| Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 385, vijfde lid, van de programmawet van 24 december 2002 en tot wijziging van het KB/WIB 92 inzake vrijstelling van storting van bedrijfsvoorheffing | Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 385, vijfde lid, van de programmawet van 24 december 2002 en tot wijziging van het KB/WIB 92 inzake vrijstelling van storting van bedrijfsvoorheffing |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN EN PROGRAMMATORISCHE FEDERALE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN EN PROGRAMMATORISCHE FEDERALE |
| OVERHEIDSDIENST WETENSCHAPSBELEID | OVERHEIDSDIENST WETENSCHAPSBELEID |
| 11 MAART 2005. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel | 11 MAART 2005. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel |
| 385, vijfde lid, van de programmawet (I) van 24 december 2002 en tot | 385, vijfde lid, van de programmawet (I) van 24 december 2002 en tot |
| wijziging van het KB/WIB 92 inzake vrijstelling van storting van | wijziging van het KB/WIB 92 inzake vrijstelling van storting van |
| bedrijfsvoorheffing | bedrijfsvoorheffing |
| VERSLAG AAN DE KONING | VERSLAG AAN DE KONING |
| Sire, | Sire, |
| Het ontwerp van besluit dat wij de eer hebben ter ondertekening aan | Het ontwerp van besluit dat wij de eer hebben ter ondertekening aan |
| Zijne Majesteit voor te leggen heeft tot doel uitvoering te geven aan | Zijne Majesteit voor te leggen heeft tot doel uitvoering te geven aan |
| de bepalingen van artikel 385, vijfde lid, van de programmawet (I) van | de bepalingen van artikel 385, vijfde lid, van de programmawet (I) van |
| 24 december 2002, ingevoegd bij de programmawet van 27 december 2004 | 24 december 2002, ingevoegd bij de programmawet van 27 december 2004 |
| en wijzigingen aan te brengen aan het KB/WIB 92 inzake vrijstelling | en wijzigingen aan te brengen aan het KB/WIB 92 inzake vrijstelling |
| van storting van bedrijfsvoorheffing. | van storting van bedrijfsvoorheffing. |
| Het genoemde artikel 385, vijfde lid is van toepassing op de | Het genoemde artikel 385, vijfde lid is van toepassing op de |
| universiteiten, op de hogescholen, op het Nationaal Fonds voor | universiteiten, op de hogescholen, op het Nationaal Fonds voor |
| Wetenschappelijk Onderzoek, op het Fonds voor Wetenschappelijk | Wetenschappelijk Onderzoek, op het Fonds voor Wetenschappelijk |
| Onderzoek-Vlaanderen, en die assistent-onderzoekers en / of | Onderzoek-Vlaanderen, en die assistent-onderzoekers en / of |
| postdoctorale onderzoekers tewerkstellen en die in toepassing van | postdoctorale onderzoekers tewerkstellen en die in toepassing van |
| artikel 270, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB | artikel 270, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB |
| 92), schuldenaar zijn van bedrijfsvoorheffing ingevolge de betaling of | 92), schuldenaar zijn van bedrijfsvoorheffing ingevolge de betaling of |
| toekenning van bezoldigingen. | toekenning van bezoldigingen. |
| Die werkgevers zijn er tot op heden slechts toe gehouden 50 pct. van | Die werkgevers zijn er tot op heden slechts toe gehouden 50 pct. van |
| de bedrijfsvoorheffing die zij verschuldigd zijn uit hoofde van een in | de bedrijfsvoorheffing die zij verschuldigd zijn uit hoofde van een in |
| artikel 273, 1°, WIB 92 bedoelde betaling of toekenning van belastbare | artikel 273, 1°, WIB 92 bedoelde betaling of toekenning van belastbare |
| bezoldigingen aan de in de wet bedoelde onderzoekers, in de Schatkist | bezoldigingen aan de in de wet bedoelde onderzoekers, in de Schatkist |
| te storten. Dit mag evenwel slechts worden toegepast met betrekking | te storten. Dit mag evenwel slechts worden toegepast met betrekking |
| tot de in uitvoering van artikel 272, WIB 92 ingehouden | tot de in uitvoering van artikel 272, WIB 92 ingehouden |
| bedrijfsvoorheffing. | bedrijfsvoorheffing. |
| De voornoemde instellingen zullen met andere woorden slechts de helft | De voornoemde instellingen zullen met andere woorden slechts de helft |
| van de bedrijfsvoorheffing berekend op de bezoldigingen moeten | van de bedrijfsvoorheffing berekend op de bezoldigingen moeten |
| doorstorten. | doorstorten. |
| Het ontwerp van koninklijk besluit dat U wordt voorgelegd heeft tot | Het ontwerp van koninklijk besluit dat U wordt voorgelegd heeft tot |
| doel het voornoemde percentage van 50 pct. op 65 pct. te brengen. Het | doel het voornoemde percentage van 50 pct. op 65 pct. te brengen. Het |
| ontwerp is van toepassing op de met ingang van 1 januari 2005 betaalde | ontwerp is van toepassing op de met ingang van 1 januari 2005 betaalde |
| of toegekende inkomsten. | of toegekende inkomsten. |
| Ingevolge deze verhoging moeten de regels vermeld in artikel 90, | Ingevolge deze verhoging moeten de regels vermeld in artikel 90, |
| KB/WIB 92, worden aangepast teneinde rekening te houden met het | KB/WIB 92, worden aangepast teneinde rekening te houden met het |
| verhoogde percentage. | verhoogde percentage. |
| Wat de opmerkingen van de Raad van State betreft, werd het advies | Wat de opmerkingen van de Raad van State betreft, werd het advies |
| slechts gedeeltelijk gevolgd. | slechts gedeeltelijk gevolgd. |
Artikel 1.Wat dit artikel betreft, werd het ontwerp behouden zoals |
Artikel 1.Wat dit artikel betreft, werd het ontwerp behouden zoals |
| het voor advies werd voorgelegd aan de Raad van State. Het doel van de | het voor advies werd voorgelegd aan de Raad van State. Het doel van de |
| Raad van State is artikel 385 van de programmawet (I) van 24 december | Raad van State is artikel 385 van de programmawet (I) van 24 december |
| 2002, zoals gewijzigd bij de programmawetten van 8 april 2003 en 27 | 2002, zoals gewijzigd bij de programmawetten van 8 april 2003 en 27 |
| december 2004, te vervolledigen met een nieuw lid. Deze benadering | december 2004, te vervolledigen met een nieuw lid. Deze benadering |
| werd niet weerhouden aangezien ze op geen enkele wettelijke basis is | werd niet weerhouden aangezien ze op geen enkele wettelijke basis is |
| gestoeld. Onderhavig koninklijk besluit heeft geen delegatie om een | gestoeld. Onderhavig koninklijk besluit heeft geen delegatie om een |
| wettelijke bepaling te wijzigen. Bijgevolg is het evenmin noodzakelijk | wettelijke bepaling te wijzigen. Bijgevolg is het evenmin noodzakelijk |
| het opschrift van dit koninklijk besluit te wijzigen. | het opschrift van dit koninklijk besluit te wijzigen. |
| Evenwel, om elke verwarring te vermijden m.b.t. de door deze maatregel | Evenwel, om elke verwarring te vermijden m.b.t. de door deze maatregel |
| bedoelde werkgevers werd hun opsomming opgenomen van artikel 385, § 1 | bedoelde werkgevers werd hun opsomming opgenomen van artikel 385, § 1 |
| van de programmawet (1) van 24 december 2002. | van de programmawet (1) van 24 december 2002. |
Art. 2.De opmerking van de Raad van State heeft betrekking op de |
Art. 2.De opmerking van de Raad van State heeft betrekking op de |
| ingewikkeldheid van de tekst van het 1° zoals hij werd voorgesteld. Op | ingewikkeldheid van de tekst van het 1° zoals hij werd voorgesteld. Op |
| dit punt werd het advies van de Raad van State gevolgd. | dit punt werd het advies van de Raad van State gevolgd. |
Art. 3.Dit artikel legt de datum van inwerkingtreding van dit |
Art. 3.Dit artikel legt de datum van inwerkingtreding van dit |
| koninklijk besluit vast. Aangezien het oorspronkelijke artikel 1 werd | koninklijk besluit vast. Aangezien het oorspronkelijke artikel 1 werd |
| behouden, is het advies van de Raad van State met betrekking tot dit | behouden, is het advies van de Raad van State met betrekking tot dit |
| artikel zonder voorwerp. | artikel zonder voorwerp. |
| Wij hebben de eer te zijn, | Wij hebben de eer te zijn, |
| Sire, | Sire, |
| Van Uwe Majesteit, | Van Uwe Majesteit, |
| De zeer eerbiedige | De zeer eerbiedige |
| en zeer getrouwe dienaren, | en zeer getrouwe dienaren, |
| De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, | De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, |
| D. REYNDERS | D. REYNDERS |
| De Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en | De Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en |
| Wetenschapsbeleid, | Wetenschapsbeleid, |
| M. VERWILGHEN | M. VERWILGHEN |
| ADVIES 38.130/2 | ADVIES 38.130/2 |
| VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE | VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE |
| De Raad van State, afdeling wetgeving, tweede kamer, op 9 februari | De Raad van State, afdeling wetgeving, tweede kamer, op 9 februari |
| 2005 door de Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën verzocht | 2005 door de Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën verzocht |
| hem, binnen een termijn van vijf werkdagen, van advies te dienen over | hem, binnen een termijn van vijf werkdagen, van advies te dienen over |
| een ontwerp van koninklijk besluit "tot uitvoering van artikel 385, | een ontwerp van koninklijk besluit "tot uitvoering van artikel 385, |
| vijfde lid, van de programmawet (I) van 24 december 2002 en tot | vijfde lid, van de programmawet (I) van 24 december 2002 en tot |
| wijziging van het KB/WIB 92 op het vlak van de vrijstelling van | wijziging van het KB/WIB 92 op het vlak van de vrijstelling van |
| doorstorting van de bedrijfsvoorheffing", heeft op 14 februari 2005 | doorstorting van de bedrijfsvoorheffing", heeft op 14 februari 2005 |
| het volgende advies gegeven : | het volgende advies gegeven : |
| Volgens artikel 84, § 1, eerste lid, 2/, van de gecoördineerde wetten | Volgens artikel 84, § 1, eerste lid, 2/, van de gecoördineerde wetten |
| op de Raad van State, ingevoegd bij de wet van 4 augustus 1996 en | op de Raad van State, ingevoegd bij de wet van 4 augustus 1996 en |
| vervangen bij de wet van 2 april 2003, moeten in de adviesaanvraag in | vervangen bij de wet van 2 april 2003, moeten in de adviesaanvraag in |
| het bijzonder de redenen worden aangegeven tot staving van het | het bijzonder de redenen worden aangegeven tot staving van het |
| spoedeisende karakter ervan. | spoedeisende karakter ervan. |
| In het onderhavige geval luidt de motivering in de brief met de | In het onderhavige geval luidt de motivering in de brief met de |
| adviesaanvraag als volgt : | adviesaanvraag als volgt : |
| « De hoogdringendheid wordt gemotiveerd door de omstandigheid dat : | « De hoogdringendheid wordt gemotiveerd door de omstandigheid dat : |
| - dit besluit betrekking heeft op de bedrijfsvoorheffing verschuldigd | - dit besluit betrekking heeft op de bedrijfsvoorheffing verschuldigd |
| vanaf 1 januari 2005; | vanaf 1 januari 2005; |
| - de verhoogde vrijstelling van door te storten bedrijfsvoorheffing | - de verhoogde vrijstelling van door te storten bedrijfsvoorheffing |
| inwerking treedt op 1 januari 2005; | inwerking treedt op 1 januari 2005; |
| - de belastingplichtigen dus dringend op de hoogte dienen te worden | - de belastingplichtigen dus dringend op de hoogte dienen te worden |
| gebracht van de wijzigingen; | gebracht van de wijzigingen; |
| - dit besluit dus dringend moet worden genomen. » | - dit besluit dus dringend moet worden genomen. » |
| Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, | Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, |
| eerste lid, 2/, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, | eerste lid, 2/, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, |
| zoals het is vervangen bij de wet van 2 april 2003, beperkt de | zoals het is vervangen bij de wet van 2 april 2003, beperkt de |
| afdeling wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde | afdeling wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde |
| gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het | gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het |
| ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te | ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te |
| vervullen voorafgaande vormvereisten. | vervullen voorafgaande vormvereisten. |
| Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de | Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de |
| volgende opmerkingen. | volgende opmerkingen. |
| Rechtsgrond | Rechtsgrond |
| Dispositief | Dispositief |
Artikel 1.Volgens de programmawet van 27 december 2004 kan de Koning |
Artikel 1.Volgens de programmawet van 27 december 2004 kan de Koning |
| bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad het | bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad het |
| percentage genoemd in artikel 385, eerste lid, van de programmawet (I) | percentage genoemd in artikel 385, eerste lid, van de programmawet (I) |
| van 24 december 2002 verhogen van 50 pct. tot maximaal 75 pct. | van 24 december 2002 verhogen van 50 pct. tot maximaal 75 pct. |
| De laatstgenoemde bepaling luidt als volgt : | De laatstgenoemde bepaling luidt als volgt : |
| « De universiteiten en hogescholen die bezoldigingen uitbetalen of | « De universiteiten en hogescholen die bezoldigingen uitbetalen of |
| toekennen aan assistent-onderzoekers en het Nationaal Fonds voor | toekennen aan assistent-onderzoekers en het Nationaal Fonds voor |
| Wetenschappelijk Onderzoek alsmede het Fonds voor Wetenschappelijk | Wetenschappelijk Onderzoek alsmede het Fonds voor Wetenschappelijk |
| Onderzoek-Vlaanderen die bezoldigingen uitbetalen of toekennen aan | Onderzoek-Vlaanderen die bezoldigingen uitbetalen of toekennen aan |
| postdoctorale onderzoekers en die krachtens artikel 270, 1/, van het | postdoctorale onderzoekers en die krachtens artikel 270, 1/, van het |
| Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, bedrijfsvoorheffing op die | Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, bedrijfsvoorheffing op die |
| bezoldigingen verschuldigd zijn, worden vrijgesteld van het storten | bezoldigingen verschuldigd zijn, worden vrijgesteld van het storten |
| aan de Schatkist, van 50 pct. van die bedrijfsvoorheffing, op | aan de Schatkist, van 50 pct. van die bedrijfsvoorheffing, op |
| voorwaarde dat ze op die bezoldigingen 100 pct. van die | voorwaarde dat ze op die bezoldigingen 100 pct. van die |
| bedrijfsvoorheffing inhouden. » | bedrijfsvoorheffing inhouden. » |
| Artikel 1 van het ontwerp van koninklijk besluit, dat is vastgesteld | Artikel 1 van het ontwerp van koninklijk besluit, dat is vastgesteld |
| ter uitvoering van de voornoemde bevoegdheidsdelegatie, verhoogt dat | ter uitvoering van de voornoemde bevoegdheidsdelegatie, verhoogt dat |
| percentage van 50 pct. tot 65 pct. wat betreft de vanaf 1 januari 2005 | percentage van 50 pct. tot 65 pct. wat betreft de vanaf 1 januari 2005 |
| betaalde of toegekende inkomsten (zie artikel 3). Het betreft dus een | betaalde of toegekende inkomsten (zie artikel 3). Het betreft dus een |
| wijziging die slaat op artikel 385, eerste lid, van de programmawet | wijziging die slaat op artikel 385, eerste lid, van de programmawet |
| (I) van 24 december 2002 en die door de Koning wordt uitgevaardigd | (I) van 24 december 2002 en die door de Koning wordt uitgevaardigd |
| krachtens een bijzondere bevoegdheidsdelegatie. | krachtens een bijzondere bevoegdheidsdelegatie. |
| Artikel 1 van het ontwerp moet derhalve als volgt worden gesteld : | Artikel 1 van het ontwerp moet derhalve als volgt worden gesteld : |
| « Artikel 1.Artikel 385 van de programmawet (I) van 24 december 2002, |
« Artikel 1.Artikel 385 van de programmawet (I) van 24 december 2002, |
| gewijzigd bij de programmawetten van 8 april 2003 en 27 december 2004, | gewijzigd bij de programmawetten van 8 april 2003 en 27 december 2004, |
| wordt aangevuld als volgt : | wordt aangevuld als volgt : |
| « Het in het eerste lid genoemde percentage van 50 pct. wordt verhoogd | « Het in het eerste lid genoemde percentage van 50 pct. wordt verhoogd |
| tot 65 pct. wat betreft de vanaf 1 januari 2005 betaalde of toegekende | tot 65 pct. wat betreft de vanaf 1 januari 2005 betaalde of toegekende |
| bezoldigingen bedoeld in dat lid. » | bezoldigingen bedoeld in dat lid. » |
| Het eerste gedeelte van het opschrift van het ontwerp van koninklijk | Het eerste gedeelte van het opschrift van het ontwerp van koninklijk |
| besluit moet bijgevolg aldus worden gewijzigd : | besluit moet bijgevolg aldus worden gewijzigd : |
| « Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 385, eerste lid, van de | « Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 385, eerste lid, van de |
| programmawet (I) van 24 december 2002 en... ». | programmawet (I) van 24 december 2002 en... ». |
Artikel 2.Onderdeel 1/ van artikel 2 is onnodig ingewikkeld : men kan |
Artikel 2.Onderdeel 1/ van artikel 2 is onnodig ingewikkeld : men kan |
| ermee volstaan in de thans vigerende tekst de woorden "50 pct. van de | ermee volstaan in de thans vigerende tekst de woorden "50 pct. van de |
| verschuldigde bedrijfsvoorheffing" te vervangen door de woorden "35 of | verschuldigde bedrijfsvoorheffing" te vervangen door de woorden "35 of |
| 50 pct., naar gelang van het geval, van de verschuldigde | 50 pct., naar gelang van het geval, van de verschuldigde |
| bedrijfsvoorheffing". | bedrijfsvoorheffing". |
Artikel 3.Indien ingestemd wordt met de wijziging van artikel 1, |
Artikel 3.Indien ingestemd wordt met de wijziging van artikel 1, |
| dient het bepaalde in artikel 3, dat de inwerkingtreding betreft, te | dient het bepaalde in artikel 3, dat de inwerkingtreding betreft, te |
| worden beperkt tot de inwerkingtreding van artikel 2. | worden beperkt tot de inwerkingtreding van artikel 2. |
| De kamer was samengesteld uit | De kamer was samengesteld uit |
| de Heer Y. Kreins, kamervoorzitter, | de Heer Y. Kreins, kamervoorzitter, |
| de heer J. Jaumotte, Mevr. M. Baguet, staatsraden, | de heer J. Jaumotte, Mevr. M. Baguet, staatsraden, |
| de Heer J. Kirkpatrick, assessor van de afdeling wetgeving, | de Heer J. Kirkpatrick, assessor van de afdeling wetgeving, |
| Mevr. B. Vigneron, griffier. | Mevr. B. Vigneron, griffier. |
| Het verslag werd uitgebracht door de H. J. Regnier, eerste | Het verslag werd uitgebracht door de H. J. Regnier, eerste |
| auditeur-afdelingshoofd. | auditeur-afdelingshoofd. |
| De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd | De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd |
| nagezien onder toezicht van de heer J. Jaumotte. | nagezien onder toezicht van de heer J. Jaumotte. |
| De griffier, | De griffier, |
| B.Vigneron | B.Vigneron |
| De voorzitter, | De voorzitter, |
| Y. Kreins | Y. Kreins |
| 11 MAART 2005. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 385, | 11 MAART 2005. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 385, |
| vijfde lid, van de programmawet (I) van 24 december 2002 en tot | vijfde lid, van de programmawet (I) van 24 december 2002 en tot |
| wijziging van het KB/WIB 92 op het vlak van de vrijstelling van | wijziging van het KB/WIB 92 op het vlak van de vrijstelling van |
| doorstorting van de bedrijfsvoorheffing (1) | doorstorting van de bedrijfsvoorheffing (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de programmawet (I) van 24 december 2002, zoals gewijzigd bij | Gelet op de programmawet (I) van 24 december 2002, zoals gewijzigd bij |
| de programmawetten van 8 april 2003 en 27 december 2004, inzonderheid | de programmawetten van 8 april 2003 en 27 december 2004, inzonderheid |
| op artikel 385; | op artikel 385; |
| Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, inzonderheid op | Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, inzonderheid op |
| artikel 270; | artikel 270; |
| Gelet op het KB/WIB 92, inzonderheid op artikel 90; | Gelet op het KB/WIB 92, inzonderheid op artikel 90; |
| Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 |
| januari 2005; | januari 2005; |
| Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven | Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven |
| op 3 februari 2005; | op 3 februari 2005; |
| Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de | Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de |
| omstandigheid dat: | omstandigheid dat: |
| - dit besluit betrekking heeft op de bedrijfsvoorheffing verschuldigd | - dit besluit betrekking heeft op de bedrijfsvoorheffing verschuldigd |
| vanaf 1 januari 2005; | vanaf 1 januari 2005; |
| - de verhoogde vrijstelling van door te storten bedrijfsvoorheffing in | - de verhoogde vrijstelling van door te storten bedrijfsvoorheffing in |
| werking treedt op 1 januari 2005; | werking treedt op 1 januari 2005; |
| - de belastingplichtigen dus dringend op de hoogte moeten worden | - de belastingplichtigen dus dringend op de hoogte moeten worden |
| gebracht van de wijzigingen; | gebracht van de wijzigingen; |
| - dit besluit dus dringend moet worden genomen; | - dit besluit dus dringend moet worden genomen; |
| Gelet op advies 38.130/2 van de Raad van State, gegeven op 17 februari | Gelet op advies 38.130/2 van de Raad van State, gegeven op 17 februari |
| 2005 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de | 2005 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de |
| gecoördineerde wetten op de Raad van State; | gecoördineerde wetten op de Raad van State; |
| Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van | Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van |
| Financiën en van Onze Minister van Economie, Energie, Buitenlandse | Financiën en van Onze Minister van Economie, Energie, Buitenlandse |
| Handel en Wetenschapsbeleid en op het advies van Onze in Raad | Handel en Wetenschapsbeleid en op het advies van Onze in Raad |
| vergaderde Ministers, | vergaderde Ministers, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.In uitvoering van artikel 385, vijfde lid, van de |
Artikel 1.In uitvoering van artikel 385, vijfde lid, van de |
| programmawet (I) van 24 december 2002, ingevoegd bij de programmawet | programmawet (I) van 24 december 2002, ingevoegd bij de programmawet |
| van 27 december 2004, wordt, voor de in het eerste lid van dat artikel | van 27 december 2004, wordt, voor de in het eerste lid van dat artikel |
| bedoelde universiteiten, hogescholen, het Nationaal Fonds voor | bedoelde universiteiten, hogescholen, het Nationaal Fonds voor |
| Wetenschappelijk Onderzoek en het Fonds voor Wetenschappelijk | Wetenschappelijk Onderzoek en het Fonds voor Wetenschappelijk |
| Onderzoek Vlaanderen, het percentage van 50 pct. verhoogd tot 65 pct. | Onderzoek Vlaanderen, het percentage van 50 pct. verhoogd tot 65 pct. |
Art. 2.In artikel 90, § 1, zesde lid, van het KB/WIB 92, ingevoegd |
Art. 2.In artikel 90, § 1, zesde lid, van het KB/WIB 92, ingevoegd |
| bij koninklijk besluit van 28 september 2003, worden de volgende | bij koninklijk besluit van 28 september 2003, worden de volgende |
| wijzigingen aangebracht: | wijzigingen aangebracht: |
| 1° in de inleidende zin worden de woorden "slechts 50 pct. van de | 1° in de inleidende zin worden de woorden "slechts 50 pct. van de |
| verschuldigde bedrijfsvoorheffing" vervangen door de woorden | verschuldigde bedrijfsvoorheffing" vervangen door de woorden |
| "naargelang het geval, slechts 35 of 50 pct. van de verschuldigde | "naargelang het geval, slechts 35 of 50 pct. van de verschuldigde |
| bedrijfsvoorheffing"; | bedrijfsvoorheffing"; |
| 2° in het derde streepje, worden de woorden « van 50 pct. van de | 2° in het derde streepje, worden de woorden « van 50 pct. van de |
| ingehouden bedrijfsvoorheffing » vervangen door de woorden « van 65 | ingehouden bedrijfsvoorheffing » vervangen door de woorden « van 65 |
| pct. of 50 pct. van de ingehouden bedrijfsvoorheffing ». | pct. of 50 pct. van de ingehouden bedrijfsvoorheffing ». |
Art. 3.Dit besluit is van toepassing op de vanaf 1 januari 2005 |
Art. 3.Dit besluit is van toepassing op de vanaf 1 januari 2005 |
| betaalde of toegekende inkomsten. | betaalde of toegekende inkomsten. |
Art. 4.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën is belast |
Art. 4.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën is belast |
| met de uitvoering van dit besluit. | met de uitvoering van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 11 maart 2005. | Gegeven te Brussel, 11 maart 2005. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, | De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, |
| D. REYNDERS | D. REYNDERS |
| De Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en | De Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en |
| Wetenschapsbeleid, | Wetenschapsbeleid, |
| M. VERWILGHEN | M. VERWILGHEN |
| _______ | _______ |
| Nota's | Nota's |
| (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, koninklijk besluit van 10 | Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, koninklijk besluit van 10 |
| april 1992, Belgisch Staatsblad van 30 juni 1992; | april 1992, Belgisch Staatsblad van 30 juni 1992; |
| Programmawet van 24 december 2002, Belgisch Staatsblad van 31 december | Programmawet van 24 december 2002, Belgisch Staatsblad van 31 december |
| 2002; | 2002; |
| Koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van het Wetboek | Koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van het Wetboek |
| van de inkomstenbelastingen 1992, Belgisch Staatsblad van 13 september | van de inkomstenbelastingen 1992, Belgisch Staatsblad van 13 september |
| 1993; | 1993; |
| Koninklijk besluit van 28 september 2003 tot vaststelling van de | Koninklijk besluit van 28 september 2003 tot vaststelling van de |
| toepassingsmodaliteiten zoals voorzien in artikel 385 van de | toepassingsmodaliteiten zoals voorzien in artikel 385 van de |
| programmawet (I) van 24 december 2002, Belgisch Staatsblad van 1 | programmawet (I) van 24 december 2002, Belgisch Staatsblad van 1 |
| oktober 2003, 2e ed. | oktober 2003, 2e ed. |