gepubliceerd op 27 december 2024
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2024, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten, tot invoering van een hoofdstuk VIIbis in de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 maart 2000 betreffende het statuut van de vakbondsafvaardigingen
14 DECEMBER 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2024, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten, tot invoering van een hoofdstuk VIIbis in de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 maart 2000 betreffende het statuut van de vakbondsafvaardigingen (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten;
Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2024, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten, tot invoering van een hoofdstuk VIIbis in de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 maart 2000 betreffende het statuut van de vakbondsafvaardigingen.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 december 2024.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2024 Invoering van een hoofdstuk VIIbis in de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 maart 2000 betreffende het statuut van de vakbondsafvaardigingen (Overeenkomst geregistreerd op 22 oktober 2024 onder het nummer 190158/CO/319)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de inrichtingen en diensten die ressorteren onder het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten die erkend en/of gesubsidieerd worden door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest. § 2. Onder "werknemers" wordt verstaan : de vrouwelijke en mannelijke bedienden, de arbeiders en arbeidsters.
HOOFDSTUK II. - Algemene principes
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten met toepassing van het protocolakkoord 2021-2024 van 23 december 2021 voor de non-profitsectoren van de Franse Gemeenschapscommissie, van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest.
Art. 3.De bepalingen na artikel 37 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 maart 2000 betreffende het statuut van de vakbondsafvaardigingen, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen (overeenkomst geregistreerd op 11 mei 2000 onder het nummer 54872/CO/319) worden volledig vervangen door : "
Art. 38.Ter uitvoering van het nationaal interprofessioneel akkoord van 15 juni 1971 en in het bijzonder van punt 7, menen de ondertekenende partijen dat binnen de beperkingen die hierna zijn vastgesteld, bepaalde faciliteiten moeten worden toegekend aan de vertegenwoordigers van het personeel, met het oog op hun deelname aan opleidingen die hen in staat stellen om hun opdracht te volbrengen.
Art. 4.Hiervoor wordt het noodzakelijke urenkrediet ter beschikking gesteld van de ondertekenende werknemersorganisaties die vertegenwoordigd zijn in de comités voor preventie en bescherming op het werk, van de ondernemingsraden en van de vakbondsafvaardigingen in de inrichtingen en diensten, opdat zij hun afgevaardigden, zonder loonverlies, de cursussen zouden kunnen laten volgen : 1. die worden georganiseerd door de ondertekenende representatieve werknemersorganisaties en, 2.met het oog op het vervolmaken van hun economische, sociale en technische kennis die noodzakelijk is voor het volbrengen van hun taken van personeelsvertegenwoordigers.
Art. 5.§ 1. Het toegestane aantal afwezigheidsdagen ter beschikking gesteld van een bepaalde representatieve werknemersorganisatie is, voor de totale duur van de mandaten, gelijk aan twintig keer het totaal aantal toegekende of verkregen effectieve zetels op de lijst die wordt voorgesteld door deze representatieve werknemersorganisatie in het comité voor preventie en bescherming op het werk, de ondernemingsraad en de vakbondsafvaardiging. § 2. Deze afwezigheid om de cursussen te volgen mag niet minder dan één dag bedragen. § 3. De betrokken afgevaardigden hebben de mogelijkheid om de recuperatie te vragen van de rustdag die samenvalt met een cursusdag zoals hieronder beschreven in artikel 40, § 1 en § 2; in dit geval wordt deze cursusdag afgetrokken van het globaal krediet toegekend overeenkomstig § 1 van dit artikel.
Art. 6.De representatieve werknemersorganisaties moeten, ten minste een maand tevoren, een schriftelijk verzoekschrift richten aan de betrokken werkgever, teneinde het nodige verlof te verkrijgen opdat de betrokken leden zouden kunnen deelnemen aan de cursussen.
Dit verzoekschrift moet het volgende bevatten : 1. de lijst met namen van de vakbondsafgevaardigden voor wie het verlof wordt aangevraagd, alsook de duur van hun afwezigheid;2. de datum en de duur van de georganiseerde cursus;3. de agenda en het samenvattend programma van de cursussen. De werkgever geeft een gunstig gevolg aan dit verzoekschrift voor zover de aanwezigheid van de betrokken personen op de data die vastgesteld zijn voor de cursussen niet absoluut noodzakelijk is om de continuïteit en de normale werking van de diensten te waarborgen.
In geval van overmacht waardoor om dringende dienstredenen een persoon de cursussen niet kan volgen op de data voor dewelke de werkgever zijn akkoord had gegeven, verwittigt deze onmiddellijk de betrokken vakorganisatie.
Art. 7.Alle geschillen waartoe de toepassing van de artikelen 40 en 41 van deze collectieve arbeidsovereenkomst kan leiden kunnen worden onderzocht door het verzoeningsbureau van het PC 319.
HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking vanaf 1 januari 2000 en is gesloten voor onbepaalde tijd.
Zij kan worden opgezegd door elk van de partijen, mits een opzegging van zes maanden gericht bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen.
De organisatie welke daartoe het initiatief verbindt er zich toe de redenen van haar opzegging bekend te maken en gelijktijdig amendementsvoorstellen in te dienen, waaromtrent de ondertekende organisaties de verbintenis aangaan deze binnen de maand na ontvangst in het paritair comité te bespreken.".
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 9.§ 1. De gunstigere bepalingen die worden toegepast in de inrichtingen en diensten blijven van toepassing. § 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een onbepaalde duur. Zij treedt in werking op 25 juni 2024. § 3. Elke partij kan er een einde aan stellen met een opzeggingstermijn van zes maanden per aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het paritair comité.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 december 2024.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE