| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 januari 2024, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de logistiek, betreffende het tijdskrediet voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 30 juni 2025 | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 januari 2024, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de logistiek, betreffende het tijdskrediet voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 30 juni 2025 |
|---|---|
| 12 AUGUSTUS 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 12 AUGUSTUS 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
| wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 januari 2024, | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 januari 2024, |
| gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de | gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de |
| internationale handel, het vervoer en de logistiek, betreffende het | internationale handel, het vervoer en de logistiek, betreffende het |
| tijdskrediet voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 30 juni | tijdskrediet voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 30 juni |
| 2025 (1) | 2025 (1) |
| FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de |
| internationale handel, het vervoer en de logistiek; | internationale handel, het vervoer en de logistiek; |
| Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 januari 2024, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 januari 2024, |
| gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de | gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de |
| internationale handel, het vervoer en de logistiek, betreffende het | internationale handel, het vervoer en de logistiek, betreffende het |
| tijdskrediet voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 30 juni | tijdskrediet voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 30 juni |
| 2025. | 2025. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te l'Ile-d'Yeu, 12 augustus 2024. | Gegeven te l'Ile-d'Yeu, 12 augustus 2024. |
| FILIP | FILIP |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het | Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het |
| vervoer en de logistiek | vervoer en de logistiek |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 januari 2024 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 januari 2024 |
| Tijdskrediet voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 30 juni | Tijdskrediet voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 30 juni |
| 2025 (Overeenkomst geregistreerd op 29 januari 2024 onder het nummer | 2025 (Overeenkomst geregistreerd op 29 januari 2024 onder het nummer |
| 185633/CO/226) | 185633/CO/226) |
| HOOFSDTUK I. - Toepassingsgebied en definities | HOOFSDTUK I. - Toepassingsgebied en definities |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) is van |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) is van |
| toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die | toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die |
| onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de bedienden | onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de bedienden |
| uit de internationale handel, het vervoer en de logistiek. | uit de internationale handel, het vervoer en de logistiek. |
Art. 2.Voor de toepassing van deze CAO wordt verstaan onder : |
Art. 2.Voor de toepassing van deze CAO wordt verstaan onder : |
| - CAO 103 : de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni | - CAO 103 : de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni |
| 2012 van de Nationale Arbeidsraad tot invoering van een stelsel van | 2012 van de Nationale Arbeidsraad tot invoering van een stelsel van |
| tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen; | tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen; |
| - CAO 170 : de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 170 van 30 mei 2023 | - CAO 170 : de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 170 van 30 mei 2023 |
| van de Nationale Arbeidsraad tot vaststelling, voor de periode van 1 | van de Nationale Arbeidsraad tot vaststelling, voor de periode van 1 |
| juli 2023 tot en met 30 juni 2025, van het interprofessioneel kader | juli 2023 tot en met 30 juni 2025, van het interprofessioneel kader |
| voor de aanpassing naar 55 jaar van de leeftijdsgrens, wat de toegang | voor de aanpassing naar 55 jaar van de leeftijdsgrens, wat de toegang |
| tot het recht op uitkeringen voor een landingsbaan betreft, voor | tot het recht op uitkeringen voor een landingsbaan betreft, voor |
| werknemers met een lange loopbaan, zwaar beroep of uit een onderneming | werknemers met een lange loopbaan, zwaar beroep of uit een onderneming |
| in moeilijkheden of in herstructurering; | in moeilijkheden of in herstructurering; |
| - sociaal fonds : het "Sociaal Fonds van het Paritair Comité voor de | - sociaal fonds : het "Sociaal Fonds van het Paritair Comité voor de |
| bedienen uit de internationale handel, het vervoer en de logistiek". | bedienen uit de internationale handel, het vervoer en de logistiek". |
Art. 3.Voor de toepassing van de CAO's 103 en 170 wordt rekening |
Art. 3.Voor de toepassing van de CAO's 103 en 170 wordt rekening |
| gehouden met de bijzondere toepassingsmodaliteiten vervat in de | gehouden met de bijzondere toepassingsmodaliteiten vervat in de |
| artikelen 4 tot en met 14 hierna. | artikelen 4 tot en met 14 hierna. |
| HOOFDSTUK II. - Tijdskrediet met motief | HOOFDSTUK II. - Tijdskrediet met motief |
Art. 4.§ 1. De bedienden hebben recht op een voltijds tijdskrediet, |
Art. 4.§ 1. De bedienden hebben recht op een voltijds tijdskrediet, |
| halftijdse of 1/5de loopbaanvermindering tot maximaal 51 maanden voor | halftijdse of 1/5de loopbaanvermindering tot maximaal 51 maanden voor |
| het verlenen van zorgen, zoals voorzien in artikel 4, § 1, a), b) en | het verlenen van zorgen, zoals voorzien in artikel 4, § 1, a), b) en |
| c) van CAO 103. | c) van CAO 103. |
| § 2. De bedienden hebben recht op een voltijds tijdskrediet, | § 2. De bedienden hebben recht op een voltijds tijdskrediet, |
| halftijdse of 1/5de loopbaanvermindering tot maximaal 36 maanden voor | halftijdse of 1/5de loopbaanvermindering tot maximaal 36 maanden voor |
| het volgen van een opleiding, zoals voorzien in artikel 4, § 2 van de | het volgen van een opleiding, zoals voorzien in artikel 4, § 2 van de |
| CAO 103. | CAO 103. |
| § 3. De periodes bedoeld in § § 1 en 2 mogen samen niet meer dan 51 | § 3. De periodes bedoeld in § § 1 en 2 mogen samen niet meer dan 51 |
| maanden bedragen. | maanden bedragen. |
| HOOFDSTUK III. - Landingsbanen | HOOFDSTUK III. - Landingsbanen |
Art. 5.§ 1. In toepassing van CAO 170 wordt de leeftijdsgrens |
Art. 5.§ 1. In toepassing van CAO 170 wordt de leeftijdsgrens |
| behouden op 55 jaar voor de bedienden die hun arbeidsprestaties met | behouden op 55 jaar voor de bedienden die hun arbeidsprestaties met |
| 1/5de of tot een halftijdse betrekking verminderen in toepassing van | 1/5de of tot een halftijdse betrekking verminderen in toepassing van |
| artikel 8, § 1 van de CAO 103 en die voldoen aan de voorwaarden van | artikel 8, § 1 van de CAO 103 en die voldoen aan de voorwaarden van |
| artikel 6, § 5, eerste lid, 2° en 3° van het koninklijk besluit van 12 | artikel 6, § 5, eerste lid, 2° en 3° van het koninklijk besluit van 12 |
| december 2001, zoals gewijzigd door artikel 4 van het koninklijk | december 2001, zoals gewijzigd door artikel 4 van het koninklijk |
| besluit van 30 december 2014. | besluit van 30 december 2014. |
| § 2. De uitzondering van artikel 8, § 3, tweede streepje van de CAO | § 2. De uitzondering van artikel 8, § 3, tweede streepje van de CAO |
| 103 (landingsbaan vanaf 50 jaar met 28 jaar loopbaan, zonder | 103 (landingsbaan vanaf 50 jaar met 28 jaar loopbaan, zonder |
| RVA-uitkering) blijft van toepassing. | RVA-uitkering) blijft van toepassing. |
| HOOFDSTUK IV. - Organisatieregels | HOOFDSTUK IV. - Organisatieregels |
Art. 6.§ 1. De drempel in verband met de gelijktijdige afwezigheid |
Art. 6.§ 1. De drempel in verband met de gelijktijdige afwezigheid |
| van werknemers in de onderneming of dienst, zoals bepaald in artikel | van werknemers in de onderneming of dienst, zoals bepaald in artikel |
| 16 van de CAO 103, blijft vastgesteld, wat betreft de bedienden, op 7 | 16 van de CAO 103, blijft vastgesteld, wat betreft de bedienden, op 7 |
| pct. | pct. |
| § 2. De bedienden van 55 jaar en ouder die hun arbeidsprestaties met | § 2. De bedienden van 55 jaar en ouder die hun arbeidsprestaties met |
| 1/5de of met de helft verminderen in het kader van de CAO 103 of 170 | 1/5de of met de helft verminderen in het kader van de CAO 103 of 170 |
| worden niet in aanmerking genomen voor de toepassing van de drempel. | worden niet in aanmerking genomen voor de toepassing van de drempel. |
| § 3. De drempel als bedoeld in § 1 kan worden gewijzigd op | § 3. De drempel als bedoeld in § 1 kan worden gewijzigd op |
| ondernemingsniveau, door een collectieve arbeidsovereenkomst of door | ondernemingsniveau, door een collectieve arbeidsovereenkomst of door |
| het arbeidsreglement. | het arbeidsreglement. |
Art. 7.Overeenkomstig artikel 6 van de CAO 103 kan in de |
Art. 7.Overeenkomstig artikel 6 van de CAO 103 kan in de |
| ondernemingen bij een CAO afgeweken worden van de organisatieregels | ondernemingen bij een CAO afgeweken worden van de organisatieregels |
| voor de 1/5de loopbaanvermindering wanneer het gaat om tewerkstelling | voor de 1/5de loopbaanvermindering wanneer het gaat om tewerkstelling |
| in ploegen of in cycli in een arbeidsregeling gespreid over 5 of meer | in ploegen of in cycli in een arbeidsregeling gespreid over 5 of meer |
| dagen van de week. | dagen van de week. |
| HOOFDSTUK V. - Aanvullende premies | HOOFDSTUK V. - Aanvullende premies |
Art. 8.§ 1. De bedienden die hun arbeidsprestaties met 1/5de |
Art. 8.§ 1. De bedienden die hun arbeidsprestaties met 1/5de |
| verminderen in het kader van de CAO 103 hebben vanaf 1 januari 2024 | verminderen in het kader van de CAO 103 hebben vanaf 1 januari 2024 |
| recht op een aanvullende premie van 101,09 EUR bruto per maand vanaf | recht op een aanvullende premie van 101,09 EUR bruto per maand vanaf |
| de leeftijd van 60 jaar. | de leeftijd van 60 jaar. |
| § 2. De bedienden die hun arbeidsprestaties met 1/5de verminderen in | § 2. De bedienden die hun arbeidsprestaties met 1/5de verminderen in |
| het kader van de CAO 170 (landingsbaan voor werknemers met een lange | het kader van de CAO 170 (landingsbaan voor werknemers met een lange |
| loopbaan of een zwaar beroep) of artikel 8, § 3, tweede streepje van | loopbaan of een zwaar beroep) of artikel 8, § 3, tweede streepje van |
| de CAO 103 hebben vanaf 1 januari 2024 recht op een aanvullende premie | de CAO 103 hebben vanaf 1 januari 2024 recht op een aanvullende premie |
| van 101,09 EUR bruto per maand vanaf de leeftijd van 55 jaar. | van 101,09 EUR bruto per maand vanaf de leeftijd van 55 jaar. |
Art. 9.De voltijds tewerkgestelde bedienden of daarmee |
Art. 9.De voltijds tewerkgestelde bedienden of daarmee |
| gelijkgestelden die hun arbeidsprestaties met de helft verminderen | gelijkgestelden die hun arbeidsprestaties met de helft verminderen |
| hebben vanaf 1 januari 2024 recht op een aanvullende premie van 123,55 | hebben vanaf 1 januari 2024 recht op een aanvullende premie van 123,55 |
| EUR bruto per maand vanaf de leeftijd van 55 jaar. | EUR bruto per maand vanaf de leeftijd van 55 jaar. |
Art. 10.De bedienden die op 31 december 2023 recht hebben op een |
Art. 10.De bedienden die op 31 december 2023 recht hebben op een |
| aanvullende premie tijdskrediet op basis van een vroegere sectorale | aanvullende premie tijdskrediet op basis van een vroegere sectorale |
| CAO, behouden dit recht. | CAO, behouden dit recht. |
Art. 11.De aanvullende premies worden betaald door de werkgever die |
Art. 11.De aanvullende premies worden betaald door de werkgever die |
| deze kan terugvorderen bij het sociaal fonds, met inbegrip van de | deze kan terugvorderen bij het sociaal fonds, met inbegrip van de |
| bijzondere werkgeversbijdrage. | bijzondere werkgeversbijdrage. |
| De aanvragen tot terugbetaling kunnen ingediend worden tijdens de 3 | De aanvragen tot terugbetaling kunnen ingediend worden tijdens de 3 |
| kalenderjaren die volgen op het kalenderjaar waarin de premies werden | kalenderjaren die volgen op het kalenderjaar waarin de premies werden |
| uitbetaald. | uitbetaald. |
| Na afloop van deze periode vervalt het recht op terugbetaling. | Na afloop van deze periode vervalt het recht op terugbetaling. |
| HOOFDSTUK VI. - Gemeenschappelijke bepalingen | HOOFDSTUK VI. - Gemeenschappelijke bepalingen |
Art. 12.Bedienden die deel uitmaken van volgende categorieën van |
Art. 12.Bedienden die deel uitmaken van volgende categorieën van |
| personen kunnen slechts een beroep doen op de maatregelen vervat in de | personen kunnen slechts een beroep doen op de maatregelen vervat in de |
| CAO 103 of 170 en de bepalingen van onderhavige collectieve | CAO 103 of 170 en de bepalingen van onderhavige collectieve |
| arbeidsovereenkomst, mits voorafgaand akkoord van hun werkgever : | arbeidsovereenkomst, mits voorafgaand akkoord van hun werkgever : |
| - het leidinggevend personeel, zoals gedefinieerd in artikel 4, 4° van | - het leidinggevend personeel, zoals gedefinieerd in artikel 4, 4° van |
| de wet van 4 december 2007 betreffende de sociale verkiezingen; | de wet van 4 december 2007 betreffende de sociale verkiezingen; |
| - het vertrouwenspersoneel dat bedoeld wordt in het koninklijk besluit | - het vertrouwenspersoneel dat bedoeld wordt in het koninklijk besluit |
| van 10 februari 1965 tot aanwijzing van de personen die met een | van 10 februari 1965 tot aanwijzing van de personen die met een |
| leidende functie of met een vertrouwenspost zijn bekleed in de | leidende functie of met een vertrouwenspost zijn bekleed in de |
| particuliere sectors van's lands bedrijfsleven, voor de toepassing van | particuliere sectors van's lands bedrijfsleven, voor de toepassing van |
| de wet betreffende de arbeidsduur. | de wet betreffende de arbeidsduur. |
Art. 13.In geval van collectief ontslag moeten de opzeggingstermijn |
Art. 13.In geval van collectief ontslag moeten de opzeggingstermijn |
| en de verbrekingsvergoeding van bedienden die genieten van een | en de verbrekingsvergoeding van bedienden die genieten van een |
| arbeidstijdregeling zoals bedoeld in de CAO's 103 of 170, ongeacht de | arbeidstijdregeling zoals bedoeld in de CAO's 103 of 170, ongeacht de |
| formule van tijdskrediet, berekend worden op basis van het normale | formule van tijdskrediet, berekend worden op basis van het normale |
| voltijdse loon. | voltijdse loon. |
Art. 14.Ondernemingen met een overlegorgaan dienen driemaandelijks |
Art. 14.Ondernemingen met een overlegorgaan dienen driemaandelijks |
| cijfers te verschaffen over de toepassing van het stelsel van | cijfers te verschaffen over de toepassing van het stelsel van |
| tijdskrediet in de onderneming en de weerslag op het | tijdskrediet in de onderneming en de weerslag op het |
| tewerkstellingsvolume. Aan deze rapportering moet jaarlijks een | tewerkstellingsvolume. Aan deze rapportering moet jaarlijks een |
| bespreking gewijd worden in het geëigend overlegorgaan. Meer bepaald | bespreking gewijd worden in het geëigend overlegorgaan. Meer bepaald |
| zal er door de geëigende overlegorganen op toegezien worden dat de | zal er door de geëigende overlegorganen op toegezien worden dat de |
| opname van tijdskrediet geen verhoging van de werkdruk in de betrokken | opname van tijdskrediet geen verhoging van de werkdruk in de betrokken |
| diensten tot gevolg heeft. Desgevallend kan vervangende tewerkstelling | diensten tot gevolg heeft. Desgevallend kan vervangende tewerkstelling |
| overwogen worden. | overwogen worden. |
| HOOFDSTUK VII. - Geldigheidsduur | HOOFDSTUK VII. - Geldigheidsduur |
Art. 15.Deze CAO treedt in werking op 1 januari 2024 en houdt op van |
Art. 15.Deze CAO treedt in werking op 1 januari 2024 en houdt op van |
| kracht te zijn op 30 juni 2025. | kracht te zijn op 30 juni 2025. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 augustus | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 augustus |
| 2024. | 2024. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |