← Terug naar "Koninklijk besluit houdende vaststelling van bepaalde ministeriële bevoegdheden met betrekking tot duurzame ontwikkeling "
Koninklijk besluit houdende vaststelling van bepaalde ministeriële bevoegdheden met betrekking tot duurzame ontwikkeling | Koninklijk besluit houdende vaststelling van bepaalde ministeriële bevoegdheden met betrekking tot duurzame ontwikkeling |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST KANSELARIJ VAN DE EERSTE MINISTER | FEDERALE OVERHEIDSDIENST KANSELARIJ VAN DE EERSTE MINISTER |
16 DECEMBER 2004. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van | 16 DECEMBER 2004. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van |
bepaalde ministeriële bevoegdheden met betrekking tot duurzame | bepaalde ministeriële bevoegdheden met betrekking tot duurzame |
ontwikkeling | ontwikkeling |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de artikelen 96 en 104 van de Grondwet; | Gelet op de artikelen 96 en 104 van de Grondwet; |
Gelet op de wet van 8 juli 1992 betreffende de uitoefening van de bij | Gelet op de wet van 8 juli 1992 betreffende de uitoefening van de bij |
wet toegekende bevoegdheden aan Ministeriële Comités en aan Ministers; | wet toegekende bevoegdheden aan Ministeriële Comités en aan Ministers; |
Gelet op de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie van het | Gelet op de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie van het |
federale beleid inzake duurzame ontwikkeling; | federale beleid inzake duurzame ontwikkeling; |
Gelet op het koninklijk besluit van 24 maart 1972 betreffende de | Gelet op het koninklijk besluit van 24 maart 1972 betreffende de |
Staatssecretarissen; | Staatssecretarissen; |
Gelet op het koninklijk besluit van 18 juli 2004 houdende benoeming | Gelet op het koninklijk besluit van 18 juli 2004 houdende benoeming |
van de Leden van de Regering; | van de Leden van de Regering; |
Gelet op het koninklijk besluit van 21 juli 2003 houdende vaststelling | Gelet op het koninklijk besluit van 21 juli 2003 houdende vaststelling |
van bepaalde ministeriële bevoegdheden, laatst gewijzigd bij het | van bepaalde ministeriële bevoegdheden, laatst gewijzigd bij het |
koninklijk besluit van 22 juli 2004; | koninklijk besluit van 22 juli 2004; |
Gelet op het Samenwerkingsakkoord van 8 maart 1994 tussen de federale | Gelet op het Samenwerkingsakkoord van 8 maart 1994 tussen de federale |
Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten met betrekking tot de | Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten met betrekking tot de |
vertegenwoordiging van het Koninkrijk België in de Ministerraad van de | vertegenwoordiging van het Koninkrijk België in de Ministerraad van de |
Europese Unie, gewijzigd bij de Samenwerkingsakkoorden van 13 februari | Europese Unie, gewijzigd bij de Samenwerkingsakkoorden van 13 februari |
en 5 juni 2003 tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen en de | en 5 juni 2003 tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen en de |
Gewesten; | Gewesten; |
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli |
1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; | 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; |
Gelet op de dringende noodzakelijkheid om onverwijld te voorzien in de | Gelet op de dringende noodzakelijkheid om onverwijld te voorzien in de |
organisatie van de regeringswerkzaamheden; | organisatie van de regeringswerkzaamheden; |
Overwegende dat het opportuun is om de bevoegdheden die de wet van 5 | Overwegende dat het opportuun is om de bevoegdheden die de wet van 5 |
mei 1997 betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake | mei 1997 betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake |
duurzame ontwikkeling toevertrouwt aan het regeringslid dat bevoegd is | duurzame ontwikkeling toevertrouwt aan het regeringslid dat bevoegd is |
voor het leefmilieu, toe te kennen aan Onze Staatssecretaris voor | voor het leefmilieu, toe te kennen aan Onze Staatssecretaris voor |
Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie; | Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie; |
Op de voordracht van Onze Eerste Minister, van Onze Vice-Eerste | Op de voordracht van Onze Eerste Minister, van Onze Vice-Eerste |
Minister en Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, van Onze | Minister en Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, van Onze |
Minister van Leefmilieu en Minister van Pensioenen en van Onze | Minister van Leefmilieu en Minister van Pensioenen en van Onze |
Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie; | Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie; |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Tot de bevoegdheid van Onze Staatssecretaris voor Duurzame |
Artikel 1.Tot de bevoegdheid van Onze Staatssecretaris voor Duurzame |
Ontwikkeling behoren : | Ontwikkeling behoren : |
1° de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie van het federale | 1° de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie van het federale |
beleid inzake duurzame ontwikkeling, met inbegrip van de uitoefening | beleid inzake duurzame ontwikkeling, met inbegrip van de uitoefening |
van de bevoegdheden die door deze wet worden toegewezen aan de | van de bevoegdheden die door deze wet worden toegewezen aan de |
minister of staatssecretaris bevoegd voor het leefmilieu; | minister of staatssecretaris bevoegd voor het leefmilieu; |
2° de vertegenwoordiging van België inzake aangelegenheden van | 2° de vertegenwoordiging van België inzake aangelegenheden van |
duurzame ontwikkeling in de Europese en internationale overleg- en | duurzame ontwikkeling in de Europese en internationale overleg- en |
besluitvormingsinstanties, onverminderd het bepaalde in het | besluitvormingsinstanties, onverminderd het bepaalde in het |
Samenwerkingsakkoord van 8 maart 1994 tussen de federale Staat, de | Samenwerkingsakkoord van 8 maart 1994 tussen de federale Staat, de |
Gemeenschappen en de Gewesten met betrekking tot de vertegenwoordiging | Gemeenschappen en de Gewesten met betrekking tot de vertegenwoordiging |
van het Koninkrijk België in de Ministerraad van de Europese Unie, | van het Koninkrijk België in de Ministerraad van de Europese Unie, |
gewijzigd bij de Samenwerkingsakkoorden van 13 februari en 5 juni 2003 | gewijzigd bij de Samenwerkingsakkoorden van 13 februari en 5 juni 2003 |
tussen de federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten. | tussen de federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten. |
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 18 juli 2004. |
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 18 juli 2004. |
Art. 3.Onze Eerste Minister, Onze Vice-Eerste Minister en Minister |
Art. 3.Onze Eerste Minister, Onze Vice-Eerste Minister en Minister |
van Begroting en Overheidsbedrijven, Onze Minister van Leefmilieu en | van Begroting en Overheidsbedrijven, Onze Minister van Leefmilieu en |
Minister van Pensioenen en Onze Staatssecretaris voor Duurzame | Minister van Pensioenen en Onze Staatssecretaris voor Duurzame |
Ontwikkeling en Sociale Economie zijn, ieder wat hem betreft, belast | Ontwikkeling en Sociale Economie zijn, ieder wat hem betreft, belast |
met de uitvoering van dit besluit. | met de uitvoering van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 16 december 2004. | Gegeven te Brussel, 16 december 2004. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Eerste Minister, | De Eerste Minister, |
G. VERHOFSTADT | G. VERHOFSTADT |
De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting en | De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting en |
Overheidsbedrijven, | Overheidsbedrijven, |
J. VANDE LANOTTE | J. VANDE LANOTTE |
De Minister van Leefmilieu en Minister van Pensioenen, | De Minister van Leefmilieu en Minister van Pensioenen, |
B. TOBBACK | B. TOBBACK |
De Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, | De Staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie, |
Mevr. E. VAN WEERT | Mevr. E. VAN WEERT |