Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende de loopbaanonderbreking | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende de loopbaanonderbreking |
---|---|
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
10 JUNI 1998. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 10 JUNI 1998. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997, gesloten | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997, gesloten |
in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende de | in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende de |
loopbaanonderbreking (1) | loopbaanonderbreking (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het koninklijk besluit van 6 februari 1997 tot vaststelling | Gelet op het koninklijk besluit van 6 februari 1997 tot vaststelling |
van een recht op onderbreking van de beroepsloopbaan in toepassing van | van een recht op onderbreking van de beroepsloopbaan in toepassing van |
artikel 7, § 2, 1° van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de | artikel 7, § 2, 1° van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de |
werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het | werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het |
concurrentievermogen, inzonderheid op artikel 2; | concurrentievermogen, inzonderheid op artikel 2; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf; | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf; |
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, | Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997, gesloten |
in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende de | in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende de |
loopbaanonderbreking. | loopbaanonderbreking. |
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de |
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de |
uitvoering van dit besluit. | uitvoering van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 10 juni 1998. | Gegeven te Brussel, 10 juni 1998. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, | De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, |
Mevr. M. SMET | Mevr. M. SMET |
_______ | _______ |
Nota | Nota |
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Koninklijk besluit van 6 februari 1997, Belgisch Staatsblad van 18 | Koninklijk besluit van 6 februari 1997, Belgisch Staatsblad van 18 |
februari 1997. | februari 1997. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf | Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997 |
Loopbaanonderbreking (Overeenkomst geregistreerd op 16 september 1997 | Loopbaanonderbreking (Overeenkomst geregistreerd op 16 september 1997 |
onder het nummer 44967/CO/145) | onder het nummer 44967/CO/145) |
Gelet op het koninklijk besluit van 6 februari 1997 tot vaststelling | Gelet op het koninklijk besluit van 6 februari 1997 tot vaststelling |
van een recht op onderbreking van de beroepsloopbaan in toepassing van | van een recht op onderbreking van de beroepsloopbaan in toepassing van |
artikel 7, § 2, 1° van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de | artikel 7, § 2, 1° van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de |
werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het | werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het |
concurrentievermogen, hebben de ondertekenende partijen deze | concurrentievermogen, hebben de ondertekenende partijen deze |
collectieve arbeidsovereenkomst gesloten. | collectieve arbeidsovereenkomst gesloten. |
Artikel 1.De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst zijn |
Artikel 1.De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst zijn |
van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het | van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het |
toepassingsgebied van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf en | toepassingsgebied van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf en |
op de door hen tewerkgestelde werknemers. | op de door hen tewerkgestelde werknemers. |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten ter |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten ter |
uitvoering van artikel 2, § 2, en ter uitvoering van artikel 5 van het | uitvoering van artikel 2, § 2, en ter uitvoering van artikel 5 van het |
koninklijk besluit van 6 februari 1997 tot vaststelling van een recht | koninklijk besluit van 6 februari 1997 tot vaststelling van een recht |
op onderbreking van de beroepsloopbaan in toepassing van artikel 7, § | op onderbreking van de beroepsloopbaan in toepassing van artikel 7, § |
2, 1° van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de | 2, 1° van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de |
werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het | werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het |
concurrentievermogen. | concurrentievermogen. |
Art. 3.De ondertekenende partijen komen overeen dat het recht op |
Art. 3.De ondertekenende partijen komen overeen dat het recht op |
loopbaanonderbreking of op de vermindering van de beroepsloopbaan | loopbaanonderbreking of op de vermindering van de beroepsloopbaan |
alleen zal gelden voor de in de sector tewerkgestelde werknemers die | alleen zal gelden voor de in de sector tewerkgestelde werknemers die |
in dienst zijn op een reguliere basis en met een arbeidsovereenkomst | in dienst zijn op een reguliere basis en met een arbeidsovereenkomst |
voor een onbepaalde duur. | voor een onbepaalde duur. |
Wat de werknemers betreft die in dienst zijn met een | Wat de werknemers betreft die in dienst zijn met een |
arbeidsovereenkomst voor een bepaalde duur, zal het recht alleen | arbeidsovereenkomst voor een bepaalde duur, zal het recht alleen |
kunnen ingeroepen worden voor zover de arbeidsovereenkomst afgesloten | kunnen ingeroepen worden voor zover de arbeidsovereenkomst afgesloten |
is voor tenminste zes maanden. | is voor tenminste zes maanden. |
Art. 4.In toepassing van artikel 2, § 2, 2° van het voormelde |
Art. 4.In toepassing van artikel 2, § 2, 2° van het voormelde |
koninklijk besluit van 6 februari 1997, komen de ondertekenende | koninklijk besluit van 6 februari 1997, komen de ondertekenende |
partijen overeen dat : | partijen overeen dat : |
- de werknemer, bedoeld in artikel 3 van deze collectieve | - de werknemer, bedoeld in artikel 3 van deze collectieve |
arbeidsovereenkomst, die gebruik wil maken van het recht op | arbeidsovereenkomst, die gebruik wil maken van het recht op |
loopbaanonderbreking of op de vermindering van de prestaties, | loopbaanonderbreking of op de vermindering van de prestaties, |
tenminste drie maanden vooraf aan de werkgever zijn vraag zal | tenminste drie maanden vooraf aan de werkgever zijn vraag zal |
meedelen. | meedelen. |
- bij de beoordeling van de vraag van de werknemer, de werkgever kan | - bij de beoordeling van de vraag van de werknemer, de werkgever kan |
vragen dat er rekening gehouden wordt met de arbeidsomstandigheden en | vragen dat er rekening gehouden wordt met de arbeidsomstandigheden en |
de arbeidsintensiteit in de onderneming. | de arbeidsintensiteit in de onderneming. |
De werkgever kan vragen dat de loopbaanonderbreking of de vermindering | De werkgever kan vragen dat de loopbaanonderbreking of de vermindering |
van prestaties zou uitgesteld worden. Het uitstel kan maximaal vier | van prestaties zou uitgesteld worden. Het uitstel kan maximaal vier |
maanden bedragen. | maanden bedragen. |
- bij gelijktijdige vragen uitgaande van meerdere werknemers op | - bij gelijktijdige vragen uitgaande van meerdere werknemers op |
hetzelfde ogenblik, er voorrang zal gegeven worden aan de werknemers | hetzelfde ogenblik, er voorrang zal gegeven worden aan de werknemers |
die opteren voor een loopbaanonderbreking of vermindering van de | die opteren voor een loopbaanonderbreking of vermindering van de |
arbeidsprestaties met de bedoeling om gezinstaken op zich te nemen of | arbeidsprestaties met de bedoeling om gezinstaken op zich te nemen of |
om oudere of zieke familieleden te verzorgen. | om oudere of zieke familieleden te verzorgen. |
Art. 5.De ondertekenende partijen bevelen aan de ondernemingen aan |
Art. 5.De ondertekenende partijen bevelen aan de ondernemingen aan |
dat zij in toepassing van artikel 4 van het voormelde koninklijk | dat zij in toepassing van artikel 4 van het voormelde koninklijk |
besluit van 6 februari 1997 zelf afspraken maken inzake de praktische | besluit van 6 februari 1997 zelf afspraken maken inzake de praktische |
toepassing van het recht op loopbaanonderbreking of op de vermindering | toepassing van het recht op loopbaanonderbreking of op de vermindering |
van de prestaties. | van de prestaties. |
Het is wenselijk dat de organisatieregels op ondernemingsvlak worden | Het is wenselijk dat de organisatieregels op ondernemingsvlak worden |
vastgelegd. | vastgelegd. |
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
ingang van 1 januari 1997 en houdt op kracht te zijn op 1 januari | ingang van 1 januari 1997 en houdt op kracht te zijn op 1 januari |
1999. | 1999. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 juni | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 juni |
1998. | 1998. |
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, | De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, |
Mevr. M. SMET | Mevr. M. SMET |