Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende het halftijds brugpensioen | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende het halftijds brugpensioen |
---|---|
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
10 FEBRUARI 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend | 10 FEBRUARI 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 1997, | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 1997, |
gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende het | gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende het |
halftijds brugpensioen (1) | halftijds brugpensioen (1) |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
28; | 28; |
Gelet op het koninklijk besluit van 3 april 1997 tot wijziging van het | Gelet op het koninklijk besluit van 3 april 1997 tot wijziging van het |
koninklijk besluit van 30 juli 1994 betreffende het halftijds | koninklijk besluit van 30 juli 1994 betreffende het halftijds |
brugpensioen; | brugpensioen; |
Gelet op het koninklijk besluit van 24 februari 1997 houdende nadere | Gelet op het koninklijk besluit van 24 februari 1997 houdende nadere |
voorwaarden met betrekking tot de tewerkstellingsakkoorden, waardoor | voorwaarden met betrekking tot de tewerkstellingsakkoorden, waardoor |
in de sector een recht op halftijds brugpensioen wordt ingevoerd; | in de sector een recht op halftijds brugpensioen wordt ingevoerd; |
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993 | Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993 |
gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot instelling van een regeling | gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot instelling van een regeling |
van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van | van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van |
halvering van de arbeidsprestaties, algemeen verbindend verklaard bij | halvering van de arbeidsprestaties, algemeen verbindend verklaard bij |
koninklijk besluit van 17 november 1993, inzonderheid op artikel 3; | koninklijk besluit van 17 november 1993, inzonderheid op artikel 3; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het koetswerk; | Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het koetswerk; |
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 1997, gesloten | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 1997, gesloten |
in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende het | in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende het |
halftijds brugpensioen. | halftijds brugpensioen. |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
van dit besluit. | van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 10 februari 2000. | Gegeven te Brussel, 10 februari 2000. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
_______ | _______ |
Nota's | Nota's |
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Koninklijk besluit van 17 november 1993, Belgisch Staatsblad van 4 | Koninklijk besluit van 17 november 1993, Belgisch Staatsblad van 4 |
december 1993. | december 1993. |
Koninklijk besluit van 3 april 1997, Belgisch Staatsblad van 13 mei | Koninklijk besluit van 3 april 1997, Belgisch Staatsblad van 13 mei |
1997. | 1997. |
Koninklijk besluit van 24 februari 1997, Belgisch Staatsblad van 11 | Koninklijk besluit van 24 februari 1997, Belgisch Staatsblad van 11 |
maart 1997. | maart 1997. |
Bijlage | Bijlage |
Paritair Subcomité voor het koetswerk | Paritair Subcomité voor het koetswerk |
Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 1997 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 1997 |
Halftijds brugpensioen | Halftijds brugpensioen |
(Overeenkomst geregistreerd op 18 november 1997 | (Overeenkomst geregistreerd op 18 november 1997 |
onder het nummer 46089/CO/149.02) | onder het nummer 46089/CO/149.02) |
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen die | de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen die |
ressorteren onder het Paritair Subcomité voor koetswerk. | ressorteren onder het Paritair Subcomité voor koetswerk. |
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt | Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt |
onder "werklieden" verstaan : de werklieden of werksters. | onder "werklieden" verstaan : de werklieden of werksters. |
HOOFDSTUK II. - Algemene beschikkingen | HOOFDSTUK II. - Algemene beschikkingen |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten |
- overeenkomstig en in uitvoering van de bepalingen opgenomen in de | - overeenkomstig en in uitvoering van de bepalingen opgenomen in de |
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993, gesloten in | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993, gesloten in |
de Nationale Arbeidsraad en algemeen bindend verklaard bij koninklijk | de Nationale Arbeidsraad en algemeen bindend verklaard bij koninklijk |
besluit van 17 november 1993, tot instelling van een regeling van | besluit van 17 november 1993, tot instelling van een regeling van |
aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers, in geval van | aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers, in geval van |
halvering van de arbeidsprestaties, hierna collectieve | halvering van de arbeidsprestaties, hierna collectieve |
arbeidsovereenkomst nr. 55 genoemd; | arbeidsovereenkomst nr. 55 genoemd; |
- in uitvoering van het koninklijk besluit van 3 april 1997 tot | - in uitvoering van het koninklijk besluit van 3 april 1997 tot |
wijziging van het koninklijk besluit van 30 juli 1994 betreffende het | wijziging van het koninklijk besluit van 30 juli 1994 betreffende het |
halftijds brugpensioen; | halftijds brugpensioen; |
- in uitvoering van het koninklijk besluit van 24 februari 1997 | - in uitvoering van het koninklijk besluit van 24 februari 1997 |
houdende nadere voorwaarden met betrekking tot de | houdende nadere voorwaarden met betrekking tot de |
tewerkstellingsakkoorden, waardoor in de sector een recht op halftijds | tewerkstellingsakkoorden, waardoor in de sector een recht op halftijds |
brugpensioen wordt ingevoerd. | brugpensioen wordt ingevoerd. |
HOOFDSTUK III. - Leeftijdsvoorwaarde | HOOFDSTUK III. - Leeftijdsvoorwaarde |
Art. 3.In uitvoering van artikel 3bis van het koninklijk besluit van |
Art. 3.In uitvoering van artikel 3bis van het koninklijk besluit van |
3 april 1997 wordt voor de werklieden de leeftijd bepaald op 55 jaar. | 3 april 1997 wordt voor de werklieden de leeftijd bepaald op 55 jaar. |
HOOFDSTUK IV. - Toepassingsmodaliteiten op ondernemingsniveau | HOOFDSTUK IV. - Toepassingsmodaliteiten op ondernemingsniveau |
Art. 4.Op ondernemingsniveau dient een collectieve |
Art. 4.Op ondernemingsniveau dient een collectieve |
arbeidsovereenkomst te worden gesloten, die de concrete modaliteiten | arbeidsovereenkomst te worden gesloten, die de concrete modaliteiten |
vastlegt voor invoering binnen de onderneming van de regeling bedoeld | vastlegt voor invoering binnen de onderneming van de regeling bedoeld |
bij collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55, inzonderheid voor al deze | bij collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55, inzonderheid voor al deze |
modaliteiten die niet expliciet worden geregeld door de collectieve | modaliteiten die niet expliciet worden geregeld door de collectieve |
arbeidsovereenkomst nr. 55. | arbeidsovereenkomst nr. 55. |
Deze collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsniveau dient ter | Deze collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsniveau dient ter |
goedkeuring te worden voorgelegd aan het Paritair Subcomité voor het | goedkeuring te worden voorgelegd aan het Paritair Subcomité voor het |
koetswerk. | koetswerk. |
Art. 5.Bovendien zal voor alle betrokken werklieden, afzonderlijk en |
Art. 5.Bovendien zal voor alle betrokken werklieden, afzonderlijk en |
schriftelijk een arbeidsovereenkomst voor deeltijdse arbeid worden | schriftelijk een arbeidsovereenkomst voor deeltijdse arbeid worden |
vastgesteld volgens de modaliteiten bepaald in artikel 11bis van de | vastgesteld volgens de modaliteiten bepaald in artikel 11bis van de |
wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, en dit | wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, en dit |
uiterlijk op de dag waarop de betrokken werklieden in halftijds | uiterlijk op de dag waarop de betrokken werklieden in halftijds |
brugpensioen worden gesteld. | brugpensioen worden gesteld. |
De inhoud van en de modaliteiten voor deze individuele | De inhoud van en de modaliteiten voor deze individuele |
arbeidsovereenkomst zullen worden vastgelegd in de collectieve | arbeidsovereenkomst zullen worden vastgelegd in de collectieve |
arbeidsovereenkomst op ondernemingsniveau bedoeld in artikel 4. | arbeidsovereenkomst op ondernemingsniveau bedoeld in artikel 4. |
HOOFDSTUK V. - Betaling van de aanvullende vergoeding | HOOFDSTUK V. - Betaling van de aanvullende vergoeding |
Art. 6.In uitvoering van artikel 9 § 1 van de collectieve |
Art. 6.In uitvoering van artikel 9 § 1 van de collectieve |
arbeidsovereenkomst nr. 55 wordt de betaalplicht van de aanvullende | arbeidsovereenkomst nr. 55 wordt de betaalplicht van de aanvullende |
vergoeding van de werkgever overgedragen aan het "Sociaal Fonds voor | vergoeding van de werkgever overgedragen aan het "Sociaal Fonds voor |
de koetswerkondernemingen". | de koetswerkondernemingen". |
Het Fonds voor bestaanszekerheid zal hiertoe de nodige modaliteiten | Het Fonds voor bestaanszekerheid zal hiertoe de nodige modaliteiten |
uitwerken. | uitwerken. |
HOOFDSTUK VI. - Overgang naar het voltijds brugpensioen | HOOFDSTUK VI. - Overgang naar het voltijds brugpensioen |
Art. 7.De overgang van het halftijdse naar het voltijdse brugpensioen |
Art. 7.De overgang van het halftijdse naar het voltijdse brugpensioen |
is mogelijk volgens de voorwaarden en modaliteiten bepaald in het | is mogelijk volgens de voorwaarden en modaliteiten bepaald in het |
artikel 11 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55. | artikel 11 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55. |
HOOFDSTUK VII.. - Geldigheid | HOOFDSTUK VII.. - Geldigheid |
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is geldig vanaf 1 januari |
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is geldig vanaf 1 januari |
1997 tot en met 31 december 1998. | 1997 tot en met 31 december 1998. |
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 februari | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 februari |
2000. | 2000. |
De Minister van Werkgelegenheid, | De Minister van Werkgelegenheid, |
Mevr. L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |