Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende het protocol van sectoraal akkoord 2021-2022 | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende het protocol van sectoraal akkoord 2021-2022 |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
13 OKTOBER 2022. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 13 OKTOBER 2022. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november |
2021, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de | 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de |
non-ferro metalen, betreffende het protocol van sectoraal akkoord | non-ferro metalen, betreffende het protocol van sectoraal akkoord |
2021-2022 (1) | 2021-2022 (1) |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van de | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van de |
non-ferro metalen; | non-ferro metalen; |
Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2021, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2021, |
gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro | gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro |
metalen, betreffende het protocol van sectoraal akkoord 2021-2022. | metalen, betreffende het protocol van sectoraal akkoord 2021-2022. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
dit besluit. | dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 13oktober 2022. | Gegeven te Brussel, 13oktober 2022. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen | Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2021 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2021 |
Protocol van sectoraal akkoord 2021-2022 | Protocol van sectoraal akkoord 2021-2022 |
(Overeenkomst geregistreerd op 26 april 2022 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 26 april 2022 onder het nummer |
172227/CO/224) | 172227/CO/224) |
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
de ondernemingen die afhangen van het Paritair Comité voor de | de ondernemingen die afhangen van het Paritair Comité voor de |
bedienden van de non-ferro metalen en op de bedienden die zij | bedienden van de non-ferro metalen en op de bedienden die zij |
tewerkstellen. | tewerkstellen. |
Onder "bedienden" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke | Onder "bedienden" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke |
bedienden bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 | bedienden bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 |
december 2001 (61401/CO/224) houdende de functieclassificatie voor de | december 2001 (61401/CO/224) houdende de functieclassificatie voor de |
bedienden. | bedienden. |
HOOFDSTUK II. - Neerlegging | HOOFDSTUK II. - Neerlegging |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt neergelegd ter |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt neergelegd ter |
Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van | Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van |
de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg | de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg |
overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 november | overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 november |
1969 tot vaststelling van de modaliteiten van neerlegging van de | 1969 tot vaststelling van de modaliteiten van neerlegging van de |
collectieve arbeidsovereenkomsten. | collectieve arbeidsovereenkomsten. |
HOOFDSTUK III. - Koopkracht | HOOFDSTUK III. - Koopkracht |
Afdeling 1. - Recurrente enveloppe 2022 | Afdeling 1. - Recurrente enveloppe 2022 |
Art. 3.Aan de ondernemingen wordt op 1 januari 2022 een overdraagbare |
Art. 3.Aan de ondernemingen wordt op 1 januari 2022 een overdraagbare |
enveloppe ter beschikking gesteld die gelijk is aan 0,4 pct. van de | enveloppe ter beschikking gesteld die gelijk is aan 0,4 pct. van de |
loonmassa. | loonmassa. |
Indien het overleg op ondernemingsniveau niet tot overeenstemming | Indien het overleg op ondernemingsniveau niet tot overeenstemming |
leidt tegen 24 december 2021, worden de effectieve bruto maandlonen op | leidt tegen 24 december 2021, worden de effectieve bruto maandlonen op |
1 januari 2022 verhoogd met 0,4 pct. | 1 januari 2022 verhoogd met 0,4 pct. |
De modaliteiten voor de ondernemingsenveloppe of de verhoging van de | De modaliteiten voor de ondernemingsenveloppe of de verhoging van de |
lonen zijn opgenomen in een afzonderlijke collectieve | lonen zijn opgenomen in een afzonderlijke collectieve |
arbeidsovereenkomst "budget". | arbeidsovereenkomst "budget". |
Afdeling 2. - Alternatieve invulling harmonisatiepremie | Afdeling 2. - Alternatieve invulling harmonisatiepremie |
Art. 4.Ondernemingen die bij gebrek aan akkoord vóór 31 juli 2019 op |
Art. 4.Ondernemingen die bij gebrek aan akkoord vóór 31 juli 2019 op |
basis van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 september 2019 | basis van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 september 2019 |
betreffende het budget (registratienummer : 153811/CO/224) de | betreffende het budget (registratienummer : 153811/CO/224) de |
eenmalige harmonisatiepremie hebben betaald, kunnen kiezen voor een | eenmalige harmonisatiepremie hebben betaald, kunnen kiezen voor een |
andere en equivalente besteding van onbepaalde duur van deze premie. | andere en equivalente besteding van onbepaalde duur van deze premie. |
Indien dit overleg niet tot overeenstemming leidt tegen 24 december | Indien dit overleg niet tot overeenstemming leidt tegen 24 december |
2021, wordt de harmonisatiepremie van 100 EUR bruto per bediende per | 2021, wordt de harmonisatiepremie van 100 EUR bruto per bediende per |
jaar betaald respectievelijk op 27 december 2021 en 1 juli 2022. | jaar betaald respectievelijk op 27 december 2021 en 1 juli 2022. |
De modaliteiten voor de toekenning zijn opgenomen in een afzonderlijke | De modaliteiten voor de toekenning zijn opgenomen in een afzonderlijke |
collectieve arbeidsovereenkomst "budget". | collectieve arbeidsovereenkomst "budget". |
Afdeling 3. - Alternatieve invulling ecocheques | Afdeling 3. - Alternatieve invulling ecocheques |
Art. 5.§ 1. Ondernemingen die ertoe gehouden zijn ecocheques toe te |
Art. 5.§ 1. Ondernemingen die ertoe gehouden zijn ecocheques toe te |
kennen op basis van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 september | kennen op basis van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 september |
2019 betreffende de ecocheques (registratienummer : 153812/CO/224), | 2019 betreffende de ecocheques (registratienummer : 153812/CO/224), |
kunnen kiezen voor een andere en equivalente besteding van onbepaalde | kunnen kiezen voor een andere en equivalente besteding van onbepaalde |
duur van de ecocheques. | duur van de ecocheques. |
Indien dit overleg niet tot overeenstemming leidt tegen 24 december | Indien dit overleg niet tot overeenstemming leidt tegen 24 december |
2021, dan blijven de bestaande ecocheques ten bedrage van 250 EUR per | 2021, dan blijven de bestaande ecocheques ten bedrage van 250 EUR per |
bediende per jaar onverkort van kracht. | bediende per jaar onverkort van kracht. |
De modaliteiten voor de alternatieve invulling zijn opgenomen in een | De modaliteiten voor de alternatieve invulling zijn opgenomen in een |
afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst "budget". | afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst "budget". |
§ 2. Aan de met effectief gewerkte dagen gelijkgestelde dagen | § 2. Aan de met effectief gewerkte dagen gelijkgestelde dagen |
opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst "ecocheques" worden | opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst "ecocheques" worden |
toegevoegd : "alle dagen profylactisch verlof, pleegouderverlof en | toegevoegd : "alle dagen profylactisch verlof, pleegouderverlof en |
adoptieverlof". | adoptieverlof". |
Afdeling 4. - Eenmalige enveloppe 2021 | Afdeling 4. - Eenmalige enveloppe 2021 |
Art. 6.De ondernemingen kunnen een niet recurrente beschikbare |
Art. 6.De ondernemingen kunnen een niet recurrente beschikbare |
loonmarge van 200 EUR, verhoogd met de werkgeverslasten, op een | loonmarge van 200 EUR, verhoogd met de werkgeverslasten, op een |
bedrijfsspecifieke manier invullen overeenkomstig de procedure | bedrijfsspecifieke manier invullen overeenkomstig de procedure |
voorzien voor de recurrente enveloppe 2022. | voorzien voor de recurrente enveloppe 2022. |
Indien het overleg op ondernemingsvlak tegen 24 december 2021 niet | Indien het overleg op ondernemingsvlak tegen 24 december 2021 niet |
uitmondt in een akkoord, dient de onderneming aan de bedienden in | uitmondt in een akkoord, dient de onderneming aan de bedienden in |
dienst op datum van 30 november 2021 een forfaitaire bruto premie van | dienst op datum van 30 november 2021 een forfaitaire bruto premie van |
200 EUR toe te kennen. | 200 EUR toe te kennen. |
De modaliteiten voor de toekenning zijn opgenomen in een afzonderlijke | De modaliteiten voor de toekenning zijn opgenomen in een afzonderlijke |
collectieve arbeidsovereenkomst "budget". | collectieve arbeidsovereenkomst "budget". |
Afdeling 5. - Coronapremie | Afdeling 5. - Coronapremie |
Art. 7.Uiterlijk op 31 december 2021 kennen de ondernemingen die aan |
Art. 7.Uiterlijk op 31 december 2021 kennen de ondernemingen die aan |
de voorwaarden voldoen, een eenmalige coronapremie toe onder de vorm | de voorwaarden voldoen, een eenmalige coronapremie toe onder de vorm |
zoals bedoeld in artikel 19quinquies, § 4 van het koninklijk besluit | zoals bedoeld in artikel 19quinquies, § 4 van het koninklijk besluit |
van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot | van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot |
herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de | herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de |
maatschappelijke zekerheid der arbeiders, zoals gewijzigd door het | maatschappelijke zekerheid der arbeiders, zoals gewijzigd door het |
koninklijk besluit van 21 juli 2021 (Belgisch Staatsblad van 29 juli | koninklijk besluit van 21 juli 2021 (Belgisch Staatsblad van 29 juli |
2021). | 2021). |
Het bedrag van de eenmalige coronapremie is afhankelijk van het | Het bedrag van de eenmalige coronapremie is afhankelijk van het |
positief resultaat dat de onderneming tijdens de referteperiode 2020 | positief resultaat dat de onderneming tijdens de referteperiode 2020 |
heeft gerealiseerd uitgedrukt in ROCE : | heeft gerealiseerd uitgedrukt in ROCE : |
- tussen 0 en 5 pct. : 300 EUR; | - tussen 0 en 5 pct. : 300 EUR; |
- vanaf 5 pct. en kleiner dan 7,5 pct. : 400 EUR; | - vanaf 5 pct. en kleiner dan 7,5 pct. : 400 EUR; |
- gelijk aan of groter dan 7,5 pct. : 500 EUR. | - gelijk aan of groter dan 7,5 pct. : 500 EUR. |
Het bedrag van de eenmalige coronapremie kan worden aangepast in | Het bedrag van de eenmalige coronapremie kan worden aangepast in |
functie van : | functie van : |
- de keuze van elk bedrijf om voor het jaar 2021 een alternatieve | - de keuze van elk bedrijf om voor het jaar 2021 een alternatieve |
invulling te geven aan (een deel van) de eenmalige enveloppe 2021 in | invulling te geven aan (een deel van) de eenmalige enveloppe 2021 in |
de mate dat het maximum bedrag van 500 EUR dat als coronapremie | de mate dat het maximum bedrag van 500 EUR dat als coronapremie |
betaald kan worden, nog niet bereikt is; | betaald kan worden, nog niet bereikt is; |
- de aanrekening van wat als netto premie omwille van corona betaald | - de aanrekening van wat als netto premie omwille van corona betaald |
is na 8 juni 2021. | is na 8 juni 2021. |
De ondernemingen kunnen een alternatieve invulling geven aan de | De ondernemingen kunnen een alternatieve invulling geven aan de |
coronapremie volgens dezelfde principes als van toepassing zijn op de | coronapremie volgens dezelfde principes als van toepassing zijn op de |
recurrente enveloppe 2022. | recurrente enveloppe 2022. |
De modaliteiten voor de toekenning zijn opgenomen in een afzonderlijke | De modaliteiten voor de toekenning zijn opgenomen in een afzonderlijke |
collectieve arbeidsovereenkomst. | collectieve arbeidsovereenkomst. |
Afdeling 6. - Resultaatsgebonden voordelen (ROCE) | Afdeling 6. - Resultaatsgebonden voordelen (ROCE) |
Art. 8.Vanaf de referteperiode die samenvalt met het kalenderjaar |
Art. 8.Vanaf de referteperiode die samenvalt met het kalenderjaar |
2022, of in voorkomend geval met het verschoven boekjaar dat aanvangt | 2022, of in voorkomend geval met het verschoven boekjaar dat aanvangt |
in 2022 (bijvoorbeeld 1 april 2022 tot 31 maart 2023), wordt de schaal | in 2022 (bijvoorbeeld 1 april 2022 tot 31 maart 2023), wordt de schaal |
voor de berekening van het toe te kennen voordeel bepaald in de | voor de berekening van het toe te kennen voordeel bepaald in de |
collectieve arbeidsovereenkomst van 16 april 2008 (88098/CO/224) | collectieve arbeidsovereenkomst van 16 april 2008 (88098/CO/224) |
betreffende de omzetting van een bestaand plan betreffende voordelen, | betreffende de omzetting van een bestaand plan betreffende voordelen, |
gebonden aan de collectieve resultaten van de onderneming, genaamd | gebonden aan de collectieve resultaten van de onderneming, genaamd |
"variabele bonus" in een plan betreffende resultaatsgebonden voordelen | "variabele bonus" in een plan betreffende resultaatsgebonden voordelen |
als volgt aangepast. | als volgt aangepast. |
Bijgevolg varieert vanaf voormelde referteperiode het toe te kennen | Bijgevolg varieert vanaf voormelde referteperiode het toe te kennen |
voordeel overeenkomstig volgende schaal : | voordeel overeenkomstig volgende schaal : |
Rendabiliteit van de onderneming, uitgedrukt in ROCE | Rendabiliteit van de onderneming, uitgedrukt in ROCE |
Grootte van het voordeel uitgedrukt in percentage van het individueel | Grootte van het voordeel uitgedrukt in percentage van het individueel |
brutoloon van de bediende verdiend tijdens de referteperiode | brutoloon van de bediende verdiend tijdens de referteperiode |
Rentabilité de l'entreprise, exprimée en ROCE | Rentabilité de l'entreprise, exprimée en ROCE |
Grandeur de l'avantage exprimé en pourcentage du salaire brut | Grandeur de l'avantage exprimé en pourcentage du salaire brut |
individuel de l'employé gagné pendant la période de référence | individuel de l'employé gagné pendant la période de référence |
Kleiner dan 3 pct. | Kleiner dan 3 pct. |
0 pct. | 0 pct. |
Inférieure à 3 p.c. | Inférieure à 3 p.c. |
0 p.c. | 0 p.c. |
Groter dan of gelijk aan 3 pct. en kleiner dan 5 pct. | Groter dan of gelijk aan 3 pct. en kleiner dan 5 pct. |
0,5 pct. | 0,5 pct. |
Supérieure ou égale à 3 p.c. et inférieure à 5 p.c. | Supérieure ou égale à 3 p.c. et inférieure à 5 p.c. |
0,5 p.c. | 0,5 p.c. |
Groter dan of gelijk aan 5 pct. en kleiner dan 7 pct. | Groter dan of gelijk aan 5 pct. en kleiner dan 7 pct. |
1,4 pct. | 1,4 pct. |
Supérieure ou égale à 5 p.c. et inférieure à 7,5 p.c. | Supérieure ou égale à 5 p.c. et inférieure à 7,5 p.c. |
1,4 p.c. | 1,4 p.c. |
Groter dan of gelijk aan 7,5 pct. en kleiner dan 10 pct. | Groter dan of gelijk aan 7,5 pct. en kleiner dan 10 pct. |
1,7 pct. | 1,7 pct. |
Supérieure ou égale à 7,5 p.c. et inférieure à 10 p.c. | Supérieure ou égale à 7,5 p.c. et inférieure à 10 p.c. |
1,7 p.c. | 1,7 p.c. |
Groter dan of gelijk aan 10 pct. en kleiner dan 12,5 pct. | Groter dan of gelijk aan 10 pct. en kleiner dan 12,5 pct. |
1,8 pct. | 1,8 pct. |
Supérieure ou égale à 10 p.c. et inférieure à 12,5 p.c. | Supérieure ou égale à 10 p.c. et inférieure à 12,5 p.c. |
1,8 p.c. | 1,8 p.c. |
Groter dan of gelijk aan 12,5 pct. en kleiner dan 15 pct. | Groter dan of gelijk aan 12,5 pct. en kleiner dan 15 pct. |
2,1 pct. | 2,1 pct. |
Supérieure ou égale à 12,5 p.c. et inférieure à 15 p.c. | Supérieure ou égale à 12,5 p.c. et inférieure à 15 p.c. |
2,1 p.c. | 2,1 p.c. |
Groter dan of gelijk aan 15 pct. en kleiner dan 17,5 pct. | Groter dan of gelijk aan 15 pct. en kleiner dan 17,5 pct. |
2,8 pct. | 2,8 pct. |
Supérieure ou égale à 15 p.c. et inférieure à 17,5 p.c. | Supérieure ou égale à 15 p.c. et inférieure à 17,5 p.c. |
2,8 p.c. | 2,8 p.c. |
Groter dan of gelijk aan 17,5 pct. en kleiner dan 20 pct. | Groter dan of gelijk aan 17,5 pct. en kleiner dan 20 pct. |
3,5 pct. | 3,5 pct. |
Supérieure ou égale à 17,5 p.c. et inférieure à 20 p.c. | Supérieure ou égale à 17,5 p.c. et inférieure à 20 p.c. |
3,5 p.c. | 3,5 p.c. |
Groter dan of gelijk aan 20 pct. | Groter dan of gelijk aan 20 pct. |
4,1 pct. | 4,1 pct. |
Supérieure ou égale à 20 p.c. | Supérieure ou égale à 20 p.c. |
4,1 p.c. | 4,1 p.c. |
Dit artikel geldt voor onbepaalde duur. | Dit artikel geldt voor onbepaalde duur. |
Afdeling 7. - Verhoging van het sectoraal minimumloon en de sectorale | Afdeling 7. - Verhoging van het sectoraal minimumloon en de sectorale |
weddeschaal | weddeschaal |
Art. 9.Op 1 januari 2022 wordt de gewaarborgde minimumwedde verhoogd |
Art. 9.Op 1 januari 2022 wordt de gewaarborgde minimumwedde verhoogd |
naar 1 914,68 EUR en op 1 april 2022 naar 2 000 EUR. | naar 1 914,68 EUR en op 1 april 2022 naar 2 000 EUR. |
Een verder groeipad wordt zoals voorzien in het advies van de | Een verder groeipad wordt zoals voorzien in het advies van de |
Nationale Arbeidsraad nr. 2237 geëvalueerd eind januari 2024 met het | Nationale Arbeidsraad nr. 2237 geëvalueerd eind januari 2024 met het |
oog op een aanpassing respectievelijk in 2024 en 2026. | oog op een aanpassing respectievelijk in 2024 en 2026. |
Art. 10.Op 1 januari 2022 wordt het loonbarema verhoogd met 0,4 pct. |
Art. 10.Op 1 januari 2022 wordt het loonbarema verhoogd met 0,4 pct. |
De aangepaste sectorale weddeschaal wordt opgenomen in een aparte | De aangepaste sectorale weddeschaal wordt opgenomen in een aparte |
collectieve arbeidsovereenkomst. | collectieve arbeidsovereenkomst. |
Afdeling 8. - Paritaire verklaring loondegressiviteit jongeren | Afdeling 8. - Paritaire verklaring loondegressiviteit jongeren |
Art. 11.De sociale partners van de sector verklaren hierbij de |
Art. 11.De sociale partners van de sector verklaren hierbij de |
loondegressiviteit niet opnieuw in te voeren voor zij die de | loondegressiviteit niet opnieuw in te voeren voor zij die de |
arbeidsmarkt betreden en jonger dan 21 jaar zijn. | arbeidsmarkt betreden en jonger dan 21 jaar zijn. |
De sector heeft zelf enkele jaren geleden de loondegressiviteit voor | De sector heeft zelf enkele jaren geleden de loondegressiviteit voor |
jongeren afgeschaft. | jongeren afgeschaft. |
Afdeling 9. - Eindejaarspremie | Afdeling 9. - Eindejaarspremie |
Art. 12.In de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst met |
Art. 12.In de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst met |
betrekking tot de toekenning van een eindejaarspremie zal volgende | betrekking tot de toekenning van een eindejaarspremie zal volgende |
gelijkstelling met effectief gewerkte dagen worden toegevoegd : "alle | gelijkstelling met effectief gewerkte dagen worden toegevoegd : "alle |
dagen profylactisch verlof, pleegouderverlof en adoptieverlof". | dagen profylactisch verlof, pleegouderverlof en adoptieverlof". |
Afdeling 10. - Bestaanszekerheid | Afdeling 10. - Bestaanszekerheid |
Art. 13.Partijen komen overeen om in een afzonderlijke sectorale |
Art. 13.Partijen komen overeen om in een afzonderlijke sectorale |
collectieve arbeidsovereenkomst de toegang mogelijk te maken tot het | collectieve arbeidsovereenkomst de toegang mogelijk te maken tot het |
stelsel van economische werkloosheid voor bedienden : | stelsel van economische werkloosheid voor bedienden : |
- Bedrijven met een syndicale delegatie voeren zowel bij de invoering | - Bedrijven met een syndicale delegatie voeren zowel bij de invoering |
ervan overleg met de syndicale delegatie als bij de maandelijkse | ervan overleg met de syndicale delegatie als bij de maandelijkse |
opvolging; | opvolging; |
- Bedrijven zonder syndicale delegatie voeren een analoog overleg met | - Bedrijven zonder syndicale delegatie voeren een analoog overleg met |
de werknemers en brengen de voorzitter van het paritair comité daarvan | de werknemers en brengen de voorzitter van het paritair comité daarvan |
op de hoogte. | op de hoogte. |
Art. 14.De regeling van een werkgeverstoeslag bij tijdelijke |
Art. 14.De regeling van een werkgeverstoeslag bij tijdelijke |
werkloosheid zoals deze van toepassing is bij de arbeiders zal daarbij | werkloosheid zoals deze van toepassing is bij de arbeiders zal daarbij |
eveneens per collectieve arbeidsovereenkomst toepasselijk gemaakt | eveneens per collectieve arbeidsovereenkomst toepasselijk gemaakt |
worden op de bedienden. | worden op de bedienden. |
HOOFDSTUK IV. - Werkzekerheid | HOOFDSTUK IV. - Werkzekerheid |
Art. 15.De bestaande werkzekerheidsclausule wordt verlengd tot 30 |
Art. 15.De bestaande werkzekerheidsclausule wordt verlengd tot 30 |
juni 2023. | juni 2023. |
HOOFDSTUK V. -Arbeidsorganisatie en loopbaanplanning | HOOFDSTUK V. -Arbeidsorganisatie en loopbaanplanning |
Afdeling 1. - Stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) | Afdeling 1. - Stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) |
Art. 16.De sectorale sociale partners komen overeen om op sectoraal |
Art. 16.De sectorale sociale partners komen overeen om op sectoraal |
vlak in te tekenen op alle Nationale Arbeidsraad collectieve | vlak in te tekenen op alle Nationale Arbeidsraad collectieve |
kaderarbeidsovereenkomsten rond SWT, inclusief de bepaling omtrent de | kaderarbeidsovereenkomsten rond SWT, inclusief de bepaling omtrent de |
mogelijkheid tot vrijstelling van aangepaste beschikbaarheid. | mogelijkheid tot vrijstelling van aangepaste beschikbaarheid. |
In een aparte collectieve arbeidsovereenkomst zullen de sectorale | In een aparte collectieve arbeidsovereenkomst zullen de sectorale |
sociale partners de toepassing van de bestaande stelsels van | sociale partners de toepassing van de bestaande stelsels van |
werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) bevestigen en verlengen tot 30 | werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) bevestigen en verlengen tot 30 |
juni 2023 en de mogelijkheid tot vrijstelling van aangepaste | juni 2023 en de mogelijkheid tot vrijstelling van aangepaste |
beschikbaarheid tot en met 31 december 2024. | beschikbaarheid tot en met 31 december 2024. |
Afdeling 2. - Tijdskrediet | Afdeling 2. - Tijdskrediet |
Art. 17.De sectorale sociale partners komen overeen de volgende |
Art. 17.De sectorale sociale partners komen overeen de volgende |
regeling voor onbepaalde duur te verlengen : | regeling voor onbepaalde duur te verlengen : |
- het recht op tijdskrediet met motief in een voltijdse of halftijdse | - het recht op tijdskrediet met motief in een voltijdse of halftijdse |
opnamevorm gedurende 36 of 51 maanden. | opnamevorm gedurende 36 of 51 maanden. |
Art. 18.De sectorale sociale partners komen overeen de volgende |
Art. 18.De sectorale sociale partners komen overeen de volgende |
regelingen te verlengen tot 30 juni 2023 : | regelingen te verlengen tot 30 juni 2023 : |
- het recht op landingsbanen voor de bedienden vanaf 50 jaar die een | - het recht op landingsbanen voor de bedienden vanaf 50 jaar die een |
loopbaan van 28 jaar kunnen aantonen; | loopbaan van 28 jaar kunnen aantonen; |
- het recht op landingsbanen voor de bedienden met een lange loopbaan | - het recht op landingsbanen voor de bedienden met een lange loopbaan |
of een zwaar beroep vanaf 55 jaar indien deze bedienden hun prestaties | of een zwaar beroep vanaf 55 jaar indien deze bedienden hun prestaties |
verlagen tot een 4/5de of halftijds regime. | verlagen tot een 4/5de of halftijds regime. |
Partijen bevestigen de alternatieve berekeningswijze van de drempel | Partijen bevestigen de alternatieve berekeningswijze van de drempel |
van 5 pct. via omrekening naar 4 pct. voltijds equivalent (VTE). | van 5 pct. via omrekening naar 4 pct. voltijds equivalent (VTE). |
Partijen vragen aandacht te hebben voor de organiseerbaarheid op | Partijen vragen aandacht te hebben voor de organiseerbaarheid op |
ondernemingsvlak van de toepassing van dit stelsel. | ondernemingsvlak van de toepassing van dit stelsel. |
Afdeling 3. - Anciënniteitsverlof | Afdeling 3. - Anciënniteitsverlof |
Art. 19.Vanaf 1 januari 2022 heeft elke bediende vanaf 20 jaar |
Art. 19.Vanaf 1 januari 2022 heeft elke bediende vanaf 20 jaar |
anciënniteit recht op een dag anciënniteitsverlof. | anciënniteit recht op een dag anciënniteitsverlof. |
Afdeling 4. - Loopbaanverlof | Afdeling 4. - Loopbaanverlof |
Art. 20.Vanaf 1 januari 2022 wordt de bestaande regeling rond |
Art. 20.Vanaf 1 januari 2022 wordt de bestaande regeling rond |
loopbaanverlof uitgebreid met een 4de dag loopbaanverlof in het | loopbaanverlof uitgebreid met een 4de dag loopbaanverlof in het |
laatste jaar in de aanloop naar SWT of naar vervroegd of wettelijk | laatste jaar in de aanloop naar SWT of naar vervroegd of wettelijk |
pensioen. | pensioen. |
Afdeling 5. - Telewerk | Afdeling 5. - Telewerk |
Art. 21.Partijen vragen bijzondere aandacht voor telewerk in de |
Art. 21.Partijen vragen bijzondere aandacht voor telewerk in de |
bijlage 1 bij deze collectieve arbeidsovereenkomst. | bijlage 1 bij deze collectieve arbeidsovereenkomst. |
Afdeling 6. - Deconnectie | Afdeling 6. - Deconnectie |
Art. 22.Partijen vragen bijzondere aandacht voor deconnectie in de |
Art. 22.Partijen vragen bijzondere aandacht voor deconnectie in de |
bijlage 2 bij deze collectieve arbeidsovereenkomst. | bijlage 2 bij deze collectieve arbeidsovereenkomst. |
HOOFDSTUK VI. - Opleiding | HOOFDSTUK VI. - Opleiding |
Afdeling 1. - Risicogroepen | Afdeling 1. - Risicogroepen |
Art. 23.In toepassing van de wet van 27 december 2006 en het |
Art. 23.In toepassing van de wet van 27 december 2006 en het |
koninklijk besluit van 19 februari 2013 worden de bepalingen van de | koninklijk besluit van 19 februari 2013 worden de bepalingen van de |
collectieve arbeidsovereenkomst van 3 september 2019 (153982/CO/224) | collectieve arbeidsovereenkomst van 3 september 2019 (153982/CO/224) |
betreffende de tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven ten gunste | betreffende de tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven ten gunste |
van de risicogroepen verlengd tot 30 juni 2023. | van de risicogroepen verlengd tot 30 juni 2023. |
De bijdrage voorzien in artikel 2 van deze collectieve | De bijdrage voorzien in artikel 2 van deze collectieve |
arbeidsovereenkomst blijft vastgesteld op 0,10 pct. | arbeidsovereenkomst blijft vastgesteld op 0,10 pct. |
Het toepassingsgebied van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt | Het toepassingsgebied van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt |
uitgebreid tot alle bedienden, inclusief de kaderleden. | uitgebreid tot alle bedienden, inclusief de kaderleden. |
Afdeling 2. - Permanente vorming | Afdeling 2. - Permanente vorming |
Art. 24.Vormingsinspanningen |
Art. 24.Vormingsinspanningen |
Om de interprofessionele opleidingsdoelstelling van artikel 11 van de | Om de interprofessionele opleidingsdoelstelling van artikel 11 van de |
wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk te | wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk te |
realiseren, bevestigt de sector de vormingsinspanning van elke | realiseren, bevestigt de sector de vormingsinspanning van elke |
onderneming naar een gemiddelde van 5 dagen opleiding per voltijds | onderneming naar een gemiddelde van 5 dagen opleiding per voltijds |
equivalent per jaar vanaf 2021. | equivalent per jaar vanaf 2021. |
De opleidingen die in aanmerking komen om deze norm te behalen, zijn | De opleidingen die in aanmerking komen om deze norm te behalen, zijn |
de opleidingen zoals gedefinieerd in artikel 9, a) en b) van de wet | de opleidingen zoals gedefinieerd in artikel 9, a) en b) van de wet |
van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk. | van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk. |
Art. 25.Responsabilisering bij de jaarlijkse opleidingsgesprekken |
Art. 25.Responsabilisering bij de jaarlijkse opleidingsgesprekken |
Elke bediende heeft het recht om jaarlijks een loopbaangesprek te | Elke bediende heeft het recht om jaarlijks een loopbaangesprek te |
vragen, in voorkomend geval gekoppeld aan in de onderneming bestaande | vragen, in voorkomend geval gekoppeld aan in de onderneming bestaande |
praktijen omtrent soortgelijke gesprekken. Tijdens dit gesprek kunnen | praktijen omtrent soortgelijke gesprekken. Tijdens dit gesprek kunnen |
onder andere de individuele opleidingsbehoeften of de behoefte aan | onder andere de individuele opleidingsbehoeften of de behoefte aan |
loopbaanbegeleiding besproken worden. | loopbaanbegeleiding besproken worden. |
Om de bespreking van de individuele opleidingsbehoefte te onderbouwen, | Om de bespreking van de individuele opleidingsbehoefte te onderbouwen, |
zal elke bediende die in de loop van een kalenderjaar (of een andere | zal elke bediende die in de loop van een kalenderjaar (of een andere |
periode van 12 kalendermaanden) geen werkgerelateerde opleiding heeft | periode van 12 kalendermaanden) geen werkgerelateerde opleiding heeft |
genoten, een schriftelijk bericht ontvangen met de melding hiervan. | genoten, een schriftelijk bericht ontvangen met de melding hiervan. |
Hij zal er in dit bericht tevens op worden gewezen dat hij zijn | Hij zal er in dit bericht tevens op worden gewezen dat hij zijn |
eventuele opleidingsnood dient te bespreken met zijn leidinggevende, | eventuele opleidingsnood dient te bespreken met zijn leidinggevende, |
bij voorkeur tijdens een loopbaangesprek of tijdens het soortgelijk | bij voorkeur tijdens een loopbaangesprek of tijdens het soortgelijk |
gesprek binnen de onderneming en tevens dat hij ernaar dient te | gesprek binnen de onderneming en tevens dat hij ernaar dient te |
streven om zeker gemiddeld 1 dag (of equivalent aantal uren) vorming | streven om zeker gemiddeld 1 dag (of equivalent aantal uren) vorming |
per jaar te volgen in het kader van het levenslang leren. | per jaar te volgen in het kader van het levenslang leren. |
HOOFDSTUK VII. - Mobiliteit | HOOFDSTUK VII. - Mobiliteit |
Art. 26.Openbaar vervoer |
Art. 26.Openbaar vervoer |
Vanaf 1 februari 2022 komt de werkgever tussen ten bedrage van 80 pct. | Vanaf 1 februari 2022 komt de werkgever tussen ten bedrage van 80 pct. |
van de kost voor het openbaar vervoer. Afhankelijk van het gebruikte | van de kost voor het openbaar vervoer. Afhankelijk van het gebruikte |
vervoersmiddel en de regio wordt daarmee de toepassing van de | vervoersmiddel en de regio wordt daarmee de toepassing van de |
derdebetalersregeling mogelijk gemaakt. | derdebetalersregeling mogelijk gemaakt. |
Art. 27.Privévervoer |
Art. 27.Privévervoer |
De geïndexeerde bedragen van de tabel opgenomen in bijlage 2 van de | De geïndexeerde bedragen van de tabel opgenomen in bijlage 2 van de |
collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 2019 (157741/CO/224) | collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 2019 (157741/CO/224) |
worden met ingang van 1 januari 2022 verhoogd met 0,4 pct. | worden met ingang van 1 januari 2022 verhoogd met 0,4 pct. |
Art. 28.Fiets |
Art. 28.Fiets |
Wanneer de bediende gebruik maakt van de fiets voor de verplaatsing | Wanneer de bediende gebruik maakt van de fiets voor de verplaatsing |
tussen zijn verblijfplaats en de onderneming, worden vanaf 1 januari | tussen zijn verblijfplaats en de onderneming, worden vanaf 1 januari |
2022 de volgende vergoedingen voorzien : | 2022 de volgende vergoedingen voorzien : |
- 0,48 EUR per effectief gereden kilometer vanaf een enkele afstand | - 0,48 EUR per effectief gereden kilometer vanaf een enkele afstand |
van 1 tot en met 3 km; | van 1 tot en met 3 km; |
- 0,36 EUR per effectief gereden kilometer vanaf een enkele afstand | - 0,36 EUR per effectief gereden kilometer vanaf een enkele afstand |
van 4 tot en met 5 km; | van 4 tot en met 5 km; |
- 0,30 EUR per effectief gereden kilometer voor een enkele afstand van | - 0,30 EUR per effectief gereden kilometer voor een enkele afstand van |
6 km; | 6 km; |
- 0,27 EUR per effectief gereden kilometer voor een enkele afstand van | - 0,27 EUR per effectief gereden kilometer voor een enkele afstand van |
7 km; | 7 km; |
- 0,24 EUR per effectief gereden kilometer vanaf een enkele afstand | - 0,24 EUR per effectief gereden kilometer vanaf een enkele afstand |
van 8 km. | van 8 km. |
HOOFDSTUK VIII. - Inspraak en overleg | HOOFDSTUK VIII. - Inspraak en overleg |
Art. 29.Partijen komen overeen de collectieve arbeidsovereenkomst met |
Art. 29.Partijen komen overeen de collectieve arbeidsovereenkomst met |
betrekking tot de werkingsmiddelen van de werknemersvertegenwoordigers | betrekking tot de werkingsmiddelen van de werknemersvertegenwoordigers |
te actualiseren. | te actualiseren. |
HOOFDSTUK IX. - Harmonisatie statuten | HOOFDSTUK IX. - Harmonisatie statuten |
Art. 30.De partijen komen overeen om de werkzaamheden van de |
Art. 30.De partijen komen overeen om de werkzaamheden van de |
werkgroep opgericht met het oog op de toenadering van de statuten van | werkgroep opgericht met het oog op de toenadering van de statuten van |
arbeiders en bedienden op sectorvlak, verder te zetten in de periode | arbeiders en bedienden op sectorvlak, verder te zetten in de periode |
2021-2022. | 2021-2022. |
HOOFDSTUK X. - Sociale vrede | HOOFDSTUK X. - Sociale vrede |
Art. 31.De ondertekenende partijen verbinden zich ertoe de sociale |
Art. 31.De ondertekenende partijen verbinden zich ertoe de sociale |
vrede te eerbiedigen tot 30 juni 2023. Dit houdt in dat : | vrede te eerbiedigen tot 30 juni 2023. Dit houdt in dat : |
a) de vakbonds- en werkgeversorganisaties, de werknemers en de | a) de vakbonds- en werkgeversorganisaties, de werknemers en de |
werkgevers de integrale naleving van de van kracht zijnde | werkgevers de integrale naleving van de van kracht zijnde |
overeenkomsten waarborgen; | overeenkomsten waarborgen; |
b) de vakbondsorganisaties en de werknemers zich ertoe verbinden geen | b) de vakbondsorganisaties en de werknemers zich ertoe verbinden geen |
enkele eis te stellen, noch te steunen, hetzij op nationaal, hetzij op | enkele eis te stellen, noch te steunen, hetzij op nationaal, hetzij op |
gewestelijk, hetzij op ondernemingsvlak en geen enkel conflict uit te | gewestelijk, hetzij op ondernemingsvlak en geen enkel conflict uit te |
lokken of te doen uitbreken tot het verlenen van bijkomende voordelen. | lokken of te doen uitbreken tot het verlenen van bijkomende voordelen. |
HOOFDSTUK XI. - Duur | HOOFDSTUK XI. - Duur |
Art. 32.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
Art. 32.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
ingang van 1 januari 2021 en houdt op van kracht te zijn op 31 | ingang van 1 januari 2021 en houdt op van kracht te zijn op 31 |
december 2022, tenzij anders bepaald. | december 2022, tenzij anders bepaald. |
De bepalingen van de artikelen 15, 16, 18, 23 en 31 houden op van | De bepalingen van de artikelen 15, 16, 18, 23 en 31 houden op van |
kracht te zijn op 30 juni 2023. | kracht te zijn op 30 juni 2023. |
De bepalingen van de artikelen 1, 3, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 17, 19, | De bepalingen van de artikelen 1, 3, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 17, 19, |
20, 21, 22, 24, 25, 26, 27, 28 en 29 zijn van onbepaalde duur en | 20, 21, 22, 24, 25, 26, 27, 28 en 29 zijn van onbepaalde duur en |
kunnen door één van de ondertekenende partijen worden opgezegd mits | kunnen door één van de ondertekenende partijen worden opgezegd mits |
een opzegging van drie maanden. | een opzegging van drie maanden. |
De opzegging wordt betekend bij een ter post aangetekende brief, | De opzegging wordt betekend bij een ter post aangetekende brief, |
gericht aan de voorzitter van het paritair comité en aan elk van de | gericht aan de voorzitter van het paritair comité en aan elk van de |
ondertekenende organisaties. | ondertekenende organisaties. |
De bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten zullen in deze zin | De bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten zullen in deze zin |
worden geharmoniseerd. | worden geharmoniseerd. |
Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968 betreffende | Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968 betreffende |
de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités worden, | de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités worden, |
voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve | voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve |
arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze | arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze |
aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds, en namens de | aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds, en namens de |
werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de, door de | werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de, door de |
voorzitter en de secretaris ondertekende en door de leden | voorzitter en de secretaris ondertekende en door de leden |
goedgekeurde, notulen van de vergadering. | goedgekeurde, notulen van de vergadering. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 oktober | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 oktober |
2022. | 2022. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |
Bijlage 1 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2021, | Bijlage 1 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2021, |
gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro | gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro |
metalen, betreffende het protocol van sectoraal akkoord 2021-2022 | metalen, betreffende het protocol van sectoraal akkoord 2021-2022 |
Telewerk | Telewerk |
Het telewerk is in de arbeidsorganisatie een belangrijk onderdeel | Het telewerk is in de arbeidsorganisatie een belangrijk onderdeel |
geworden. Het wordt vandaag omkaderd door diverse wettelijke en | geworden. Het wordt vandaag omkaderd door diverse wettelijke en |
interprofessionele bepalingen. | interprofessionele bepalingen. |
Dientengevolge worden de ondernemingen gevraagd om aan dit onderwerp | Dientengevolge worden de ondernemingen gevraagd om aan dit onderwerp |
prioritair de nodige aandacht te besteden. | prioritair de nodige aandacht te besteden. |
Dit betekent dat dit onderwerp moet deel uitmaken van het sociaal | Dit betekent dat dit onderwerp moet deel uitmaken van het sociaal |
overleg op ondernemingsvlak. | overleg op ondernemingsvlak. |
Eind 2022 evalueren de sociale partners de situatie op het vlak van | Eind 2022 evalueren de sociale partners de situatie op het vlak van |
telewerk in de sector. | telewerk in de sector. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 oktober | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 oktober |
2022. | 2022. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |
Bijlage 2 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2021, | Bijlage 2 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2021, |
gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro | gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro |
metalen, betreffende het protocol van sectoraal akkoord 2021-2022 | metalen, betreffende het protocol van sectoraal akkoord 2021-2022 |
Deconnectie | Deconnectie |
De sectorale sociale partners onderschrijven het toenemende belang van | De sectorale sociale partners onderschrijven het toenemende belang van |
goede afspraken op ondernemingsvlak over het vrijwaren van de balans | goede afspraken op ondernemingsvlak over het vrijwaren van de balans |
tussen werk en privéleven, inclusief het mogelijk maken van de | tussen werk en privéleven, inclusief het mogelijk maken van de |
deconnectie. | deconnectie. |
De organisaties van de sociale partners binnen het paritair comité | De organisaties van de sociale partners binnen het paritair comité |
ondersteunen, elk vanuit hun rol, het overleg op ondernemingsvlak om | ondersteunen, elk vanuit hun rol, het overleg op ondernemingsvlak om |
te komen tot een balans tussen werk en privéleven als onderdeel van | te komen tot een balans tussen werk en privéleven als onderdeel van |
een duurzaam welzijnsbeleid. | een duurzaam welzijnsbeleid. |
In dit verband vragen de sociale partners de ondernemingen om deze | In dit verband vragen de sociale partners de ondernemingen om deze |
problematiek regelmatig te bespreken binnen de bestaande | problematiek regelmatig te bespreken binnen de bestaande |
overlegorganen en met de werknemers, zoals voorzien in de wet van 26 | overlegorganen en met de werknemers, zoals voorzien in de wet van 26 |
maart 2018 betreffende de versterking van de economische groei en de | maart 2018 betreffende de versterking van de economische groei en de |
sociale cohesie. Het uiteindelijk doel is om concrete maatregelen te | sociale cohesie. Het uiteindelijk doel is om concrete maatregelen te |
nemen die deze deconnectie mogelijk kunnen maken. | nemen die deze deconnectie mogelijk kunnen maken. |
Eind 2022 evalueren de sociale partners de situatie op het vlak van | Eind 2022 evalueren de sociale partners de situatie op het vlak van |
deconnectie in de sector. | deconnectie in de sector. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 oktober | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 oktober |
2022. | 2022. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |
Bijlage 3 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2021, | Bijlage 3 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2021, |
gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro | gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro |
metalen, betreffende het protocol van sectoraal akkoord 2021-2022 | metalen, betreffende het protocol van sectoraal akkoord 2021-2022 |
Stelsel van de aanmoedigingspremies in de prive-sector in uitvoering | Stelsel van de aanmoedigingspremies in de prive-sector in uitvoering |
van het besluit van de Vlaamse Regering | van het besluit van de Vlaamse Regering |
Sociaal akkoord van 25 november 2021 | Sociaal akkoord van 25 november 2021 |
In toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2002 | In toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2002 |
houdende hervorming van het stelsel van aanmoedigingspremies in de | houdende hervorming van het stelsel van aanmoedigingspremies in de |
privésector verklaren de ondertekenende partijen dat de bedienden | privésector verklaren de ondertekenende partijen dat de bedienden |
ressorterend onder het Paritair Comité voor de bedienden van de | ressorterend onder het Paritair Comité voor de bedienden van de |
non-ferro metalen en tewerkgesteld in het Vlaamse Gewest tot 30 juni | non-ferro metalen en tewerkgesteld in het Vlaamse Gewest tot 30 juni |
2023 gebruik kunnen maken van de aanmoedigingspremies in het raam van | 2023 gebruik kunnen maken van de aanmoedigingspremies in het raam van |
het zorgkrediet en het opleidingskrediet en van de aanmoedigingspremie | het zorgkrediet en het opleidingskrediet en van de aanmoedigingspremie |
voor ondernemingen in moeilijkheden of in herstructurering. | voor ondernemingen in moeilijkheden of in herstructurering. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 oktober | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 oktober |
2022. | 2022. |
De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |