Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Koninklijk Besluit van 09/01/2013
← Terug naar "Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de vorming en opleiding "
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de vorming en opleiding Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de vorming en opleiding
FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
9 JANUARI 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt 9 JANUARI 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt
verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2011, verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2011,
gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de
vorming en opleiding (1) vorming en opleiding (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel
28; 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het koetswerk; Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het koetswerk;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2011, overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2011,
gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de
vorming en opleiding. vorming en opleiding.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van

dit besluit. dit besluit.
Gegeven te Brussel, 9 januari 2013. Gegeven te Brussel, 9 januari 2013.
ALBERT ALBERT
Van Koningswege : Van Koningswege :
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
Mevr. M. DE CONINCK Mevr. M. DE CONINCK
_______ _______
Nota Nota
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Bijlage
Paritair Subcomité voor het koetswerk Paritair Subcomité voor het koetswerk
Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2011 Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2011
Vorming en opleiding Vorming en opleiding
(Overeenkomst geregistreerd op 3 november 2011 onder het nummer (Overeenkomst geregistreerd op 3 november 2011 onder het nummer
106630/CO/149.02) 106630/CO/149.02)
In uitvoering van hoofdstuk V van het nationaal akkoord 2011-2012 van In uitvoering van hoofdstuk V van het nationaal akkoord 2011-2012 van
7 juni 2011. 7 juni 2011.
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die
ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor het ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor het
koetswerk. koetswerk.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt
onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden. onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden.
HOOFDSTUK II. - Risicogroepen HOOFDSTUK II. - Risicogroepen

Art. 2.Bijdragen voor risicogroepen

Art. 2.Bijdragen voor risicogroepen

Overeenkomstig titel XIII, hoofdstuk VIII, afdeling 1 van de wet van Overeenkomstig titel XIII, hoofdstuk VIII, afdeling 1 van de wet van
27 december 2006 houdende diverse bepalingen, gepubliceerd in het 27 december 2006 houdende diverse bepalingen, gepubliceerd in het
Belgisch Staatsblad van 28 december 2006, en haar uitvoeringsbesluit Belgisch Staatsblad van 28 december 2006, en haar uitvoeringsbesluit
van 26 april 2009 ter activering van de inspanning ten voordele van van 26 april 2009 ter activering van de inspanning ten voordele van
personen die tot de risicogroepen behoren en van de inspanning ten personen die tot de risicogroepen behoren en van de inspanning ten
bate van de actieve begeleiding en opvolging van werklozen voor de bate van de actieve begeleiding en opvolging van werklozen voor de
periode 2009-2010, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 18 mei periode 2009-2010, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 18 mei
2009, wordt de inning van 0,15 pct. van de brutolonen van de arbeiders 2009, wordt de inning van 0,15 pct. van de brutolonen van de arbeiders
aan 108 pct., voorzien voor onbepaalde duur, bevestigd. aan 108 pct., voorzien voor onbepaalde duur, bevestigd.
Gezien deze inspanning, vragen partijen dat de Minister van Werk de Gezien deze inspanning, vragen partijen dat de Minister van Werk de
sector zou vrijstellen van de stortingen van 0,10 pct. in 2011 en 2012 sector zou vrijstellen van de stortingen van 0,10 pct. in 2011 en 2012
bestemd voor het Tewerkstellingsfonds. bestemd voor het Tewerkstellingsfonds.

Art. 3.Definitie van risicogroepen

Art. 3.Definitie van risicogroepen

Rekening houdende met de bepalingen van hoger genoemd koninklijk Rekening houdende met de bepalingen van hoger genoemd koninklijk
besluit, wordt deze inning aangewend tot ondersteuning van vormings- besluit, wordt deze inning aangewend tot ondersteuning van vormings-
en opleidingsinitiatieven van personen uit risicogroepen, met name en opleidingsinitiatieven van personen uit risicogroepen, met name
langdurig werkzoekenden, kortgeschoolde werkzoekenden, werkzoekenden langdurig werkzoekenden, kortgeschoolde werkzoekenden, werkzoekenden
van 45 jaar en ouder, herintreders en herintreedsters, leefloners, van 45 jaar en ouder, herintreders en herintreedsters, leefloners,
personen met een arbeidshandicap, allochtonen, werkzoekenden in een personen met een arbeidshandicap, allochtonen, werkzoekenden in een
herinschakelingsstatuut, (deeltijds) lerende jongeren, kortgeschoolde herinschakelingsstatuut, (deeltijds) lerende jongeren, kortgeschoolde
arbeiders, arbeiders die geconfronteerd worden met meervoudig ontslag, arbeiders, arbeiders die geconfronteerd worden met meervoudig ontslag,
herstructurering of de introductie van nieuwe technologie en arbeiders herstructurering of de introductie van nieuwe technologie en arbeiders
van 45 jaar en ouder. van 45 jaar en ouder.
Voor deze laatste categorie wordt daarenboven aanbevolen om vooraleer Voor deze laatste categorie wordt daarenboven aanbevolen om vooraleer
over te gaan tot de afdanking van een arbeider van 45 jaar of meer, over te gaan tot de afdanking van een arbeider van 45 jaar of meer,
contact op te nemen met de vakbondsafvaardiging, of bij ontstentenis contact op te nemen met de vakbondsafvaardiging, of bij ontstentenis
hiervan, met één van de werknemersorganisaties vertegenwoordigd in het hiervan, met één van de werknemersorganisaties vertegenwoordigd in het
paritair subcomité, teneinde alternatieve mogelijkheden inzake paritair subcomité, teneinde alternatieve mogelijkheden inzake
beroepsopleiding of herscholing te onderzoeken (conform de afspraken beroepsopleiding of herscholing te onderzoeken (conform de afspraken
omtrent de sectorale tewerkstellingscel en artikel 2 van de omtrent de sectorale tewerkstellingscel en artikel 2 van de
collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2011 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2011 betreffende de
werkzekerheid geregistreerd onder het nummer 104909/CO/149.02 op 27 werkzekerheid geregistreerd onder het nummer 104909/CO/149.02 op 27
juli 2011 (bericht van neerlegging Belgisch Staatsblad van 9 augustus juli 2011 (bericht van neerlegging Belgisch Staatsblad van 9 augustus
2011). 2011).
Individuele gevallen kunnen overgemaakt worden aan het sociaal fonds Individuele gevallen kunnen overgemaakt worden aan het sociaal fonds
dat in overleg met de sectorale tewerkstellingscel binnen Educam dat in overleg met de sectorale tewerkstellingscel binnen Educam
begeleidingsmaatregelen zal voorstellen. begeleidingsmaatregelen zal voorstellen.

Art. 4.Tewerkstellingscel

Art. 4.Tewerkstellingscel

In het kader van het nationaal akkoord 2001-2002 van 7 mei 2001 werd In het kader van het nationaal akkoord 2001-2002 van 7 mei 2001 werd
binnen de bestaande Educamwerking een sectorale tewerkstellingscel binnen de bestaande Educamwerking een sectorale tewerkstellingscel
ingevoerd. ingevoerd.
Deze tewerkstellingscel heeft zich sinds 1 juli 2007 meer specifiek Deze tewerkstellingscel heeft zich sinds 1 juli 2007 meer specifiek
ingeschreven in de afspraken gemaakt in het Generatiepact en in de ingeschreven in de afspraken gemaakt in het Generatiepact en in de
regelgeving op nationaal en regionaal vlak. regelgeving op nationaal en regionaal vlak.
De sociale partners trachten binnen Educam - rekening houdend met De sociale partners trachten binnen Educam - rekening houdend met
bovenvermelde principes - verder uitvoering geven aan de sectorale bovenvermelde principes - verder uitvoering geven aan de sectorale
tewerkstellingscel. tewerkstellingscel.
Deze cel dient zich specifiek te richten op de doelgroep, met name de Deze cel dient zich specifiek te richten op de doelgroep, met name de
volledig werklozen binnen het sociaal fonds voor het koetswerk, en volledig werklozen binnen het sociaal fonds voor het koetswerk, en
arbeiders getroffen door herstructureringen. arbeiders getroffen door herstructureringen.
Daarenboven dient de wedertewerkstellings-begeleiding van met ontslag Daarenboven dient de wedertewerkstellings-begeleiding van met ontslag
geconfronteerde en van ontslagen arbeiders - met inbegrip van geconfronteerde en van ontslagen arbeiders - met inbegrip van
aanvullende opleidingen en begeleiding in het sollicitatietraject - aanvullende opleidingen en begeleiding in het sollicitatietraject -
het behoud van tewerkstelling binnen de sector mogelijk te maken. het behoud van tewerkstelling binnen de sector mogelijk te maken.
De sectorale tewerkstellingscel tracht een coördinerende taak uit te De sectorale tewerkstellingscel tracht een coördinerende taak uit te
oefenen : reeds bestaande instrumenten zoals arbeidsbemiddeling, oefenen : reeds bestaande instrumenten zoals arbeidsbemiddeling,
loopbaanadvies, outplacement en erkenning van verworven competenties loopbaanadvies, outplacement en erkenning van verworven competenties
kunnen worden geïntegreerd in haar werking. Het uiteindelijk doel is kunnen worden geïntegreerd in haar werking. Het uiteindelijk doel is
de arbeiders zo efficiënt mogelijk te begeleiden gebruik makend van de de arbeiders zo efficiënt mogelijk te begeleiden gebruik makend van de
reeds bestaande instrumenten. reeds bestaande instrumenten.

Art. 5.Alternerend opleidingssysteem

Art. 5.Alternerend opleidingssysteem

In het kader van de opleiding van de deeltijds lerende jongeren In het kader van de opleiding van de deeltijds lerende jongeren
engageren de ondertekenende partijen zich tot het verder uitbouwen van engageren de ondertekenende partijen zich tot het verder uitbouwen van
een kwalitatief en paritair beheerd alternerend opleidingssysteem. een kwalitatief en paritair beheerd alternerend opleidingssysteem.
Daartoe zullen de in dit kader reeds opgestarte pilootprojecten Daartoe zullen de in dit kader reeds opgestarte pilootprojecten
geëvalueerd worden (samenwerkingsovereenkomsten met deeltijds geëvalueerd worden (samenwerkingsovereenkomsten met deeltijds
onderwijs en middenstandsleerlingwezen). In functie van de evaluatie onderwijs en middenstandsleerlingwezen). In functie van de evaluatie
zal een landelijke verspreiding van deze aanpak gebeuren. zal een landelijke verspreiding van deze aanpak gebeuren.
HOOFDSTUK III. - Recht op permanente vorming HOOFDSTUK III. - Recht op permanente vorming

Art. 6.Bijdragen voor permanente vorming

Art. 6.Bijdragen voor permanente vorming

De inspanningen op het gebied van de voortdurende vorming van De inspanningen op het gebied van de voortdurende vorming van
werknemers en werkgevers worden verder ondersteund door de inning van werknemers en werkgevers worden verder ondersteund door de inning van
0,55 pct. van de brutolonen, voorzien voor onbepaalde duur. 0,55 pct. van de brutolonen, voorzien voor onbepaalde duur.

Art. 7.Opdrachten aan Educam

Art. 7.Opdrachten aan Educam

De basisopdracht van Educam omvat het ondersteunen van een sectoraal De basisopdracht van Educam omvat het ondersteunen van een sectoraal
opleidingsbeleid, met name : opleidingsbeleid, met name :
- Het onderzoeken van kwalificatie- en opleidingsnoden, onder andere - Het onderzoeken van kwalificatie- en opleidingsnoden, onder andere
door het oplijsten van de opleidingsnoden binnen de ondernemingen; door het oplijsten van de opleidingsnoden binnen de ondernemingen;
- Het ontwikkelen van opleidingstrajecten in functie van de instroom - Het ontwikkelen van opleidingstrajecten in functie van de instroom
en de permanente vorming; en de permanente vorming;
- De kwaliteitsbewaking en certificering van de opleidingsinspanningen - De kwaliteitsbewaking en certificering van de opleidingsinspanningen
ten behoeve van de sector; ten behoeve van de sector;
- Het voeren van een promotiebeleid rond de Educam -producten en - Het voeren van een promotiebeleid rond de Educam -producten en
dienstverlening, in de eerste plaats ten aanzien van de bedrijven die dienstverlening, in de eerste plaats ten aanzien van de bedrijven die
ressorteren onder het toepassingsgebied van het Paritair Subcomité ressorteren onder het toepassingsgebied van het Paritair Subcomité
voor het koetswerk, alsook ten aanzien van de opleidingsactoren. Dit voor het koetswerk, alsook ten aanzien van de opleidingsactoren. Dit
promotiebeleid moet bijdragen tot een betere bekendheid van Educam als promotiebeleid moet bijdragen tot een betere bekendheid van Educam als
dusdanig en haar rol in de realisatie van een paritair dusdanig en haar rol in de realisatie van een paritair
opleidingsbeleid, alsook tot het imago van de sector in het algemeen; opleidingsbeleid, alsook tot het imago van de sector in het algemeen;
- De samenwerking tussen Educam en de bediendesector (via Cevora), zal - De samenwerking tussen Educam en de bediendesector (via Cevora), zal
verder worden uitgebouwd, teneinde de opleidingsinitiatieven op verder worden uitgebouwd, teneinde de opleidingsinitiatieven op
bedrijfsvlak voor arbeiders en bedienden optimaal te ondersteunen; bedrijfsvlak voor arbeiders en bedienden optimaal te ondersteunen;
- Het ijveren voor een toename van de bedrijfsopleidingsplannen (zie - Het ijveren voor een toename van de bedrijfsopleidingsplannen (zie
ook artikel 9 van deze overeenkomst); ook artikel 9 van deze overeenkomst);
- Het bijstaan van bedrijfsleiders en vakbondsafgevaardigden bij de - Het bijstaan van bedrijfsleiders en vakbondsafgevaardigden bij de
uitwerking van het opleidingsplan en het competentiebeheer in de uitwerking van het opleidingsplan en het competentiebeheer in de
ondernemingen; ondernemingen;
- Het bijstaan en adviseren van werkgevers en arbeiders indien er zich - Het bijstaan en adviseren van werkgevers en arbeiders indien er zich
op ondernemingsvlak problemen zouden voordoen bij het opmaken en op ondernemingsvlak problemen zouden voordoen bij het opmaken en
uitwerken van opleidingsplannen voor arbeiders die van hun recht op uitwerken van opleidingsplannen voor arbeiders die van hun recht op
permanente vorming geen gebruik kunnen of willen maken; permanente vorming geen gebruik kunnen of willen maken;
- Andere door de sector te bepalen opleidingsinitiatieven. - Andere door de sector te bepalen opleidingsinitiatieven.

Art. 8.Vormingskrediet

Art. 8.Vormingskrediet

Sinds 1 januari 2004 wordt per onderneming een collectief recht op Sinds 1 januari 2004 wordt per onderneming een collectief recht op
vorming en opleiding opgebouwd a rato van vier uur per kwartaal per vorming en opleiding opgebouwd a rato van vier uur per kwartaal per
arbeider, het vormingskrediet. arbeider, het vormingskrediet.
Dit vormingskrediet is voor de onderneming het bij collectieve Dit vormingskrediet is voor de onderneming het bij collectieve
arbeidsovereenkomst gestelde objectief om de permanente vorming van de arbeidsovereenkomst gestelde objectief om de permanente vorming van de
arbeiders te verzekeren. Onder "permanente vorming" wordt verstaan : arbeiders te verzekeren. Onder "permanente vorming" wordt verstaan :
de vorming die het vakmanschap van de arbeider bevordert, zijn de vorming die het vakmanschap van de arbeider bevordert, zijn
arbeidsmarktpositie versterkt en beantwoordt aan de noden van de arbeidsmarktpositie versterkt en beantwoordt aan de noden van de
ondernemingen en de sector. ondernemingen en de sector.
Het aantal arbeiders per onderneming wordt berekend op basis van de Het aantal arbeiders per onderneming wordt berekend op basis van de
meest recent beschikbare gegevens bij de Kruispuntbank van de Sociale meest recent beschikbare gegevens bij de Kruispuntbank van de Sociale
Zekerheid, verder KSZ genaamd, per 30 juni. Zekerheid, verder KSZ genaamd, per 30 juni.
Bijvoorbeeld : voor een bedrijf waarvoor deze KSZ-gegevens 10 Bijvoorbeeld : voor een bedrijf waarvoor deze KSZ-gegevens 10
arbeiders opgeven, bedraagt het vormingskrediet voor een volledig jaar arbeiders opgeven, bedraagt het vormingskrediet voor een volledig jaar
4 uur x 4 (kwartalen) x 10 (arbeiders) = 160 uur. 4 uur x 4 (kwartalen) x 10 (arbeiders) = 160 uur.
Ieder jaar in de loop van het vierde kwartaal, meldt Educam aan de Ieder jaar in de loop van het vierde kwartaal, meldt Educam aan de
bedrijven die ressorteren onder het paritair subcomité hun bedrijven die ressorteren onder het paritair subcomité hun
vormingskrediet. Dit vormingskrediet bepaalt dan voor de onderneming vormingskrediet. Dit vormingskrediet bepaalt dan voor de onderneming
het objectief voor het komende jaar van het aantal te realiseren het objectief voor het komende jaar van het aantal te realiseren
opleidingsuren voor de arbeiders. Dit vormingskrediet is niet opleidingsuren voor de arbeiders. Dit vormingskrediet is niet
overdraagbaar van het ene jaar naar het andere. overdraagbaar van het ene jaar naar het andere.
Het vormingskrediet wordt verminderd a rato van het aantal door de Het vormingskrediet wordt verminderd a rato van het aantal door de
arbeider of arbeiders gevolgde opleidingsuren. Hiervoor komen arbeider of arbeiders gevolgde opleidingsuren. Hiervoor komen
uitsluitend door Educam erkende opleidingen in aanmerking. Educam uitsluitend door Educam erkende opleidingen in aanmerking. Educam
beheert het vormingskrediet. beheert het vormingskrediet.
De afbouw van het vormingskrediet is gekoppeld aan het De afbouw van het vormingskrediet is gekoppeld aan het
bedrijfsopleidingsplan waarvan sprake in artikel 9 en wordt in overleg bedrijfsopleidingsplan waarvan sprake in artikel 9 en wordt in overleg
met de vakbondsafvaardiging, bij ontstentenis in overleg met de met de vakbondsafvaardiging, bij ontstentenis in overleg met de
arbeiders, maximaal gespreid over alle categorieën arbeiders van de arbeiders, maximaal gespreid over alle categorieën arbeiders van de
onderneming. onderneming.
De opleidingssteun voor de door Educam erkende opleidingen wordt De opleidingssteun voor de door Educam erkende opleidingen wordt
gekoppeld aan het naleven van de verplichtingen zoals bepaald binnen gekoppeld aan het naleven van de verplichtingen zoals bepaald binnen
deze overeenkomst omtrent vorming en opleiding deze overeenkomst omtrent vorming en opleiding

Art. 9.Bedrijfsopleidingsplannen

Art. 9.Bedrijfsopleidingsplannen

Elke onderneming vanaf 15 werknemers (arbeiders en bedienden samen), Elke onderneming vanaf 15 werknemers (arbeiders en bedienden samen),
stelt jaarlijks een bedrijfsopleidingsplan op. Dergelijk stelt jaarlijks een bedrijfsopleidingsplan op. Dergelijk
bedrijfsopleidingsplan wordt ter goedkeuring aan de ondernemingsraad, bedrijfsopleidingsplan wordt ter goedkeuring aan de ondernemingsraad,
bij ontstentenis aan de vakbondsafvaardiging of aan het personeel, bij ontstentenis aan de vakbondsafvaardiging of aan het personeel,
voorgelegd. voorgelegd.
Ondernemingen van minder dan 15 werknemers kunnen in het kader van de Ondernemingen van minder dan 15 werknemers kunnen in het kader van de
collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2001 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2001 betreffende de
representatieve functie, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk representatieve functie, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk
besluit van 25 september 2002 en gepubliceerd in het Belgisch besluit van 25 september 2002 en gepubliceerd in het Belgisch
Staatsblad van 20 november 2002, hun bedrijfsopleidingsplan opmaken. Staatsblad van 20 november 2002, hun bedrijfsopleidingsplan opmaken.
Het jaarlijkse bedrijfsopleidingsplan wordt telkens vóór 15 februari Het jaarlijkse bedrijfsopleidingsplan wordt telkens vóór 15 februari
van het betreffende jaar aan Educam overgemaakt. van het betreffende jaar aan Educam overgemaakt.
Dit plan houdt rekening met de bestaande opleidingsnoden van de Dit plan houdt rekening met de bestaande opleidingsnoden van de
werknemers en de gewenste antwoorden hierop van het bedrijf. In werknemers en de gewenste antwoorden hierop van het bedrijf. In
functie van een sectorale erkenning en een optimaal gebruik van het functie van een sectorale erkenning en een optimaal gebruik van het
vormingskrediet en van de wet op het betaald educatief verlof, vormingskrediet en van de wet op het betaald educatief verlof,
verloopt de uitvoering van dit plan in overleg met Educam. verloopt de uitvoering van dit plan in overleg met Educam.
De uitvoering van dit plan wordt eveneens paritair opgevolgd en De uitvoering van dit plan wordt eveneens paritair opgevolgd en
jaarlijks geëvalueerd. De jaarlijkse evaluatie gebeurt in de jaarlijks geëvalueerd. De jaarlijkse evaluatie gebeurt in de
ondernemingsraad, bij ontstentenis in samenspraak met de ondernemingsraad, bij ontstentenis in samenspraak met de
vakbondsafvaardiging of door het paritair subcomité. vakbondsafvaardiging of door het paritair subcomité.
Educam heeft als taak een instrument te ontwikkelen dat bedrijven moet Educam heeft als taak een instrument te ontwikkelen dat bedrijven moet
helpen een opleidingsplan op te stellen en zodoende de kwaliteit van helpen een opleidingsplan op te stellen en zodoende de kwaliteit van
die plannen te verhogen. die plannen te verhogen.
Naast het erkennen van opleidingen dient Educam ook een systeem en een Naast het erkennen van opleidingen dient Educam ook een systeem en een
procedure van certificering van werknemers uit te werken. Indien het procedure van certificering van werknemers uit te werken. Indien het
opleidingsplan in door Educam erkende opleidingen voorziet en indien opleidingsplan in door Educam erkende opleidingen voorziet en indien
ze al dan niet gevolgd worden door een competentietest in het kader ze al dan niet gevolgd worden door een competentietest in het kader
van certificering, dan dient daarover voorafgaand een akkoord te van certificering, dan dient daarover voorafgaand een akkoord te
bestaan in het kader van het opleidingsplan of in het kader van een bestaan in het kader van het opleidingsplan of in het kader van een
akkoord tussen de werkgever en de vakbondsafvaardiging (indien akkoord tussen de werkgever en de vakbondsafvaardiging (indien
aanwezig). In geval van negatieve testresultaten wordt een aanwezig). In geval van negatieve testresultaten wordt een
principerecht op remediëring voorzien, waarin de werkgever er zich toe principerecht op remediëring voorzien, waarin de werkgever er zich toe
verbindt om een niet-geslaagde cursist een éénmalig recht op een verbindt om een niet-geslaagde cursist een éénmalig recht op een
remediëring aan te bieden. remediëring aan te bieden.

Art. 10.Individueel recht op opleiding

Art. 10.Individueel recht op opleiding

Binnen het collectief recht op vorming en opleiding, zoals bepaald in Binnen het collectief recht op vorming en opleiding, zoals bepaald in
artikel 8 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, heeft elke artikel 8 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, heeft elke
arbeider recht op 1 dag opleiding per 2 jaar. arbeider recht op 1 dag opleiding per 2 jaar.
Het installeren van het recht op 1 opleidingsdag per arbeider per 2 Het installeren van het recht op 1 opleidingsdag per arbeider per 2
jaar wordt vanaf 1 januari 2012 ingevoerd voor een duurtijd van 2 jaar wordt vanaf 1 januari 2012 ingevoerd voor een duurtijd van 2
jaar. jaar.
Dit systeem zal na deze periode worden geëvalueerd, op het begin van Dit systeem zal na deze periode worden geëvalueerd, op het begin van
het jaar 2014 geëvalueerd. het jaar 2014 geëvalueerd.

Art. 11.Paritaire sectorale stuurgroep

Art. 11.Paritaire sectorale stuurgroep

De paritaire sectorale stuurgroep, opgericht binnen Educam ter De paritaire sectorale stuurgroep, opgericht binnen Educam ter
uitvoering van het nationaal akkoord 2007-2008, dient verder uitvoering van het nationaal akkoord 2007-2008, dient verder
uitwerking te geven aan onder meer volgende opdrachten : uitwerking te geven aan onder meer volgende opdrachten :
- onderzoeken in hoeverre de ondernemingen er in slagen om voor 1,9 - onderzoeken in hoeverre de ondernemingen er in slagen om voor 1,9
pct. vorming te organiseren in de onderneming in uitvoering van het pct. vorming te organiseren in de onderneming in uitvoering van het
Generatiepact. Generatiepact.
Indien uit dit onderzoek blijkt dat bijkomende vormingsinspanningen Indien uit dit onderzoek blijkt dat bijkomende vormingsinspanningen
zich opdringen, dient deze stuurgroep te onderzoeken welke meerwaarde zich opdringen, dient deze stuurgroep te onderzoeken welke meerwaarde
vanuit onderstaande denkpistes kan voortvloeien zoals met name een vanuit onderstaande denkpistes kan voortvloeien zoals met name een
betere afstemming van de opleidingsbehoeften binnen de ondernemingen betere afstemming van de opleidingsbehoeften binnen de ondernemingen
op het opleidingsaanbod; op het opleidingsaanbod;
- voortzetten van de werkzaamheden inzake het optimaliseren van de - voortzetten van de werkzaamheden inzake het optimaliseren van de
aansluiting opleiding - arbeidsmarkt, ook voor het voltijds onderwijs; aansluiting opleiding - arbeidsmarkt, ook voor het voltijds onderwijs;
- onderzoek naar de oprichting van een databank die elke gevolgde - onderzoek naar de oprichting van een databank die elke gevolgde
opleiding van elke arbeider registreert. Bovendien dient onderzocht te opleiding van elke arbeider registreert. Bovendien dient onderzocht te
worden hoe een mogelijk opleidingsCV kan worden ingevoerd binnen de worden hoe een mogelijk opleidingsCV kan worden ingevoerd binnen de
sector en geïntegreerd in deze databank. sector en geïntegreerd in deze databank.
Deze stuurgroep dient haar werkzaamheden ten laatste op 30 juni 2012 Deze stuurgroep dient haar werkzaamheden ten laatste op 30 juni 2012
af te ronden. af te ronden.
HOOFDSTUK IV. - Engagement opleidinginspanningen HOOFDSTUK IV. - Engagement opleidinginspanningen

Art. 12.De ondertekenende partijen onderschrijven de noodzaak van

Art. 12.De ondertekenende partijen onderschrijven de noodzaak van

permanente vorming als middel tot verhoging van de competitie van de permanente vorming als middel tot verhoging van de competitie van de
werklieden, en bijgevolg van de ondernemingen. werklieden, en bijgevolg van de ondernemingen.
De ondertekenende partijen bevestigen de verplichting die in artikel De ondertekenende partijen bevestigen de verplichting die in artikel
11, § 1, van het nationaal akkoord 2011-2012 van 7 mei 2011 is 11, § 1, van het nationaal akkoord 2011-2012 van 7 mei 2011 is
genomen, de nodige maatregelen te treffen om de participatiegraad van genomen, de nodige maatregelen te treffen om de participatiegraad van
de arbeiders jaarlijks met 5 pct. in overeenstemming met de de arbeiders jaarlijks met 5 pct. in overeenstemming met de
beschikkingen van artikel 2 van het koninklijk besluit van 11 oktober beschikkingen van artikel 2 van het koninklijk besluit van 11 oktober
2007 te verhogen dat ter uitvoering van artikel 30 van de wet van 23 2007 te verhogen dat ter uitvoering van artikel 30 van de wet van 23
december 2005 betreffende het Generatiepact in beslag wordt genomen. december 2005 betreffende het Generatiepact in beslag wordt genomen.
HOOFDSTUK V. - Geldigheid HOOFDSTUK V. - Geldigheid

Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 18

Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 18

juni 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, juni 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk,
betreffende vorming en opleiding, algemeen verbindend verklaard bij betreffende vorming en opleiding, algemeen verbindend verklaard bij
koninklijk besluit van 13 juni 2010 (Belgisch Staatsblad van 4 koninklijk besluit van 13 juni 2010 (Belgisch Staatsblad van 4
augustus 2010). augustus 2010).

Art. 14.Duur

Art. 14.Duur

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari
2011 en wordt gesloten voor onbepaalde duur, met uitzondering van 2011 en wordt gesloten voor onbepaalde duur, met uitzondering van
artikel 10, alinea's 1 en 2, dat op 1 januari 2012 in werking treden artikel 10, alinea's 1 en 2, dat op 1 januari 2012 in werking treden
voor een bepaalde duur van 2 jaar, en op 31 december 2013 vervalt. voor een bepaalde duur van 2 jaar, en op 31 december 2013 vervalt.
Zij kan door elk van de ondertekenende partijen worden opgezegd, mits Zij kan door elk van de ondertekenende partijen worden opgezegd, mits
een opzegging van drie maanden wordt betekend bij een ter post een opzegging van drie maanden wordt betekend bij een ter post
aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair
Subcomité voor het koetswerk en aan de in dat paritair subcomité Subcomité voor het koetswerk en aan de in dat paritair subcomité
vertegenwoordigde organisaties. vertegenwoordigde organisaties.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 januari Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 januari
2013. 2013.
De Minister van Werk, De Minister van Werk,
Mevr. M. DE CONINCK Mevr. M. DE CONINCK
^