Koninklijk besluit betreffende de controle op de uitvoering van het personeelsplan door de inspectie van Financiën | Koninklijk besluit betreffende de controle op de uitvoering van het personeelsplan door de inspectie van Financiën |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE EN FEDERALE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE EN FEDERALE |
OVERHEIDSDIENST BUDGET EN BEHEERSCONTROLE | OVERHEIDSDIENST BUDGET EN BEHEERSCONTROLE |
9 JULI 2007. - Koninklijk besluit betreffende de controle op de | 9 JULI 2007. - Koninklijk besluit betreffende de controle op de |
uitvoering van het personeelsplan door de inspectie van Financiën | uitvoering van het personeelsplan door de inspectie van Financiën |
VERSLAG AAN DE KONING | VERSLAG AAN DE KONING |
Sire, | Sire, |
Dit ontwerp van koninklijk besluit sluit aan bij de nota van de | Dit ontwerp van koninklijk besluit sluit aan bij de nota van de |
Minister van Begroting aan de Ministerraad van 30 juni 2006 met | Minister van Begroting aan de Ministerraad van 30 juni 2006 met |
betrekking tot de interne controle binnen de FOD's en de POD's en aan | betrekking tot de interne controle binnen de FOD's en de POD's en aan |
de algemene beleidslijnen van de Minister van Ambtenarenzaken die | de algemene beleidslijnen van de Minister van Ambtenarenzaken die |
bekrachtigd zijn in de algemene beleidsnota 2007. | bekrachtigd zijn in de algemene beleidsnota 2007. |
Het ontwerp definieert het kader waarbinnen de inspecteurs van | Het ontwerp definieert het kader waarbinnen de inspecteurs van |
Financiën hun controlebevoegdheid op de uitvoering van de | Financiën hun controlebevoegdheid op de uitvoering van de |
personeelsplannen en op de aanwervingen bij de FOD's en de POD's, | personeelsplannen en op de aanwervingen bij de FOD's en de POD's, |
alsook bij de diensten die ervan afhangen, uitvoeren. | alsook bij de diensten die ervan afhangen, uitvoeren. |
Zo de regels voor de controle op aanwerving van statutair personeel | Zo de regels voor de controle op aanwerving van statutair personeel |
aan een versoepeling toe zijn, kan dit niet het geval zijn voor de | aan een versoepeling toe zijn, kan dit niet het geval zijn voor de |
aanwervingen van contractueel personeel dat de uitzondering moet | aanwervingen van contractueel personeel dat de uitzondering moet |
blijven en waar een ex ante controle behouden blijft, met uitzondering | blijven en waar een ex ante controle behouden blijft, met uitzondering |
evenwel van de vervangingscontractuelen die insgelijks onderworpen | evenwel van de vervangingscontractuelen die insgelijks onderworpen |
worden aan het systeem van de ex-post controle, zulks op voorwaarde | worden aan het systeem van de ex-post controle, zulks op voorwaarde |
dat er een valabel maandelijks rapporteringssysteem is. Daarenboven | dat er een valabel maandelijks rapporteringssysteem is. Daarenboven |
moet voor deze laatste categorie de indienstneming op gecentraliseerde | moet voor deze laatste categorie de indienstneming op gecentraliseerde |
wijze gebeuren ten einde deze ex-post controle op een meer efficiënte | wijze gebeuren ten einde deze ex-post controle op een meer efficiënte |
wijze te laten verlopen. | wijze te laten verlopen. |
Indien bijzondere bevoegdheden aan de Inspectie van Financiën zijn | Indien bijzondere bevoegdheden aan de Inspectie van Financiën zijn |
toegekend op basis van wettelijke en reglementaire bepalingen, blijven | toegekend op basis van wettelijke en reglementaire bepalingen, blijven |
deze regels onverkort van toepassing. | deze regels onverkort van toepassing. |
Artikel 2 stelt dan ook duidelijk dat voor elke indienstneming van | Artikel 2 stelt dan ook duidelijk dat voor elke indienstneming van |
contractueel personeel, de inspecteur van Financiën nagaat of de | contractueel personeel, de inspecteur van Financiën nagaat of de |
wettelijke en reglementaire bepalingen ter zake zijn nageleefd. | wettelijke en reglementaire bepalingen ter zake zijn nageleefd. |
De controle op de aanwerving van statutair personeel wordt versoepeld | De controle op de aanwerving van statutair personeel wordt versoepeld |
op voorwaarde dat een aantal regels worden gerespecteerd. | op voorwaarde dat een aantal regels worden gerespecteerd. |
Artikel 3 regelt de manier waarop de inspectie van Financiën een | Artikel 3 regelt de manier waarop de inspectie van Financiën een |
controle a posteriori uitvoert op de uitvoering van het personeelsplan | controle a posteriori uitvoert op de uitvoering van het personeelsplan |
en inzonderheid het respecteren van de door de personeelsenveloppe | en inzonderheid het respecteren van de door de personeelsenveloppe |
gestelde limieten. | gestelde limieten. |
Dit artikel stelt hier dat de Inspecteur van Financiën maandelijks van | Dit artikel stelt hier dat de Inspecteur van Financiën maandelijks van |
de dienst de informatie dient te ontvangen die hem in staat moet | de dienst de informatie dient te ontvangen die hem in staat moet |
stellen alle uitgaven voor personeel op te volgen. | stellen alle uitgaven voor personeel op te volgen. |
De dienst zal dit maandelijks rapporteringssysteem uitwerken | De dienst zal dit maandelijks rapporteringssysteem uitwerken |
overeenkomstig de gemeenschappelijke richtlijnen van de Ministers van | overeenkomstig de gemeenschappelijke richtlijnen van de Ministers van |
Begroting en van Ambtenarenzaken. | Begroting en van Ambtenarenzaken. |
Het is evident dat niet tot een a posteriori controle kan worden | Het is evident dat niet tot een a posteriori controle kan worden |
overgegaan zolang de betrokken dienst zijn maandelijks | overgegaan zolang de betrokken dienst zijn maandelijks |
rapporteringssysteem niet in concreto heeft uitgewerkt. | rapporteringssysteem niet in concreto heeft uitgewerkt. |
Artikel 4 stelt dan ook dat, zolang de dienst van de Inspecteur van | Artikel 4 stelt dan ook dat, zolang de dienst van de Inspecteur van |
Financiën geen akkoord heeft gekregen over zijn systeem van | Financiën geen akkoord heeft gekregen over zijn systeem van |
maandelijkse rapportering, elke statutaire aanwerving onderworpen | maandelijkse rapportering, elke statutaire aanwerving onderworpen |
wordt aan het voorafgaand advies van de inspecteur van Financiën. | wordt aan het voorafgaand advies van de inspecteur van Financiën. |
Eveneens wordt de controle ex ante verlaten voor de | Eveneens wordt de controle ex ante verlaten voor de |
vervangingscontractuelen van zodra de dienst van de Inspecteur van | vervangingscontractuelen van zodra de dienst van de Inspecteur van |
Financiën een akkoord heeft gekregen over zijn systeem van | Financiën een akkoord heeft gekregen over zijn systeem van |
maandelijkse rapportering. Daarenboven moet voor deze categorie de | maandelijkse rapportering. Daarenboven moet voor deze categorie de |
indienstneming op gecentraliseerde wijze gebeuren ten einde deze | indienstneming op gecentraliseerde wijze gebeuren ten einde deze |
ex-post controle op een meer efficiënte wijze te laten verlopen. | ex-post controle op een meer efficiënte wijze te laten verlopen. |
Beschikt de dienst over een akkoord over zijn systeem van maandelijkse | Beschikt de dienst over een akkoord over zijn systeem van maandelijkse |
rapportering, kan het nog gebeuren dat de Inspecteur van Financiën, | rapportering, kan het nog gebeuren dat de Inspecteur van Financiën, |
bij zijn controle a posteriori, moet vaststellen dat de uitvoering van | bij zijn controle a posteriori, moet vaststellen dat de uitvoering van |
het personeelsplan geen voldoening schenkt. | het personeelsplan geen voldoening schenkt. |
De procedure die alsdan moet worden gevolgd wordt geregeld in de | De procedure die alsdan moet worden gevolgd wordt geregeld in de |
artikelen 5 en 6. | artikelen 5 en 6. |
Stelt de Inspecteur van Financiën vast dat de uitvoering geen | Stelt de Inspecteur van Financiën vast dat de uitvoering geen |
voldoening schenkt, richt hij in eerste instantie zijn opmerkingen aan | voldoening schenkt, richt hij in eerste instantie zijn opmerkingen aan |
de voorzitter van het directiecomité die dient aan te geven op welke | de voorzitter van het directiecomité die dient aan te geven op welke |
manier hij met de opmerkingen zal rekening houden. | manier hij met de opmerkingen zal rekening houden. |
Indien de genomen maatregelen ontoereikend zijn, verwittigt de | Indien de genomen maatregelen ontoereikend zijn, verwittigt de |
inspecteur van Financiën de functionele bevoegde Minister. | inspecteur van Financiën de functionele bevoegde Minister. |
Stelt de Inspecteur van Financiën vast dat zijn opmerkingen geen | Stelt de Inspecteur van Financiën vast dat zijn opmerkingen geen |
gevolg krijgen, verwittigt hij de Minister van Begroting en de | gevolg krijgen, verwittigt hij de Minister van Begroting en de |
Minister van Ambtenarenzaken. | Minister van Ambtenarenzaken. |
De Minister van Begroting kan alsdan, in overleg met zijn collega van | De Minister van Begroting kan alsdan, in overleg met zijn collega van |
Ambtenarenzaken, aan de betrokken dienst opleggen dat alle | Ambtenarenzaken, aan de betrokken dienst opleggen dat alle |
aanwervingen aan het voorafgaand advies van de Inspecteur van | aanwervingen aan het voorafgaand advies van de Inspecteur van |
Financiën worden voorgelegd en dit volgens de modaliteiten die hij | Financiën worden voorgelegd en dit volgens de modaliteiten die hij |
vaststelt. | vaststelt. |
Bovenstaande bepalingen kunnen pas in werking treden nadat een | Bovenstaande bepalingen kunnen pas in werking treden nadat een |
koninklijk besluit in uitvoering van artikel 450, § 1, van de | koninklijk besluit in uitvoering van artikel 450, § 1, van de |
programmawet (I) van 24 december 2002 de datum van inwerkingtreding | programmawet (I) van 24 december 2002 de datum van inwerkingtreding |
van artikel 444, 4° heeft bepaald. | van artikel 444, 4° heeft bepaald. |
Het is dit artikel 444, 4° dat de opheffing voorziet van artikel 7 van | Het is dit artikel 444, 4° dat de opheffing voorziet van artikel 7 van |
de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake | de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake |
ambtenarenzaken, dat het visum van de inspecteur van Financiën vereist | ambtenarenzaken, dat het visum van de inspecteur van Financiën vereist |
voor elke eerste betalingsopdracht van ieder personeelslid. | voor elke eerste betalingsopdracht van ieder personeelslid. |
Vandaar dat artikel 7 van dit ontwerp, artikel 444, 4° in werking laat | Vandaar dat artikel 7 van dit ontwerp, artikel 444, 4° in werking laat |
treden. Deze inwerkingtreding is beperkt tot de FOD's en de POD's, | treden. Deze inwerkingtreding is beperkt tot de FOD's en de POD's, |
alsook tot de diensten die ervan afhangen. | alsook tot de diensten die ervan afhangen. |
Wij hebben de eer te zijn, | Wij hebben de eer te zijn, |
Sire, | Sire, |
Van Uwe Majesteit, | Van Uwe Majesteit, |
de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, | de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, |
De Minister van Begroting, | De Minister van Begroting, |
Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE | Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE |
De Minister van Ambtenarenzaken, | De Minister van Ambtenarenzaken, |
C. DUPONT | C. DUPONT |
ADVIES 43.168/3 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE | ADVIES 43.168/3 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE |
De Raad van State, afdeling wetgeving, derde kamer, op 22 mei 2007 | De Raad van State, afdeling wetgeving, derde kamer, op 22 mei 2007 |
door de Minister van Ambtenarenzaken verzocht hem, binnen een termijn | door de Minister van Ambtenarenzaken verzocht hem, binnen een termijn |
van dertig dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk | van dertig dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk |
besluit "betreffende de controle op de uitvoering van het | besluit "betreffende de controle op de uitvoering van het |
personeelsplan door de inspectie van Financiën", heeft op 12 juni 2007 | personeelsplan door de inspectie van Financiën", heeft op 12 juni 2007 |
het volgende advies gegeven : | het volgende advies gegeven : |
1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de | 1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de |
gecoördineerde wetten op de Raad van State, heeft de afdeling | gecoördineerde wetten op de Raad van State, heeft de afdeling |
wetgeving zich beperkt tot het onderzoek van de bevoegdheid van de | wetgeving zich beperkt tot het onderzoek van de bevoegdheid van de |
steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of | steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of |
aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. | aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. |
2. Rekening houdend met het tijdstip waarop dit advies gegeven wordt, | 2. Rekening houdend met het tijdstip waarop dit advies gegeven wordt, |
vestigt de Raad van State de aandacht op het feit dat, wegens het | vestigt de Raad van State de aandacht op het feit dat, wegens het |
ontslag van de regering, de bevoegdheid van deze laatste beperkt is | ontslag van de regering, de bevoegdheid van deze laatste beperkt is |
tot het afhandelen van de lopende zaken. Dit advies wordt evenwel | tot het afhandelen van de lopende zaken. Dit advies wordt evenwel |
gegeven zonder dat wordt nagegaan of dit ontwerp in die beperkte | gegeven zonder dat wordt nagegaan of dit ontwerp in die beperkte |
bevoegdheid kan worden ingepast, aangezien de afdeling wetgeving geen | bevoegdheid kan worden ingepast, aangezien de afdeling wetgeving geen |
kennis heeft van het geheel van de feitelijke gegevens welke de | kennis heeft van het geheel van de feitelijke gegevens welke de |
regering in aanmerking kan nemen als zij te oordelen heeft of het | regering in aanmerking kan nemen als zij te oordelen heeft of het |
vaststellen of wijzigen van een verordening noodzakelijk is. | vaststellen of wijzigen van een verordening noodzakelijk is. |
3. Voor het overige zijn bij het ontwerp geen opmerkingen te maken. | 3. Voor het overige zijn bij het ontwerp geen opmerkingen te maken. |
De kamer was samengesteld uit | De kamer was samengesteld uit |
de Heren | de Heren |
D. Albrecht, kamervoorzitter, | D. Albrecht, kamervoorzitter, |
J. Smets, B. Seutin, staatsraden, | J. Smets, B. Seutin, staatsraden, |
H. Cousy, J. Velaers, assessoren van de afdeling wetgeving, | H. Cousy, J. Velaers, assessoren van de afdeling wetgeving, |
Mevr. A.-M. Goossens, griffier, | Mevr. A.-M. Goossens, griffier, |
Het verslag werd uitgebracht door de H. B. Weekers, auditeur. | Het verslag werd uitgebracht door de H. B. Weekers, auditeur. |
De griffier, | De griffier, |
A.-M. Goossens. | A.-M. Goossens. |
De voorzitter, | De voorzitter, |
D. Albrecht. | D. Albrecht. |
9 JULI 2007. - Koninklijk besluit betreffende de controle op de | 9 JULI 2007. - Koninklijk besluit betreffende de controle op de |
uitvoering van het personeelsplan door de inspectie van Financiën | uitvoering van het personeelsplan door de inspectie van Financiën |
ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet; | Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet; |
Gelet op de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake | Gelet op de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake |
ambtenarenzaken, inzonderheid op artikel 7; | ambtenarenzaken, inzonderheid op artikel 7; |
Gelet op de programmawet (I) van 24 december 2002, inzonderheid op de | Gelet op de programmawet (I) van 24 december 2002, inzonderheid op de |
artikelen 444, 4° en 450, § 1, tweede lid; | artikelen 444, 4° en 450, § 1, tweede lid; |
Gelep op het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de | Gelep op het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de |
administratieve en begrotingscontrole, inzonderheid op de artikelen 14 | administratieve en begrotingscontrole, inzonderheid op de artikelen 14 |
en 17; | en 17; |
Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 | Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 |
december 2006 en op 25 april 2007; | december 2006 en op 25 april 2007; |
Gelet op adviezen van de Raad van State, nr. 42.151/3 gegeven op 13 | Gelet op adviezen van de Raad van State, nr. 42.151/3 gegeven op 13 |
februari 2007 en nr. 43.168/3, gegeven op 12 juni 2007, met toepassing | februari 2007 en nr. 43.168/3, gegeven op 12 juni 2007, met toepassing |
van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op | van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op |
de Raad van State; | de Raad van State; |
Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en van Onze | Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en van Onze |
Minister van Begroting en op het advies van Onze in Raad vergaderde | Minister van Begroting en op het advies van Onze in Raad vergaderde |
Ministers, | Ministers, |
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de federale |
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de federale |
overheidsdiensten, op de programmatorische federale overheidsdiensten, | overheidsdiensten, op de programmatorische federale overheidsdiensten, |
alsook op de diensten die ervan afhangen. | alsook op de diensten die ervan afhangen. |
Art. 2.Vóór elke indienstneming van personeelsleden bij |
Art. 2.Vóór elke indienstneming van personeelsleden bij |
arbeidsovereenkomst onder andere bij toepassing van artikel 4 van de | arbeidsovereenkomst onder andere bij toepassing van artikel 4 van de |
wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake | wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake |
ambtenarenzaken, gaat de inspecteur van Financiën na of de wettelijke | ambtenarenzaken, gaat de inspecteur van Financiën na of de wettelijke |
en reglementaire bepalingen ter zake zijn nageleefd. | en reglementaire bepalingen ter zake zijn nageleefd. |
Art. 3.De inspecteur van Financiën controleert onder meer de |
Art. 3.De inspecteur van Financiën controleert onder meer de |
uitvoering van het personeelsplan, inzonderheid de naleving van de | uitvoering van het personeelsplan, inzonderheid de naleving van de |
door de personeelsenveloppe gestelde limieten. Deze controle wordt a | door de personeelsenveloppe gestelde limieten. Deze controle wordt a |
posteriori uitgevoerd. | posteriori uitgevoerd. |
Om deze controle te verwezenlijken, ontvangt de inspecteur van | Om deze controle te verwezenlijken, ontvangt de inspecteur van |
Financiën van de dienst de maandelijkse rapportering die hem toelaat | Financiën van de dienst de maandelijkse rapportering die hem toelaat |
de personeelsuitgaven, met inbegrip van elke toelage, premie, of | de personeelsuitgaven, met inbegrip van elke toelage, premie, of |
weddencomplement, verrekend op de basisallocaties toegekend door de | weddencomplement, verrekend op de basisallocaties toegekend door de |
Algemene Uitgavenbegroting voor de betaling van het personeel, op te | Algemene Uitgavenbegroting voor de betaling van het personeel, op te |
volgen. | volgen. |
Dit systeem van maandelijkse rapportering wordt uitgewerkt | Dit systeem van maandelijkse rapportering wordt uitgewerkt |
overeenkomstig de gemeenschappelijke richtlijnen van de Ministers van | overeenkomstig de gemeenschappelijke richtlijnen van de Ministers van |
Ambtenarenzaken en van Begroting. | Ambtenarenzaken en van Begroting. |
Art. 4.In afwijking van artikel 3, eerste lid, moet elke aanwerving |
Art. 4.In afwijking van artikel 3, eerste lid, moet elke aanwerving |
worden onderworpen aan het voorafgaand visum van de Inspecteur van | worden onderworpen aan het voorafgaand visum van de Inspecteur van |
Financiën, zolang deze zijn akkoord niet gegeven heeft over het | Financiën, zolang deze zijn akkoord niet gegeven heeft over het |
systeem van maandelijkse rapportering bedoeld in artikel 3, derde lid. | systeem van maandelijkse rapportering bedoeld in artikel 3, derde lid. |
Van zodra de Inspecteur van Financiën zijn akkoord gegeven heeft over | Van zodra de Inspecteur van Financiën zijn akkoord gegeven heeft over |
het systeem van maandelijkse rapportering bedoeld in artikel 3, derde | het systeem van maandelijkse rapportering bedoeld in artikel 3, derde |
lid en op voorwaarde dat de indienstnemingen van contractuele | lid en op voorwaarde dat de indienstnemingen van contractuele |
personeelsleden in toepassing van artikel 4, § 1, 2° van de wet van 22 | personeelsleden in toepassing van artikel 4, § 1, 2° van de wet van 22 |
juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken | juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken |
centraal per federale overheidsdienst of federale programmatorische | centraal per federale overheidsdienst of federale programmatorische |
overheidsdienst georganiseerd is, is artikel 2 niet meer van | overheidsdienst georganiseerd is, is artikel 2 niet meer van |
toepassing op deze indienstnemingen. | toepassing op deze indienstnemingen. |
Art. 5.Wanneer een dienst over een systeem van maandelijkse |
Art. 5.Wanneer een dienst over een systeem van maandelijkse |
rapportering beschikt goedgekeurd door de Inspecteur van Financiën en | rapportering beschikt goedgekeurd door de Inspecteur van Financiën en |
deze van oordeel is, bij de controle a posteriori, dat de uitvoering | deze van oordeel is, bij de controle a posteriori, dat de uitvoering |
van het personeelsplan ontoereikend is dan richt hij zijn opmerkingen | van het personeelsplan ontoereikend is dan richt hij zijn opmerkingen |
aan de voorzitter van het directiecomité. Deze zal aan de Inspecteur | aan de voorzitter van het directiecomité. Deze zal aan de Inspecteur |
van Financiën aangeven op welke manier hij meent rekening te houden | van Financiën aangeven op welke manier hij meent rekening te houden |
met diens beschouwingen. | met diens beschouwingen. |
Wanneer de Inspecteur van Financiën van oordeel is dat het antwoord | Wanneer de Inspecteur van Financiën van oordeel is dat het antwoord |
dat hem verstrekt wordt niet adequaat is of dat de uitvoering van het | dat hem verstrekt wordt niet adequaat is of dat de uitvoering van het |
personeelsplan ontoereikend blijft, verwittigt hij de funtionele | personeelsplan ontoereikend blijft, verwittigt hij de funtionele |
bevoegde minister. | bevoegde minister. |
Art. 6.Wanneer de Inspecteur van Financiën van oordeel is dat de |
Art. 6.Wanneer de Inspecteur van Financiën van oordeel is dat de |
opmerkingen die hij heeft gemaakt overeenkomstig artikel 5 zonder | opmerkingen die hij heeft gemaakt overeenkomstig artikel 5 zonder |
gevolg zijn gebleven, verwittigt hij de Minister van Begroting en de | gevolg zijn gebleven, verwittigt hij de Minister van Begroting en de |
Minister van Ambtenarenzaken. De Minister van Begroting kan, na | Minister van Ambtenarenzaken. De Minister van Begroting kan, na |
overleg met de Minister van Ambtenarenzaken, volgens de modaliteiten | overleg met de Minister van Ambtenarenzaken, volgens de modaliteiten |
die hij vaststelt, aan de betrokken dienst opleggen dat iedere | die hij vaststelt, aan de betrokken dienst opleggen dat iedere |
aanwerving voorgelegd wordt aan het voorafgaand visum van de | aanwerving voorgelegd wordt aan het voorafgaand visum van de |
inspecteur van Financiën. | inspecteur van Financiën. |
Art. 7.Artikel 444, 4°, van de programmawet (I) van 24 december 2002 |
Art. 7.Artikel 444, 4°, van de programmawet (I) van 24 december 2002 |
treedt in werking op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit | treedt in werking op de dag van de inwerkingtreding van dit besluit |
voor de diensten opgenomen in artikel 1 van dit besluit. | voor de diensten opgenomen in artikel 1 van dit besluit. |
Art. 8.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking |
Art. 8.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking |
ervan in het Belgisch Staatsblad. | ervan in het Belgisch Staatsblad. |
Art. 9.Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem |
Art. 9.Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem |
betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. | betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. |
Gegeven te Brussel, 9 juli 2007. | Gegeven te Brussel, 9 juli 2007. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Van Koningswege : |
De Minister van Begroting, | De Minister van Begroting, |
Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE | Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE |
De Minister van Ambtenarenzaken, | De Minister van Ambtenarenzaken, |
C. DUPONT | C. DUPONT |