Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2024, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten, tot invoering van een hoofdstuk VIIbis in de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 maart 2000 betreffende het statuut van de vakbondsafvaardigingen | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2024, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten, tot invoering van een hoofdstuk VIIbis in de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 maart 2000 betreffende het statuut van de vakbondsafvaardigingen |
---|---|
14 DECEMBER 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 14 DECEMBER 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2024, | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2024, |
gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en | gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en |
huisvestingsinrichtingen en -diensten, tot invoering van een hoofdstuk | huisvestingsinrichtingen en -diensten, tot invoering van een hoofdstuk |
VIIbis in de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 maart 2000 | VIIbis in de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 maart 2000 |
betreffende het statuut van de vakbondsafvaardigingen (1) | betreffende het statuut van de vakbondsafvaardigingen (1) |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de opvoedings- en | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de opvoedings- en |
huisvestingsinrichtingen en -diensten; | huisvestingsinrichtingen en -diensten; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2024, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2024, gesloten |
in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen | in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen |
en -diensten, tot invoering van een hoofdstuk VIIbis in de collectieve | en -diensten, tot invoering van een hoofdstuk VIIbis in de collectieve |
arbeidsovereenkomst van 21 maart 2000 betreffende het statuut van de | arbeidsovereenkomst van 21 maart 2000 betreffende het statuut van de |
vakbondsafvaardigingen. | vakbondsafvaardigingen. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 15 december 2024. | Gegeven te Brussel, 15 december 2024. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en | Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en |
-diensten | -diensten |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2024 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2024 |
Invoering van een hoofdstuk VIIbis in de collectieve | Invoering van een hoofdstuk VIIbis in de collectieve |
arbeidsovereenkomst van 21 maart 2000 betreffende het statuut van de | arbeidsovereenkomst van 21 maart 2000 betreffende het statuut van de |
vakbondsafvaardigingen (Overeenkomst geregistreerd op 22 oktober 2024 | vakbondsafvaardigingen (Overeenkomst geregistreerd op 22 oktober 2024 |
onder het nummer 190158/CO/319) | onder het nummer 190158/CO/319) |
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing |
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing |
op de werkgevers en op de werknemers van de inrichtingen en diensten | op de werkgevers en op de werknemers van de inrichtingen en diensten |
die ressorteren onder het Paritair Comité voor de opvoedings- en | die ressorteren onder het Paritair Comité voor de opvoedings- en |
huisvestingsinrichtingen en -diensten die erkend en/of gesubsidieerd | huisvestingsinrichtingen en -diensten die erkend en/of gesubsidieerd |
worden door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het | worden door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het |
Brusselse Hoofdstedelijk Gewest. | Brusselse Hoofdstedelijk Gewest. |
§ 2. Onder "werknemers" wordt verstaan : de vrouwelijke en mannelijke | § 2. Onder "werknemers" wordt verstaan : de vrouwelijke en mannelijke |
bedienden, de arbeiders en arbeidsters. | bedienden, de arbeiders en arbeidsters. |
HOOFDSTUK II. - Algemene principes | HOOFDSTUK II. - Algemene principes |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten met |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten met |
toepassing van het protocolakkoord 2021-2024 van 23 december 2021 voor | toepassing van het protocolakkoord 2021-2024 van 23 december 2021 voor |
de non-profitsectoren van de Franse Gemeenschapscommissie, van de | de non-profitsectoren van de Franse Gemeenschapscommissie, van de |
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en van het Brusselse | Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en van het Brusselse |
Hoofdstedelijk Gewest. | Hoofdstedelijk Gewest. |
Art. 3.De bepalingen na artikel 37 van de collectieve |
Art. 3.De bepalingen na artikel 37 van de collectieve |
arbeidsovereenkomst van 21 maart 2000 betreffende het statuut van de | arbeidsovereenkomst van 21 maart 2000 betreffende het statuut van de |
vakbondsafvaardigingen, gesloten in het Paritair Comité voor de | vakbondsafvaardigingen, gesloten in het Paritair Comité voor de |
opvoedings- en huisvestingsinrichtingen (overeenkomst geregistreerd op | opvoedings- en huisvestingsinrichtingen (overeenkomst geregistreerd op |
11 mei 2000 onder het nummer 54872/CO/319) worden volledig vervangen | 11 mei 2000 onder het nummer 54872/CO/319) worden volledig vervangen |
door : | door : |
" Art. 38.Ter uitvoering van het nationaal interprofessioneel akkoord |
" Art. 38.Ter uitvoering van het nationaal interprofessioneel akkoord |
van 15 juni 1971 en in het bijzonder van punt 7, menen de | van 15 juni 1971 en in het bijzonder van punt 7, menen de |
ondertekenende partijen dat binnen de beperkingen die hierna zijn | ondertekenende partijen dat binnen de beperkingen die hierna zijn |
vastgesteld, bepaalde faciliteiten moeten worden toegekend aan de | vastgesteld, bepaalde faciliteiten moeten worden toegekend aan de |
vertegenwoordigers van het personeel, met het oog op hun deelname aan | vertegenwoordigers van het personeel, met het oog op hun deelname aan |
opleidingen die hen in staat stellen om hun opdracht te volbrengen. | opleidingen die hen in staat stellen om hun opdracht te volbrengen. |
Art. 4.Hiervoor wordt het noodzakelijke urenkrediet ter beschikking |
Art. 4.Hiervoor wordt het noodzakelijke urenkrediet ter beschikking |
gesteld van de ondertekenende werknemersorganisaties die | gesteld van de ondertekenende werknemersorganisaties die |
vertegenwoordigd zijn in de comités voor preventie en bescherming op | vertegenwoordigd zijn in de comités voor preventie en bescherming op |
het werk, van de ondernemingsraden en van de vakbondsafvaardigingen in | het werk, van de ondernemingsraden en van de vakbondsafvaardigingen in |
de inrichtingen en diensten, opdat zij hun afgevaardigden, zonder | de inrichtingen en diensten, opdat zij hun afgevaardigden, zonder |
loonverlies, de cursussen zouden kunnen laten volgen : | loonverlies, de cursussen zouden kunnen laten volgen : |
1. die worden georganiseerd door de ondertekenende representatieve | 1. die worden georganiseerd door de ondertekenende representatieve |
werknemersorganisaties en, | werknemersorganisaties en, |
2. met het oog op het vervolmaken van hun economische, sociale en | 2. met het oog op het vervolmaken van hun economische, sociale en |
technische kennis die noodzakelijk is voor het volbrengen van hun | technische kennis die noodzakelijk is voor het volbrengen van hun |
taken van personeelsvertegenwoordigers. | taken van personeelsvertegenwoordigers. |
Art. 5.§ 1. Het toegestane aantal afwezigheidsdagen ter beschikking |
Art. 5.§ 1. Het toegestane aantal afwezigheidsdagen ter beschikking |
gesteld van een bepaalde representatieve werknemersorganisatie is, | gesteld van een bepaalde representatieve werknemersorganisatie is, |
voor de totale duur van de mandaten, gelijk aan twintig keer het | voor de totale duur van de mandaten, gelijk aan twintig keer het |
totaal aantal toegekende of verkregen effectieve zetels op de lijst | totaal aantal toegekende of verkregen effectieve zetels op de lijst |
die wordt voorgesteld door deze representatieve werknemersorganisatie | die wordt voorgesteld door deze representatieve werknemersorganisatie |
in het comité voor preventie en bescherming op het werk, de | in het comité voor preventie en bescherming op het werk, de |
ondernemingsraad en de vakbondsafvaardiging. | ondernemingsraad en de vakbondsafvaardiging. |
§ 2. Deze afwezigheid om de cursussen te volgen mag niet minder dan | § 2. Deze afwezigheid om de cursussen te volgen mag niet minder dan |
één dag bedragen. | één dag bedragen. |
§ 3. De betrokken afgevaardigden hebben de mogelijkheid om de | § 3. De betrokken afgevaardigden hebben de mogelijkheid om de |
recuperatie te vragen van de rustdag die samenvalt met een cursusdag | recuperatie te vragen van de rustdag die samenvalt met een cursusdag |
zoals hieronder beschreven in artikel 40, § 1 en § 2; in dit geval | zoals hieronder beschreven in artikel 40, § 1 en § 2; in dit geval |
wordt deze cursusdag afgetrokken van het globaal krediet toegekend | wordt deze cursusdag afgetrokken van het globaal krediet toegekend |
overeenkomstig § 1 van dit artikel. | overeenkomstig § 1 van dit artikel. |
Art. 6.De representatieve werknemersorganisaties moeten, ten minste |
Art. 6.De representatieve werknemersorganisaties moeten, ten minste |
een maand tevoren, een schriftelijk verzoekschrift richten aan de | een maand tevoren, een schriftelijk verzoekschrift richten aan de |
betrokken werkgever, teneinde het nodige verlof te verkrijgen opdat de | betrokken werkgever, teneinde het nodige verlof te verkrijgen opdat de |
betrokken leden zouden kunnen deelnemen aan de cursussen. | betrokken leden zouden kunnen deelnemen aan de cursussen. |
Dit verzoekschrift moet het volgende bevatten : | Dit verzoekschrift moet het volgende bevatten : |
1. de lijst met namen van de vakbondsafgevaardigden voor wie het | 1. de lijst met namen van de vakbondsafgevaardigden voor wie het |
verlof wordt aangevraagd, alsook de duur van hun afwezigheid; | verlof wordt aangevraagd, alsook de duur van hun afwezigheid; |
2. de datum en de duur van de georganiseerde cursus; | 2. de datum en de duur van de georganiseerde cursus; |
3. de agenda en het samenvattend programma van de cursussen. | 3. de agenda en het samenvattend programma van de cursussen. |
De werkgever geeft een gunstig gevolg aan dit verzoekschrift voor | De werkgever geeft een gunstig gevolg aan dit verzoekschrift voor |
zover de aanwezigheid van de betrokken personen op de data die | zover de aanwezigheid van de betrokken personen op de data die |
vastgesteld zijn voor de cursussen niet absoluut noodzakelijk is om de | vastgesteld zijn voor de cursussen niet absoluut noodzakelijk is om de |
continuïteit en de normale werking van de diensten te waarborgen. | continuïteit en de normale werking van de diensten te waarborgen. |
In geval van overmacht waardoor om dringende dienstredenen een persoon | In geval van overmacht waardoor om dringende dienstredenen een persoon |
de cursussen niet kan volgen op de data voor dewelke de werkgever zijn | de cursussen niet kan volgen op de data voor dewelke de werkgever zijn |
akkoord had gegeven, verwittigt deze onmiddellijk de betrokken | akkoord had gegeven, verwittigt deze onmiddellijk de betrokken |
vakorganisatie. | vakorganisatie. |
Art. 7.Alle geschillen waartoe de toepassing van de artikelen 40 en |
Art. 7.Alle geschillen waartoe de toepassing van de artikelen 40 en |
41 van deze collectieve arbeidsovereenkomst kan leiden kunnen worden | 41 van deze collectieve arbeidsovereenkomst kan leiden kunnen worden |
onderzocht door het verzoeningsbureau van het PC 319. | onderzocht door het verzoeningsbureau van het PC 319. |
HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen |
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking vanaf 1 |
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking vanaf 1 |
januari 2000 en is gesloten voor onbepaalde tijd. | januari 2000 en is gesloten voor onbepaalde tijd. |
Zij kan worden opgezegd door elk van de partijen, mits een opzegging | Zij kan worden opgezegd door elk van de partijen, mits een opzegging |
van zes maanden gericht bij een ter post aangetekende brief aan de | van zes maanden gericht bij een ter post aangetekende brief aan de |
voorzitter van het Paritair Comité voor de opvoedings- en | voorzitter van het Paritair Comité voor de opvoedings- en |
huisvestingsinrichtingen. | huisvestingsinrichtingen. |
De organisatie welke daartoe het initiatief verbindt er zich toe de | De organisatie welke daartoe het initiatief verbindt er zich toe de |
redenen van haar opzegging bekend te maken en gelijktijdig | redenen van haar opzegging bekend te maken en gelijktijdig |
amendementsvoorstellen in te dienen, waaromtrent de ondertekende | amendementsvoorstellen in te dienen, waaromtrent de ondertekende |
organisaties de verbintenis aangaan deze binnen de maand na ontvangst | organisaties de verbintenis aangaan deze binnen de maand na ontvangst |
in het paritair comité te bespreken.". | in het paritair comité te bespreken.". |
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen |
Art. 9.§ 1. De gunstigere bepalingen die worden toegepast in de |
Art. 9.§ 1. De gunstigere bepalingen die worden toegepast in de |
inrichtingen en diensten blijven van toepassing. | inrichtingen en diensten blijven van toepassing. |
§ 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een | § 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een |
onbepaalde duur. Zij treedt in werking op 25 juni 2024. | onbepaalde duur. Zij treedt in werking op 25 juni 2024. |
§ 3. Elke partij kan er een einde aan stellen met een | § 3. Elke partij kan er een einde aan stellen met een |
opzeggingstermijn van zes maanden per aangetekende brief gericht aan | opzeggingstermijn van zes maanden per aangetekende brief gericht aan |
de voorzitter van het paritair comité. | de voorzitter van het paritair comité. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 december | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 december |
2024. | 2024. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |