Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 13/01/2000
← Terug naar "Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen tegemoetkomt in de kosten van autosondage bij de patiënt thuis "
Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen tegemoetkomt in de kosten van autosondage bij de patiënt thuis Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen tegemoetkomt in de kosten van autosondage bij de patiënt thuis
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU
13 JANUARI 2000. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de 13 JANUARI 2000. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de
voorwaarden waaronder de verplichte verzekering voor geneeskundige voorwaarden waaronder de verplichte verzekering voor geneeskundige
verzorging en uitkeringen tegemoetkomt in de kosten van autosondage verzorging en uitkeringen tegemoetkomt in de kosten van autosondage
bij de patiënt thuis bij de patiënt thuis
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor
geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli
1994, inzonderheid op de artikelen 35, § 1, laatste lid, en 37, § 20, 1994, inzonderheid op de artikelen 35, § 1, laatste lid, en 37, § 20,
ingevoegd in dezelfde wet door de wet van 22 februari 1998; ingevoegd in dezelfde wet door de wet van 22 februari 1998;
Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole, Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole,
uitgebracht op 15 mei 1998; uitgebracht op 15 mei 1998;
Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor
geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en
invaliditeitsverzekering geformuleerd tijdens zijn vergadering van 14 invaliditeitsverzekering geformuleerd tijdens zijn vergadering van 14
december 1998; december 1998;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 9 september Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 9 september
1999; 1999;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen,
Besluit : Besluit :

Artikel 1.§ 1. A.1. Onder autosondage, als bedoeld in dit besluit,

Artikel 1.§ 1. A.1. Onder autosondage, als bedoeld in dit besluit,

moet worden verstaan de urine-sondage die door de patiënt zelf moet worden verstaan de urine-sondage die door de patiënt zelf
verricht wordt, of door een persoon uit zijn omgeving die opgeleid is verricht wordt, of door een persoon uit zijn omgeving die opgeleid is
en in staat is tot deze techniek. en in staat is tot deze techniek.
A.2. De ziekteverzekering kan tussenkomen in de kosten van de A.2. De ziekteverzekering kan tussenkomen in de kosten van de
autosondage bij een patiënt die thuis verblijft, voor zover die lijdt autosondage bij een patiënt die thuis verblijft, voor zover die lijdt
aan één van de volgende pathologieën : aan één van de volgende pathologieën :
a) retentieblaas met een belangrijk post-mictioneel residu (gelijk aan a) retentieblaas met een belangrijk post-mictioneel residu (gelijk aan
of groter dan 100 ml) ten gevolge van een verworven of aangeboren of groter dan 100 ml) ten gevolge van een verworven of aangeboren
medullair letsel; medullair letsel;
b) retentieblaas met een belangrijk post-mictioneel residu (gelijk aan b) retentieblaas met een belangrijk post-mictioneel residu (gelijk aan
of groter dan 100 ml) bij een perifere neuropathie; of groter dan 100 ml) bij een perifere neuropathie;
c) paraplegie of paraparesie, tetraplegie of tetraparesie wanneer c) paraplegie of paraparesie, tetraplegie of tetraparesie wanneer
verergering van de incontinentie wordt vermeden door de combinatie van verergering van de incontinentie wordt vermeden door de combinatie van
(een) parasympathicolytisch(e) geneesmiddel(en) en autosondage; (een) parasympathicolytisch(e) geneesmiddel(en) en autosondage;
d) urineretentie (postmictioneel residu gelijk aan of groter dan 100 d) urineretentie (postmictioneel residu gelijk aan of groter dan 100
ml) in afwezigheid van een apart neurologisch letsel : ml) in afwezigheid van een apart neurologisch letsel :
substitutieblaas; vergrotingsblaas. substitutieblaas; vergrotingsblaas.
Voor patiënten onder de leeftijd van 18 jaar gelden inzake pathologie Voor patiënten onder de leeftijd van 18 jaar gelden inzake pathologie
de voorwaarden als hiervoor onder a) tot d) vernoemd, met uitzondering de voorwaarden als hiervoor onder a) tot d) vernoemd, met uitzondering
van de norm van 100 ml postmictioneel residu. van de norm van 100 ml postmictioneel residu.
A.3. Zijn uitgesloten van het recht op de tegemoetkoming van de A.3. Zijn uitgesloten van het recht op de tegemoetkoming van de
verzekering in de kosten van autosondage vermeld onder art. 1, § 1, verzekering in de kosten van autosondage vermeld onder art. 1, § 1,
A.2, de verzekerden met : A.2, de verzekerden met :
a) een reflex-neurogene blaas door aantasting van de bovenste neuron a) een reflex-neurogene blaas door aantasting van de bovenste neuron
en met een capaciteit van minder dan 100 ml; en met een capaciteit van minder dan 100 ml;
b) sondagemoeilijkheden die samenhangen met een pathologie van de b) sondagemoeilijkheden die samenhangen met een pathologie van de
urethra of ernstige spasmen van de sphincter urethrae; urethra of ernstige spasmen van de sphincter urethrae;
c) een functionele onbekwaamheid van de handen of een gedrags- of c) een functionele onbekwaamheid van de handen of een gedrags- of
begripsstoornis, bij gebrek aan een mogelijkheid tot mantelzorg. begripsstoornis, bij gebrek aan een mogelijkheid tot mantelzorg.
§ 2. A.1. De tegemoetkoming van de ziekteverzekering in de kosten van § 2. A.1. De tegemoetkoming van de ziekteverzekering in de kosten van
de sonden wordt slechts toegekend vanaf de datum van ontvangst van de de sonden wordt slechts toegekend vanaf de datum van ontvangst van de
kennisgeving aan de adviserend geneesheer van het starten van de kennisgeving aan de adviserend geneesheer van het starten van de
autosondage door middel van het volledig ingevulde formulier dat in autosondage door middel van het volledig ingevulde formulier dat in
bijlage 1 gaat bij dit koninklijk besluit. bijlage 1 gaat bij dit koninklijk besluit.
De geneesheer die kennis geeft bewaart in zijn dossier de documenten De geneesheer die kennis geeft bewaart in zijn dossier de documenten
die het mogelijk maken : die het mogelijk maken :
- de uitvoering te bewijzen van een voorafgaande urologische - de uitvoering te bewijzen van een voorafgaande urologische
oppuntstelling met een urodynamisch onderzoek en de follow-up van een oppuntstelling met een urodynamisch onderzoek en de follow-up van een
mictionele revalidatie; mictionele revalidatie;
- te bewijzen dat bij de toepassing informatie is verstrekt, dat onder - te bewijzen dat bij de toepassing informatie is verstrekt, dat onder
controle is geoefend en dat er daarna een regelmatige follow-up was controle is geoefend en dat er daarna een regelmatige follow-up was
door een geneesheer-specialist voor urologie. door een geneesheer-specialist voor urologie.
Deze documenten houdt hij ten allen tijde beschikbaar voor de Deze documenten houdt hij ten allen tijde beschikbaar voor de
adviserend geneesheer, hetzij dat de adviserend geneesheer deze adviserend geneesheer, hetzij dat de adviserend geneesheer deze
documenten opvraagt, hetzij dat hij bij de kennisgever het dossier documenten opvraagt, hetzij dat hij bij de kennisgever het dossier
wenst in te zien. wenst in te zien.
A.2. De selectie van de patiënten, de eerste kennisgeving en het A.2. De selectie van de patiënten, de eerste kennisgeving en het
eerste voorschrift van de autosondage moeten worden toegewezen aan een eerste voorschrift van de autosondage moeten worden toegewezen aan een
geneesheer-specialist voor urologie of voor neurologie of voor geneesheer-specialist voor urologie of voor neurologie of voor
revalidatie, die behoort tot een dienst of een centrum voor revalidatie, die behoort tot een dienst of een centrum voor
neurologische of locomotorische revalidatie als bedoeld in artikel 22, neurologische of locomotorische revalidatie als bedoeld in artikel 22,
6° van de op 14 juli 1994 gecordineerde wet. 6° van de op 14 juli 1994 gecordineerde wet.
De eerste kennisgeving moet melding maken van de geschiktheid van De eerste kennisgeving moet melding maken van de geschiktheid van
autosondage voor de aandoening die beantwoordt aan de bovenvermelde autosondage voor de aandoening die beantwoordt aan de bovenvermelde
criteria, de goede toepassing ervan en van de frequentie van de criteria, de goede toepassing ervan en van de frequentie van de
sondages. sondages.
Een jaarlijkse follow-up door een uroloog moet in acht worden genomen. Een jaarlijkse follow-up door een uroloog moet in acht worden genomen.
De voorschrijvende geneesheer deelt de huisarts van de rechthebbende De voorschrijvende geneesheer deelt de huisarts van de rechthebbende
mee dat hij de autosondage instelt. mee dat hij de autosondage instelt.
A.3. De machtiging tot vergoeding is beperkt tot een periode van ten A.3. De machtiging tot vergoeding is beperkt tot een periode van ten
hoogste 12 maanden. hoogste 12 maanden.
B. De kennisgeving van een voortzetting van de autosondage gebeurt B. De kennisgeving van een voortzetting van de autosondage gebeurt
door de huisarts door middel van het formulier dat in bijlage 2 gaat door de huisarts door middel van het formulier dat in bijlage 2 gaat
bij dit koninklijk besluit. Deze kennisgeving verwijst naar de bij dit koninklijk besluit. Deze kennisgeving verwijst naar de
bevindingen van de uroloog tijdens zijn jaarlijkse follow-up en houdt bevindingen van de uroloog tijdens zijn jaarlijkse follow-up en houdt
een nieuwe evaluatie in van de medische indicatiestelling voor een nieuwe evaluatie in van de medische indicatiestelling voor
autosondage. autosondage.
De huisarts houdt hiervoor ten allen tijde de documenten beschikbaar De huisarts houdt hiervoor ten allen tijde de documenten beschikbaar
voor de adviserend geneesheer; hetzij dat de adviserend geneesheer voor de adviserend geneesheer; hetzij dat de adviserend geneesheer
deze documenten opvraagt, hetzij dat hij bij de kennisgever het deze documenten opvraagt, hetzij dat hij bij de kennisgever het
dossier wenst in te zien. dossier wenst in te zien.
§ 3. De tegemoetkoming van de verzekering wordt vastgesteld op maximum § 3. De tegemoetkoming van de verzekering wordt vastgesteld op maximum
14 F per gelubrifieerde of niet gelubrifieerde sonde voor drie sondes 14 F per gelubrifieerde of niet gelubrifieerde sonde voor drie sondes
per dag. per dag.
Het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming mag per dag de reële Het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming mag per dag de reële
kostprijs van de gebruikte catheters niet overschrijden. kostprijs van de gebruikte catheters niet overschrijden.
§ 4. De tegemoetkoming van de verzekering is onderworpen aan de § 4. De tegemoetkoming van de verzekering is onderworpen aan de
indiening van betaalde facturen op naam van de rechthebbende, die het indiening van betaalde facturen op naam van de rechthebbende, die het
aantal afgeleverde sondes vermelden en die betrekking hebben op één aantal afgeleverde sondes vermelden en die betrekking hebben op één
(of meer) volledige kalendermaand(en). (of meer) volledige kalendermaand(en).

Art. 2.De tegemoetkoming van de verzekering waarin is voorzien in

Art. 2.De tegemoetkoming van de verzekering waarin is voorzien in

artikel 1, § 3, mag niet worden gecumuleerd met de verstrekkingen uit artikel 1, § 3, mag niet worden gecumuleerd met de verstrekkingen uit
de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen die als bijlage de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen die als bijlage
bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 zijn bekendgemaakt en bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 zijn bekendgemaakt en
die betrekking hebben op de sondages. die betrekking hebben op de sondages.

Art. 3.Het College van geneesheren-directeurs kan alle wijzigingen

Art. 3.Het College van geneesheren-directeurs kan alle wijzigingen

voorstellen die aan de lijst van de indicaties en aan de vergoedingen voorstellen die aan de lijst van de indicaties en aan de vergoedingen
moeten worden aangebracht, en mag een lijst van de catheters voor moeten worden aangebracht, en mag een lijst van de catheters voor
autosondage opmaken die in aanmerking komen voor een vergoeding door autosondage opmaken die in aanmerking komen voor een vergoeding door
de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en
uitkeringen. uitkeringen.
Het College van geneesheren-directeurs bepaalt de voorwaarden Het College van geneesheren-directeurs bepaalt de voorwaarden
waaronder gegevens worden verzameld ter evaluatie van de toekenning waaronder gegevens worden verzameld ter evaluatie van de toekenning
van een verzekeringstegemoetkoming voor de sonden bij autosondage. van een verzekeringstegemoetkoming voor de sonden bij autosondage.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand na

Art. 4.Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand na

die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 5.Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de

Art. 5.Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de

uitvoering van dit besluit. uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 13 januari 2000 Gegeven te Brussel, 13 januari 2000
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen,
F. VANDENBROUCKE F. VANDENBROUCKE
Bijlagen Bijlagen
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 13 januari 2000. Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 13 januari 2000.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken, De Minister van Sociale Zaken,
F. VANDENBROUCKE F. VANDENBROUCKE
^