← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 1999 gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1999, inzake coördinatie van de statuten van het gemeenschappelijk fonds "
| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 1999 gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1999, inzake coördinatie van de statuten van het gemeenschappelijk fonds | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 1999 gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1999, inzake coördinatie van de statuten van het gemeenschappelijk fonds |
|---|---|
| MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
| 15 MAART 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 15 MAART 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
| verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 1999 | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 1999 |
| gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en | gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en |
| ontvettingsbedrijf, tot wijziging van de collectieve | ontvettingsbedrijf, tot wijziging van de collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 28 april 1999, inzake coördinatie van de | arbeidsovereenkomst van 28 april 1999, inzake coördinatie van de |
| statuten van het gemeenschappelijk fonds (1) | statuten van het gemeenschappelijk fonds (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor | Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor |
| bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2; | bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2; |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het wasserij-, | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het wasserij-, |
| ververij- en ontvettingsbedrijf; | ververij- en ontvettingsbedrijf; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 1999, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 1999, |
| gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en | gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en |
| ontvettingsbedrijf, tot wijziging van de collectieve | ontvettingsbedrijf, tot wijziging van de collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 28 april 1999, inzake coördinatie van de | arbeidsovereenkomst van 28 april 1999, inzake coördinatie van de |
| statuten van het gemeenschappelijk fonds. | statuten van het gemeenschappelijk fonds. |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
| van dit besluit. | van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 15 maart 2002. | Gegeven te Brussel, 15 maart 2002. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. | Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor het wasserij-, | Paritair Comité voor het wasserij-, |
| ververij- en ontvettingsbedrijf | ververij- en ontvettingsbedrijf |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 1999 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 1999 |
| Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1999, | Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1999, |
| tot coördinatie van de statuten van het gemeenschappelijk fonds | tot coördinatie van de statuten van het gemeenschappelijk fonds |
| (Overeenkomst geregistreerd op 3 april 2000 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 3 april 2000 onder het nummer |
| 54500/CO/110) | 54500/CO/110) |
Artikel 1.Het artikel 14 van de collectieve arbeidsovereenkomst van |
Artikel 1.Het artikel 14 van de collectieve arbeidsovereenkomst van |
| 28 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de wasserij-, | 28 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de wasserij-, |
| ververij- en ontvettingsbedrijf, tot coördinatie van de statuten van | ververij- en ontvettingsbedrijf, tot coördinatie van de statuten van |
| het gemeenschappelijk fonds, geregistreerd onder het nummer | het gemeenschappelijk fonds, geregistreerd onder het nummer |
| 51305/CO/110 wordt aangevuld als volgt : | 51305/CO/110 wordt aangevuld als volgt : |
| « De werkgeversbijdrage wordt voor het jaar 1999 vastgesteld op : | « De werkgeversbijdrage wordt voor het jaar 1999 vastgesteld op : |
| - 1,40 pct. voor het eerste en het tweede kwartaal; | - 1,40 pct. voor het eerste en het tweede kwartaal; |
| - 1,75 pct. vanaf het derde kwartaal van de lonen van de in de | - 1,75 pct. vanaf het derde kwartaal van de lonen van de in de |
| onderneming tewerkgestelde werklieden en werksters die onder het | onderneming tewerkgestelde werklieden en werksters die onder het |
| Paritair Comité voor de wasserij-, ververij en ontvettingsbedrijf | Paritair Comité voor de wasserij-, ververij en ontvettingsbedrijf |
| ressorteren; | ressorteren; |
| - 1 pct. bestemd voor de werking van het gemeenschappelijk fonds; | - 1 pct. bestemd voor de werking van het gemeenschappelijk fonds; |
| - 0,25 pct. in uitvoering van artikel 3,4° inzake brugpensioen; | - 0,25 pct. in uitvoering van artikel 3,4° inzake brugpensioen; |
| - 0,40 pct. voor de personen die behoren tot de risicogroepen en de | - 0,40 pct. voor de personen die behoren tot de risicogroepen en de |
| personen op wie een begeleidingsplan van toepassing is en voor de | personen op wie een begeleidingsplan van toepassing is en voor de |
| andere vormings- en tewerkstellingsinitiatieven; | andere vormings- en tewerkstellingsinitiatieven; |
| - 0,10 pct. bestemd voor de aanvullende vergoeding, verschuldigd aan | - 0,10 pct. bestemd voor de aanvullende vergoeding, verschuldigd aan |
| de ontslagen werknemers, ouder dan 55 jaar, zoals voorzien in de | de ontslagen werknemers, ouder dan 55 jaar, zoals voorzien in de |
| collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997, gesloten in het | collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997, gesloten in het |
| Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf, | Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf, |
| betreffende een aanvullende vergoeding ten voordele van oudere | betreffende een aanvullende vergoeding ten voordele van oudere |
| ontslagen werknemers. | ontslagen werknemers. |
| De werkgeversbijdrage wordt voor het jaar 2000 vastgesteld op : | De werkgeversbijdrage wordt voor het jaar 2000 vastgesteld op : |
| - 1,75 pct. van de lonen van de in de onderneming tewerkgestelde | - 1,75 pct. van de lonen van de in de onderneming tewerkgestelde |
| werklieden en werksters die onder het Paritair Comité voor het | werklieden en werksters die onder het Paritair Comité voor het |
| wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf ressorteren : | wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf ressorteren : |
| - 1 pct. bestemd voor de werking van het gemeenschappelijk fonds; | - 1 pct. bestemd voor de werking van het gemeenschappelijk fonds; |
| - 0,25 pct. in uitvoering van artikel 3, 4° inzake brugpensioen; | - 0,25 pct. in uitvoering van artikel 3, 4° inzake brugpensioen; |
| - 0,40 pct. voor de personen die behoren tot de risicogroepen en de | - 0,40 pct. voor de personen die behoren tot de risicogroepen en de |
| personen op wie een begeleidingsplan van toepassing is en voor andere | personen op wie een begeleidingsplan van toepassing is en voor andere |
| vormings- en tewerkstellingsinitiatieven; | vormings- en tewerkstellingsinitiatieven; |
| - 0,10 pct. bestemd voor de aanvullende vergoeding, verschuldigd aan | - 0,10 pct. bestemd voor de aanvullende vergoeding, verschuldigd aan |
| de ontslagen werknemers, ouder dan 55 jaar, zoals voorzien in de | de ontslagen werknemers, ouder dan 55 jaar, zoals voorzien in de |
| collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997, gesloten in het | collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997, gesloten in het |
| Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf, | Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf, |
| betreffende een aanvullende vergoeding ten voordele van oudere | betreffende een aanvullende vergoeding ten voordele van oudere |
| ontslagen werknemers. | ontslagen werknemers. |
| Indien de werkgeversbijdrage van 0,25 pct. voor brugpensioen en van | Indien de werkgeversbijdrage van 0,25 pct. voor brugpensioen en van |
| 0,10 pct. voor de aanvullende vergoeding, verschuldigd aan de | 0,10 pct. voor de aanvullende vergoeding, verschuldigd aan de |
| ontslagen werknemers, ouder dan 55 jaar, niet volstaan om de uitgaven | ontslagen werknemers, ouder dan 55 jaar, niet volstaan om de uitgaven |
| te dekken, wordt de werkgeversbijdrage verhoogd teneinde de uitgaven | te dekken, wordt de werkgeversbijdrage verhoogd teneinde de uitgaven |
| te dekken. | te dekken. |
| Indien evenwel de reserves van het gemeenschappelijk fonds zouden | Indien evenwel de reserves van het gemeenschappelijk fonds zouden |
| stijgen boven de drempel, beslist in de beheerraad van het | stijgen boven de drempel, beslist in de beheerraad van het |
| Gemeenschappelijk Fonds, worden de werkgeversbijdragen verminderd. » | Gemeenschappelijk Fonds, worden de werkgeversbijdragen verminderd. » |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
| ingang van 1 januari 1999. | ingang van 1 januari 1999. |
| Haar geldigheid is dezelfde als bepaald bij artikel 4 van de in | Haar geldigheid is dezelfde als bepaald bij artikel 4 van de in |
| artikel 1 vermelde collectieve arbeidsovereenkomst. | artikel 1 vermelde collectieve arbeidsovereenkomst. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 maart | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 maart |
| 2002. | 2002. |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |