gepubliceerd op 21 oktober 1998
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende de loopbaanonderbreking
10 JUNI 1998. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende de loopbaanonderbreking (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het koninklijk besluit van 6 februari 1997 tot vaststelling van een recht op onderbreking van de beroepsloopbaan in toepassing van artikel 7, § 2, 1° van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende de loopbaanonderbreking.
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 juni 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 6 februari 1997, Belgisch Staatsblad van 18 februari 1997.
Bijlage Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997 Loopbaanonderbreking (Overeenkomst geregistreerd op 16 september 1997 onder het nummer 44967/CO/145) Gelet op het koninklijk besluit van 6 februari 1997 tot vaststelling van een recht op onderbreking van de beroepsloopbaan in toepassing van artikel 7, § 2, 1° van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, hebben de ondertekenende partijen deze collectieve arbeidsovereenkomst gesloten.
Artikel 1.De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst zijn van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het toepassingsgebied van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf en op de door hen tewerkgestelde werknemers.
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten ter uitvoering van artikel 2, § 2, en ter uitvoering van artikel 5 van het koninklijk besluit van 6 februari 1997 tot vaststelling van een recht op onderbreking van de beroepsloopbaan in toepassing van artikel 7, § 2, 1° van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen.
Art. 3.De ondertekenende partijen komen overeen dat het recht op loopbaanonderbreking of op de vermindering van de beroepsloopbaan alleen zal gelden voor de in de sector tewerkgestelde werknemers die in dienst zijn op een reguliere basis en met een arbeidsovereenkomst voor een onbepaalde duur.
Wat de werknemers betreft die in dienst zijn met een arbeidsovereenkomst voor een bepaalde duur, zal het recht alleen kunnen ingeroepen worden voor zover de arbeidsovereenkomst afgesloten is voor tenminste zes maanden.
Art. 4.In toepassing van artikel 2, § 2, 2° van het voormelde koninklijk besluit van 6 februari 1997, komen de ondertekenende partijen overeen dat : - de werknemer, bedoeld in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, die gebruik wil maken van het recht op loopbaanonderbreking of op de vermindering van de prestaties, tenminste drie maanden vooraf aan de werkgever zijn vraag zal meedelen. - bij de beoordeling van de vraag van de werknemer, de werkgever kan vragen dat er rekening gehouden wordt met de arbeidsomstandigheden en de arbeidsintensiteit in de onderneming.
De werkgever kan vragen dat de loopbaanonderbreking of de vermindering van prestaties zou uitgesteld worden. Het uitstel kan maximaal vier maanden bedragen. - bij gelijktijdige vragen uitgaande van meerdere werknemers op hetzelfde ogenblik, er voorrang zal gegeven worden aan de werknemers die opteren voor een loopbaanonderbreking of vermindering van de arbeidsprestaties met de bedoeling om gezinstaken op zich te nemen of om oudere of zieke familieleden te verzorgen.
Art. 5.De ondertekenende partijen bevelen aan de ondernemingen aan dat zij in toepassing van artikel 4 van het voormelde koninklijk besluit van 6 februari 1997 zelf afspraken maken inzake de praktische toepassing van het recht op loopbaanonderbreking of op de vermindering van de prestaties.
Het is wenselijk dat de organisatieregels op ondernemingsvlak worden vastgelegd.
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997 en houdt op kracht te zijn op 1 januari 1999.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 juni 1998.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET