Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 12 augustus 2024
gepubliceerd op 04 september 2024

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 januari 2024, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de logistiek, betreffende het tijdskrediet voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 30 juni 2025

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2024203538
pub.
04/09/2024
prom.
12/08/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

12 AUGUSTUS 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 januari 2024, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de logistiek, betreffende het tijdskrediet voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 30 juni 2025 (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de logistiek;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 januari 2024, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de logistiek, betreffende het tijdskrediet voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 30 juni 2025.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te l'Ile-d'Yeu, 12 augustus 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de logistiek Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 januari 2024 Tijdskrediet voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 30 juni 2025 (Overeenkomst geregistreerd op 29 januari 2024 onder het nummer 185633/CO/226) HOOFSDTUK I. - Toepassingsgebied en definities

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de logistiek.

Art. 2.Voor de toepassing van deze CAO wordt verstaan onder : - CAO 103 : de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 van de Nationale Arbeidsraad tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen; - CAO 170 : de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 170 van 30 mei 2023 van de Nationale Arbeidsraad tot vaststelling, voor de periode van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2025, van het interprofessioneel kader voor de aanpassing naar 55 jaar van de leeftijdsgrens, wat de toegang tot het recht op uitkeringen voor een landingsbaan betreft, voor werknemers met een lange loopbaan, zwaar beroep of uit een onderneming in moeilijkheden of in herstructurering; - sociaal fonds : het "Sociaal Fonds van het Paritair Comité voor de bedienen uit de internationale handel, het vervoer en de logistiek".

Art. 3.Voor de toepassing van de CAO's 103 en 170 wordt rekening gehouden met de bijzondere toepassingsmodaliteiten vervat in de artikelen 4 tot en met 14 hierna.

HOOFDSTUK II. - Tijdskrediet met motief

Art. 4.§ 1. De bedienden hebben recht op een voltijds tijdskrediet, halftijdse of 1/5de loopbaanvermindering tot maximaal 51 maanden voor het verlenen van zorgen, zoals voorzien in artikel 4, § 1, a), b) en c) van CAO 103. § 2. De bedienden hebben recht op een voltijds tijdskrediet, halftijdse of 1/5de loopbaanvermindering tot maximaal 36 maanden voor het volgen van een opleiding, zoals voorzien in artikel 4, § 2 van de CAO 103. § 3. De periodes bedoeld in § § 1 en 2 mogen samen niet meer dan 51 maanden bedragen.

HOOFDSTUK III. - Landingsbanen

Art. 5.§ 1. In toepassing van CAO 170 wordt de leeftijdsgrens behouden op 55 jaar voor de bedienden die hun arbeidsprestaties met 1/5de of tot een halftijdse betrekking verminderen in toepassing van artikel 8, § 1 van de CAO 103 en die voldoen aan de voorwaarden van artikel 6, § 5, eerste lid, 2° en 3° van het koninklijk besluit van 12 december 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/12/2001 pub. 18/12/2001 numac 2001013224 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot uitvoering van hoofdstuk IV van de wet van 10 augustus 2001 betreffende verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven betreffende het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking type koninklijk besluit prom. 12/12/2001 pub. 28/12/2001 numac 2001013152 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de rustdagen als vermindering van de arbeidsduur, toegekend aan de werklieden tewerkgesteld door de werkgevers die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren sluiten, zoals gewijzigd door artikel 4 van het koninklijk besluit van 30 december 2014. § 2. De uitzondering van artikel 8, § 3, tweede streepje van de CAO 103 (landingsbaan vanaf 50 jaar met 28 jaar loopbaan, zonder RVA-uitkering) blijft van toepassing.

HOOFDSTUK IV. - Organisatieregels

Art. 6.§ 1. De drempel in verband met de gelijktijdige afwezigheid van werknemers in de onderneming of dienst, zoals bepaald in artikel 16 van de CAO 103, blijft vastgesteld, wat betreft de bedienden, op 7 pct. § 2. De bedienden van 55 jaar en ouder die hun arbeidsprestaties met 1/5de of met de helft verminderen in het kader van de CAO 103 of 170 worden niet in aanmerking genomen voor de toepassing van de drempel. § 3. De drempel als bedoeld in § 1 kan worden gewijzigd op ondernemingsniveau, door een collectieve arbeidsovereenkomst of door het arbeidsreglement.

Art. 7.Overeenkomstig artikel 6 van de CAO 103 kan in de ondernemingen bij een CAO afgeweken worden van de organisatieregels voor de 1/5de loopbaanvermindering wanneer het gaat om tewerkstelling in ploegen of in cycli in een arbeidsregeling gespreid over 5 of meer dagen van de week.

HOOFDSTUK V. - Aanvullende premies

Art. 8.§ 1. De bedienden die hun arbeidsprestaties met 1/5de verminderen in het kader van de CAO 103 hebben vanaf 1 januari 2024 recht op een aanvullende premie van 101,09 EUR bruto per maand vanaf de leeftijd van 60 jaar. § 2. De bedienden die hun arbeidsprestaties met 1/5de verminderen in het kader van de CAO 170 (landingsbaan voor werknemers met een lange loopbaan of een zwaar beroep) of artikel 8, § 3, tweede streepje van de CAO 103 hebben vanaf 1 januari 2024 recht op een aanvullende premie van 101,09 EUR bruto per maand vanaf de leeftijd van 55 jaar.

Art. 9.De voltijds tewerkgestelde bedienden of daarmee gelijkgestelden die hun arbeidsprestaties met de helft verminderen hebben vanaf 1 januari 2024 recht op een aanvullende premie van 123,55 EUR bruto per maand vanaf de leeftijd van 55 jaar.

Art. 10.De bedienden die op 31 december 2023 recht hebben op een aanvullende premie tijdskrediet op basis van een vroegere sectorale CAO, behouden dit recht.

Art. 11.De aanvullende premies worden betaald door de werkgever die deze kan terugvorderen bij het sociaal fonds, met inbegrip van de bijzondere werkgeversbijdrage.

De aanvragen tot terugbetaling kunnen ingediend worden tijdens de 3 kalenderjaren die volgen op het kalenderjaar waarin de premies werden uitbetaald.

Na afloop van deze periode vervalt het recht op terugbetaling.

HOOFDSTUK VI. - Gemeenschappelijke bepalingen

Art. 12.Bedienden die deel uitmaken van volgende categorieën van personen kunnen slechts een beroep doen op de maatregelen vervat in de CAO 103 of 170 en de bepalingen van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, mits voorafgaand akkoord van hun werkgever : - het leidinggevend personeel, zoals gedefinieerd in artikel 4, 4° van de wet van 4 december 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/12/2007 pub. 07/12/2007 numac 2007012768 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende de sociale verkiezingen van het jaar 2008 sluiten betreffende de sociale verkiezingen; - het vertrouwenspersoneel dat bedoeld wordt in het koninklijk besluit van 10 februari 1965 tot aanwijzing van de personen die met een leidende functie of met een vertrouwenspost zijn bekleed in de particuliere sectors van's lands bedrijfsleven, voor de toepassing van de wet betreffende de arbeidsduur.

Art. 13.In geval van collectief ontslag moeten de opzeggingstermijn en de verbrekingsvergoeding van bedienden die genieten van een arbeidstijdregeling zoals bedoeld in de CAO's 103 of 170, ongeacht de formule van tijdskrediet, berekend worden op basis van het normale voltijdse loon.

Art. 14.Ondernemingen met een overlegorgaan dienen driemaandelijks cijfers te verschaffen over de toepassing van het stelsel van tijdskrediet in de onderneming en de weerslag op het tewerkstellingsvolume. Aan deze rapportering moet jaarlijks een bespreking gewijd worden in het geëigend overlegorgaan. Meer bepaald zal er door de geëigende overlegorganen op toegezien worden dat de opname van tijdskrediet geen verhoging van de werkdruk in de betrokken diensten tot gevolg heeft. Desgevallend kan vervangende tewerkstelling overwogen worden.

HOOFDSTUK VII. - Geldigheidsduur

Art. 15.Deze CAO treedt in werking op 1 januari 2024 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 2025.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 augustus 2024.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE


^