door aanwijzing voor de |
| uitoefening van een hoger ambt. | uitoefening van een hoger ambt. |
| § 2. Tijdens de proefperiode blijft het personeelslid onder de | § 2. Tijdens de proefperiode blijft het personeelslid onder de |
| toepassing vallen van de regels betreffende de beoordeling van zijn | toepassing vallen van de regels betreffende de beoordeling van zijn |
| aanspraken en verdiensten en van de tuchtregeling die op hem | aanspraken en verdiensten en van de tuchtregeling die op hem |
| toepasselijk zijn in zijn overheidsdienst van herkomst. | toepasselijk zijn in zijn overheidsdienst van herkomst. |
| De bevoegde hiërarchische meerdere van deze overheidsdienst wint | De bevoegde hiërarchische meerdere van deze overheidsdienst wint |
| daartoe alle nuttige inlichtingen in bij de overheidsdienst waar de | daartoe alle nuttige inlichtingen in bij de overheidsdienst waar de |
| proefperiode verricht wordt. | proefperiode verricht wordt. |
| § 3. Tijdens de proefperiode is het personeelslid onderworpen aan het | § 3. Tijdens de proefperiode is het personeelslid onderworpen aan het |
| hiërarchisch gezag zoals dit reglementair wordt uitgeoefend in de | hiërarchisch gezag zoals dit reglementair wordt uitgeoefend in de |
| overheidsdienst waarvoor het zijn overplaatsing heeft aangevraagd. | overheidsdienst waarvoor het zijn overplaatsing heeft aangevraagd. |
| Het moet de arbeidsvoorwaarden naleven welke in deze overheidsdienst | Het moet de arbeidsvoorwaarden naleven welke in deze overheidsdienst |
| worden opgelegd en inzonderheid de plichten, de onverenigbaarheden, de | worden opgelegd en inzonderheid de plichten, de onverenigbaarheden, de |
| diensturen en de verlofregeling. | diensturen en de verlofregeling. |
| § 4. Zowel het personeelslid als de betrokken overheidsdienst kunnen | § 4. Zowel het personeelslid als de betrokken overheidsdienst kunnen |
| de proefperiode voortijdig beëindigen. Deze laatste kan dat enkel | de proefperiode voortijdig beëindigen. Deze laatste kan dat enkel |
| indien op grond van een gemotiveerd verslag is aangetoond dat de | indien op grond van een gemotiveerd verslag is aangetoond dat de |
| kandidaat niet voldoet aan de vereisten van het ambt. | kandidaat niet voldoet aan de vereisten van het ambt. |
Art. 10.§ 1. Het personeelslid van wie de overplaatsingsaanvraag naar |
Art. 10.§ 1. Het personeelslid van wie de overplaatsingsaanvraag naar |
| een wervingsbetrekking na de proefperiode is aanvaard, heeft voorrang | een wervingsbetrekking na de proefperiode is aanvaard, heeft voorrang |
| op de kandidaten voor het bekleden van deze betrekking door werving. | op de kandidaten voor het bekleden van deze betrekking door werving. |
| § 2. De overplaatsing mag geen nadeel berokkenen aan de geslaagden | § 2. De overplaatsing mag geen nadeel berokkenen aan de geslaagden |
| voor een vergelijkend examen voor overgang naar het hogere niveau of | voor een vergelijkend examen voor overgang naar het hogere niveau of |
| voor een examen voor verhoging in graad of verhoging in weddeschaal. | voor een examen voor verhoging in graad of verhoging in weddeschaal. |
| § 3. De inspecteur van financiën, de afgevaardigde van de Minister van | § 3. De inspecteur van financiën, de afgevaardigde van de Minister van |
| Financiën of de regeringscommissaris brengt zijn visum op een | Financiën of de regeringscommissaris brengt zijn visum op een |
| wervingsaanvraag aan nadat hij van de Dienst Mobiliteit een attest | wervingsaanvraag aan nadat hij van de Dienst Mobiliteit een attest |
| heeft verkregen waarin vastgesteld wordt dat er voor de bedoelde | heeft verkregen waarin vastgesteld wordt dat er voor de bedoelde |
| betrekking geen kandidatuur voor vrijwillige mobiliteit is ingediend. | betrekking geen kandidatuur voor vrijwillige mobiliteit is ingediend. |
| Dit attest wordt afgeleverd binnen de vijftien dagen na de aanvraag. | Dit attest wordt afgeleverd binnen de vijftien dagen na de aanvraag. |
Art. 11.De overplaatsing geschiedt door een individueel besluit |
Art. 11.De overplaatsing geschiedt door een individueel besluit |
| genomen door de overheid die de benoemingsbevoegdheid uitoefent in de | genomen door de overheid die de benoemingsbevoegdheid uitoefent in de |
| overheidsdienst waarheen het personeelslid wordt overgeplaatst. Dit | overheidsdienst waarheen het personeelslid wordt overgeplaatst. Dit |
| besluit wordt bij uittreksel gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. | besluit wordt bij uittreksel gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. |
| Een afschrift wordt ter kennisgeving gezonden aan de overheid die | Een afschrift wordt ter kennisgeving gezonden aan de overheid die |
| dezelfde bevoegdheid uitoefent in de overheidsdienst waarvan het | dezelfde bevoegdheid uitoefent in de overheidsdienst waarvan het |
| personeelslid deel uitmaakte en aan de Dienst Mobiliteit. | personeelslid deel uitmaakte en aan de Dienst Mobiliteit. |
Art. 12.§ 1. De overplaatsing sluit van rechtswege de benoeming in |
Art. 12.§ 1. De overplaatsing sluit van rechtswege de benoeming in |
| tot de graad van de betrekking waarin het personeelslid wordt | tot de graad van de betrekking waarin het personeelslid wordt |
| overgeplaatst. | overgeplaatst. |
| § 2. Het overgeplaatste personeelslid behoudt zijn hoedanigheid en het | § 2. Het overgeplaatste personeelslid behoudt zijn hoedanigheid en het |
| voordeel van zijn weddeschaal wanneer de overplaatsing gebeurt naar | voordeel van zijn weddeschaal wanneer de overplaatsing gebeurt naar |
| een vacant verklaarde betrekking met dezelfde weddeschaal als die | een vacant verklaarde betrekking met dezelfde weddeschaal als die |
| waarvan het personeelslid titularis is. | waarvan het personeelslid titularis is. |
| In voorkomend geval kan de overplaatsing gebeuren in een vacant | In voorkomend geval kan de overplaatsing gebeuren in een vacant |
| verklaarde betrekking met een lagere weddeschaal dan die van het | verklaarde betrekking met een lagere weddeschaal dan die van het |
| personeelslid. Het overgeplaatste personeelslid behoudt zijn | personeelslid. Het overgeplaatste personeelslid behoudt zijn |
| hoedanigheid en zijn wedde wordt gehandhaafd tot het, in de aan zijn | hoedanigheid en zijn wedde wordt gehandhaafd tot het, in de aan zijn |
| nieuwe betrekking verbonden weddeschaal, ten minste een gelijke wedde | nieuwe betrekking verbonden weddeschaal, ten minste een gelijke wedde |
| verkrijgt. | verkrijgt. |
| Het personeelslid kan enkel in een vacant verklaarde betrekking met | Het personeelslid kan enkel in een vacant verklaarde betrekking met |
| een weddeschaal die verkregen wordt door bevordering in weddeschaal | een weddeschaal die verkregen wordt door bevordering in weddeschaal |
| worden overgeplaatst als het de genoemde weddeschaal of een hogere | worden overgeplaatst als het de genoemde weddeschaal of een hogere |
| weddeschaal geniet. | weddeschaal geniet. |
| Onverminderd de vorige leden, is het overgeplaatste personeelslid niet | Onverminderd de vorige leden, is het overgeplaatste personeelslid niet |
| meer onderworpen aan de statutaire en geldelijke bepalingen die in | meer onderworpen aan de statutaire en geldelijke bepalingen die in |
| zijn overheidsdienst van herkomst op hem van toepassing waren. Het | zijn overheidsdienst van herkomst op hem van toepassing waren. Het |
| verliest ook het genot van de voordelen, van welke aard ook, die | verliest ook het genot van de voordelen, van welke aard ook, die |
| aldaar op hem toepasselijk waren. | aldaar op hem toepasselijk waren. |
Art. 13.In afwijking van de artikelen 3 tot 12, kan een betrekking |
Art. 13.In afwijking van de artikelen 3 tot 12, kan een betrekking |
| van rang 17, rang 16 of rang 15 die definitief vacant is in een in | van rang 17, rang 16 of rang 15 die definitief vacant is in een in |
| artikel 1 genoemde overheidsdienst en waarvoor er geen bijzondere | artikel 1 genoemde overheidsdienst en waarvoor er geen bijzondere |
| benoemingswijze is vastgesteld, begeven worden door een in artikel 2, | benoemingswijze is vastgesteld, begeven worden door een in artikel 2, |
| § 1, bedoeld vastbenoemd personeelslid, onder de voorwaarden en | § 1, bedoeld vastbenoemd personeelslid, onder de voorwaarden en |
| volgens de procedure die zijn vastgesteld bij de artikelen 20bis tot | volgens de procedure die zijn vastgesteld bij de artikelen 20bis tot |
| 20septies van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende | 20septies van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende |
| de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel. | de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel. |
| HOOFDSTUK III. - De ambtshalve mobiliteit | HOOFDSTUK III. - De ambtshalve mobiliteit |
| Afdeling 1. - Ambtshalve in mobiliteitstelling | Afdeling 1. - Ambtshalve in mobiliteitstelling |
Art. 14.De bepalingen van dit hoofdstuk zijn toepasselijk op : |
Art. 14.De bepalingen van dit hoofdstuk zijn toepasselijk op : |
| 1° de personeelsleden die elke aanwijzing voor een betrekking hebben | 1° de personeelsleden die elke aanwijzing voor een betrekking hebben |
| verloren ten gevolge van : | verloren ten gevolge van : |
| a) de afschaffing van hun dienst of een deel van hun overheidsdienst; | a) de afschaffing van hun dienst of een deel van hun overheidsdienst; |
| b) de afschaffing van betrekkingen in de personeelsformatie van hun | b) de afschaffing van betrekkingen in de personeelsformatie van hun |
| overheidsdienst; | overheidsdienst; |
| c) het verstrijken van de voor een disponibiliteit of voor een verlof | c) het verstrijken van de voor een disponibiliteit of voor een verlof |
| wegens opdracht vastgestelde termijn; | wegens opdracht vastgestelde termijn; |
| d) een bevordering met toepassing van artikel 77, § 3, van het | d) een bevordering met toepassing van artikel 77, § 3, van het |
| koninklijk besluit van 28 september 1984 houdende uitvoering van het | koninklijk besluit van 28 september 1984 houdende uitvoering van het |
| koninklijk besluit van 19 december 1974 tot regeling van de | koninklijk besluit van 19 december 1974 tot regeling van de |
| betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van het personeel | betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van het personeel |
| wanneer aan het vakbondsverlof een einde gemaakt wordt; | wanneer aan het vakbondsverlof een einde gemaakt wordt; |
| e) een terugzetting in graad, de vernietiging of de intrekking van een | e) een terugzetting in graad, de vernietiging of de intrekking van een |
| onregelmatige bevordering of verandering van graad; | onregelmatige bevordering of verandering van graad; |
| 2° de personeelsleden die in een overheidsdienst overtallig worden | 2° de personeelsleden die in een overheidsdienst overtallig worden |
| geacht bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit; | geacht bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit; |
| 3° de personeelsleden die door de Pensioenencommisie van de | 3° de personeelsleden die door de Pensioenencommisie van de |
| Administratieve Gezondheidsdienst voor de uitoefening van hun functies | Administratieve Gezondheidsdienst voor de uitoefening van hun functies |
| ongeschikt werden verklaard maar die in aanmerking komen om weder | ongeschikt werden verklaard maar die in aanmerking komen om weder |
| tewerkgesteld te worden in andere functies, verenigbaar met hun | tewerkgesteld te worden in andere functies, verenigbaar met hun |
| gezondheidstoestand. | gezondheidstoestand. |
Art. 15.§ 1. De personeelsleden aangewezen in artikel 14 worden ter |
Art. 15.§ 1. De personeelsleden aangewezen in artikel 14 worden ter |
| beschikking gesteld van de Dienst Mobiliteit van de Dienst van | beschikking gesteld van de Dienst Mobiliteit van de Dienst van |
| Algemeen Bestuur, met uitzondering van degenen die in artikel 16 | Algemeen Bestuur, met uitzondering van degenen die in artikel 16 |
| worden bedoeld. | worden bedoeld. |
| De terbeschikkingstelling geschiedt door de overheid die in hun | De terbeschikkingstelling geschiedt door de overheid die in hun |
| overheidsdienst de benoemingsbevoegdheid uitoefent bij middel van het | overheidsdienst de benoemingsbevoegdheid uitoefent bij middel van het |
| formulier dat de bijlage 2 uitmaakt van dit besluit. | formulier dat de bijlage 2 uitmaakt van dit besluit. |
| § 2. De Dienst Mobiliteit wordt ermee belast te zorgen voor hun | § 2. De Dienst Mobiliteit wordt ermee belast te zorgen voor hun |
| herplaatsing, hun beziging of hun overplaatsing. | herplaatsing, hun beziging of hun overplaatsing. |
| § 3. Op aanvraag van de Dienst Mobiliteit bezorgen de | § 3. Op aanvraag van de Dienst Mobiliteit bezorgen de |
| overheidsdiensten binnen de vijftien werkdagen de lijst per graad van | overheidsdiensten binnen de vijftien werkdagen de lijst per graad van |
| de vacante betrekkingen. | de vacante betrekkingen. |
| § 4. De inspecteur van financiën, de afgevaardigde van de Minister van | § 4. De inspecteur van financiën, de afgevaardigde van de Minister van |
| Financiën of de regeringscommissaris deelt, bij het afsluiten van de | Financiën of de regeringscommissaris deelt, bij het afsluiten van de |
| jaarlijkse procedure van begrotingscontrole, aan de Dienst Mobiliteit | jaarlijkse procedure van begrotingscontrole, aan de Dienst Mobiliteit |
| de lijst per graad mede van de wervings- en bevorderingsbetrekkingen | de lijst per graad mede van de wervings- en bevorderingsbetrekkingen |
| waarin voorzien zou kunnen worden tijdens het lopende kalenderjaar. | waarin voorzien zou kunnen worden tijdens het lopende kalenderjaar. |
| § 5. De Dienst Mobiliteit deelt aan de overheidsdiensten het aantal, | § 5. De Dienst Mobiliteit deelt aan de overheidsdiensten het aantal, |
| de hoedanigheid, de graad, de weddeschaal, het diploma en de ervaring | de hoedanigheid, de graad, de weddeschaal, het diploma en de ervaring |
| van de ter beschikking gestelde personeelsleden mede. | van de ter beschikking gestelde personeelsleden mede. |
| § 6. De Dienst Mobiliteit kan zich een afschrift van het individueel | § 6. De Dienst Mobiliteit kan zich een afschrift van het individueel |
| dossier van de betrokkene of elke andere nuttige inlichting laten | dossier van de betrokkene of elke andere nuttige inlichting laten |
| mededelen. | mededelen. |
Art. 16.In geval van overdracht van bevoegdheden van een |
Art. 16.In geval van overdracht van bevoegdheden van een |
| overheidsdienst naar een andere overheidsdienst, geschiedt de | overheidsdienst naar een andere overheidsdienst, geschiedt de |
| overplaatsing van de personeelsleden die met die bevoegdheden belast | overplaatsing van de personeelsleden die met die bevoegdheden belast |
| zijn ambtshalve naar die andere overheidsdienst. | zijn ambtshalve naar die andere overheidsdienst. |
Art. 17.Het in artikel 14, 2°, bedoelde koninklijk besluit wijst de |
Art. 17.Het in artikel 14, 2°, bedoelde koninklijk besluit wijst de |
| structurele afdeling of afdelingen van de overheidsdienst aan waar het | structurele afdeling of afdelingen van de overheidsdienst aan waar het |
| overschot aan personeelsleden werd vastgesteld, alsook het aantal | overschot aan personeelsleden werd vastgesteld, alsook het aantal |
| overtallige personeelsleden per graad en de overeenkomstige | overtallige personeelsleden per graad en de overeenkomstige |
| betrekkingen in de personeelsformatie. | betrekkingen in de personeelsformatie. |
| Het in het eerste lid bedoelde besluit kan ook de opdrachten, | Het in het eerste lid bedoelde besluit kan ook de opdrachten, |
| werkzaamheden of taken aanwijzen die niet langer in de overheidsdienst | werkzaamheden of taken aanwijzen die niet langer in de overheidsdienst |
| moeten worden vervuld. | moeten worden vervuld. |
Art. 18.§ 1. De in artikel 14, 1°, a) en b), bedoelde personeelsleden |
Art. 18.§ 1. De in artikel 14, 1°, a) en b), bedoelde personeelsleden |
| zijn die welke een graad bekleden die overeenstemt met de afgeschafte | zijn die welke een graad bekleden die overeenstemt met de afgeschafte |
| betrekkingen. | betrekkingen. |
| De in artikel 14, 2°, bedoelde personeelsleden zijn die welke een | De in artikel 14, 2°, bedoelde personeelsleden zijn die welke een |
| graad bekleden die overeenstemt met de aangewezen betrekkingen en die | graad bekleden die overeenstemt met de aangewezen betrekkingen en die |
| worden ingezet voor de opdrachten, werkzaamheden of taken die niet | worden ingezet voor de opdrachten, werkzaamheden of taken die niet |
| meer in de overheidsdienst verricht moeten worden. | meer in de overheidsdienst verricht moeten worden. |
| § 2. De volgende rangschikking wordt met naleving van de taalwetten | § 2. De volgende rangschikking wordt met naleving van de taalwetten |
| ten aanzien van deze personeelsleden gevolgd : | ten aanzien van deze personeelsleden gevolgd : |
| 1° het personeelslid met de minste graadanciënniteit; | 1° het personeelslid met de minste graadanciënniteit; |
| 2° bij gelijke graadanciënniteit, het personeelslid met de minste | 2° bij gelijke graadanciënniteit, het personeelslid met de minste |
| dienstanciënniteit; | dienstanciënniteit; |
| 3° bij gelijke dienstanciënniteit, het jongste personeelslid. | 3° bij gelijke dienstanciënniteit, het jongste personeelslid. |
Art. 19.Tijdens zijn terbeschikkingstelling van de Dienst Mobiliteit |
Art. 19.Tijdens zijn terbeschikkingstelling van de Dienst Mobiliteit |
| of tijdens zijn bezigingsperiode kan deze dienst het personeelslid een | of tijdens zijn bezigingsperiode kan deze dienst het personeelslid een |
| opleiding doen volgen met het oog op het mogelijk maken van zijn | opleiding doen volgen met het oog op het mogelijk maken van zijn |
| herplaatsing of van zijn overplaatsing of met het oog op het | herplaatsing of van zijn overplaatsing of met het oog op het |
| gemakkelijker vervullen van de taken die door de beziging worden | gemakkelijker vervullen van de taken die door de beziging worden |
| beoogd. | beoogd. |
Art. 20.De personeelsleden die om gezondheidsredenen ongeschikt zijn |
Art. 20.De personeelsleden die om gezondheidsredenen ongeschikt zijn |
| bevonden voor de uitoefening van hun ambt, mogen slechts worden | bevonden voor de uitoefening van hun ambt, mogen slechts worden |
| herplaatst, gebezigd of overgeplaatst om een ambt te vervullen dat | herplaatst, gebezigd of overgeplaatst om een ambt te vervullen dat |
| verenigbaar is met hun gezondheidstoestand. | verenigbaar is met hun gezondheidstoestand. |
Art. 21.§ 1. Tot de uitvoering van de beslissing tot herplaatsing of |
Art. 21.§ 1. Tot de uitvoering van de beslissing tot herplaatsing of |
| tot overplaatsing blijft het ter beschikking van de Dienst Mobiliteit | tot overplaatsing blijft het ter beschikking van de Dienst Mobiliteit |
| gestelde personeelslid verbonden aan zijn overheidsdienst die verder | gestelde personeelslid verbonden aan zijn overheidsdienst die verder |
| zijn bezoldiging vereffent en uitbetaalt. Het blijft onderworpen aan | zijn bezoldiging vereffent en uitbetaalt. Het blijft onderworpen aan |
| de statutaire en geldelijke bepalingen en aan de pensioenregeling die | de statutaire en geldelijke bepalingen en aan de pensioenregeling die |
| er toepasselijk zijn. Het kan er zijn rechten op bevordering laten | er toepasselijk zijn. Het kan er zijn rechten op bevordering laten |
| gelden. | gelden. |
| § 2. Het personeelslid bedoeld in artikel 14, 3° kan echter enkel zijn | § 2. Het personeelslid bedoeld in artikel 14, 3° kan echter enkel zijn |
| rechten op bevordering laten gelden voor de uitoefening van functies | rechten op bevordering laten gelden voor de uitoefening van functies |
| die verenigbaar zijn met zijn gezondheidstoestand. | die verenigbaar zijn met zijn gezondheidstoestand. |
| Afdeling 2. - Herplaatsing | Afdeling 2. - Herplaatsing |
Art. 22.§ 1. De Dienst Mobiliteit onderzoekt de wenselijkheid om de |
Art. 22.§ 1. De Dienst Mobiliteit onderzoekt de wenselijkheid om de |
| hem ter beschikking gestelde personeelsleden te herplaatsen in hun | hem ter beschikking gestelde personeelsleden te herplaatsen in hun |
| overheidsdienst. | overheidsdienst. |
| § 2. De betrekking waarin de herplaatsing kan gebeuren moet definitief | § 2. De betrekking waarin de herplaatsing kan gebeuren moet definitief |
| vacant zijn en van eenzelfde graad of eenzelfde rang zijn als die | vacant zijn en van eenzelfde graad of eenzelfde rang zijn als die |
| waarvan het personeelslid titularis is. | waarvan het personeelslid titularis is. |
| Het personeelslid moet bovendien houder zijn van het vereiste diploma | Het personeelslid moet bovendien houder zijn van het vereiste diploma |
| en voor de geschiktheidstest geslaagd zijn wanneer deze door het | en voor de geschiktheidstest geslaagd zijn wanneer deze door het |
| personeelsreglement worden vereist. | personeelsreglement worden vereist. |
| § 3. Wanneer een procedure inzake mutatie of bevordering aan de gang | § 3. Wanneer een procedure inzake mutatie of bevordering aan de gang |
| is op het ogenblik dat de beslissing van herplaatsing ter kennis wordt | is op het ogenblik dat de beslissing van herplaatsing ter kennis wordt |
| gebracht, wordt het herplaatste personeelslid in voorkomend geval | gebracht, wordt het herplaatste personeelslid in voorkomend geval |
| aangewezen voor een vacante betrekking van een graad van lagere rang | aangewezen voor een vacante betrekking van een graad van lagere rang |
| van hetzelfde niveau. Na het afsluiten van die procedure wordt de | van hetzelfde niveau. Na het afsluiten van die procedure wordt de |
| betrokkene, zodra een betrekking die overeenstemt met de graad van het | betrokkene, zodra een betrekking die overeenstemt met de graad van het |
| herplaatste personeelslid definitief vacant wordt, van ambtswege en | herplaatste personeelslid definitief vacant wordt, van ambtswege en |
| bij voorrang voor die betrekking aangewezen. | bij voorrang voor die betrekking aangewezen. |
| § 4. De beslissing tot herplaatsing wordt genomen door de Minister die | § 4. De beslissing tot herplaatsing wordt genomen door de Minister die |
| de Ambtenarenzaken onder zijn bevoegdheid heeft voor de | de Ambtenarenzaken onder zijn bevoegdheid heeft voor de |
| personeelsleden van niveau 1 en door het hoofd van bestuur aan wie hij | personeelsleden van niveau 1 en door het hoofd van bestuur aan wie hij |
| deze bevoegdheid heeft overgedragen voor de personeelsleden van de | deze bevoegdheid heeft overgedragen voor de personeelsleden van de |
| andere niveaus. | andere niveaus. |
Art. 23.De personeelsleden die in aanmerking komen om in een |
Art. 23.De personeelsleden die in aanmerking komen om in een |
| betrekking te worden herplaatst, hebben voorrang op de gegadigden die | betrekking te worden herplaatst, hebben voorrang op de gegadigden die |
| in aanmerking komen om die betrekking door vrijwillige mobiliteit of | in aanmerking komen om die betrekking door vrijwillige mobiliteit of |
| door werving te bekleden. | door werving te bekleden. |
| Afdeling 3. - Beziging | Afdeling 3. - Beziging |
Art. 24.§ 1. De beziging geschiedt voor een duur van ten hoogste vijf |
Art. 24.§ 1. De beziging geschiedt voor een duur van ten hoogste vijf |
| jaar. | jaar. |
| § 2. De in paragraaf 1 bepaalde duur van de beziging kan, voor de | § 2. De in paragraaf 1 bepaalde duur van de beziging kan, voor de |
| personeelsleden afkomstig van een afgeschafte overheidsdienst of van | personeelsleden afkomstig van een afgeschafte overheidsdienst of van |
| een overheidsdienst die een grondige herstructurering heeft ondergaan, | een overheidsdienst die een grondige herstructurering heeft ondergaan, |
| op ten hoogste tien jaar worden gebracht bij een met redenen omklede | op ten hoogste tien jaar worden gebracht bij een met redenen omklede |
| beslissing van de Minister die de Ambtenarenzaken onder zijn | beslissing van de Minister die de Ambtenarenzaken onder zijn |
| bevoegdheid heeft. | bevoegdheid heeft. |
Art. 25.§ 1. Het personeelslid kan worden gebezigd op een betrekking |
Art. 25.§ 1. Het personeelslid kan worden gebezigd op een betrekking |
| van hetzelfde niveau die definitief vacant is in de | van hetzelfde niveau die definitief vacant is in de |
| personeelsformatie. | personeelsformatie. |
| Het personeelslid kan eveneens worden gebezigd in een betrekking | Het personeelslid kan eveneens worden gebezigd in een betrekking |
| waarin is voorzien door het bij in Ministerraad overlegd koninklijk | waarin is voorzien door het bij in Ministerraad overlegd koninklijk |
| besluit, bedoeld in artikel 4, § 4, van de wet van 22 juli 1993 | besluit, bedoeld in artikel 4, § 4, van de wet van 22 juli 1993 |
| houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken, op voorwaarde | houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken, op voorwaarde |
| dat de indienstneming niet geschiedt met toekenning van een premie ter | dat de indienstneming niet geschiedt met toekenning van een premie ter |
| uitvoering van artikel 94 van de programmawet van 30 december 1988. | uitvoering van artikel 94 van de programmawet van 30 december 1988. |
| Het personeelslid kan ook worden gebezigd in een betrekking bedoeld in | Het personeelslid kan ook worden gebezigd in een betrekking bedoeld in |
| artikel 4, § 1, 2°, van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde | artikel 4, § 1, 2°, van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde |
| maatregelen inzake ambtenarenzaken, op voorwaarde dat de | maatregelen inzake ambtenarenzaken, op voorwaarde dat de |
| indienstneming niet geschiedt met toekenning van een premie ter | indienstneming niet geschiedt met toekenning van een premie ter |
| uitvoering van artikel 94 van de programmawet van 30 december 1988 en | uitvoering van artikel 94 van de programmawet van 30 december 1988 en |
| het niet gaat om de vervanging van een personeelslid dat zijn | het niet gaat om de vervanging van een personeelslid dat zijn |
| beroepsloopbaan onderbreekt. | beroepsloopbaan onderbreekt. |
| § 2. De beslissing tot beziging wordt genomen door de Minister die de | § 2. De beslissing tot beziging wordt genomen door de Minister die de |
| Ambtenarenzaken onder zijn bevoegdheid heeft voor de personeelsleden | Ambtenarenzaken onder zijn bevoegdheid heeft voor de personeelsleden |
| van niveau 1 en door het hoofd van het bestuur aan wie hij deze | van niveau 1 en door het hoofd van het bestuur aan wie hij deze |
| bevoegdheid heeft overgedragen voor de personeelsleden van de andere | bevoegdheid heeft overgedragen voor de personeelsleden van de andere |
| niveaus. | niveaus. |
Art. 26.De beziging eindigt : |
Art. 26.De beziging eindigt : |
| 1° van rechtswege bij het verstrijken van de periode waarvoor ertoe | 1° van rechtswege bij het verstrijken van de periode waarvoor ertoe |
| besloten werd; | besloten werd; |
| 2° van rechtswege, wanneer de betrokkene in zijn overheidsdienst bij | 2° van rechtswege, wanneer de betrokkene in zijn overheidsdienst bij |
| bevordering of verandering van graad, voor een andere betrekking wordt | bevordering of verandering van graad, voor een andere betrekking wordt |
| aangewezen; | aangewezen; |
| 3° van rechtswege, wanneer de betrokkene in zijn overheidsdienst wordt | 3° van rechtswege, wanneer de betrokkene in zijn overheidsdienst wordt |
| aangewezen voor een betrekking van zijn graad waarvoor een | aangewezen voor een betrekking van zijn graad waarvoor een |
| wervingsmachtiging werd toegekend; | wervingsmachtiging werd toegekend; |
| 4° van rechtswege door beslissing tot herplaatsing of overplaatsing; | 4° van rechtswege door beslissing tot herplaatsing of overplaatsing; |
| 5° bij beslissing van de Minister die de Ambtenarenzaken onder zijn | 5° bij beslissing van de Minister die de Ambtenarenzaken onder zijn |
| bevoegdheid heeft voor de personeelsleden van niveau 1 of bij | bevoegdheid heeft voor de personeelsleden van niveau 1 of bij |
| beslissing van het hoofd van het bestuur aan wie hij deze bevoegdheid | beslissing van het hoofd van het bestuur aan wie hij deze bevoegdheid |
| heeft overgedragen voor de personeelsleden van de andere niveaus | heeft overgedragen voor de personeelsleden van de andere niveaus |
| genomen op grond van een met redenen omkleed verslag van de overheid | genomen op grond van een met redenen omkleed verslag van de overheid |
| van de dienst die hen bezigt waarbij wordt vastgesteld dat de | van de dienst die hen bezigt waarbij wordt vastgesteld dat de |
| betrokkene niet aan de eisen van het ambt voldoet; dit verslag bevat | betrokkene niet aan de eisen van het ambt voldoet; dit verslag bevat |
| een omstandige en nauwkeurige weergave van de feiten en tekortkomingen | een omstandige en nauwkeurige weergave van de feiten en tekortkomingen |
| die bij de betrokkene werden vastgesteld. Deze wordt vooraf gehoord. | die bij de betrokkene werden vastgesteld. Deze wordt vooraf gehoord. |
| Afdeling 4. - Overplaatsing | Afdeling 4. - Overplaatsing |
Art. 27.§ 1. De betrekking waarin de overplaatsing kan gebeuren, moet |
Art. 27.§ 1. De betrekking waarin de overplaatsing kan gebeuren, moet |
| definitief vacant zijn en van eenzelfde graad of eenzelfde rang zijn | definitief vacant zijn en van eenzelfde graad of eenzelfde rang zijn |
| als die waarvan het personeelslid titularis is. | als die waarvan het personeelslid titularis is. |
| Het personeelslid moet bovendien houder zijn van het vereiste diploma | Het personeelslid moet bovendien houder zijn van het vereiste diploma |
| en voor de geschiktheidstest geslaagd zijn wanneer deze door het | en voor de geschiktheidstest geslaagd zijn wanneer deze door het |
| personeelsreglement worden vereist. | personeelsreglement worden vereist. |
| § 2. De beslissing tot overplaatsing wordt genomen door de Minister | § 2. De beslissing tot overplaatsing wordt genomen door de Minister |
| die de Ambtenarenzaken onder zijn bevoegdheid heeft. | die de Ambtenarenzaken onder zijn bevoegdheid heeft. |
| § 3. De overplaatsing gebeurt, op de datum vastgesteld door de | § 3. De overplaatsing gebeurt, op de datum vastgesteld door de |
| Minister die de Ambtenarenzaken onder zijn bevoegdheid heeft, bij een | Minister die de Ambtenarenzaken onder zijn bevoegdheid heeft, bij een |
| individueel besluit genomen door de overheid die de | individueel besluit genomen door de overheid die de |
| benoemingsbevoegdheid uitoefent in de overheidsdienst waarnaar het | benoemingsbevoegdheid uitoefent in de overheidsdienst waarnaar het |
| personeelslid overgeplaatst wordt. | personeelslid overgeplaatst wordt. |
| Een afschrift wordt ter kennisgeving toegestuurd aan de overheid die | Een afschrift wordt ter kennisgeving toegestuurd aan de overheid die |
| dezelfde bevoegdheid uitoefent in de overheidsdienst waarvan het | dezelfde bevoegdheid uitoefent in de overheidsdienst waarvan het |
| personeelslid deel uitmaakte en aan de Dienst Mobiliteit. | personeelslid deel uitmaakte en aan de Dienst Mobiliteit. |
| § 4. Onverminderd de bepalingen van artikel 29, eerste lid, is het | § 4. Onverminderd de bepalingen van artikel 29, eerste lid, is het |
| overgeplaatste personeelslid niet meer onderworpen aan de statutaire | overgeplaatste personeelslid niet meer onderworpen aan de statutaire |
| en geldelijke bepalingen die in zijn overheidsdienst van herkomst op | en geldelijke bepalingen die in zijn overheidsdienst van herkomst op |
| hem van toepassing waren. Het verliest ook het genot van de voordelen, | hem van toepassing waren. Het verliest ook het genot van de voordelen, |
| van welke aard ook, die aldaar op hem toepasselijk waren, onverminderd | van welke aard ook, die aldaar op hem toepasselijk waren, onverminderd |
| strijdige bepalingen. | strijdige bepalingen. |
Art. 28.§ 1. De personeelsleden die in aanmerking komen om ambtshalve |
Art. 28.§ 1. De personeelsleden die in aanmerking komen om ambtshalve |
| in een betrekking te worden overgeplaatst, hebben voorrang op de | in een betrekking te worden overgeplaatst, hebben voorrang op de |
| gegadigden die in aanmerking komen om die betrekking door vrijwillige | gegadigden die in aanmerking komen om die betrekking door vrijwillige |
| mobiliteit of door werving te bekleden. | mobiliteit of door werving te bekleden. |
| § 2. De overplaatsing sluit van rechtswege de benoeming in, in de | § 2. De overplaatsing sluit van rechtswege de benoeming in, in de |
| graad van de betrekking waarin het personeelslid wordt overgeplaatst. | graad van de betrekking waarin het personeelslid wordt overgeplaatst. |
| Wanneer evenwel een procedure inzake mutatie of bevordering aan de | Wanneer evenwel een procedure inzake mutatie of bevordering aan de |
| gang is op het ogenblik dat de beslissing tot overplaatsing ter kennis | gang is op het ogenblik dat de beslissing tot overplaatsing ter kennis |
| wordt gebracht, wordt het overgeplaatste personeelslid in voorkomend | wordt gebracht, wordt het overgeplaatste personeelslid in voorkomend |
| geval aangewezen voor een vacante betrekking van een graad van lagere | geval aangewezen voor een vacante betrekking van een graad van lagere |
| rang van hetzelfde niveau. Na het afsluiten van die procedure, wordt | rang van hetzelfde niveau. Na het afsluiten van die procedure, wordt |
| de betrokkene, zodra een betrekking die overeenkomt met de graad van | de betrokkene, zodra een betrekking die overeenkomt met de graad van |
| het overgeplaatste personeelslid definitief vacant wordt, van | het overgeplaatste personeelslid definitief vacant wordt, van |
| ambtswege en bij voorrang voor die betrekking aangewezen. | ambtswege en bij voorrang voor die betrekking aangewezen. |
| Afdeling 5. - Bepaling die gemeen is aan de herplaatsing | Afdeling 5. - Bepaling die gemeen is aan de herplaatsing |
| en de overplaatsing | en de overplaatsing |
Art. 29.Het ambtshalve herplaatste of overgeplaatste personeelslid in |
Art. 29.Het ambtshalve herplaatste of overgeplaatste personeelslid in |
| een vacante betrekking behoudt zijn hoedanigheid en het voordeel van | een vacante betrekking behoudt zijn hoedanigheid en het voordeel van |
| zijn weddeschaal. | zijn weddeschaal. |
| Het ambtshalve herplaatste of overgeplaatste personeelslid kan, in | Het ambtshalve herplaatste of overgeplaatste personeelslid kan, in |
| voorkomend geval, worden aangewezen in een vacante betrekking van de | voorkomend geval, worden aangewezen in een vacante betrekking van de |
| graad waaraan de eerste weddeschaal is verbonden. Die affectatie | graad waaraan de eerste weddeschaal is verbonden. Die affectatie |
| blijft toepasselijk zolang het personeelslid, met eerbiediging van de | blijft toepasselijk zolang het personeelslid, met eerbiediging van de |
| bepalingen die gelden inzake rangschikking van de rijksambtenaren, | bepalingen die gelden inzake rangschikking van de rijksambtenaren, |
| geen bevordering door verhoging in weddeschaal kan verkrijgen | geen bevordering door verhoging in weddeschaal kan verkrijgen |
| evenwaardig aan deze die het zou bekomen hebben in zijn dienst van | evenwaardig aan deze die het zou bekomen hebben in zijn dienst van |
| herkomst. | herkomst. |
| Afdeling 6. - Administratieve en geldelijke toestand | Afdeling 6. - Administratieve en geldelijke toestand |
| van de gebezigde personeelsleden. | van de gebezigde personeelsleden. |
Art. 30.Gedurende de periode dat het personeelslid gebezigd wordt, |
Art. 30.Gedurende de periode dat het personeelslid gebezigd wordt, |
| kan de betrekking die het heeft achtergelaten op geen enkele wijze | kan de betrekking die het heeft achtergelaten op geen enkele wijze |
| worden toegewezen. | worden toegewezen. |
| Ten behoeve van het personeelslid dat gebezigd wordt nadat het niet | Ten behoeve van het personeelslid dat gebezigd wordt nadat het niet |
| langer in een betrekking in de personeelsformatie van zijn | langer in een betrekking in de personeelsformatie van zijn |
| overheidsdienst is aangesteld, wordt in die formatie een nieuwe | overheidsdienst is aangesteld, wordt in die formatie een nieuwe |
| betrekking gecreëerd die wordt afgeschaft bij de overplaatsing, | betrekking gecreëerd die wordt afgeschaft bij de overplaatsing, |
| herplaatsing of de natuurlijke afvloeiing van het personeelslid. | herplaatsing of de natuurlijke afvloeiing van het personeelslid. |
Art. 31.Tijdens de periode van zijn beziging blijft het personeelslid |
Art. 31.Tijdens de periode van zijn beziging blijft het personeelslid |
| onderworpen aan de regels betreffende de beoordeling van zijn | onderworpen aan de regels betreffende de beoordeling van zijn |
| aanspraken en verdiensten en aan de tuchtregeling welke in zijn | aanspraken en verdiensten en aan de tuchtregeling welke in zijn |
| overheidsdienst op hem toepasselijk zijn. | overheidsdienst op hem toepasselijk zijn. |
| De bevoegde hiërarchische meerdere van deze overheidsdienst wint | De bevoegde hiërarchische meerdere van deze overheidsdienst wint |
| daartoe alle nuttige inlichtingen in bij de dienst waar dat | daartoe alle nuttige inlichtingen in bij de dienst waar dat |
| personeelslid gebezigd wordt. | personeelslid gebezigd wordt. |
Art. 32.Tijdens de periode van zijn beziging is het personeelslid |
Art. 32.Tijdens de periode van zijn beziging is het personeelslid |
| onderworpen aan het hiërarchisch gezag zoals dit reglementair | onderworpen aan het hiërarchisch gezag zoals dit reglementair |
| uitgeoefend wordt in de dienst die het bezigt. | uitgeoefend wordt in de dienst die het bezigt. |
| Het moet de arbeidsvoorwaarden nakomen welke opgelegd zijn in de | Het moet de arbeidsvoorwaarden nakomen welke opgelegd zijn in de |
| dienst die hem bezigt en inzonderheid de plichten, de | dienst die hem bezigt en inzonderheid de plichten, de |
| onverenigbaarheden, de diensturen en de verlofregeling. | onverenigbaarheden, de diensturen en de verlofregeling. |
Art. 33.§ 1. Gedurende de bezigingsperiode blijft het personeelslid |
Art. 33.§ 1. Gedurende de bezigingsperiode blijft het personeelslid |
| verbonden aan zijn overheidsdienst van herkomst die de bezoldiging, | verbonden aan zijn overheidsdienst van herkomst die de bezoldiging, |
| met inbegrip van de eventuele toelagen en vergoedingen, blijft | met inbegrip van de eventuele toelagen en vergoedingen, blijft |
| vereffenen en uitbetalen. Het blijft onderworpen aan de statutaire en | vereffenen en uitbetalen. Het blijft onderworpen aan de statutaire en |
| geldelijke bepalingen alsook aan de pensioenregeling die er van | geldelijke bepalingen alsook aan de pensioenregeling die er van |
| toepassing zijn. Het kan er zijn rechten op bevordering laten gelden. | toepassing zijn. Het kan er zijn rechten op bevordering laten gelden. |
| Het personeelslid bedoeld in artikel 14, 3°, kan echter enkel zijn | Het personeelslid bedoeld in artikel 14, 3°, kan echter enkel zijn |
| rechten op bevordering laten gelden voor de uitoefening van functies | rechten op bevordering laten gelden voor de uitoefening van functies |
| die verenigbaar zijn met zijn gezondheidstoestand. | die verenigbaar zijn met zijn gezondheidstoestand. |
| § 2. De bezigende dienst zendt alle nuttige inlichtingen, zowel voor | § 2. De bezigende dienst zendt alle nuttige inlichtingen, zowel voor |
| het bijwerken van het individueel dossier als voor het loonbeheer, | het bijwerken van het individueel dossier als voor het loonbeheer, |
| naar de overheidsdienst waarvan het personeelslid dat gebezigd wordt, | naar de overheidsdienst waarvan het personeelslid dat gebezigd wordt, |
| deel uitmaakt. | deel uitmaakt. |
Art. 34.De overheidsdienst waarvan het personeelslid deel uitmaakt, |
Art. 34.De overheidsdienst waarvan het personeelslid deel uitmaakt, |
| vraagt aan de bezigende dienst de terugbetaling van de vereffende | vraagt aan de bezigende dienst de terugbetaling van de vereffende |
| bedragen door middel van een driemaandelijkse staat van verzoek tot | bedragen door middel van een driemaandelijkse staat van verzoek tot |
| terugbetaling. Het verzoek tot terugbetaling geschiedt bij het begin | terugbetaling. Het verzoek tot terugbetaling geschiedt bij het begin |
| van elk kwartaal voor het vorige kwartaal. | van elk kwartaal voor het vorige kwartaal. |
| De bezigende dienst betaalt de totale budgettaire last terug. | De bezigende dienst betaalt de totale budgettaire last terug. |
| De werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid, de kinderbijslag, | De werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid, de kinderbijslag, |
| het vakantiegeld en de eindejaarstoelage zijn in de totale budgettaire | het vakantiegeld en de eindejaarstoelage zijn in de totale budgettaire |
| last inbegrepen. | last inbegrepen. |
| Het bedrag van de terugbetaling van het vakantiegeld en van de | Het bedrag van de terugbetaling van het vakantiegeld en van de |
| eindejaarstoelage wordt berekend op basis van de bezigingsperiode. Het | eindejaarstoelage wordt berekend op basis van de bezigingsperiode. Het |
| wordt gevorderd op het ogenblik van de betaling ervan aan de bezigende | wordt gevorderd op het ogenblik van de betaling ervan aan de bezigende |
| dienst door de overheidsdienst waarvan het personeelslid deel | dienst door de overheidsdienst waarvan het personeelslid deel |
| uitmaakt. | uitmaakt. |
| HOOFDSTUK IV. - Administratieve en geldelijke toestand | HOOFDSTUK IV. - Administratieve en geldelijke toestand |
| van de herplaatste en overgeplaatste personeelsleden | van de herplaatste en overgeplaatste personeelsleden |
Art. 35.Het met toepassing van dit besluit herplaatste of |
Art. 35.Het met toepassing van dit besluit herplaatste of |
| overgeplaatste personeelslid behoudt de graad-, niveau- en | overgeplaatste personeelslid behoudt de graad-, niveau- en |
| dienstanciënniteit die het voor zijn herplaatsing of overplaatsing | dienstanciënniteit die het voor zijn herplaatsing of overplaatsing |
| heeft verworven wanneer het voor zijn herplaatsing of overplaatsing | heeft verworven wanneer het voor zijn herplaatsing of overplaatsing |
| geheel of gedeeltelijk onder de toepassing viel van het koninklijk | geheel of gedeeltelijk onder de toepassing viel van het koninklijk |
| besluit van 2 oktober 1937 en na zijn herplaatsing of overplaatsing | besluit van 2 oktober 1937 en na zijn herplaatsing of overplaatsing |
| geheel of gedeeltelijk onder de toepassing daarvan blijft vallen. | geheel of gedeeltelijk onder de toepassing daarvan blijft vallen. |
| De niveauanciënniteit van het herplaatste of overgeplaatste | De niveauanciënniteit van het herplaatste of overgeplaatste |
| personeelslid van een wetenschappelijke inrichting van de Staat wordt | personeelslid van een wetenschappelijke inrichting van de Staat wordt |
| berekend overeenkomstig de gelijkstelling bepaald in artikel 20 van | berekend overeenkomstig de gelijkstelling bepaald in artikel 20 van |
| het in artikel 2, § 1, 2° bedoelde koninklijk besluit van 16 juni | het in artikel 2, § 1, 2° bedoelde koninklijk besluit van 16 juni |
| 1970. | 1970. |
| De duur van een anciënniteit mag nochtans in geen geval de werkelijke | De duur van een anciënniteit mag nochtans in geen geval de werkelijke |
| duur overschrijden van de diensten die ten grondslag liggen aan de | duur overschrijden van de diensten die ten grondslag liggen aan de |
| berekening van die anciënniteit. | berekening van die anciënniteit. |
Art. 36.§ 1. De personeelsleden die worden overgeplaatst tijdens de |
Art. 36.§ 1. De personeelsleden die worden overgeplaatst tijdens de |
| organisatie van een departementaal vergelijkend examen of examen, | organisatie van een departementaal vergelijkend examen of examen, |
| moeten, voor het verder verloop van het vergelijkend examen of examen, | moeten, voor het verder verloop van het vergelijkend examen of examen, |
| worden beschouwd als behorende tot de overheidsdienst waaronder zij | worden beschouwd als behorende tot de overheidsdienst waaronder zij |
| ressorteerden op het ogenblik van de inschrijving voor het | ressorteerden op het ogenblik van de inschrijving voor het |
| vergelijkend examen of examen. | vergelijkend examen of examen. |
| De personeelsleden die worden overgeplaatst tijdens de organisatie van | De personeelsleden die worden overgeplaatst tijdens de organisatie van |
| een interdepartementaal vergelijkend examen of examen, moeten, voor | een interdepartementaal vergelijkend examen of examen, moeten, voor |
| het verder verloop van het vergelijkend examen of examen, worden | het verder verloop van het vergelijkend examen of examen, worden |
| beschouwd als behorende tot de overheidsdienst waarnaar zij werden | beschouwd als behorende tot de overheidsdienst waarnaar zij werden |
| overgeplaatst. | overgeplaatst. |
| § 2. De overgeplaatste personeelsleden die voldoen aan de | § 2. De overgeplaatste personeelsleden die voldoen aan de |
| benoemingsvoorwaarden vastgesteld in hun nieuwe overheidsdienst | benoemingsvoorwaarden vastgesteld in hun nieuwe overheidsdienst |
| behouden in die dienst het voordeel verbonden aan het slagen voor het | behouden in die dienst het voordeel verbonden aan het slagen voor het |
| vergelijkend examen, het examen of het algemeen gedeelte georganiseerd | vergelijkend examen, het examen of het algemeen gedeelte georganiseerd |
| in hun overheidsdienst van herkomst, mits inachtneming van de regels | in hun overheidsdienst van herkomst, mits inachtneming van de regels |
| betreffende de rangschikking van de Rijksambtenaren. | betreffende de rangschikking van de Rijksambtenaren. |
| HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen |
Art. 37.Het koninklijk besluit van 3 november 1993 houdende |
Art. 37.Het koninklijk besluit van 3 november 1993 houdende |
| uitvoeringsmaatregelen betreffende de mobiliteit van het personeel van | uitvoeringsmaatregelen betreffende de mobiliteit van het personeel van |
| sommige overheidsdiensten, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van | sommige overheidsdiensten, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van |
| 14 september 1994, 17 maart 1995, 31 maart 1995, 10 april 1995, 23 | 14 september 1994, 17 maart 1995, 31 maart 1995, 10 april 1995, 23 |
| december 1996, 6 februari 1997 en 2 juni 1998, wordt opgeheven. | december 1996, 6 februari 1997 en 2 juni 1998, wordt opgeheven. |
Art. 38.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de derde |
Art. 38.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de derde |
| maand volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met | maand volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met |
| uitzondering van het artikel 4, § 1, 3° dat op 15 december 1998 in | uitzondering van het artikel 4, § 1, 3° dat op 15 december 1998 in |
| werking treedt voor de ambtenaren van de niveaus 1 en 2+ en op 15 | werking treedt voor de ambtenaren van de niveaus 1 en 2+ en op 15 |
| december 1999 voor de ambtenaren van de niveaus 2, 3 en 4 en het | december 1999 voor de ambtenaren van de niveaus 2, 3 en 4 en het |
| artikel 4, § 2 dat in werking zal treden op een door de Koning vast te | artikel 4, § 2 dat in werking zal treden op een door de Koning vast te |
| stellen datum. Tot op die data blijven de bepalingen inzake de | stellen datum. Tot op die data blijven de bepalingen inzake de |
| beoordeling en de ongustige vermelding toepasselijk die van kracht | beoordeling en de ongustige vermelding toepasselijk die van kracht |
| zijn op de datum van dit besluit. | zijn op de datum van dit besluit. |
Art. 39.Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat |
Art. 39.Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat |
| hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. | hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 16 juli 1998. | Gegeven te Brussel, 16 juli 1998. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Ambtenarenzaken, | De Minister van Ambtenarenzaken, |
| A. FLAHAUT | A. FLAHAUT |
| Bijlage 1 | Bijlage 1 |
| Betreft : Aanvraag om vrijwillige overplaatsing | Betreft : Aanvraag om vrijwillige overplaatsing |
| Ondergetekende (naam en voornamen) | Ondergetekende (naam en voornamen) |
| werkzaam bij (Ministerie of Instelling) | werkzaam bij (Ministerie of Instelling) |
| verzoekt om overgeplaatst te worden naar (Ministerie of Instelling) | verzoekt om overgeplaatst te worden naar (Ministerie of Instelling) |
| in een vacante betrekking van | in een vacante betrekking van |
| Persoonlijke gegevens | Persoonlijke gegevens |
| Volledig adres : | Volledig adres : |
| Telefoon (kantoor en/of privé) : | Telefoon (kantoor en/of privé) : |
| Diploma's : | Diploma's : |
| Bijzondere bekwaamheden : | Bijzondere bekwaamheden : |
| Datum : | Datum : |
| Handtekening : | Handtekening : |
| N.B. : De keerzijde van deze aanvraag dient voorafgaandelijk te worden | N.B. : De keerzijde van deze aanvraag dient voorafgaandelijk te worden |
| ingevuld door de personeelsdienst die uw dossier beheert. | ingevuld door de personeelsdienst die uw dossier beheert. |
| Keerzijde van bijlage 1 | Keerzijde van bijlage 1 |
| (Benaming van het Ministerie of de Instelling) | (Benaming van het Ministerie of de Instelling) |
| Ondergetekende, hoofd van de personeelsdienst, bevestigt dat (naam en | Ondergetekende, hoofd van de personeelsdienst, bevestigt dat (naam en |
| voornamen) : | voornamen) : |
| - geboren op : | - geboren op : |
| - zich bevindt in de stand (1) : | - zich bevindt in de stand (1) : |
| - dienstactiviteit | - dienstactiviteit |
| - non-activiteit | - non-activiteit |
| - disponibiliteit | - disponibiliteit |
| - de graad voert van | - de graad voert van |
| - behoort tot de taalrol | - behoort tot de taalrol |
| - een jaarwedde geniet van | - een jaarwedde geniet van |
| in de schaal van | in de schaal van |
| - een graadanciënniteit heeft van jaar, maand | - een graadanciënniteit heeft van jaar, maand |
| en een dienstanciënniteit van jaar, maand | en een dienstanciënniteit van jaar, maand |
| - aanspraken op bevordering kan doen gelden | - aanspraken op bevordering kan doen gelden |
| - de beoordelingsvermelding heeft bekomen | - de beoordelingsvermelding heeft bekomen |
| -geen ongustige vermelding heeft bekomen die hem / haar gelijkstelt | -geen ongustige vermelding heeft bekomen die hem / haar gelijkstelt |
| met ambtenaren die de vermelding onvoldoende of slecht hebben gekregen | met ambtenaren die de vermelding onvoldoende of slecht hebben gekregen |
| in de periode van zes maanden welke de onderstaande datum voorafgaat. | in de periode van zes maanden welke de onderstaande datum voorafgaat. |
| (Datum) : | (Datum) : |
| (Graad en handtekening) : | (Graad en handtekening) : |
| (Stempel van de dienst) : | (Stempel van de dienst) : |
| Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 16 juli 1998. | Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 16 juli 1998. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Ambtenarenzaken, | De Minister van Ambtenarenzaken, |
| A. FLAHAUT | A. FLAHAUT |
| _______ | _______ |
| (1) Schrappen wat niet past. | (1) Schrappen wat niet past. |
| Bijlage 2 | Bijlage 2 |
| Aan de Administrateur-generaal van de Dienst van Algemeen Bestuur | Aan de Administrateur-generaal van de Dienst van Algemeen Bestuur |
| Dienst Mobiliteit | Dienst Mobiliteit |
| Rijksadministratief Centrum | Rijksadministratief Centrum |
| Pachecolaan 19, bus 2 | Pachecolaan 19, bus 2 |
| 1010 Brussel | 1010 Brussel |
| Betreft : Mobiliteit van het personeel | Betreft : Mobiliteit van het personeel |
| van sommige overheidsdiensten | van sommige overheidsdiensten |
| De hiernavermelde persoon kan ingevolge (1) : | De hiernavermelde persoon kan ingevolge (1) : |
| - verlies van betrekking; | - verlies van betrekking; |
| - overtal vastgesteld bij koninklijk besluit van | - overtal vastgesteld bij koninklijk besluit van |
| - beslissing van de Administratieve Gezondheidsdienst (2) ambtshalve | - beslissing van de Administratieve Gezondheidsdienst (2) ambtshalve |
| overgeplaatst worden. | overgeplaatst worden. |
| Persoonlijke gegevens | Persoonlijke gegevens |
| Naam en voornamen : | Naam en voornamen : |
| Volledig adres : | Volledig adres : |
| Geboortedatum : | Geboortedatum : |
| Graad : | Graad : |
| Taalrol en eventueel taalbrevet : | Taalrol en eventueel taalbrevet : |
| Wedde en weddeschaal : | Wedde en weddeschaal : |
| Diploma's : | Diploma's : |
| Werkzaam bij (bestuur, dienst en telefoon) : | Werkzaam bij (bestuur, dienst en telefoon) : |
| Gezien : Datum : | Gezien : Datum : |
| De belanghebbende : De verantwoordelijke overheid : | De belanghebbende : De verantwoordelijke overheid : |
| Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 16 juli 1998. | Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 16 juli 1998. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Ambtenarenzaken, | De Minister van Ambtenarenzaken, |
| A. FLAHAUT | A. FLAHAUT |
| _______ | _______ |
| (1) Schrappen wat niet past. | (1) Schrappen wat niet past. |
| (2) In dit geval dient bijgevoegd te worden : | (2) In dit geval dient bijgevoegd te worden : |
| - een afschrift van de definitieve beslissing van de Pensioencommissie | - een afschrift van de definitieve beslissing van de Pensioencommissie |
| bij de Administratieve Gezondheidsdienst; | bij de Administratieve Gezondheidsdienst; |
| - een gedateerd afschrift van de brief ter kennisgeving van | - een gedateerd afschrift van de brief ter kennisgeving van |
| vorenbedoelde beslissing aan het betrokken personeelslid. | vorenbedoelde beslissing aan het betrokken personeelslid. |