← Terug naar "Koninklijk besluit tot vervanging van artikel 32 van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten "
Koninklijk besluit tot vervanging van artikel 32 van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten | Koninklijk besluit tot vervanging van artikel 32 van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID | FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID |
11 DECEMBER 2023. - Koninklijk besluit tot vervanging van artikel 32 | 11 DECEMBER 2023. - Koninklijk besluit tot vervanging van artikel 32 |
van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van | van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van |
een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele | een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele |
van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten | van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten |
VERSLAG AAN DE KONING | VERSLAG AAN DE KONING |
Sire, | Sire, |
Het koninklijk besluit dat wij de eer hebben Uwe Majesteit ter | Het koninklijk besluit dat wij de eer hebben Uwe Majesteit ter |
ondertekening voor te leggen bepaalt onder welke voorwaarden de | ondertekening voor te leggen bepaalt onder welke voorwaarden de |
arbeidsongeschiktheidsuitkeringen worden toegekend aan de | arbeidsongeschiktheidsuitkeringen worden toegekend aan de |
zelfstandigen tijdens periodes van preventieve hechtenis of | zelfstandigen tijdens periodes van preventieve hechtenis of |
vrijheidsberoving. | vrijheidsberoving. |
Het heeft tot doel de reglementering die van toepassing is op de | Het heeft tot doel de reglementering die van toepassing is op de |
zelfstandigen af te stemmen op de regelgeving die van toepassing is op | zelfstandigen af te stemmen op de regelgeving die van toepassing is op |
de werknemers. | de werknemers. |
In concreto, vanaf 1 januari 2024 : | In concreto, vanaf 1 januari 2024 : |
- de toekenning van de uitkeringen wordt geschorst in geval van | - de toekenning van de uitkeringen wordt geschorst in geval van |
hechtenis in uitvoering van een strafrechtelijke veroordeling, wanneer | hechtenis in uitvoering van een strafrechtelijke veroordeling, wanneer |
de gerechtigde daadwerkelijk in de gevangenis verblijft; | de gerechtigde daadwerkelijk in de gevangenis verblijft; |
- in geval van internering, zullen de uitkeringen die met de helft | - in geval van internering, zullen de uitkeringen die met de helft |
verminderd zijn worden toegekend aan de geïnterneerde zonder | verminderd zijn worden toegekend aan de geïnterneerde zonder |
gezinslast. De geïnterneerde met gezinslast zal het geheel van zijn | gezinslast. De geïnterneerde met gezinslast zal het geheel van zijn |
uitkering ontvangen. | uitkering ontvangen. |
In het licht van het advies nr. 74.618/2 van 31 oktober 2023 van de | In het licht van het advies nr. 74.618/2 van 31 oktober 2023 van de |
Raad van State en gelet op de gemaakte opmerkingen, wordt hierna enige | Raad van State en gelet op de gemaakte opmerkingen, wordt hierna enige |
toelichting gegeven. | toelichting gegeven. |
Het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit zoals vermeld door de | Het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit zoals vermeld door de |
Raad van State in het kader van het onderzoek van de voorafgaande | Raad van State in het kader van het onderzoek van de voorafgaande |
vormvereisten, hoeft niet te worden ingewonnen. Het ontwerpbesluit | vormvereisten, hoeft niet te worden ingewonnen. Het ontwerpbesluit |
voorziet immers niet in de invoering van een nieuwe flux van | voorziet immers niet in de invoering van een nieuwe flux van |
persoonsgegevens: het is de gegevensflux die momenteel bestaat in de | persoonsgegevens: het is de gegevensflux die momenteel bestaat in de |
uitkeringsverzekering voor zelfstandigen die zal worden gebruikt om de | uitkeringsverzekering voor zelfstandigen die zal worden gebruikt om de |
maatregelen uit te voeren die door het ontwerp van koninklijk besluit | maatregelen uit te voeren die door het ontwerp van koninklijk besluit |
worden ingevoerd. | worden ingevoerd. |
Vandaag bestaat deze gegevensflux immers om de toepassing van het | Vandaag bestaat deze gegevensflux immers om de toepassing van het |
huidige artikel 32 van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 toe te | huidige artikel 32 van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 toe te |
laten dat bepaalt dat "de gerechtigde die geen personen ten laste | laten dat bepaalt dat "de gerechtigde die geen personen ten laste |
heeft en die, hetzij in een gevangenis is opgesloten of in een | heeft en die, hetzij in een gevangenis is opgesloten of in een |
gesticht voor sociale bescherming is geïnterneerd, hetzij in een | gesticht voor sociale bescherming is geïnterneerd, hetzij in een |
bedelaarstehuis is geplaatst, slechts recht heeft op de helft van de | bedelaarstehuis is geplaatst, slechts recht heeft op de helft van de |
uitkering waarop hij aanspraak zou kunnen maken indien hij zich niet | uitkering waarop hij aanspraak zou kunnen maken indien hij zich niet |
in één van die toestanden bevond". | in één van die toestanden bevond". |
In dat kader kan er naar het huidige leesrecht worden verwezen | In dat kader kan er naar het huidige leesrecht worden verwezen |
waarover de verzekeringsinstellingen beschikken overeenkomstig het | waarover de verzekeringsinstellingen beschikken overeenkomstig het |
koninklijk besluit van 27 januari 2021 tot uitvoering van artikel 7, § | koninklijk besluit van 27 januari 2021 tot uitvoering van artikel 7, § |
2, van de wet van 5 mei 2019 houdende diverse bepalingen inzake | 2, van de wet van 5 mei 2019 houdende diverse bepalingen inzake |
informatisering van Justitie en modernisering van het statuut van | informatisering van Justitie en modernisering van het statuut van |
rechters in ondernemingszaken en inzake de notariële aktebank, voor | rechters in ondernemingszaken en inzake de notariële aktebank, voor |
wat het leesrecht van de in artikel 7, § 1, 13°, van die wet bedoelde | wat het leesrecht van de in artikel 7, § 1, 13°, van die wet bedoelde |
instellingen of diensten betreft en dat de vorm aanneemt van een | instellingen of diensten betreft en dat de vorm aanneemt van een |
automatische doorzending door de Federale Overheidsdienst Justitie. | automatische doorzending door de Federale Overheidsdienst Justitie. |
Het is de interpretatie van de gegevens van deze huidige flux die zal | Het is de interpretatie van de gegevens van deze huidige flux die zal |
worden gewijzigd om het nieuwe artikel 32 uit te voeren. | worden gewijzigd om het nieuwe artikel 32 uit te voeren. |
Voor het overige is de ontwerptekst aangepast rekening houdend met de | Voor het overige is de ontwerptekst aangepast rekening houdend met de |
opmerkingen van de Raad van State geformuleerd in zijn advies nr. | opmerkingen van de Raad van State geformuleerd in zijn advies nr. |
74.618/2 van 31 oktober 2023. | 74.618/2 van 31 oktober 2023. |
Wij hebben de eer te zijn, | Wij hebben de eer te zijn, |
Sire, | Sire, |
Van Uwe Majesteit, | Van Uwe Majesteit, |
de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, | de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, |
De minister van Zelfstandigen, | De minister van Zelfstandigen, |
D. CLARINVAL | D. CLARINVAL |
De minister van Sociale Zaken, | De minister van Sociale Zaken, |
F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |
RAAD VAN STATE, | RAAD VAN STATE, |
afdeling Wetgeving | afdeling Wetgeving |
Advies 74.618/2, van 31 oktober 2023, over een ontwerp van koninklijk | Advies 74.618/2, van 31 oktober 2023, over een ontwerp van koninklijk |
besluit 'tot vervanging van artikel 32 van het koninklijk besluit van | besluit 'tot vervanging van artikel 32 van het koninklijk besluit van |
20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een | 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een |
moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de | moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de |
meewerkende echtgenoten' | meewerkende echtgenoten' |
Op 6 oktober 2023 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de | Op 6 oktober 2023 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de |
Vice eersteminister en Minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO's | Vice eersteminister en Minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO's |
en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing | en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing |
verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken | verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken |
over een ontwerp van koninklijk besluit 'tot vervanging van artikel 32 | over een ontwerp van koninklijk besluit 'tot vervanging van artikel 32 |
van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van | van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van |
een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele | een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele |
van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten'. | van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten'. |
Het ontwerp is door de tweede kamer onderzocht op 31 oktober 2023. De | Het ontwerp is door de tweede kamer onderzocht op 31 oktober 2023. De |
kamer was samengesteld uit Patrick RONVAUX, kamervoorzitter, Pierre | kamer was samengesteld uit Patrick RONVAUX, kamervoorzitter, Pierre |
Olivier DE BROUX en Laurence VANCRAYEBECK, staatsraden, Christian | Olivier DE BROUX en Laurence VANCRAYEBECK, staatsraden, Christian |
BEHRENDT, assessor, en Esther CONTI, toegevoegd griffier. | BEHRENDT, assessor, en Esther CONTI, toegevoegd griffier. |
Het verslag is uitgebracht door Aurore PERCY, auditeur. | Het verslag is uitgebracht door Aurore PERCY, auditeur. |
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het | De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het |
advies is nagezien onder toezicht van Patrick RONVAUX. | advies is nagezien onder toezicht van Patrick RONVAUX. |
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 31 oktober | Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 31 oktober |
2023. | 2023. |
Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, | Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, |
eerste lid, 2°, van de wetten 'op de Raad van State', gecoördineerd op | eerste lid, 2°, van de wetten 'op de Raad van State', gecoördineerd op |
12 januari 1973, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel | 12 januari 1973, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel |
84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de | 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de |
rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de | rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de |
handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten. | handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten. |
Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de | Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de |
volgende opmerkingen. | volgende opmerkingen. |
VOORAFGAANDE VORMVEREISTEN | VOORAFGAANDE VORMVEREISTEN |
Het ontworpen artikel 32, § 3, van het koninklijk besluit van 20 juli | Het ontworpen artikel 32, § 3, van het koninklijk besluit van 20 juli |
1971 'houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een | 1971 'houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een |
moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de | moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de |
meewerkende echtgenoten' heeft betrekking op de verwerking van | meewerkende echtgenoten' heeft betrekking op de verwerking van |
persoonsgegevens. [1] | persoonsgegevens. [1] |
Bijgevolg moet het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit | Bijgevolg moet het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit |
ingewonnen worden. | ingewonnen worden. |
Indien de aan de Raad van State voorgelegde tekst naar aanleiding van | Indien de aan de Raad van State voorgelegde tekst naar aanleiding van |
het vervullen van dat vormvereiste nog wijzigingen zou ondergaan die | het vervullen van dat vormvereiste nog wijzigingen zou ondergaan die |
niet louter vormelijk zijn en die niet zouden voortvloeien uit het | niet louter vormelijk zijn en die niet zouden voortvloeien uit het |
gevolg dat aan dit advies gegeven wordt, zouden de gewijzigde of | gevolg dat aan dit advies gegeven wordt, zouden de gewijzigde of |
toegevoegde bepalingen op hun beurt om advies aan de afdeling | toegevoegde bepalingen op hun beurt om advies aan de afdeling |
Wetgeving voorgelegd moeten worden, overeenkomstig artikel 3, § 1, | Wetgeving voorgelegd moeten worden, overeenkomstig artikel 3, § 1, |
eerste lid, van de gecoördineerde wetten 'op de Raad van State'. | eerste lid, van de gecoördineerde wetten 'op de Raad van State'. |
ONDERZOEK VAN HET ONTWERP | ONDERZOEK VAN HET ONTWERP |
DISPOSITIEF | DISPOSITIEF |
Artikel 1 | Artikel 1 |
1. Uit de bij de adviesaanvraag gevoegde stukken blijkt dat het | 1. Uit de bij de adviesaanvraag gevoegde stukken blijkt dat het |
ontworpen besluit "tot doel [heeft] de reglementering die van | ontworpen besluit "tot doel [heeft] de reglementering die van |
toepassing is op de zelfstandigen af te stemmen op de regelgeving die | toepassing is op de zelfstandigen af te stemmen op de regelgeving die |
van toepassing is op de werknemers" wat betreft het schorsen van de | van toepassing is op de werknemers" wat betreft het schorsen van de |
toekenning van de uitkering aan personen die een vrijheidsstraf | toekenning van de uitkering aan personen die een vrijheidsstraf |
uitzitten. | uitzitten. |
Het ontworpen artikel 32, § 1, van het koninklijk besluit van 20 juli | Het ontworpen artikel 32, § 1, van het koninklijk besluit van 20 juli |
1971 wordt bijgevolg op dezelfde manier gesteld als artikel 233 van | 1971 wordt bijgevolg op dezelfde manier gesteld als artikel 233 van |
het koninklijk besluit van 3 juli 1996 'tot uitvoering van de wet | het koninklijk besluit van 3 juli 1996 'tot uitvoering van de wet |
betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en | betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en |
uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994', zoals dat artikel bij het | uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994', zoals dat artikel bij het |
koninklijk besluit van 19 januari 2016 gewijzigd is, en dat van | koninklijk besluit van 19 januari 2016 gewijzigd is, en dat van |
toepassing is op werknemers. Het ontworpen artikel 32, § 1, tweede | toepassing is op werknemers. Het ontworpen artikel 32, § 1, tweede |
lid, voorziet niet alleen in het geval waarin de gerechtigde | lid, voorziet niet alleen in het geval waarin de gerechtigde |
daadwerkelijk in de gevangenis verblijft, aangezien daarin, naar het | daadwerkelijk in de gevangenis verblijft, aangezien daarin, naar het |
voorbeeld van artikel 233, § 1, tweede lid, van het koninklijk besluit | voorbeeld van artikel 233, § 1, tweede lid, van het koninklijk besluit |
van 3 juli 1996 bepaald wordt dat de schorsing van de toekenning van | van 3 juli 1996 bepaald wordt dat de schorsing van de toekenning van |
de uitkering ook geldt wanneer de straf in de volgende twee gevallen | de uitkering ook geldt wanneer de straf in de volgende twee gevallen |
buiten de gevangenis uitgevoerd wordt: | buiten de gevangenis uitgevoerd wordt: |
1° de uitgaansvergunning bedoeld in artikel 4 van de wet van 17 mei | 1° de uitgaansvergunning bedoeld in artikel 4 van de wet van 17 mei |
2006 'betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot | 2006 'betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot |
een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het | een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het |
raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten'; en | raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten'; en |
2° het penitentiair verlof bedoeld in artikel 6 van diezelfde wet. | 2° het penitentiair verlof bedoeld in artikel 6 van diezelfde wet. |
Het ontwerp houdt daardoor rekening met de gedeeltelijke vernietiging | Het ontwerp houdt daardoor rekening met de gedeeltelijke vernietiging |
van artikel 233 bij arrest nr. 241.794 van de Raad van State d.d. 14 | van artikel 233 bij arrest nr. 241.794 van de Raad van State d.d. 14 |
juni 2018. Bij dat arrest heeft de afdeling Bestuursrechtspraak immers | juni 2018. Bij dat arrest heeft de afdeling Bestuursrechtspraak immers |
vastgesteld dat de regeling van de beperkte detentie de uitoefening | vastgesteld dat de regeling van de beperkte detentie de uitoefening |
van een beroepsactiviteit mogelijk maakte zodat, volgens de logica die | van een beroepsactiviteit mogelijk maakte zodat, volgens de logica die |
ten grondslag gelegen heeft aan de aanneming van artikel 105 van de | ten grondslag gelegen heeft aan de aanneming van artikel 105 van de |
wet 'betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige | wet 'betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige |
verzorging en uitkeringen', gecoördineerd op 14 juli 1994, waaraan | verzorging en uitkeringen', gecoördineerd op 14 juli 1994, waaraan |
artikel 233 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 rechtsgrond | artikel 233 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 rechtsgrond |
ontleent, de schorsing van de toekenning van de | ontleent, de schorsing van de toekenning van de |
arbeidsongeschiktheidsuitkeringen in een dergelijke situatie haar | arbeidsongeschiktheidsuitkeringen in een dergelijke situatie haar |
bestaansreden verliest. Bijgevolg zijn in die bepaling de woorden "3° | bestaansreden verliest. Bijgevolg zijn in die bepaling de woorden "3° |
de beperkte detentie bedoeld in artikel 21 van de voormelde wet van 17 | de beperkte detentie bedoeld in artikel 21 van de voormelde wet van 17 |
mei 2006" vernietigd. | mei 2006" vernietigd. |
Evenwel dient opgemerkt te worden dat de wet van 17 mei 2006, sinds de | Evenwel dient opgemerkt te worden dat de wet van 17 mei 2006, sinds de |
wijziging ervan bij de wet van 11 juli 2018 'houdende diverse | wijziging ervan bij de wet van 11 juli 2018 'houdende diverse |
bepalingen in strafzaken', in een andere vorm van detentie voorziet, | bepalingen in strafzaken', in een andere vorm van detentie voorziet, |
namelijk de plaatsing in een transitiehuis. [2] Artikel 9/1 van de wet | namelijk de plaatsing in een transitiehuis. [2] Artikel 9/1 van de wet |
van 17 mei 2006 luidt als volgt: | van 17 mei 2006 luidt als volgt: |
"De plaatsing in een transitiehuis is een vorm van detentie waarbij de | "De plaatsing in een transitiehuis is een vorm van detentie waarbij de |
veroordeelde gedetineerde zijn vrijheidsstraf ondergaat op basis van | veroordeelde gedetineerde zijn vrijheidsstraf ondergaat op basis van |
een plaatsingsplan. | een plaatsingsplan. |
De uitvoering van de vrijheidsstraf loopt voort tijdens de duur van de | De uitvoering van de vrijheidsstraf loopt voort tijdens de duur van de |
plaatsing in een transitiehuis." | plaatsing in een transitiehuis." |
In verband met die maatregel wordt in de parlementaire voorbereiding | In verband met die maatregel wordt in de parlementaire voorbereiding |
van de wet van 11 juli 2018 gesteld | van de wet van 11 juli 2018 gesteld |
"(...) dat het hier nog steeds gaat over een detentie en geen | "(...) dat het hier nog steeds gaat over een detentie en geen |
toekenning van een alternatieve modaliteit van strafuitvoering zoals | toekenning van een alternatieve modaliteit van strafuitvoering zoals |
de beperkte detentie of het elektronisch toezicht of over de | de beperkte detentie of het elektronisch toezicht of over de |
toekenning van een vervroegde invrijheidsstelling waarbij de aard en | toekenning van een vervroegde invrijheidsstelling waarbij de aard en |
of de duur van de straffen worden gewijzigd". [3] | of de duur van de straffen worden gewijzigd". [3] |
Door niet te voorzien in een schorsing van de toekenning van de | Door niet te voorzien in een schorsing van de toekenning van de |
uitkering in geval van plaatsing in een transitiehuis geeft het | uitkering in geval van plaatsing in een transitiehuis geeft het |
ontwerp aanleiding tot een verschil in behandeling tussen | ontwerp aanleiding tot een verschil in behandeling tussen |
gedetineerden die in een transitiehuis geplaatst zijn en gedetineerden | gedetineerden die in een transitiehuis geplaatst zijn en gedetineerden |
die hun straf in de gevangenis uitzitten, aangezien de laatstgenoemden | die hun straf in de gevangenis uitzitten, aangezien de laatstgenoemden |
de enigen zijn die de uitkering niet meer ontvangen. De beslissing | de enigen zijn die de uitkering niet meer ontvangen. De beslissing |
waarbij een gedetineerde in een transitiehuis geplaatst wordt, leidt | waarbij een gedetineerde in een transitiehuis geplaatst wordt, leidt |
er als zodanig evenwel niet toe dat gedetineerden een | er als zodanig evenwel niet toe dat gedetineerden een |
beroepsactiviteit kunnen uitoefenen. [4] | beroepsactiviteit kunnen uitoefenen. [4] |
De steller van het ontwerp moet dat verschil in behandeling kunnen | De steller van het ontwerp moet dat verschil in behandeling kunnen |
verantwoorden, in het bijzonder in het licht van het criterium dat de | verantwoorden, in het bijzonder in het licht van het criterium dat de |
Raad van State in zijn arrest nr. 241.794 d.d. 14 juni 2018 gehanteerd | Raad van State in zijn arrest nr. 241.794 d.d. 14 juni 2018 gehanteerd |
heeft, namelijk de mogelijkheid om een beroepsactiviteit uit te | heeft, namelijk de mogelijkheid om een beroepsactiviteit uit te |
oefenen. | oefenen. |
2.1. Hoewel bij artikel 86, § 3, van de wet 'betreffende de verplichte | 2.1. Hoewel bij artikel 86, § 3, van de wet 'betreffende de verplichte |
verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen', | verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen', |
gecoördineerd op 14 juli 1994, niet uitdrukkelijk de verwerking van | gecoördineerd op 14 juli 1994, niet uitdrukkelijk de verwerking van |
persoonsgegevens beoogd wordt, lijkt het evenwel aannemelijk dat de | persoonsgegevens beoogd wordt, lijkt het evenwel aannemelijk dat de |
wetgever, door te bepalen dat ten voordele van de zelfstandigen en van | wetgever, door te bepalen dat ten voordele van de zelfstandigen en van |
de meewerkende echtgenoten in een uitkeringsverzekering voorzien kan | de meewerkende echtgenoten in een uitkeringsverzekering voorzien kan |
worden, een verwerking van persoonsgegevens toegestaan heeft om te | worden, een verwerking van persoonsgegevens toegestaan heeft om te |
zorgen voor de controle van de naleving van de voorwaarden waaraan men | zorgen voor de controle van de naleving van de voorwaarden waaraan men |
moet voldoen om in aanmerking te komen voor die uitkeringsverzekering, | moet voldoen om in aanmerking te komen voor die uitkeringsverzekering, |
zoals die verwerking bepaald wordt in het ontworpen artikel 32, § 3, | zoals die verwerking bepaald wordt in het ontworpen artikel 32, § 3, |
van het koninklijk besluit van 20 juli 1971. [5] | van het koninklijk besluit van 20 juli 1971. [5] |
Wat de uitwisseling van gegevens tussen de verzekeringsinstellingen en | Wat de uitwisseling van gegevens tussen de verzekeringsinstellingen en |
de Federale Overheidsdienst Justitie betreft, sluit die bepaling meer | de Federale Overheidsdienst Justitie betreft, sluit die bepaling meer |
bepaald aan bij het koninklijk besluit van 27 januari 2021 'tot | bepaald aan bij het koninklijk besluit van 27 januari 2021 'tot |
uitvoering van artikel 7, § 2, van de wet van 5 mei 2019 houdende | uitvoering van artikel 7, § 2, van de wet van 5 mei 2019 houdende |
diverse bepalingen inzake informatisering van Justitie en | diverse bepalingen inzake informatisering van Justitie en |
modernisering van het statuut van rechters in ondernemingszaken en | modernisering van het statuut van rechters in ondernemingszaken en |
inzake de notariële aktebank, voor wat het leesrecht van de in artikel | inzake de notariële aktebank, voor wat het leesrecht van de in artikel |
7, § 1, 13°, van die wet bedoelde instellingen of diensten betreft'. | 7, § 1, 13°, van die wet bedoelde instellingen of diensten betreft'. |
Het ontworpen artikel 32, § 3, van het koninklijk besluit van 20 juli | Het ontworpen artikel 32, § 3, van het koninklijk besluit van 20 juli |
1971 geeft aanleiding tot de volgende opmerkingen. | 1971 geeft aanleiding tot de volgende opmerkingen. |
2.2. In het ontwerp wordt bepaald dat de gegevens "op elektronische | 2.2. In het ontwerp wordt bepaald dat de gegevens "op elektronische |
wijze" verkregen worden. Er moet verduidelijkt worden of de gegevens | wijze" verkregen worden. Er moet verduidelijkt worden of de gegevens |
overeenkomstig artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit van 27 | overeenkomstig artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit van 27 |
januari 2021 in het kader van een "leesrecht" overgedragen worden en, | januari 2021 in het kader van een "leesrecht" overgedragen worden en, |
zo ja, of dat leesrecht de vorm aanneemt van een automatische | zo ja, of dat leesrecht de vorm aanneemt van een automatische |
doorzending door de Federale Overheidsdienst Justitie dan wel van een | doorzending door de Federale Overheidsdienst Justitie dan wel van een |
mogelijkheid tot rechtstreekse raadpleging van de gegevens, of van die | mogelijkheid tot rechtstreekse raadpleging van de gegevens, of van die |
beide modaliteiten, overeenkomstig artikel 4 van datzelfde koninklijk | beide modaliteiten, overeenkomstig artikel 4 van datzelfde koninklijk |
besluit. | besluit. |
2.3. Het koninklijk besluit van 27 januari 2021 regelt, wat de | 2.3. Het koninklijk besluit van 27 januari 2021 regelt, wat de |
databank "Sidis Suite" betreft, het leesrecht waarover de instellingen | databank "Sidis Suite" betreft, het leesrecht waarover de instellingen |
en de diensten bedoeld in artikel 7, § 1, 13°, van de wet van 5 mei | en de diensten bedoeld in artikel 7, § 1, 13°, van de wet van 5 mei |
2019 beschikken. Het ontworpen besluit is blijkbaar een lex specialis, | 2019 beschikken. Het ontworpen besluit is blijkbaar een lex specialis, |
aangezien het de toegang regelt die de verzekeringsinstellingen hebben | aangezien het de toegang regelt die de verzekeringsinstellingen hebben |
tot de "Sidis Suite" gegevens in het kader van de uitbetaling van de | tot de "Sidis Suite" gegevens in het kader van de uitbetaling van de |
uitkeringen aan zelfstandigen ten aanzien van wie een maatregel van | uitkeringen aan zelfstandigen ten aanzien van wie een maatregel van |
hechtenis of van gevangenzetting getroffen is. | hechtenis of van gevangenzetting getroffen is. |
Aangezien het op grond van het recht op eerbiediging van het | Aangezien het op grond van het recht op eerbiediging van het |
privéleven verplicht is om in de regelgeving de essentiële elementen | privéleven verplicht is om in de regelgeving de essentiële elementen |
van de verwerkingen van persoonsgegevens te vermelden, moet het | van de verwerkingen van persoonsgegevens te vermelden, moet het |
ontwerp aangevuld worden met de vermelding van de in artikel 3 van het | ontwerp aangevuld worden met de vermelding van de in artikel 3 van het |
koninklijk besluit van 27 januari 2021 bedoelde categorieën van | koninklijk besluit van 27 januari 2021 bedoelde categorieën van |
gegevens die nodig zijn voor de uitvoering van artikel 32, § § 1 en 2, | gegevens die nodig zijn voor de uitvoering van artikel 32, § § 1 en 2, |
van het ontworpen besluit en met de vermelding van de maximumtermijn | van het ontworpen besluit en met de vermelding van de maximumtermijn |
voor het bewaren van die gegevens door de verzekeringsinstellingen. | voor het bewaren van die gegevens door de verzekeringsinstellingen. |
DE GRIFFIER | DE GRIFFIER |
Esther CONTI | Esther CONTI |
DE VOORZITTER, | DE VOORZITTER, |
Patrick RONVAUX | Patrick RONVAUX |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
[1] Zie opmerking 2 die infra bij artikel 1 gemaakt wordt. | [1] Zie opmerking 2 die infra bij artikel 1 gemaakt wordt. |
[2] Artikelen 9/1 tot 9/3 van de wet van 17 mei 2006. | [2] Artikelen 9/1 tot 9/3 van de wet van 17 mei 2006. |
[3] Parl.St. Kamer 2017-18, nr. 54-2969/001, 64. | [3] Parl.St. Kamer 2017-18, nr. 54-2969/001, 64. |
[4] In het "plaatsingsplan" kan bepaald worden dat de in een | [4] In het "plaatsingsplan" kan bepaald worden dat de in een |
transitiehuis geplaatste gedetineerde een beroepsactiviteit moet | transitiehuis geplaatste gedetineerde een beroepsactiviteit moet |
uitoefenen en in dat geval is het mogelijk om uitgaansvergunningen toe | uitoefenen en in dat geval is het mogelijk om uitgaansvergunningen toe |
te kennen en andere strafuitvoeringsmodaliteiten die nodig zijn voor | te kennen en andere strafuitvoeringsmodaliteiten die nodig zijn voor |
de uitvoering van het plaatsingsplan (zie O. Nederlandt en A.-S. | de uitvoering van het plaatsingsplan (zie O. Nederlandt en A.-S. |
Vanhouche, "Les maisons de transition: miroir aux alouettes ou pied | Vanhouche, "Les maisons de transition: miroir aux alouettes ou pied |
dans la porte?" in C. Guillain en D. Scalia (eds.), Les coûts du | dans la porte?" in C. Guillain en D. Scalia (eds.), Les coûts du |
système pénal, Bruxelles, la Charte, 2020, 42-43). | système pénal, Bruxelles, la Charte, 2020, 42-43). |
[5] Zie in vergelijkbare zin advies 74.414/4 van 2 oktober 2023 over | [5] Zie in vergelijkbare zin advies 74.414/4 van 2 oktober 2023 over |
een ontwerp van besluit van de Franse Gemeenschapsregering 'relatif à | een ontwerp van besluit van de Franse Gemeenschapsregering 'relatif à |
l'agrément et au subventionnement de services spécifiques | l'agrément et au subventionnement de services spécifiques |
d'accompagnement à la parentalité'. | d'accompagnement à la parentalité'. |
11 DECEMBER 2023. - Koninklijk besluit tot vervanging van artikel 32 | 11 DECEMBER 2023. - Koninklijk besluit tot vervanging van artikel 32 |
van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van | van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van |
een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele | een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele |
van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten | van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten |
FILIP, Koning der Belgen, | FILIP, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor | Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor |
geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli | geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli |
1994, artikel 86, § 3, gewijzigd bij de wetten van 22 augustus 2002, | 1994, artikel 86, § 3, gewijzigd bij de wetten van 22 augustus 2002, |
29 maart 2012 en 7 mei 2019; | 29 maart 2012 en 7 mei 2019; |
Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling | Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling |
van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten | van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten |
voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten; | voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten; |
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de uitkeringsverzekering | Gelet op het advies van het Beheerscomité van de uitkeringsverzekering |
voor zelfstandigen van de Dienst voor uitkeringen van het | voor zelfstandigen van de Dienst voor uitkeringen van het |
Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 12 | Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 12 |
juli 2023; | juli 2023; |
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 27 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 27 |
juli 2023; | juli 2023; |
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, | Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, |
d.d. 17 september 2023; | d.d. 17 september 2023; |
Gelet op de impactanalyse van de regelgeving uitgevoerd overeenkomstig | Gelet op de impactanalyse van de regelgeving uitgevoerd overeenkomstig |
artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse | artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse |
bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging; | bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging; |
Gelet op het advies nr. 74.618/2 van de Raad van State, gegeven op 31 | Gelet op het advies nr. 74.618/2 van de Raad van State, gegeven op 31 |
oktober 2023, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van | oktober 2023, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van |
de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en de Minister van | Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en de Minister van |
Zelfstandigen, en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, | Zelfstandigen, en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Artikel 32 van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 |
Artikel 1.Artikel 32 van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 |
houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een | houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een |
moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de | moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de |
meewerkende echtgenoten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 | meewerkende echtgenoten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 |
december 1987, wordt vervangen als volgt: | december 1987, wordt vervangen als volgt: |
" Art. 32.§ 1. De toekenning van de uitkering wordt geschorst tijdens |
" Art. 32.§ 1. De toekenning van de uitkering wordt geschorst tijdens |
een periode waarin de gerechtigde het voorwerp vormt van een maatregel | een periode waarin de gerechtigde het voorwerp vormt van een maatregel |
van hechtenis of gevangenzetting in uitvoering van een | van hechtenis of gevangenzetting in uitvoering van een |
strafrechtelijke veroordeling waardoor hij daadwerkelijk in en | strafrechtelijke veroordeling waardoor hij daadwerkelijk in en |
gevangenis of in een transitiehuis verblijft. | gevangenis of in een transitiehuis verblijft. |
De schorsing van de toekenning van de uitkering geldt ook tijdens het | De schorsing van de toekenning van de uitkering geldt ook tijdens het |
tijdvak waarin de gerechtigde zich in uitvoering van een beslissing | tijdvak waarin de gerechtigde zich in uitvoering van een beslissing |
van de bevoegde instantie buiten de gevangenis of het transitiehuis | van de bevoegde instantie buiten de gevangenis of het transitiehuis |
bevindt wegens de toepassing van één van de volgende | bevindt wegens de toepassing van één van de volgende |
strafuitvoeringsmodaliteiten: | strafuitvoeringsmodaliteiten: |
1° de uitgaansvergunning bedoeld in artikel 4 van de wet van 17 mei | 1° de uitgaansvergunning bedoeld in artikel 4 van de wet van 17 mei |
2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een | 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een |
vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het | vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het |
raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, behalve als de gerechtigde | raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, behalve als de gerechtigde |
op grond van deze strafuitvoeringsmodaliteit een beroepsactiviteit met | op grond van deze strafuitvoeringsmodaliteit een beroepsactiviteit met |
de toelating van de adviserend arts overeenkomstig de modaliteiten van | de toelating van de adviserend arts overeenkomstig de modaliteiten van |
dit besluit verricht;; | dit besluit verricht;; |
2° het penitentiair verlof bedoeld in artikel 6 van de voormelde wet | 2° het penitentiair verlof bedoeld in artikel 6 van de voormelde wet |
van 17 mei 2006. | van 17 mei 2006. |
§ 2. De toekenning van de uitkering wordt beperkt tot de helft voor de | § 2. De toekenning van de uitkering wordt beperkt tot de helft voor de |
geïnterneerde gerechtigde die geen persoon ten laste heeft en die in | geïnterneerde gerechtigde die geen persoon ten laste heeft en die in |
een door de bevoegde instantie aangewezen inrichting verblijft onder | een door de bevoegde instantie aangewezen inrichting verblijft onder |
het statuut van een plaatsing. De volledige uitkering wordt evenwel | het statuut van een plaatsing. De volledige uitkering wordt evenwel |
aan deze gerechtigde toegekend als hij vanwege de bevoegde instantie | aan deze gerechtigde toegekend als hij vanwege de bevoegde instantie |
de toelating heeft verkregen om de inrichting te verlaten voor een | de toelating heeft verkregen om de inrichting te verlaten voor een |
ononderbroken periode van ten minste zeven dagen, vanaf de eerste dag | ononderbroken periode van ten minste zeven dagen, vanaf de eerste dag |
van deze periode. | van deze periode. |
§ 3. Voor de toepassing van de vorige paragrafen en in uitvoering van | § 3. Voor de toepassing van de vorige paragrafen en in uitvoering van |
het koninklijk besluit van 27 januari 2021 tot uitvoering van artikel | het koninklijk besluit van 27 januari 2021 tot uitvoering van artikel |
7, § 2, van de wet van 5 mei 2019 houdende diverse bepalingen inzake | 7, § 2, van de wet van 5 mei 2019 houdende diverse bepalingen inzake |
informatisering van Justitie en modernisering van het statuut van | informatisering van Justitie en modernisering van het statuut van |
rechters in ondernemingszaken en inzake de notariële aktebank, voor | rechters in ondernemingszaken en inzake de notariële aktebank, voor |
wat het leesrecht van de in artikel 7, § 1, 13°, van die wet bedoelde | wat het leesrecht van de in artikel 7, § 1, 13°, van die wet bedoelde |
instellingen of diensten betreft, beschikt de verzekeringsinstelling | instellingen of diensten betreft, beschikt de verzekeringsinstelling |
waarbij de gerechtigde is aangesloten of ingeschreven, over een | waarbij de gerechtigde is aangesloten of ingeschreven, over een |
leesrecht dat de vorm aanneemt van een automatische elektronische | leesrecht dat de vorm aanneemt van een automatische elektronische |
doorzending van alle gegevens bedoeld in artikel 3 van het voormelde | doorzending van alle gegevens bedoeld in artikel 3 van het voormelde |
koninklijk besluit van 27 januari 2021 door de Federale | koninklijk besluit van 27 januari 2021 door de Federale |
Overheidsdienst Justitie uit zijn databank. | Overheidsdienst Justitie uit zijn databank. |
Indien de vereiste gegevens niet beschikbaar zijn in de voormelde | Indien de vereiste gegevens niet beschikbaar zijn in de voormelde |
databank, gebeurt de noodzakelijke gegevensuitwisseling via een | databank, gebeurt de noodzakelijke gegevensuitwisseling via een |
papieren attest. | papieren attest. |
De overeenkomstig deze paragraaf ontvangen gegevens worden niet langer | De overeenkomstig deze paragraaf ontvangen gegevens worden niet langer |
bewaard dan noodzakelijk voor de verwezenlijking van het doel van de | bewaard dan noodzakelijk voor de verwezenlijking van het doel van de |
verwerking ervan, met een maximale bewaartermijn van drie jaar te | verwerking ervan, met een maximale bewaartermijn van drie jaar te |
rekenen vanaf 1 januari van het jaar volgend op de afsluiting van het | rekenen vanaf 1 januari van het jaar volgend op de afsluiting van het |
arbeidsongeschiktheidsdossier in de verzekeringsinstelling.". | arbeidsongeschiktheidsdossier in de verzekeringsinstelling.". |
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2024. |
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2024. |
Art. 3.De minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd |
Art. 3.De minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd |
voor Zelfstandigen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de | voor Zelfstandigen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de |
uitvoering van dit besluit. | uitvoering van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 11 december 2023. | Gegeven te Brussel, 11 december 2023. |
FILIP | FILIP |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Zelfstandigen, | De Minister van Zelfstandigen, |
D. CLARINVAL | D. CLARINVAL |
De Minister van Sociale Zaken, | De Minister van Sociale Zaken, |
F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |