Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 12/05/2019
← Terug naar "Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 april 2019 tot vastlegging van het model van het aangifteformulier inzake personenbelasting voor het aanslagjaar 2019 "
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 april 2019 tot vastlegging van het model van het aangifteformulier inzake personenbelasting voor het aanslagjaar 2019 Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 april 2019 tot vastlegging van het model van het aangifteformulier inzake personenbelasting voor het aanslagjaar 2019
FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN
12 MEI 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk 12 MEI 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk
besluit van 3 april 2019 tot vastlegging van het model van het besluit van 3 april 2019 tot vastlegging van het model van het
aangifteformulier inzake personenbelasting voor het aanslagjaar 2019 aangifteformulier inzake personenbelasting voor het aanslagjaar 2019
(1) (1)
FILIP, Koning der Belgen, FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 307, § Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 307, §
2, vervangen bij de wet van 2 mei 2019; 2, vervangen bij de wet van 2 mei 2019;
Gelet op koninklijk besluit van 3 april 2019 tot vastlegging van het Gelet op koninklijk besluit van 3 april 2019 tot vastlegging van het
model van het aangifteformulier inzake personenbelasting voor het model van het aangifteformulier inzake personenbelasting voor het
aanslagjaar 2019; aanslagjaar 2019;
Overwegende dat de zaken waarvoor geen nieuw initiatief van de Overwegende dat de zaken waarvoor geen nieuw initiatief van de
Regering is vereist en die met het oog op de continuïteit van het Regering is vereist en die met het oog op de continuïteit van het
gezag door de Uitvoerende Macht moeten worden behandeld, omdat anders gezag door de Uitvoerende Macht moeten worden behandeld, omdat anders
een voor de burger nadelig vacuüm zou ontstaan, in lopende zaken een voor de burger nadelig vacuüm zou ontstaan, in lopende zaken
moeten worden voortgezet; moeten worden voortgezet;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari
1973, artikel 3, § 1; 1973, artikel 3, § 1;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid; Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat: Overwegende dat:
- artikel 307, § 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 - artikel 307, § 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
werd gewijzigd bij de wet van 2 mei 2019 houdende diverse fiscale werd gewijzigd bij de wet van 2 mei 2019 houdende diverse fiscale
bepalingen 2019-I en dat deze wijziging in werking treedt vanaf bepalingen 2019-I en dat deze wijziging in werking treedt vanaf
aanslagjaar 2019; aanslagjaar 2019;
- artikel 2 van het koninklijk besluit van 3 april 2019 tot - artikel 2 van het koninklijk besluit van 3 april 2019 tot
vastlegging van het model van het aangifteformulier inzake vastlegging van het model van het aangifteformulier inzake
personenbelasting voor het aanslagjaar 2019, dat de modaliteiten personenbelasting voor het aanslagjaar 2019, dat de modaliteiten
vastlegt voor het indienen van de aangifte met behulp van een vastlegt voor het indienen van de aangifte met behulp van een
ambtenaar van de FOD Financiën (tax-on-web ambtenaar), nagenoeg ambtenaar van de FOD Financiën (tax-on-web ambtenaar), nagenoeg
woordelijk artikel 307, § 2, van het Wetboek van de woordelijk artikel 307, § 2, van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992 zoals het bestond voor de wijziging, inkomstenbelastingen 1992 zoals het bestond voor de wijziging,
herhaalt; herhaalt;
- de modaliteiten voor het indienen van de aangifte in de - de modaliteiten voor het indienen van de aangifte in de
personenbelasting met behulp van een ambtenaar van de FOD Financiën personenbelasting met behulp van een ambtenaar van de FOD Financiën
zoals vastgelegd in het voormelde artikel 2 van het koninklijk besluit zoals vastgelegd in het voormelde artikel 2 van het koninklijk besluit
van 3 april 2019 niet langer in overeenstemming zijn met de van 3 april 2019 niet langer in overeenstemming zijn met de
modaliteiten die door de wetgever zijn vastgelegd in artikel 307, § 2, modaliteiten die door de wetgever zijn vastgelegd in artikel 307, § 2,
van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 zoals gewijzigd bij van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 zoals gewijzigd bij
de wet van 2 mei 2019; de wet van 2 mei 2019;
- de modaliteiten zoals vastgelegd in artikel 307, § 2, van het - de modaliteiten zoals vastgelegd in artikel 307, § 2, van het
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voldoende duidelijk zijn en Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voldoende duidelijk zijn en
geen verdere uitwerking behoeven; geen verdere uitwerking behoeven;
- er evenwel geen onduidelijkheid mag bestaan omtrent de modaliteiten - er evenwel geen onduidelijkheid mag bestaan omtrent de modaliteiten
voor het indienen van de aangifte in de personenbelasting; voor het indienen van de aangifte in de personenbelasting;
- het koninklijk besluit van 3 april 2019 tot vastlegging van het - het koninklijk besluit van 3 april 2019 tot vastlegging van het
model van het aangifteformulier inzake personenbelasting voor het model van het aangifteformulier inzake personenbelasting voor het
aanslagjaar 2019 zo snel mogelijk moet worden aangepast om de aanslagjaar 2019 zo snel mogelijk moet worden aangepast om de
vestiging en de invordering van die belasting niet te vertragen; vestiging en de invordering van die belasting niet te vertragen;
- dit besluit dus dringend moet worden getroffen; - dit besluit dus dringend moet worden getroffen;
Op de voordracht van de Vice-Eerste Minister en Minister van Op de voordracht van de Vice-Eerste Minister en Minister van
Financiën, Financiën,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 2 van het koninklijk besluit van 3 april 2019 tot

Artikel 1.Artikel 2 van het koninklijk besluit van 3 april 2019 tot

vastlegging van het model van het aangifteformulier inzake vastlegging van het model van het aangifteformulier inzake
personenbelasting voor het aanslagjaar 2019 wordt opgeheven. personenbelasting voor het aanslagjaar 2019 wordt opgeheven.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 mei 2019.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 mei 2019.

Art. 3.De minister die bevoegd is voor Financiën, is belast met de

Art. 3.De minister die bevoegd is voor Financiën, is belast met de

uitvoering van dit besluit. uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 mei 2019. Gegeven te Brussel, 12 mei 2019.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën,
A. DE CROO A. DE CROO
_______ _______
Nota Nota
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad :
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gecoördineerd bij koninklijk Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gecoördineerd bij koninklijk
besluit van 10 april 1992, Belgisch Staatsblad van 30 juli 1992. besluit van 10 april 1992, Belgisch Staatsblad van 30 juli 1992.
Wetten op de Raad van State, gecoördineerd bij koninklijk besluit van Wetten op de Raad van State, gecoördineerd bij koninklijk besluit van
12 januari 1973, Belgisch Staatsblad van 21 maart 1973. 12 januari 1973, Belgisch Staatsblad van 21 maart 1973.
Koninklijk besluit van 3 april 2019, Belgisch Staatsblad van 8 april Koninklijk besluit van 3 april 2019, Belgisch Staatsblad van 8 april
2019. 2019.
^