| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni 1998, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap en goedgekeurd in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestinginrichtingen, houdende raamakkoord betreffende de uitvoering van het Vlaams intersectoraal akkoord van 5 mei 1998 voor de social profitsector | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni 1998, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap en goedgekeurd in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestinginrichtingen, houdende raamakkoord betreffende de uitvoering van het Vlaams intersectoraal akkoord van 5 mei 1998 voor de social profitsector |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 12 DECEMBER 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 12 DECEMBER 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
| wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni 1998, | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni 1998, |
| gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en | gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en |
| huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap en goedgekeurd in | huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap en goedgekeurd in |
| het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestinginrichtingen, | het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestinginrichtingen, |
| houdende raamakkoord betreffende de uitvoering van het Vlaams | houdende raamakkoord betreffende de uitvoering van het Vlaams |
| intersectoraal akkoord van 5 mei 1998 voor de social profitsector (1) | intersectoraal akkoord van 5 mei 1998 voor de social profitsector (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de opvoedings- en | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de opvoedings- en |
| huisvestingsinrichtingen; | huisvestingsinrichtingen; |
| Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni 1998, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni 1998, gesloten |
| in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en | in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en |
| huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap en goedgekeurd in | huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap en goedgekeurd in |
| het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestinginrichtingen, | het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestinginrichtingen, |
| houdende raamakkoord betreffende de uitvoering van het Vlaams | houdende raamakkoord betreffende de uitvoering van het Vlaams |
| intersectoraal akkoord van 5 mei 1998 voor de social profitsector. | intersectoraal akkoord van 5 mei 1998 voor de social profitsector. |
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 12 december 2010. | Gegeven te Brussel, 12 december 2010. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast | De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast |
| met het Migratie- en asielbeleid, | met het Migratie- en asielbeleid, |
| Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen | Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen |
| Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van | Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van |
| de Vlaamse Gemeenschap | de Vlaamse Gemeenschap |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni 1998 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni 1998 |
| Raamakkoord betreffende de uitvoering van het Vlaams intersectoraal | Raamakkoord betreffende de uitvoering van het Vlaams intersectoraal |
| akkoord van 5 mei 1998 voor de social profitsector (Overeenkomst | akkoord van 5 mei 1998 voor de social profitsector (Overeenkomst |
| geregistreerd op 28 augustus 1998 onder het nummer 49011/CO/319.01) | geregistreerd op 28 augustus 1998 onder het nummer 49011/CO/319.01) |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is de uitvoering voor |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is de uitvoering voor |
| de sector van het toepassingsgebied van het Vlaams intersectoraal | de sector van het toepassingsgebied van het Vlaams intersectoraal |
| akkoord van 5 mei 1998 voor de sociaal profitsector, inzonderheid voor | akkoord van 5 mei 1998 voor de sociaal profitsector, inzonderheid voor |
| wat betreft de overeengekomen formalisatie in collectieve | wat betreft de overeengekomen formalisatie in collectieve |
| arbeidsovereenkomsten van de Vlaamse middelen die vanaf 1 juli 1998 | arbeidsovereenkomsten van de Vlaamse middelen die vanaf 1 juli 1998 |
| ter beschikking worden gesteld voor het wegwerken van de overdreven | ter beschikking worden gesteld voor het wegwerken van de overdreven |
| werkdruk en actuele problemen en het oplossen van anomalieën, alsmede | werkdruk en actuele problemen en het oplossen van anomalieën, alsmede |
| de selectieve toewijzing van de middelen die worden gegenereerd door | de selectieve toewijzing van de middelen die worden gegenereerd door |
| de Sociale Maribel. | de Sociale Maribel. |
Art. 2.Toepassingsgebied |
Art. 2.Toepassingsgebied |
| Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de | Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de |
| werkgevers en de werknemers, ressorterend onder het Paritair Subcomité | werkgevers en de werknemers, ressorterend onder het Paritair Subcomité |
| voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse | voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse |
| Gemeenschap (319.01). | Gemeenschap (319.01). |
| Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk | Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk |
| werklieden en bediendepersoneel. | werklieden en bediendepersoneel. |
Art. 3.Toewijzing |
Art. 3.Toewijzing |
| De in artikel 1 omschreven middelen worden toegewezen overeenkomstig | De in artikel 1 omschreven middelen worden toegewezen overeenkomstig |
| de tabel 1 in bijlage en volgens de bepalingen van deze overeenkomst. | de tabel 1 in bijlage en volgens de bepalingen van deze overeenkomst. |
| § 1. Gehandicaptenzorg | § 1. Gehandicaptenzorg |
| 1. Een compensatie van de werkdruk (200 mio algemeen + 150 mio | 1. Een compensatie van de werkdruk (200 mio algemeen + 150 mio |
| compensatie twee verlofdagen), inzetbaar volgens de door de sociale | compensatie twee verlofdagen), inzetbaar volgens de door de sociale |
| partners overeengekomen criteria en modaliteiten. Bedoeld wordt een | partners overeengekomen criteria en modaliteiten. Bedoeld wordt een |
| lineaire toewijzing aan de voorzieningen als compensatie voor werkdruk | lineaire toewijzing aan de voorzieningen als compensatie voor werkdruk |
| op basis van het aantal tewerkgestelde fulltime-equivalenten. | op basis van het aantal tewerkgestelde fulltime-equivalenten. |
| 2. Tewerkstelling specifieke probleemsituaties bij de veralgemening | 2. Tewerkstelling specifieke probleemsituaties bij de veralgemening |
| van de 38 urenweek (10 mio), inzetbaar volgens de door de sociale | van de 38 urenweek (10 mio), inzetbaar volgens de door de sociale |
| partners overeengekomen criteria en modaliteiten. | partners overeengekomen criteria en modaliteiten. |
| 3. Tewerkstelling tot gedeeltelijke verdere invulling van de | 3. Tewerkstelling tot gedeeltelijke verdere invulling van de |
| personeelsnorm (190 mio). | personeelsnorm (190 mio). |
| De globale "PR/PN"-verhouding (huidige maximaal subsidieerbaar | De globale "PR/PN"-verhouding (huidige maximaal subsidieerbaar |
| personeelskader versus de personeelsnorm voor de personeelsstop) op | personeelskader versus de personeelsnorm voor de personeelsstop) op |
| het niveau van de voorziening wordt op 80 pct. berekend. | het niveau van de voorziening wordt op 80 pct. berekend. |
| Het aantal aldus berekende aan te werven FTE zal prioritair worden | Het aantal aldus berekende aan te werven FTE zal prioritair worden |
| ingezet om de norm begeleidend- opvoedend personeel op minmaal 85 pct. | ingezet om de norm begeleidend- opvoedend personeel op minmaal 85 pct. |
| te brengen, alvorens andere personeelscategorieën kunnen aangeworven | te brengen, alvorens andere personeelscategorieën kunnen aangeworven |
| worden. | worden. |
| De invulling van de resterende functies zal op definitieve basis | De invulling van de resterende functies zal op definitieve basis |
| worden vastgesteld in overleg met de syndicale afvaardiging, bij | worden vastgesteld in overleg met de syndicale afvaardiging, bij |
| ontstentenis met de werknemers, in functie van de meest prioritaire | ontstentenis met de werknemers, in functie van de meest prioritaire |
| werkdrukverlichting, voor zover de betrokken personeelsnorm niet reeds | werkdrukverlichting, voor zover de betrokken personeelsnorm niet reeds |
| voor 100 pct. is ingevuld. | voor 100 pct. is ingevuld. |
| In het vaststellen van de 100 pct.-invulling van de personeelsnorm per | In het vaststellen van de 100 pct.-invulling van de personeelsnorm per |
| functie, wordt uitsluitend uitgegaan van de regulier gesubsidieerde | functie, wordt uitsluitend uitgegaan van de regulier gesubsidieerde |
| tewerkstelling en normering. | tewerkstelling en normering. |
| Om het overleg over de optimale spreiding van het personeelsbestand | Om het overleg over de optimale spreiding van het personeelsbestand |
| over de erkenningscategorieën mogelijk te maken zal de syndicale | over de erkenningscategorieën mogelijk te maken zal de syndicale |
| afvaardiging kunnen beschikbare over de informatie met betrekking tot | afvaardiging kunnen beschikbare over de informatie met betrekking tot |
| de huidige aanwending van het gesubsidieerde personeel vanuit elke | de huidige aanwending van het gesubsidieerde personeel vanuit elke |
| erkenningscategorie en functiegroep. | erkenningscategorie en functiegroep. |
| 4. Tewerkstelling weekend- en vakantienorm in de "Tehuizen voor | 4. Tewerkstelling weekend- en vakantienorm in de "Tehuizen voor |
| Werkenden" (70 mio); inzetbaar ter realisatie van 1/2de van de | Werkenden" (70 mio); inzetbaar ter realisatie van 1/2de van de |
| weekend- en vakantienorm van de tehuizen voor niet-werkenden (Besluit | weekend- en vakantienorm van de tehuizen voor niet-werkenden (Besluit |
| Vlaamse Regering van 29 juli 1989). | Vlaamse Regering van 29 juli 1989). |
| 5. Tewerkstelling weekend- en vakantienorm in de MPI's/OBC's (104 | 5. Tewerkstelling weekend- en vakantienorm in de MPI's/OBC's (104 |
| mio). | mio). |
| Inzetbaar ter realisatie van onderstaande verbeteringen aan de | Inzetbaar ter realisatie van onderstaande verbeteringen aan de |
| noodzakelijke minimale personeelsomkadering : | noodzakelijke minimale personeelsomkadering : |
| 10 - 20 pct. : + 0,25 per leefgroep; | 10 - 20 pct. : + 0,25 per leefgroep; |
| 20 - 30 pct. : + 0,5 per leefgroep; | 20 - 30 pct. : + 0,5 per leefgroep; |
| + 30 pct. : + 1 per leefgroep, ongeacht de huidig opgelegde | + 30 pct. : + 1 per leefgroep, ongeacht de huidig opgelegde |
| beperkingen onder invloed van de personeelsstop. | beperkingen onder invloed van de personeelsstop. |
| 6. Tewerkstelling tijdens weekend van het bijkomend personeel ten | 6. Tewerkstelling tijdens weekend van het bijkomend personeel ten |
| gevolge van afspraken rond punten 4 en 5 (20 mio). | gevolge van afspraken rond punten 4 en 5 (20 mio). |
| 7. Tewerkstelling ter verbetering van de zorgvraag van | 7. Tewerkstelling ter verbetering van de zorgvraag van |
| kinderen/jongeren "categorie 14" (55 mio) inzetbaar in de functies | kinderen/jongeren "categorie 14" (55 mio) inzetbaar in de functies |
| "licentiaat" en "gezinsbegeleider van A1-niveau" in gelijke verhouding | "licentiaat" en "gezinsbegeleider van A1-niveau" in gelijke verhouding |
| van aantal. Voor de toegang tot de functies gezinsbegeleider A1 wordt | van aantal. Voor de toegang tot de functies gezinsbegeleider A1 wordt |
| uitdrukkelijk de A1 kwalificatie, zoals bepaald voor de | uitdrukkelijk de A1 kwalificatie, zoals bepaald voor de |
| functievereisten "opvoeder-begeleider klasse 1", gelijkgesteld met de | functievereisten "opvoeder-begeleider klasse 1", gelijkgesteld met de |
| sociale of paramedische A1-kwalificatie. Bedoeld wordt de verhoging | sociale of paramedische A1-kwalificatie. Bedoeld wordt de verhoging |
| van de norm licentiaat x 1,5 en de norm maatschappelijk werk x 1,5. | van de norm licentiaat x 1,5 en de norm maatschappelijk werk x 1,5. |
| (In de internaten die kinderen/jongeren met doelgroep categorie 14 | (In de internaten die kinderen/jongeren met doelgroep categorie 14 |
| opvangen; niet de OBC's en semi-internaten). Dit geeft een contingent | opvangen; niet de OBC's en semi-internaten). Dit geeft een contingent |
| van 18 licentiaten en 18 maatschappelijk werkers. De invulling van het | van 18 licentiaten en 18 maatschappelijk werkers. De invulling van het |
| contingent maatschappelijk werk wordt verruimd tot A1 opvoedend | contingent maatschappelijk werk wordt verruimd tot A1 opvoedend |
| personeel. | personeel. |
| Bij de toekenning van licentiaaturen kunnen de eventueel tot op heden | Bij de toekenning van licentiaaturen kunnen de eventueel tot op heden |
| ingezette andere functie-uren voor deze opdracht terug keren naar de | ingezette andere functie-uren voor deze opdracht terug keren naar de |
| oorspronkelijk genormeerde functiegroep. | oorspronkelijk genormeerde functiegroep. |
| 8. Tewerkstelling projecten "Zelfstandig Wonen" (5 mio); inzetbaar | 8. Tewerkstelling projecten "Zelfstandig Wonen" (5 mio); inzetbaar |
| naar de diensten waar de arbeidsdruk het hoogst is volgens de daartoe | naar de diensten waar de arbeidsdruk het hoogst is volgens de daartoe |
| overeengekomen modaliteiten en besluiten. | overeengekomen modaliteiten en besluiten. |
| 9. Tewerkstelling en verbetering van de omkaderings- en | 9. Tewerkstelling en verbetering van de omkaderings- en |
| managementsfuncties (40 mio). | managementsfuncties (40 mio). |
| a. Upgrading Administratie A2 naar A1 : | a. Upgrading Administratie A2 naar A1 : |
| Optrekken van 0,5 FTE per voorziening die geen erkenning heeft boven | Optrekken van 0,5 FTE per voorziening die geen erkenning heeft boven |
| 90. | 90. |
| Deze maatregel kan op generlei wijze aanleiding geven tot geheel of | Deze maatregel kan op generlei wijze aanleiding geven tot geheel of |
| gedeeltelijk ontslag van huidig tewerkgestelde A2-administratieve | gedeeltelijk ontslag van huidig tewerkgestelde A2-administratieve |
| werknemers en heeft als absolute finaliteit de tewerkstelling van + | werknemers en heeft als absolute finaliteit de tewerkstelling van + |
| 0,5 FTE administratieve kracht op A1-niveau, behorende tot de | 0,5 FTE administratieve kracht op A1-niveau, behorende tot de |
| personeelslijst van de voorziening. Zolang dit onmogelijk is kan het | personeelslijst van de voorziening. Zolang dit onmogelijk is kan het |
| overeenstemmende bedrag worden aangewend voor de boekhouding. | overeenstemmende bedrag worden aangewend voor de boekhouding. |
| b. Diensthoofd "Maatschappelijk werk" : vanaf 3 eenheden | b. Diensthoofd "Maatschappelijk werk" : vanaf 3 eenheden |
| maatschappelijk werk wordt één werknemer benoemd tot diensthoofd en | maatschappelijk werk wordt één werknemer benoemd tot diensthoofd en |
| bezoldigd aan het barema "107 pct.", zijnde het barema | bezoldigd aan het barema "107 pct.", zijnde het barema |
| hoofdbegeleider. | hoofdbegeleider. |
| De berekening gebeurt op het niveau van de voorziening. | De berekening gebeurt op het niveau van de voorziening. |
| c. Diensthoofd "paramedische Dienst" : uit 8 eenheden paramedisch | c. Diensthoofd "paramedische Dienst" : uit 8 eenheden paramedisch |
| personeel wordt één werknemer benoemd tot diensthoofd en bezoldigt aan | personeel wordt één werknemer benoemd tot diensthoofd en bezoldigt aan |
| het barema "107 pct.", zijnde het barema hoofdbegeleider. Uit 24 | het barema "107 pct.", zijnde het barema hoofdbegeleider. Uit 24 |
| eenheden paramedisch personeel wordt het derde diensthoofd benoemd tot | eenheden paramedisch personeel wordt het derde diensthoofd benoemd tot |
| algemeen coördinator paramedische dienst en bezoldigd aan het barema | algemeen coördinator paramedische dienst en bezoldigd aan het barema |
| "opvoeder-groepschef". | "opvoeder-groepschef". |
| De berekening gebeurt op het niveau van de voorziening. | De berekening gebeurt op het niveau van de voorziening. |
| d. Directiemedewerkers : als aanzet ter verbetering van het management | d. Directiemedewerkers : als aanzet ter verbetering van het management |
| wordt een fractie van bijkomende tewerkstelling "directiemedewerker" | wordt een fractie van bijkomende tewerkstelling "directiemedewerker" |
| (minimaal 0,5 FTE) toegekend aan de residentiële voorzieningen met een | (minimaal 0,5 FTE) toegekend aan de residentiële voorzieningen met een |
| erkenning tussen 75 en 89 of met een erkenning tussen 150 en 179, | erkenning tussen 75 en 89 of met een erkenning tussen 150 en 179, |
| bezoldigd aan het barema licentiaat en met een maximum van 1 | bezoldigd aan het barema licentiaat en met een maximum van 1 |
| bijkomende directiemedewerker per voorziening. | bijkomende directiemedewerker per voorziening. |
| e. Voor zover op het ogenblik van de invoering van de maatregelen a | e. Voor zover op het ogenblik van de invoering van de maatregelen a |
| tot en met d andere gesubsidieerde functie-uren werden aangewend, | tot en met d andere gesubsidieerde functie-uren werden aangewend, |
| zullen deze na invoering terugkeren naar de oorspronkelijk genormeerde | zullen deze na invoering terugkeren naar de oorspronkelijk genormeerde |
| en gesubsidieerde functiegroep. | en gesubsidieerde functiegroep. |
| 10. Tewerkstelling ter verbetering van de personeelsbezetting in de | 10. Tewerkstelling ter verbetering van de personeelsbezetting in de |
| Tehuizen werkenden (25 mio) : aanvullend inzetbaar bij de in de | Tehuizen werkenden (25 mio) : aanvullend inzetbaar bij de in de |
| begroting 1998 van het "Vlaams Fonds voor sociale integratie van | begroting 1998 van het "Vlaams Fonds voor sociale integratie van |
| personen met een handicap" reeds voorziene 25 miljoen, om de norm | personen met een handicap" reeds voorziene 25 miljoen, om de norm |
| begeleiding 1 per 8 mogelijk te maken voor de overdag aanwezige | begeleiding 1 per 8 mogelijk te maken voor de overdag aanwezige |
| bewoners. | bewoners. |
| 11. Tewerkstelling ter compensatie van de coördinatietaken in de | 11. Tewerkstelling ter compensatie van de coördinatietaken in de |
| Diensten Begeleid Wonen (29 mio) : | Diensten Begeleid Wonen (29 mio) : |
| Inzetbaar als bijkomende begeleidingsuren in deze diensten ten einde | Inzetbaar als bijkomende begeleidingsuren in deze diensten ten einde |
| de coördinatietaken mogelijk te maken, overeenkomstig onderstaande | de coördinatietaken mogelijk te maken, overeenkomstig onderstaande |
| tabel : | tabel : |
| 12 - 23 : + 0,25 FTE | 12 - 23 : + 0,25 FTE |
| 24 - 35 : + 0,5 FTE | 24 - 35 : + 0,5 FTE |
| 36 - 47 : + 0,75 FTE | 36 - 47 : + 0,75 FTE |
| 48 + : + 1 FTE | 48 + : + 1 FTE |
| § 2. Bijzondere jeugdbijstand | § 2. Bijzondere jeugdbijstand |
| 1. Tewerkstelling gezinsbegeleiders residentiële zorg (180 mio) (alle | 1. Tewerkstelling gezinsbegeleiders residentiële zorg (180 mio) (alle |
| erkenningen binnen categorie 1, 1bis, 2 en 3) | erkenningen binnen categorie 1, 1bis, 2 en 3) |
| + 0,5 FTE per en vanaf 10 jongeren | + 0,5 FTE per en vanaf 10 jongeren |
| 2. Tewerkstelling residentiële voorzieningen kleiner dan 10 / | 2. Tewerkstelling residentiële voorzieningen kleiner dan 10 / |
| projecten (5 mio) (werkdrukvermindering) | projecten (5 mio) (werkdrukvermindering) |
| + 0,05 FTE per jongere | + 0,05 FTE per jongere |
| 3. Tewerkstelling gezinsbegeleiders pleegzorg (26 mio) | 3. Tewerkstelling gezinsbegeleiders pleegzorg (26 mio) |
| (niet cumulatief) | (niet cumulatief) |
| + 0,5 FTE erkenningen vanaf 36 tot en met 71 | + 0,5 FTE erkenningen vanaf 36 tot en met 71 |
| + 0,66 FTE vanaf erkenning 72 | + 0,66 FTE vanaf erkenning 72 |
| + 0,33 FTE per bijkomende schijf van 36 vanaf erkenning 108. | + 0,33 FTE per bijkomende schijf van 36 vanaf erkenning 108. |
| § 3. Gezinszorg ("Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning"; | § 3. Gezinszorg ("Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning"; |
| "Centra voor integrale Gezinszorg") | "Centra voor integrale Gezinszorg") |
| 1. Teneinde de tewerkstelling in deze sector te behouden en de | 1. Teneinde de tewerkstelling in deze sector te behouden en de |
| uitvoering van de overeenkomsten inzake anciënniteitsgroei en | uitvoering van de overeenkomsten inzake anciënniteitsgroei en |
| kwalificatievereisten mogelijk te maken, wordt een bedrag van 32 | kwalificatievereisten mogelijk te maken, wordt een bedrag van 32 |
| miljoen loonanomalie ingezet. | miljoen loonanomalie ingezet. |
| De collectieve arbeidsovereenkomsten inzake de loon- en | De collectieve arbeidsovereenkomsten inzake de loon- en |
| arbeidsvoorwaarden, inclusief de anciënniteitregelingen conform de | arbeidsvoorwaarden, inclusief de anciënniteitregelingen conform de |
| bijzondere jeugdbijstand, zullen worden hersteld voor onbepaalde duur. | bijzondere jeugdbijstand, zullen worden hersteld voor onbepaalde duur. |
| 2. Tewerkstelling ter verbetering van het personeelskader (45 mio). | 2. Tewerkstelling ter verbetering van het personeelskader (45 mio). |
| Er wordt een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten inzake een | Er wordt een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten inzake een |
| minimale personeelsomkadering, inclusief de bepalingen inzake de | minimale personeelsomkadering, inclusief de bepalingen inzake de |
| kwalificatiecriteria, die de modaliteiten van inzetbaarheid bepaalt. | kwalificatiecriteria, die de modaliteiten van inzetbaarheid bepaalt. |
| 3. Tewerkstelling vanuit het Sociaal Fonds"VOHI" (21 mio CKG en CIG). | 3. Tewerkstelling vanuit het Sociaal Fonds"VOHI" (21 mio CKG en CIG). |
| De toekenning van bijkomende tewerkstelling aan de betrokken | De toekenning van bijkomende tewerkstelling aan de betrokken |
| voorzieningen wordt op definitieve basis mogelijk gemaakt door | voorzieningen wordt op definitieve basis mogelijk gemaakt door |
| integratie van de noodzakelijke middelen. | integratie van de noodzakelijke middelen. |
| § 4. Algemeen welzijnswerk | § 4. Algemeen welzijnswerk |
| 1. Harmonisering van de loon- en arbeidsvoorwaarden voor alle | 1. Harmonisering van de loon- en arbeidsvoorwaarden voor alle |
| werknemers in de autonome centra van het Algemeen Welzijnswerk (20 | werknemers in de autonome centra van het Algemeen Welzijnswerk (20 |
| mio). | mio). |
| Er wordt een protocol gesloten bepalende dat de nodige initiatieven | Er wordt een protocol gesloten bepalende dat de nodige initiatieven |
| worden genomen om hoger genoemde werknemers te doen ressorteren onder | worden genomen om hoger genoemde werknemers te doen ressorteren onder |
| het bevoegdheidsgebied van het Paritair Subcomité voor de opvoedings- | het bevoegdheidsgebied van het Paritair Subcomité voor de opvoedings- |
| en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap, met inbegrip | en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap, met inbegrip |
| van de nodige overgangsbepalingen. | van de nodige overgangsbepalingen. |
| Er wordt een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten inzake de loon- | Er wordt een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten inzake de loon- |
| en arbeidsvoorwaarden conform het Paritair Subcomité voor de | en arbeidsvoorwaarden conform het Paritair Subcomité voor de |
| opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap | opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap |
| inclusief de classificatiecriteria (logistiek, administratief en | inclusief de classificatiecriteria (logistiek, administratief en |
| hulpverlenend personeel) en de anciënniteitregels overeenkomstig het | hulpverlenend personeel) en de anciënniteitregels overeenkomstig het |
| Besluit op de Bijzondere Jeugdbijstand. | Besluit op de Bijzondere Jeugdbijstand. |
| Alle vigerende collectieve arbeidsovereenkomsten van het Paritair | Alle vigerende collectieve arbeidsovereenkomsten van het Paritair |
| Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de | Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de |
| Vlaamse Gemeenschap zullen van toepassing worden gemaakt, via een | Vlaamse Gemeenschap zullen van toepassing worden gemaakt, via een |
| "Harmonisatie CAO". | "Harmonisatie CAO". |
| 2. Tot behoud van het volume van de tewerkstelling wordt de anomalie | 2. Tot behoud van het volume van de tewerkstelling wordt de anomalie |
| in de betoelaging van 80 FTE werkdrukverlichters (momenteel aan 1 | in de betoelaging van 80 FTE werkdrukverlichters (momenteel aan 1 |
| miljoen per FTE) geregulariseerd naar 1,3 miljoen per FTE (24 mio). | miljoen per FTE) geregulariseerd naar 1,3 miljoen per FTE (24 mio). |
| 3. Tewerkstelling ter verbetering van het personeelskader (31 mio); in | 3. Tewerkstelling ter verbetering van het personeelskader (31 mio); in |
| functie van de werkdruk van het hulpverlenend personeel. | functie van de werkdruk van het hulpverlenend personeel. |
| 4. Tewerkstelling vanuit het bestaande Sociaal Fonds "VOHI" (4 mio); | 4. Tewerkstelling vanuit het bestaande Sociaal Fonds "VOHI" (4 mio); |
| de toekenning van bijkomende tewerkstelling aan de betrokken | de toekenning van bijkomende tewerkstelling aan de betrokken |
| voorzieningen wordt op definitieve basis mogelijk gemaakt door | voorzieningen wordt op definitieve basis mogelijk gemaakt door |
| integratie van de noodzakelijke middelen. | integratie van de noodzakelijke middelen. |
| § 5. Algemene bepalingen inzake de versoepeling van de | § 5. Algemene bepalingen inzake de versoepeling van de |
| "clicheringsverhouding" van de A1/A2 begeleiderscategorieën (91 mio : | "clicheringsverhouding" van de A1/A2 begeleiderscategorieën (91 mio : |
| 68 mio + 23 mio); | 68 mio + 23 mio); |
| 1. Normalisatie : opvoerders-begeleiders die tussen 1 januari 1974 en | 1. Normalisatie : opvoerders-begeleiders die tussen 1 januari 1974 en |
| 31 december 1997 als gevolg van de clicherings-maatregel werden | 31 december 1997 als gevolg van de clicherings-maatregel werden |
| uitbetaald aan het barema A2, doch in deze periode hetzij een | uitbetaald aan het barema A2, doch in deze periode hetzij een |
| kwalificatie van opvoeder-begeleider klasse 1 behaald hebben, hetzij | kwalificatie van opvoeder-begeleider klasse 1 behaald hebben, hetzij |
| bij aanwerving in deze periode over deze kwalificatie beschikten, | bij aanwerving in deze periode over deze kwalificatie beschikten, |
| zullen uiterlijk op 30 september 1998 volgens de baremaschaal klasse 1 | zullen uiterlijk op 30 september 1998 volgens de baremaschaal klasse 1 |
| worden uitbetaald aan de toepasselijke baremieke anciënniteit waarop | worden uitbetaald aan de toepasselijke baremieke anciënniteit waarop |
| zij rechthebbende zijn. | zij rechthebbende zijn. |
| De tewerkgestelde opvoeders-begeleiders die op 31 december 1997 in | De tewerkgestelde opvoeders-begeleiders die op 31 december 1997 in |
| dienst waren en die in het schooljaar 97-98 hun A1 kwalificatie zullen | dienst waren en die in het schooljaar 97-98 hun A1 kwalificatie zullen |
| behalen, worden hiermee gelijkgesteld. | behalen, worden hiermee gelijkgesteld. |
| 2. In de gehandicaptenzorg zal het na punt 1 resterende bedrag worden | 2. In de gehandicaptenzorg zal het na punt 1 resterende bedrag worden |
| aangewend om het aantal subsidieerbare A1 gekwalificeerde op te | aangewend om het aantal subsidieerbare A1 gekwalificeerde op te |
| trekken tot minimaal 30 pct.. In de bijzondere jeugdzorg zal het | trekken tot minimaal 30 pct.. In de bijzondere jeugdzorg zal het |
| resterende bedrag worden aangewend om het aantal subsidieerbare A1 | resterende bedrag worden aangewend om het aantal subsidieerbare A1 |
| gekwalificeerden op te trekken naar een nieuw gemiddelde van de | gekwalificeerden op te trekken naar een nieuw gemiddelde van de |
| erkenningscategorie. | erkenningscategorie. |
| Het onder 1 en 2 bepaalde zal leiden tot de vaststelling van het | Het onder 1 en 2 bepaalde zal leiden tot de vaststelling van het |
| hernieuwde instellingsclicheringsgetal, dat niet wordt beïnvloed door | hernieuwde instellingsclicheringsgetal, dat niet wordt beïnvloed door |
| eventuele uitdiensttredingen. De maatregel bedoeld onder 2 kan geen | eventuele uitdiensttredingen. De maatregel bedoeld onder 2 kan geen |
| aanleiding geven tot ontslag van het huidig aanwezige A2 begeleidend | aanleiding geven tot ontslag van het huidig aanwezige A2 begeleidend |
| personeel. | personeel. |
| 3. Sector Gezinszorg (geen meerkost) | 3. Sector Gezinszorg (geen meerkost) |
| De in de personeelsnormering begrepen minimale aantallen | De in de personeelsnormering begrepen minimale aantallen |
| A1-gekwalificeerden zijn, gezien de financiering, niet onderhevig aan | A1-gekwalificeerden zijn, gezien de financiering, niet onderhevig aan |
| de eventuele beperkingen van het clicheringsbesluit. | de eventuele beperkingen van het clicheringsbesluit. |
| 4. Harmonisatie van de promotieregelingen opvoedend- en begeleidend | 4. Harmonisatie van de promotieregelingen opvoedend- en begeleidend |
| personeel (geen meerkost). | personeel (geen meerkost). |
| Om de promotiekansen van het opvoedend-begeleidend personeel in de | Om de promotiekansen van het opvoedend-begeleidend personeel in de |
| functies hoofdopvoeder en opvoeder-groepschef te vrijwaren dient de | functies hoofdopvoeder en opvoeder-groepschef te vrijwaren dient de |
| regelgeving mogelijk te maken dat de dienstjaren als | regelgeving mogelijk te maken dat de dienstjaren als |
| opvoeder-begeleider met kwalificatie klasse 1 in aanmerking worden | opvoeder-begeleider met kwalificatie klasse 1 in aanmerking worden |
| genomen en niet langer de baremiek betaalde loonjaren als klasse 1, | genomen en niet langer de baremiek betaalde loonjaren als klasse 1, |
| wanneer de clicheringsmaatregel deze zou beperkt hebben tot de | wanneer de clicheringsmaatregel deze zou beperkt hebben tot de |
| uitbetaling van een A2-barema aan een A1-gekwalificeerde. | uitbetaling van een A2-barema aan een A1-gekwalificeerde. |
| 5. Evolutie van de clicheringsmaatregel | 5. Evolutie van de clicheringsmaatregel |
| Om een verdere negatieve evolutie van het aantal A1 - gekwalificeerden | Om een verdere negatieve evolutie van het aantal A1 - gekwalificeerden |
| in de clicheringsverhoudingen te voorkomen - waardoor de maatregelen | in de clicheringsverhoudingen te voorkomen - waardoor de maatregelen |
| genoemd onder 2 en 3 hun effect op korte termijn zouden verliezen - | genoemd onder 2 en 3 hun effect op korte termijn zouden verliezen - |
| dient de toegekende begeleidersnorm voor bijkomend erkende of nieuw | dient de toegekende begeleidersnorm voor bijkomend erkende of nieuw |
| erkende capaciteit aan het gemiddelde van de erkenningscategorie te | erkende capaciteit aan het gemiddelde van de erkenningscategorie te |
| kunnen worden ingevuld. | kunnen worden ingevuld. |
Art. 4.Sluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten |
Art. 4.Sluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten |
| In uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst en conform de | In uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst en conform de |
| tabellen in bijlage sluiten de sociale partners volgende collectieve | tabellen in bijlage sluiten de sociale partners volgende collectieve |
| arbeidsovereenkomsten : | arbeidsovereenkomsten : |
| 1. de veralgemening van de 38-urenweek; | 1. de veralgemening van de 38-urenweek; |
| 2. het vastleggen van de arbeidstijdtelling op basis van de slapende | 2. het vastleggen van de arbeidstijdtelling op basis van de slapende |
| nacht (8 = 3), de vakantiekampen (8 + 3 + 1 compensatie) als absolute | nacht (8 = 3), de vakantiekampen (8 + 3 + 1 compensatie) als absolute |
| voorwaarde toekennen voor de toepasbaarheid van collectieve | voorwaarde toekennen voor de toepasbaarheid van collectieve |
| arbeidsovereenkomst 4.1.; | arbeidsovereenkomst 4.1.; |
| 3. het toekennen van twee bijkomende conventionele verlofdagen per | 3. het toekennen van twee bijkomende conventionele verlofdagen per |
| jaar; | jaar; |
| 4. het actualiseren van de collectieve arbeidsovereenkomst syndicale | 4. het actualiseren van de collectieve arbeidsovereenkomst syndicale |
| delegatie, met verlaging minimumdrempel tot 10 werknemers, met 2 | delegatie, met verlaging minimumdrempel tot 10 werknemers, met 2 |
| effectieve mandaten van 10 tot 20 werknemers die samen aanspraak | effectieve mandaten van 10 tot 20 werknemers die samen aanspraak |
| kunnen maken op 15 dagen syndicale vorming, het optrekken van de | kunnen maken op 15 dagen syndicale vorming, het optrekken van de |
| kredieturen syndicale vorming effectieven tot 15 dagen. Het aantal | kredieturen syndicale vorming effectieven tot 15 dagen. Het aantal |
| mandaten boven 20 werknemers blijft onveranderd. | mandaten boven 20 werknemers blijft onveranderd. |
| De totstandkoming van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt | De totstandkoming van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt |
| gekoppeld aan het nemen van een beslissing door het paritair subcomité | gekoppeld aan het nemen van een beslissing door het paritair subcomité |
| omtrent de minimumprestaties en het oprichten van een beperkt comité | omtrent de minimumprestaties en het oprichten van een beperkt comité |
| in uitvoering van de wet van 1948; | in uitvoering van de wet van 1948; |
| 5. het afsluiten van een collectieve arbeidsovereenkomst over | 5. het afsluiten van een collectieve arbeidsovereenkomst over |
| carenzdag en verlenging opzegtermijnen arbeiders; | carenzdag en verlenging opzegtermijnen arbeiders; |
| 6. het verlengen van de bestaande collectieve arbeidsovereenkomst | 6. het verlengen van de bestaande collectieve arbeidsovereenkomst |
| brugpensioen en halftijds brugpensioen; | brugpensioen en halftijds brugpensioen; |
| 7. eindeloopbaanthema en het recht op vrijwillige uitstapregelingen in | 7. eindeloopbaanthema en het recht op vrijwillige uitstapregelingen in |
| het kader van de eindeloopbaan; | het kader van de eindeloopbaan; |
| 8. de veralgemening van de collectieve arbeidsovereenkomst van de | 8. de veralgemening van de collectieve arbeidsovereenkomst van de |
| syndicale premie; | syndicale premie; |
| 9. collectieve arbeidsovereenkomst loonharmonisering Algemeen | 9. collectieve arbeidsovereenkomst loonharmonisering Algemeen |
| Welzijnswerk en aanpassing toepassingsgebied (319.01); | Welzijnswerk en aanpassing toepassingsgebied (319.01); |
| 10. collectieve arbeidsovereenkomst over de personeelsomkadering in de | 10. collectieve arbeidsovereenkomst over de personeelsomkadering in de |
| sector gezinszorg; | sector gezinszorg; |
| 11. collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de loonvoorwaarden en | 11. collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de loonvoorwaarden en |
| de anciënniteit in de sector gezinszorg; | de anciënniteit in de sector gezinszorg; |
| 12. collectieve arbeidsovereenkomst houdende maatregelen met het oog | 12. collectieve arbeidsovereenkomst houdende maatregelen met het oog |
| op de bevordering van de tewerkstelling (Sociale Maribel); | op de bevordering van de tewerkstelling (Sociale Maribel); |
| 13. noodzakelijke aanpassingen aan de bestaande collectieve | 13. noodzakelijke aanpassingen aan de bestaande collectieve |
| arbeidsovereenkomsten om de uitvoering van het raamakkoord mogelijk te | arbeidsovereenkomsten om de uitvoering van het raamakkoord mogelijk te |
| maken (onder meer inzake classificaties, barema's,...). | maken (onder meer inzake classificaties, barema's,...). |
Art. 5.Partijen beklemtonen dat deze collectieve arbeidsovereenkomst |
Art. 5.Partijen beklemtonen dat deze collectieve arbeidsovereenkomst |
| één globaal geheel vormt. | één globaal geheel vormt. |
| Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 1998 | Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 1998 |
| en is gesloten voor onbepaalde duur. Zij kan worden opgezegd door elk | en is gesloten voor onbepaalde duur. Zij kan worden opgezegd door elk |
| van de partijen mits een opzegging van 3 maanden betekend bij | van de partijen mits een opzegging van 3 maanden betekend bij |
| aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité | aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité |
| voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse | voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse |
| Gemeenschap. | Gemeenschap. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 december | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 december |
| 2010. | 2010. |
| De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast | De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast |
| met het Migratie- en asielbeleid, | met het Migratie- en asielbeleid, |
| Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
| Gezien om gevoegd te worden bij het koninklijk besluit 12 december | Gezien om gevoegd te worden bij het koninklijk besluit 12 december |
| 2010. | 2010. |
| De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast | De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast |
| met het Migratie- en asielbeleid, | met het Migratie- en asielbeleid, |
| Mevr. J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |