Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 11/07/2018
← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 september 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden, betreffende de toekenning van bijkomende sociale voordelen ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de zagerijen en aanverwante nijverheden" "
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 september 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden, betreffende de toekenning van bijkomende sociale voordelen ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de zagerijen en aanverwante nijverheden" Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 september 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden, betreffende de toekenning van bijkomende sociale voordelen ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de zagerijen en aanverwante nijverheden"
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
11 JULI 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt 11 JULI 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 september 2017, verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 september 2017,
gesloten in het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante gesloten in het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante
nijverheden, betreffende de toekenning van bijkomende sociale nijverheden, betreffende de toekenning van bijkomende sociale
voordelen ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de voordelen ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de
zagerijen en aanverwante nijverheden" (1) zagerijen en aanverwante nijverheden" (1)
FILIP, Koning der Belgen, FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel
28; 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de zagerijen en Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de zagerijen en
aanverwante nijverheden; aanverwante nijverheden;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 september 2017, overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 september 2017,
gesloten in het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante gesloten in het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante
nijverheden, betreffende de toekenning van bijkomende sociale nijverheden, betreffende de toekenning van bijkomende sociale
voordelen ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de voordelen ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de
zagerijen en aanverwante nijverheden". zagerijen en aanverwante nijverheden".

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

dit besluit. dit besluit.
Gegeven te Brussel, 11 juli 2018. Gegeven te Brussel, 11 juli 2018.
FILIP FILIP
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
K. PEETERS K. PEETERS
_______ _______
Nota Nota
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Bijlage
Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden
Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 september 2017 Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 september 2017
Toekenning van bijkomende sociale voordelen ten laste van het "Fonds Toekenning van bijkomende sociale voordelen ten laste van het "Fonds
voor bestaanszekerheid voor de zagerijen en aanverwante nijverheden" voor bestaanszekerheid voor de zagerijen en aanverwante nijverheden"
(Overeenkomst geregistreerd op 27 oktober 2017 onder het nummer (Overeenkomst geregistreerd op 27 oktober 2017 onder het nummer
142235/CO/125.02) 142235/CO/125.02)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de
zagerijen en aanverwante nijverheden, alsook op hun werklieden. zagerijen en aanverwante nijverheden, alsook op hun werklieden.
Met "werklieden" bedoelt men : arbeiders en arbeidsters. Met "werklieden" bedoelt men : arbeiders en arbeidsters.
HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen

Art. 2.Krachtens artikel 3 van de statuten van het "Fonds voor

Art. 2.Krachtens artikel 3 van de statuten van het "Fonds voor

bestaanszekerheid voor de zagerijen en aanverwante nijverheden", bestaanszekerheid voor de zagerijen en aanverwante nijverheden",
opgericht bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 oktober 1996 opgericht bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 oktober 1996
tot oprichting van een "Fonds voor bestaanszekerheid voor de zagerijen tot oprichting van een "Fonds voor bestaanszekerheid voor de zagerijen
en aanverwante nijverheden" en tot vaststelling van zijn statuten, en aanverwante nijverheden" en tot vaststelling van zijn statuten,
algemeen bindend verklaard bij koninklijk besluit van 20 mei 1997, algemeen bindend verklaard bij koninklijk besluit van 20 mei 1997,
worden de bijkomende sociale voordelen vastgesteld bij deze worden de bijkomende sociale voordelen vastgesteld bij deze
collectieve arbeidsovereenkomst toegekend aan de werklieden bedoeld collectieve arbeidsovereenkomst toegekend aan de werklieden bedoeld
onder artikel 1. onder artikel 1.
De toekennings- en uitbetalingsmodaliteiten van deze voordelen worden De toekennings- en uitbetalingsmodaliteiten van deze voordelen worden
door het beheerscomité van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de door het beheerscomité van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de
zagerijen en aanverwante nijverheden" vastgesteld binnen de perken zagerijen en aanverwante nijverheden" vastgesteld binnen de perken
voortvloeiend uit deze collectieve arbeidsovereenkomst. voortvloeiend uit deze collectieve arbeidsovereenkomst.
HOOFDSTUK III. - Sociaal voordeel HOOFDSTUK III. - Sociaal voordeel

Art. 3.Het volgend sociaal voordeel wordt toegekend aan de werklieden

Art. 3.Het volgend sociaal voordeel wordt toegekend aan de werklieden

die tewerkgesteld werden tijdens het refertejaar : 5,25 pct. van de die tewerkgesteld werden tijdens het refertejaar : 5,25 pct. van de
brutolonen aan 108 pct. verdiend tijdens het refertejaar. brutolonen aan 108 pct. verdiend tijdens het refertejaar.
Onder "refertejaar" verstaat men : de periode vanaf 1 juli van het Onder "refertejaar" verstaat men : de periode vanaf 1 juli van het
voorgaande kalenderjaar tot en met 30 juni van het toekenningsjaar van voorgaande kalenderjaar tot en met 30 juni van het toekenningsjaar van
het sociaal voordeel. het sociaal voordeel.

Art. 4.Om te kunnen genieten van het sociaal voordeel bedoeld in

Art. 4.Om te kunnen genieten van het sociaal voordeel bedoeld in

artikel 3, dienen de werklieden tewerkgesteld zijn op 30 juni van het artikel 3, dienen de werklieden tewerkgesteld zijn op 30 juni van het
toekenningsjaar. toekenningsjaar.

Art. 5.De werklieden die tussen 1 januari en 30 juni van het

Art. 5.De werklieden die tussen 1 januari en 30 juni van het

toekenningsjaar door de werkgever worden ontslagen, behalve om toekenningsjaar door de werkgever worden ontslagen, behalve om
dringende redenen, en die gedurende gans het vorige jaar ingeschreven dringende redenen, en die gedurende gans het vorige jaar ingeschreven
waren in het personeelsregister van één of meerdere onder artikel 1 waren in het personeelsregister van één of meerdere onder artikel 1
bedoelde werkgevers, kunnen evenwel ten laste van het "Fonds voor bedoelde werkgevers, kunnen evenwel ten laste van het "Fonds voor
bestaanszekerheid voor de zagerijen en aanverwante nijverheden" een bestaanszekerheid voor de zagerijen en aanverwante nijverheden" een
forfaitair voordeel genieten. forfaitair voordeel genieten.
Het forfaitair sociaal voordeel bedoeld in de vorige alinea bedraagt Het forfaitair sociaal voordeel bedoeld in de vorige alinea bedraagt
60,66 EUR per maand van inschrijving in het personeelsregister 60,66 EUR per maand van inschrijving in het personeelsregister
gedurende de periode van 1 januari tot 30 juni van het gedurende de periode van 1 januari tot 30 juni van het
toekenningsjaar. toekenningsjaar.
Indien de overeenkomst vóór de zestiende van de maand een einde neemt, Indien de overeenkomst vóór de zestiende van de maand een einde neemt,
wordt deze maand als niet gepresteerd beschouwd. wordt deze maand als niet gepresteerd beschouwd.
Indien de overeenkomst ten vroegste op de zestiende van de maand een Indien de overeenkomst ten vroegste op de zestiende van de maand een
einde neemt, wordt deze maand als gepresteerd beschouwd. einde neemt, wordt deze maand als gepresteerd beschouwd.
De werknemer die zijn werk vrijwillig verlaat, mag het genot van deze De werknemer die zijn werk vrijwillig verlaat, mag het genot van deze
bepaling niet inroepen. bepaling niet inroepen.
HOOFDSTUK IV. - Bestaanszekerheid HOOFDSTUK IV. - Bestaanszekerheid

Art. 6.Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt met "dag" bedoeld :

Art. 6.Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt met "dag" bedoeld :

iedere dag voor dewelke een wettelijke sociale vergoeding werd iedere dag voor dewelke een wettelijke sociale vergoeding werd
toegekend ten gevolge de schorsing van de arbeidsovereenkomst wegens toegekend ten gevolge de schorsing van de arbeidsovereenkomst wegens
tijdelijke werkloosheid om economische redenen, ziekte of tijdelijke werkloosheid om economische redenen, ziekte of
arbeidsongeval. arbeidsongeval.

Art. 7.Een bijkomende bestaanszekerheidsvergoeding wordt toegekend

Art. 7.Een bijkomende bestaanszekerheidsvergoeding wordt toegekend

(arbeidsstelsel 5 dagen/week) : (arbeidsstelsel 5 dagen/week) :
1. vanaf de 26ste dag tot de 261ste dag in geval van ziekte; 1. vanaf de 26ste dag tot de 261ste dag in geval van ziekte;
2. vanaf de 26ste dag tot de 125ste dag in geval van arbeidsongeval; 2. vanaf de 26ste dag tot de 125ste dag in geval van arbeidsongeval;
3. vanaf de 13de dag tot de 120ste dag in geval van tijdelijke 3. vanaf de 13de dag tot de 120ste dag in geval van tijdelijke
werkloosheid om economische redenen. werkloosheid om economische redenen.
De berekening van de dagen geschiedt per kalenderjaar. De berekening van de dagen geschiedt per kalenderjaar.
Een carenzperiode van 25 dagen wordt globaal maar eens per jaar Een carenzperiode van 25 dagen wordt globaal maar eens per jaar
toegepast, ongeacht de aard van de schorsing(en) van de uitvoering van toegepast, ongeacht de aard van de schorsing(en) van de uitvoering van
de arbeidsovereenkomst die aanleiding geeft (geven) tot uitbetaling de arbeidsovereenkomst die aanleiding geeft (geven) tot uitbetaling
van de bijkomende bestaanszekerheidsvergoedingen. van de bijkomende bestaanszekerheidsvergoedingen.
Ingeval van ziekte of arbeidsongeval met dezelfde oorzaak en waarbij Ingeval van ziekte of arbeidsongeval met dezelfde oorzaak en waarbij
de schorsingsperiode van de arbeidsovereenkomst loopt over twee de schorsingsperiode van de arbeidsovereenkomst loopt over twee
kalenderjaren, mag de carenzperiode de 25 kalenderdagen niet kalenderjaren, mag de carenzperiode de 25 kalenderdagen niet
overschrijden voor beide kalenderjaren samen. overschrijden voor beide kalenderjaren samen.

Art. 8.Het bedrag van de dagelijkse bestaanszekerheidsvergoeding

Art. 8.Het bedrag van de dagelijkse bestaanszekerheidsvergoeding

bedraagt sinds 1 juli 2017 5,70 EUR per dag. bedraagt sinds 1 juli 2017 5,70 EUR per dag.

Art. 9.Het bij artikel 8 vastgestelde bedrag van de dagelijkse

Art. 9.Het bij artikel 8 vastgestelde bedrag van de dagelijkse

bestaanszekerheidsvergoeding is gekoppeld aan het bestaanszekerheidsvergoeding is gekoppeld aan het
gezondheidsindexcijfer (afgevlakte index) van de consumptieprijzen, gezondheidsindexcijfer (afgevlakte index) van de consumptieprijzen,
dat maandelijks wordt vastgesteld door de Federale Overheidsdienst dat maandelijks wordt vastgesteld door de Federale Overheidsdienst
Economie en wordt bekend gemaakt in het Belgisch Staatsblad. Economie en wordt bekend gemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 10.De aanpassing van het bedrag van de dagelijkse

Art. 10.De aanpassing van het bedrag van de dagelijkse

bestaanszekerheidsvergoeding gebeurt bij het begin van elk bestaanszekerheidsvergoeding gebeurt bij het begin van elk
kalenderkwartaal, vanaf de eerste kalenderdag van dit kwartaal. kalenderkwartaal, vanaf de eerste kalenderdag van dit kwartaal.

Art. 11.De coëfficiënt die gebruikt wordt bij de berekening van de

Art. 11.De coëfficiënt die gebruikt wordt bij de berekening van de

aanpassing van het bedrag van de dagelijkse aanpassing van het bedrag van de dagelijkse
bestaanszekerheidsvergoeding, wordt berekend tot vier decimalen en bestaanszekerheidsvergoeding, wordt berekend tot vier decimalen en
bekomen door het rekenkundig gemiddelde van het indexcijfer van de bekomen door het rekenkundig gemiddelde van het indexcijfer van de
eerste twee maanden van het voorbije kwartaal te delen door dit van de eerste twee maanden van het voorbije kwartaal te delen door dit van de
eerste twee maanden van het daaraan voorafgaande kwartaal. eerste twee maanden van het daaraan voorafgaande kwartaal.
Het resultaat van de berekeningen door toepassing van de coëfficiënt Het resultaat van de berekeningen door toepassing van de coëfficiënt
met vier decimalen wordt niet afgerond. met vier decimalen wordt niet afgerond.
Indien dit indexeringsmechanisme zou leiden tot een negatief Indien dit indexeringsmechanisme zou leiden tot een negatief
resultaat, wordt de vermindering van het bedrag van de dagelijkse resultaat, wordt de vermindering van het bedrag van de dagelijkse
bestaanszekerheidsvergoeding geneutraliseerd. bestaanszekerheidsvergoeding geneutraliseerd.

Art. 12.Op 1 januari 2018 wordt het geïndexeerde bedrag van de

Art. 12.Op 1 januari 2018 wordt het geïndexeerde bedrag van de

bijkomende bestaanszekerheidsvergoeding met 1,1 pct. verhoogd. bijkomende bestaanszekerheidsvergoeding met 1,1 pct. verhoogd.
HOOFDSTUK V. - Uitkering in geval van dodelijk arbeidsongeval HOOFDSTUK V. - Uitkering in geval van dodelijk arbeidsongeval

Art. 13.Het overlijden van de werkman dat het recht opent op de

Art. 13.Het overlijden van de werkman dat het recht opent op de

uitkering, geregeld door deze collectieve arbeidsovereenkomst, moet uitkering, geregeld door deze collectieve arbeidsovereenkomst, moet
het gevolg zijn van een arbeidsongeval vergoedbaar door de bevoegde het gevolg zijn van een arbeidsongeval vergoedbaar door de bevoegde
verzekeraar. verzekeraar.

Art. 14.De vergoeding verschuldigd krachtens deze overeenkomst wordt

Art. 14.De vergoeding verschuldigd krachtens deze overeenkomst wordt

uitbetaald aan de overlevende echtgenoot (echtgenote) of aan de uitbetaald aan de overlevende echtgenoot (echtgenote) of aan de
persoon met wie de werkman samenwoonde of, bij ontstentenis, aan zijn persoon met wie de werkman samenwoonde of, bij ontstentenis, aan zijn
afstammelingen. afstammelingen.

Art. 15.Het bedrag van de uitkering bedraagt 2 527,50 EUR vanaf 1

Art. 15.Het bedrag van de uitkering bedraagt 2 527,50 EUR vanaf 1

januari 2018. januari 2018.

Art. 16.De vergoeding wordt door het "Fonds voor bestaanszekerheid

Art. 16.De vergoeding wordt door het "Fonds voor bestaanszekerheid

voor de zagerijen en aanverwante nijverheden" uitbetaald op verzoek voor de zagerijen en aanverwante nijverheden" uitbetaald op verzoek
van een in de Nationale Arbeidsraad vertegenwoordigde vakorganisatie van een in de Nationale Arbeidsraad vertegenwoordigde vakorganisatie
waarbij de overleden werkman aangesloten was of op vraag van de waarbij de overleden werkman aangesloten was of op vraag van de
rechthebbenden bedoeld in artikel 13. rechthebbenden bedoeld in artikel 13.

Art. 17.Het paritair beheerscomité van het "Fonds voor

Art. 17.Het paritair beheerscomité van het "Fonds voor

bestaanszekerheid voor de zagerijen en aanverwante nijverheden" bestaanszekerheid voor de zagerijen en aanverwante nijverheden"
bepaalt de bewijsstukken die bij de aanvraag tot uitbetaling van de bepaalt de bewijsstukken die bij de aanvraag tot uitbetaling van de
uitkering worden gevoegd. uitkering worden gevoegd.

Art. 18.Het paritair beheerscomité van het "Fonds voor

Art. 18.Het paritair beheerscomité van het "Fonds voor

bestaanszekerheid voor de zagerijen en aanverwante nijverheden" zal bestaanszekerheid voor de zagerijen en aanverwante nijverheden" zal
kunnen samenkomen en een crisiscel creëren indien zich uitzonderlijke kunnen samenkomen en een crisiscel creëren indien zich uitzonderlijke
omstandigheden voordoen. omstandigheden voordoen.
HOOFDSTUK VI. - Vergoeding permanente vorming HOOFDSTUK VI. - Vergoeding permanente vorming

Art. 19.Om de werklieden aan te moedigen zich te vormen en in te

Art. 19.Om de werklieden aan te moedigen zich te vormen en in te

lichten in de zin van een permanente vorming, wordt hen een vergoeding lichten in de zin van een permanente vorming, wordt hen een vergoeding
toegekend. toegekend.
Het bedrag van de vergoeding permanente vorming is vastgesteld op 0,79 Het bedrag van de vergoeding permanente vorming is vastgesteld op 0,79
EUR per effectief gepresteerde dag en 0,61 EUR per gelijkgestelde dag EUR per effectief gepresteerde dag en 0,61 EUR per gelijkgestelde dag
ziekte, arbeidsongeval of tijdelijke werkloosheid. ziekte, arbeidsongeval of tijdelijke werkloosheid.
HOOFDSTUK VII. - Syndicale premie HOOFDSTUK VII. - Syndicale premie

Art. 20.De bij een vakbond aangesloten werklieden die van het in

Art. 20.De bij een vakbond aangesloten werklieden die van het in

artikel 3 bedoelde sociaal voordeel genieten, ontvangen een syndicale artikel 3 bedoelde sociaal voordeel genieten, ontvangen een syndicale
premie van 135 EUR per jaar. premie van 135 EUR per jaar.
De bij een vakbond aangesloten werklieden die van het in artikel 5 De bij een vakbond aangesloten werklieden die van het in artikel 5
bedoeld forfaitair voordeel genieten, ontvangen een syndicale premie bedoeld forfaitair voordeel genieten, ontvangen een syndicale premie
van 11,25 EUR per maand gedekt door dit forfaitair voordeel. van 11,25 EUR per maand gedekt door dit forfaitair voordeel.
De bij een vakbond aangesloten werklieden die van de bijkomende De bij een vakbond aangesloten werklieden die van de bijkomende
vergoeding brugpensioen genieten, vastgesteld bij de collectieve vergoeding brugpensioen genieten, vastgesteld bij de collectieve
arbeidsovereenkomst van 22 juni 2009 betreffende het brugpensioen, arbeidsovereenkomst van 22 juni 2009 betreffende het brugpensioen,
ontvangen een syndicale premie van 11,25 EUR per maand voor dewelke ontvangen een syndicale premie van 11,25 EUR per maand voor dewelke
zij een bijkomende vergoeding ontvangen. zij een bijkomende vergoeding ontvangen.
Dit geldt eveneens voor de werklieden die genieten van de forfaitaire Dit geldt eveneens voor de werklieden die genieten van de forfaitaire
bedrijfstoeslag SWT 58 jaar - lange loopbaan, SWT 56 jaar - 40 jaar bedrijfstoeslag SWT 58 jaar - lange loopbaan, SWT 56 jaar - 40 jaar
loopbaan (vastgesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomsten van 28 loopbaan (vastgesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomsten van 28
juni 2013), SWT 58 jaar - zware beroepen (vastgesteld bij de juni 2013), SWT 58 jaar - zware beroepen (vastgesteld bij de
collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2013), SWT 58 jaar - collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2013), SWT 58 jaar -
40 jaar loopbaan, SWT 58 jaar - nachtarbeid, medische SWT 58 jaar - 35 40 jaar loopbaan, SWT 58 jaar - nachtarbeid, medische SWT 58 jaar - 35
jaar loopbaan, SWT 58 jaar - vastgeklikte rechten, SWT 60 jaar - jaar loopbaan, SWT 58 jaar - vastgeklikte rechten, SWT 60 jaar -
algemeen stelsel (vastgesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomsten algemeen stelsel (vastgesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomsten
van 29 juni 2015). van 29 juni 2015).
HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen en geldigheidsduur HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen en geldigheidsduur

Art. 21.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met

Art. 21.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met

ingang van 1 januari 2018 en is gesloten voor onbepaalde duur. Vanaf ingang van 1 januari 2018 en is gesloten voor onbepaalde duur. Vanaf
haar inwerkingtreding vervangt zij de collectieve arbeidsovereenkomst haar inwerkingtreding vervangt zij de collectieve arbeidsovereenkomst
van 28 januari 2016 betreffende de toekenning van bijkomende sociale van 28 januari 2016 betreffende de toekenning van bijkomende sociale
voordelen ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de voordelen ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de
zagerijen en aanverwante nijverheden", geregistreerd onder het nummer zagerijen en aanverwante nijverheden", geregistreerd onder het nummer
133544/CO/125.02. 133544/CO/125.02.

Art. 22.Zij kan worden opgezegd door iedere partij mits een

Art. 22.Zij kan worden opgezegd door iedere partij mits een

opzeggingstermijn van drie maanden, betekend bij aangetekende brief, opzeggingstermijn van drie maanden, betekend bij aangetekende brief,
gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de zagerijen gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de zagerijen
en aanverwante nijverheden. en aanverwante nijverheden.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 11 juli Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 11 juli
2018. 2018.
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
K. PEETERS K. PEETERS
^