Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 16/01/2022
← Terug naar "Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 71 van het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State "
Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 71 van het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 71 van het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST
BINNENLANDSE ZAKEN BINNENLANDSE ZAKEN
16 JANUARI 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 71 van 16 JANUARI 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 71 van
het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de
rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State State
VERSLAG AAN DE KONING VERSLAG AAN DE KONING
Sire, Sire,
Dit ontwerp van koninklijk besluit wijzigt artikel 71, eerste lid van Dit ontwerp van koninklijk besluit wijzigt artikel 71, eerste lid van
het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de
rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State (hierna genoemd Regentsbesluit). State (hierna genoemd Regentsbesluit).
Dat artikel bepaalt nu dat de "rolrechten" verschuldigd op de Dat artikel bepaalt nu dat de "rolrechten" verschuldigd op de
procedures ingesteld voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad procedures ingesteld voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad
van State en de bijdrage aan het Begrotingsfonds voor juridische van State en de bijdrage aan het Begrotingsfonds voor juridische
tweedelijnsbijstand moeten worden betaald op een specifieke rekening tweedelijnsbijstand moeten worden betaald op een specifieke rekening
die wordt beheerd door de Algemene Administratie van de die wordt beheerd door de Algemene Administratie van de
Patrimoniumdocumentatie (hierna AAPD). De bij dit ontwerp voorgestelde Patrimoniumdocumentatie (hierna AAPD). De bij dit ontwerp voorgestelde
wijziging komt neer op de weglating in het Regentsbesluit van het wijziging komt neer op de weglating in het Regentsbesluit van het
specifiek rekeningnummer van de AAPD. De kwijting van de rechten en specifiek rekeningnummer van de AAPD. De kwijting van de rechten en
van de bijdrage zal vanaf 1 december 2022 moeten gebeuren op een van de bijdrage zal vanaf 1 december 2022 moeten gebeuren op een
financiële rekening van de Algemene Administratie van de Inning en financiële rekening van de Algemene Administratie van de Inning en
Invordering (hierna AAII). De overdracht vanaf die datum van deze Invordering (hierna AAII). De overdracht vanaf die datum van deze
inningsbevoegdheid van de AAPD naar de AAII zal worden geregeld via inningsbevoegdheid van de AAPD naar de AAII zal worden geregeld via
een besluit van de Voorzitter van het Directiecomité van de FOD een besluit van de Voorzitter van het Directiecomité van de FOD
Financiën. Financiën.
De wijziging van artikel 71 van het Regentsbesluit is nodig in het De wijziging van artikel 71 van het Regentsbesluit is nodig in het
kader van de gefaseerde realisatie van het FIRST-project. Dat project kader van de gefaseerde realisatie van het FIRST-project. Dat project
beoogt de inning van de aan de federale overheid verschuldigde sommen beoogt de inning van de aan de federale overheid verschuldigde sommen
zo veel als mogelijk over te dragen aan de AAII. zo veel als mogelijk over te dragen aan de AAII.
Die overdracht betreft dus ook de belastingen, bijdragen en Die overdracht betreft dus ook de belastingen, bijdragen en
retributies die de AAPD int, waaronder de in artikel 71 van het retributies die de AAPD int, waaronder de in artikel 71 van het
Regentsbesluit bedoelde rolrechten en bijdrage. Regentsbesluit bedoelde rolrechten en bijdrage.
Het FIRST project wordt gefaseerd doorgevoerd omwille van de Het FIRST project wordt gefaseerd doorgevoerd omwille van de
complexiteit van de aanpassingen van de informatica. Voor de lopende complexiteit van de aanpassingen van de informatica. Voor de lopende
en nakende fases van de overdrachten vanuit de AAPD naar de AAII zijn en nakende fases van de overdrachten vanuit de AAPD naar de AAII zijn
al een aantal aanpassingen gebeurd. Zo werd het Wetboek der al een aantal aanpassingen gebeurd. Zo werd het Wetboek der
registratie-, hypotheek- en griffierechten aangepast bij de wet van 26 registratie-, hypotheek- en griffierechten aangepast bij de wet van 26
november 2021. Een reeks reglementaire aanpassingen gebeurden bij een november 2021. Een reeks reglementaire aanpassingen gebeurden bij een
koninklijk besluit van 23 november 2021. koninklijk besluit van 23 november 2021.
Artikel 71 van het Regentsbesluit werd niet gewijzigd bij het Artikel 71 van het Regentsbesluit werd niet gewijzigd bij het
koninklijk besluit van 23 november 2021 omdat - anders dan voor de koninklijk besluit van 23 november 2021 omdat - anders dan voor de
andere koninklijke besluiten die in het kader van de overdrachten andere koninklijke besluiten die in het kader van de overdrachten
moesten worden gewijzigd - voor een wijziging van het Regentsbesluit moesten worden gewijzigd - voor een wijziging van het Regentsbesluit
een koninklijk besluit nodig is dat in Ministerraad is overlegd een koninklijk besluit nodig is dat in Ministerraad is overlegd
(artikel 30, § 1, eerste lid, van de wetten op de Raad Van State, (artikel 30, § 1, eerste lid, van de wetten op de Raad Van State,
gecoördineerd op 12 januari 1973). gecoördineerd op 12 januari 1973).
Artikel 2 van dit ontwerp bepaalt de inwerkingtreding van deze Artikel 2 van dit ontwerp bepaalt de inwerkingtreding van deze
wijziging op 1 december 2022. wijziging op 1 december 2022.
Artikel 3 behoeft geen commentaar. Artikel 3 behoeft geen commentaar.
Het advies van de Raad van State nr. 70.570 van 20 december 2021 werd Het advies van de Raad van State nr. 70.570 van 20 december 2021 werd
opgevolgd. opgevolgd.
Ik heb de eer te zijn, Ik heb de eer te zijn,
Sire, Sire,
Van Uwe Majesteit, Van Uwe Majesteit,
de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar,
De Minister van Financiën, De Minister van Financiën,
V. VAN PETEGHEM V. VAN PETEGHEM
De Minister van Binnenlandse Zaken, De Minister van Binnenlandse Zaken,
A. VERLINDEN A. VERLINDEN
ADVIES 70.570/2 VAN 20 DECEMBER 2021 OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK ADVIES 70.570/2 VAN 20 DECEMBER 2021 OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK
BESLUIT "TOT WIJZIGING VAN ARTIKEL 71 VAN HET BESLUIT VAN DE REGENT BESLUIT "TOT WIJZIGING VAN ARTIKEL 71 VAN HET BESLUIT VAN DE REGENT
VAN 23 AUGUSTUS 1948 TOT REGELING VAN DE RECHTSPLEGING VOOR DE VAN 23 AUGUSTUS 1948 TOT REGELING VAN DE RECHTSPLEGING VOOR DE
AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK VAN DE RAAD VAN STATE" AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK VAN DE RAAD VAN STATE"
Op 29 november 2021 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Op 29 november 2021 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de
Vice-eersteminister en Minister van Financiën, belast met de Vice-eersteminister en Minister van Financiën, belast met de
Coördinatie van de fraudebestrijding verzocht binnen een termijn van Coördinatie van de fraudebestrijding verzocht binnen een termijn van
dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk
besluit `tot wijziging van artikel 71 van het besluit van de Regent besluit `tot wijziging van artikel 71 van het besluit van de Regent
van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de
afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State'. afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State'.
Het ontwerp is door de tweede kamer onderzocht op 20 december 2021. De Het ontwerp is door de tweede kamer onderzocht op 20 december 2021. De
kamer was samengesteld uit Pierre Vandernoot, kamervoorzitter, Patrick kamer was samengesteld uit Pierre Vandernoot, kamervoorzitter, Patrick
Ronvaux en Christine Horevoets, staatsraden, Christian Behrendt en Ronvaux en Christine Horevoets, staatsraden, Christian Behrendt en
Marianne Dony, assessoren, en Béatrice Drapier, griffier. Marianne Dony, assessoren, en Béatrice Drapier, griffier.
Het verslag is uitgebracht door Xavier Delgrange, eerste Het verslag is uitgebracht door Xavier Delgrange, eerste
auditeur-afdelingshoofd. auditeur-afdelingshoofd.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het
advies is nagezien onder toezicht van Pierre Vandernoot . advies is nagezien onder toezicht van Pierre Vandernoot .
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 20 december Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 20 december
2021. 2021.
Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1,
eerste lid, 2°, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op eerste lid, 2°, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op
12 januari 1973, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 12 januari 1973, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel
84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de
rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de
handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten. handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.
Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de
volgende opmerkingen. volgende opmerkingen.
1. In het eerste lid van de aanhef moeten de nog van kracht zijnde 1. In het eerste lid van de aanhef moeten de nog van kracht zijnde
wijzigingen vermeld worden die aangebracht zijn in artikel 30, § 1, wijzigingen vermeld worden die aangebracht zijn in artikel 30, § 1,
eerste lid, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op 12 eerste lid, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op 12
januari 1973. januari 1973.
2. In het tweede lid van de aanhef moet vermeld worden dat paragraaf 2. In het tweede lid van de aanhef moet vermeld worden dat paragraaf
4, vijfde lid, ingevoegd is in artikel 4 van de wet van 19 maart 2017 4, vijfde lid, ingevoegd is in artikel 4 van de wet van 19 maart 2017
`tot oprichting van een Begrotingsfonds voor de juridische `tot oprichting van een Begrotingsfonds voor de juridische
tweedelijnsbijstand' bij de wet van 26 april 2017 `houdende de tweedelijnsbijstand' bij de wet van 26 april 2017 `houdende de
regeling van de oprichting van een Begrotingsfonds voor de juridische regeling van de oprichting van een Begrotingsfonds voor de juridische
tweedelijnsbijstand voor wat de Raad van State en de Raad voor tweedelijnsbijstand voor wat de Raad van State en de Raad voor
Vreemdelingenbetwistingen betreft'. Vreemdelingenbetwistingen betreft'.
De griffier De griffier
B. Drapier B. Drapier
De voorzitter De voorzitter
P. Vandernoot P. Vandernoot
16 JANUARI 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 71 van 16 JANUARI 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 71 van
het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de
rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State State
FILIP, Koning der Belgen, FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari
1973, artikel 30, § 1, eerste lid, laatstelijk gewijzigd bij de wet 1973, artikel 30, § 1, eerste lid, laatstelijk gewijzigd bij de wet
van 10 april 2014; van 10 april 2014;
Gelet op de wet van 19 maart 2017 tot oprichting van een Gelet op de wet van 19 maart 2017 tot oprichting van een
Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand, artikel 4, § Begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand, artikel 4, §
4, vijfde lid, ingevoegd bij de wet van 26 april 2017; 4, vijfde lid, ingevoegd bij de wet van 26 april 2017;
Gelet op het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling Gelet op het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling
van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad
van State; van State;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 4 Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 4
oktober 2021; oktober 2021;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatsecretaris voor Begroting, Gelet op de akkoordbevinding van de Staatsecretaris voor Begroting,
d.d. 29 oktober 2021; d.d. 29 oktober 2021;
Gelet op advies nr. 70.570 van de Raad van State, gegeven op 20 Gelet op advies nr. 70.570 van de Raad van State, gegeven op 20
december 2021 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van december 2021 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van
de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op de regelgevingsimpactanalyse, uitgevoerd overeenkomstig de Gelet op de regelgevingsimpactanalyse, uitgevoerd overeenkomstig de
artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse
bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging; bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;
Op de voordracht van de minister van Financiën en van de minister van Op de voordracht van de minister van Financiën en van de minister van
Binnenlandse Zaken en op het advies van de in Raad vergaderde Binnenlandse Zaken en op het advies van de in Raad vergaderde
Ministers, Ministers,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 71, eerste lid, van het besluit van de Regent

Artikel 1.In artikel 71, eerste lid, van het besluit van de Regent

van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de
afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, hersteld bij het afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, hersteld bij het
koninklijk besluit van 30 januari 2014 en gewijzigd bij het koninklijk koninklijk besluit van 30 januari 2014 en gewijzigd bij het koninklijk
besluit van 25 december 2017, worden de woorden "op rekening IBAN nr. besluit van 25 december 2017, worden de woorden "op rekening IBAN nr.
BE09-6792-0030-1057, geopend bij de dienst die binnen de Federale BE09-6792-0030-1057, geopend bij de dienst die binnen de Federale
Overheidsdienst van Financiën is aangewezen als bevoegd om de rechten Overheidsdienst van Financiën is aangewezen als bevoegd om de rechten
en de bijdrage die betaald moeten worden in het kader van een voor de en de bijdrage die betaald moeten worden in het kader van een voor de
Raad van State ingediende procedure te innen" vervangen door de Raad van State ingediende procedure te innen" vervangen door de
woorden "op de financiële rekening van de bevoegde dienst van de woorden "op de financiële rekening van de bevoegde dienst van de
Federale Overheidsdienst van Financiën". Federale Overheidsdienst van Financiën".

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 december 2022.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 december 2022.

Art. 3.De ministers bevoegd voor Financiën en voor Binnenlandse Zaken

Art. 3.De ministers bevoegd voor Financiën en voor Binnenlandse Zaken

zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 januari 2022. Gegeven te Brussel, 16 januari 2022.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De minister van Financiën, De minister van Financiën,
V. VAN PETEGHEM V. VAN PETEGHEM
De minister van Binnenlandse Zaken, De minister van Binnenlandse Zaken,
A. VERLINDEN A. VERLINDEN
^