| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf, tot vaststelling van de lonen | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf, tot vaststelling van de lonen |
|---|---|
| MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
| 14 DECEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 14 DECEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
| wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, |
| gesloten in het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf, tot | gesloten in het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf, tot |
| vaststelling van de lonen (1) | vaststelling van de lonen (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf; | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf; |
| Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, |
| gesloten in het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf, tot | gesloten in het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf, tot |
| vaststelling van de lonen. | vaststelling van de lonen. |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid belast met de uitvoering van |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 14 december 2001. | Gegeven te Brussel, 14 december 2001. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf | Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999 |
| Vaststelling van de lonen | Vaststelling van de lonen |
| (Overeenkomst geregistreerd op 11 juni 1999 | (Overeenkomst geregistreerd op 11 juni 1999 |
| onder het nummer 50922/CO/146) | onder het nummer 50922/CO/146) |
| HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen | de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen |
| welke ressorteren onder het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf. | welke ressorteren onder het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf. |
| HOOFDSTUK II. - Lonen | HOOFDSTUK II. - Lonen |
| A. Minimumuurlonen | A. Minimumuurlonen |
Art. 2.Het minimumuurloon van de in artikel 1 bedoelde werklieden en |
Art. 2.Het minimumuurloon van de in artikel 1 bedoelde werklieden en |
| werksters wordt op basis van een wekelijkse arbeidsduur van 38 uren, | werksters wordt op basis van een wekelijkse arbeidsduur van 38 uren, |
| op 1 januari 1999 vastgesteld op 287,30 BEF. | op 1 januari 1999 vastgesteld op 287,30 BEF. |
Art. 3.Het minimumuurloon en het werkelijk betaalde uurloon wordt op |
Art. 3.Het minimumuurloon en het werkelijk betaalde uurloon wordt op |
| 1 oktober 1999 verhoogd met 3,5 BEF per uur en op 1 juli 2000 met 3 | 1 oktober 1999 verhoogd met 3,5 BEF per uur en op 1 juli 2000 met 3 |
| BEF per uur, uitgezonderd het loon dat op de in artikel 8 bepaalde | BEF per uur, uitgezonderd het loon dat op de in artikel 8 bepaalde |
| werkzaamheden betrekking heeft. | werkzaamheden betrekking heeft. |
| Deze lonen worden gekoppeld aan het indexcijfer van de | Deze lonen worden gekoppeld aan het indexcijfer van de |
| consumptieprijzen overeenkomstig de bepalingen van de collectieve | consumptieprijzen overeenkomstig de bepalingen van de collectieve |
| arbeidsovereenkomst van 11 juni 1975, gesloten in het Paritair Comité | arbeidsovereenkomst van 11 juni 1975, gesloten in het Paritair Comité |
| voor het bosbouwbedrijf, tot koppeling van de lonen aan het | voor het bosbouwbedrijf, tot koppeling van de lonen aan het |
| indexcijfer van de consumptieprijzen, algemeen verbindend verklaard | indexcijfer van de consumptieprijzen, algemeen verbindend verklaard |
| bij koninklijk besluit van 19 februari 1976, bekendgemaakt in het | bij koninklijk besluit van 19 februari 1976, bekendgemaakt in het |
| Belgisch Staatsblad van 22 april 1976. | Belgisch Staatsblad van 22 april 1976. |
Art. 4.Het minimumuurloon van de minderjarige werklieden en werksters |
Art. 4.Het minimumuurloon van de minderjarige werklieden en werksters |
| wordt vastgesteld op de volgende percentages van het voorziene | wordt vastgesteld op de volgende percentages van het voorziene |
| minimumuurloon : | minimumuurloon : |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
Art. 5.De minderjarige werklieden en werksters die met hetzelfde |
Art. 5.De minderjarige werklieden en werksters die met hetzelfde |
| rendement het werk van de meerderjarige werklieden en werksters | rendement het werk van de meerderjarige werklieden en werksters |
| verrichten, hebben recht op het minimumuurloon van de meerderjarige | verrichten, hebben recht op het minimumuurloon van de meerderjarige |
| werklieden en werksters van hun categorie. | werklieden en werksters van hun categorie. |
Art. 6.Een loonbijslag gelijk aan 15 pct. van het normaal loon wordt |
Art. 6.Een loonbijslag gelijk aan 15 pct. van het normaal loon wordt |
| toegekend aan de werklieden en werksters die eender welk mechanisch | toegekend aan de werklieden en werksters die eender welk mechanisch |
| werktuig gebruiken en dit gedurende de uren dat zij het bezigen. | werktuig gebruiken en dit gedurende de uren dat zij het bezigen. |
| B. Gevaarlijke of ongezonde werken | B. Gevaarlijke of ongezonde werken |
Art. 7.De werklieden en werksters die gevaarlijke of ongezonde werken |
Art. 7.De werklieden en werksters die gevaarlijke of ongezonde werken |
| verrichten ontvangen een loonbijslag van 25 pct. van hun normaal loon | verrichten ontvangen een loonbijslag van 25 pct. van hun normaal loon |
| voor de aan deze werken bestede tijd. | voor de aan deze werken bestede tijd. |
| Deze bijslag is slechts verschuldigd voor de volgende werkzaamheden : | Deze bijslag is slechts verschuldigd voor de volgende werkzaamheden : |
| - het snoeien verricht door middel van ladders of krammen; | - het snoeien verricht door middel van ladders of krammen; |
| - reinigingswerken bestaande uit het wegruimen van stinkend slijk; | - reinigingswerken bestaande uit het wegruimen van stinkend slijk; |
| - besproeiingswerken. | - besproeiingswerken. |
| C. Bosontginningswerken verricht door de eigenaar | C. Bosontginningswerken verricht door de eigenaar |
Art. 8.De eigenlijke bosontginningen welke met handelsdoeleinden |
Art. 8.De eigenlijke bosontginningen welke met handelsdoeleinden |
| worden ondernomen en worden verricht door werklieden die gewoonlijk | worden ondernomen en worden verricht door werklieden die gewoonlijk |
| door de eigenaars worden tewerkgesteld of bij uitzondering of | door de eigenaars worden tewerkgesteld of bij uitzondering of |
| hoofdzakelijk worden in dienst genomen tot dit doel, worden beloond op | hoofdzakelijk worden in dienst genomen tot dit doel, worden beloond op |
| grond en volgens de schommelingen en de modaliteiten van toepassing op | grond en volgens de schommelingen en de modaliteiten van toepassing op |
| de lonen vastgesteld door het Paritair Subcomité voor de | de lonen vastgesteld door het Paritair Subcomité voor de |
| bosontginningen, betreffende de minimumlonen in de bosontginningen, | bosontginningen, betreffende de minimumlonen in de bosontginningen, |
| onverminderd de bevoegdheid van dit paritair subcomité. | onverminderd de bevoegdheid van dit paritair subcomité. |
| HOOFDSTUK III. - Geldigheid | HOOFDSTUK III. - Geldigheid |
Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
| januari 1999 en wordt gesloten voor een onbepaalde duur. | januari 1999 en wordt gesloten voor een onbepaalde duur. |
| Elk van de contracterende partijen kan ze opzeggen mits een | Elk van de contracterende partijen kan ze opzeggen mits een |
| opzeggingstermijn van drie maanden, te betekenen bij een ter post | opzeggingstermijn van drie maanden, te betekenen bij een ter post |
| aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité | aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité |
| voor het bosbouwbedrijf. | voor het bosbouwbedrijf. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 december | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 december |
| 2001. | 2001. |
| De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |