Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 15 maart 2002
gepubliceerd op 31 mei 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 1999 gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1999, inzake coördinatie van de statuten van het gemeenschappelijk fonds

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002012430
pub.
31/05/2002
prom.
15/03/2002
ELI
eli/besluit/2002/03/15/2002012430/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 MAART 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 1999 gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1999, inzake coördinatie van de statuten van het gemeenschappelijk fonds (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1999, inzake coördinatie van de statuten van het gemeenschappelijk fonds.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 maart 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 december 1999 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1999, tot coördinatie van de statuten van het gemeenschappelijk fonds (Overeenkomst geregistreerd op 3 april 2000 onder het nummer 54500/CO/110)

Artikel 1.Het artikel 14 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf, tot coördinatie van de statuten van het gemeenschappelijk fonds, geregistreerd onder het nummer 51305/CO/110 wordt aangevuld als volgt : « De werkgeversbijdrage wordt voor het jaar 1999 vastgesteld op : - 1,40 pct. voor het eerste en het tweede kwartaal; - 1,75 pct. vanaf het derde kwartaal van de lonen van de in de onderneming tewerkgestelde werklieden en werksters die onder het Paritair Comité voor de wasserij-, ververij en ontvettingsbedrijf ressorteren; - 1 pct. bestemd voor de werking van het gemeenschappelijk fonds; - 0,25 pct. in uitvoering van artikel 3,4° inzake brugpensioen; - 0,40 pct. voor de personen die behoren tot de risicogroepen en de personen op wie een begeleidingsplan van toepassing is en voor de andere vormings- en tewerkstellingsinitiatieven; - 0,10 pct. bestemd voor de aanvullende vergoeding, verschuldigd aan de ontslagen werknemers, ouder dan 55 jaar, zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf, betreffende een aanvullende vergoeding ten voordele van oudere ontslagen werknemers.

De werkgeversbijdrage wordt voor het jaar 2000 vastgesteld op : - 1,75 pct. van de lonen van de in de onderneming tewerkgestelde werklieden en werksters die onder het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf ressorteren : - 1 pct. bestemd voor de werking van het gemeenschappelijk fonds; - 0,25 pct. in uitvoering van artikel 3, 4° inzake brugpensioen; - 0,40 pct. voor de personen die behoren tot de risicogroepen en de personen op wie een begeleidingsplan van toepassing is en voor andere vormings- en tewerkstellingsinitiatieven; - 0,10 pct. bestemd voor de aanvullende vergoeding, verschuldigd aan de ontslagen werknemers, ouder dan 55 jaar, zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf, betreffende een aanvullende vergoeding ten voordele van oudere ontslagen werknemers.

Indien de werkgeversbijdrage van 0,25 pct. voor brugpensioen en van 0,10 pct. voor de aanvullende vergoeding, verschuldigd aan de ontslagen werknemers, ouder dan 55 jaar, niet volstaan om de uitgaven te dekken, wordt de werkgeversbijdrage verhoogd teneinde de uitgaven te dekken.

Indien evenwel de reserves van het gemeenschappelijk fonds zouden stijgen boven de drempel, beslist in de beheerraad van het Gemeenschappelijk Fonds, worden de werkgeversbijdragen verminderd. »

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999.

Haar geldigheid is dezelfde als bepaald bij artikel 4 van de in artikel 1 vermelde collectieve arbeidsovereenkomst.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 maart 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^