| Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de vorming en opleiding | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de vorming en opleiding |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 9 JANUARI 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt | 9 JANUARI 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
| verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2011, | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2011, |
| gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de | gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de |
| vorming en opleiding (1) | vorming en opleiding (1) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| 28; | 28; |
| Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het koetswerk; | Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het koetswerk; |
| Op de voordracht van de Minister van Werk, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2011, | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2011, |
| gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de | gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de |
| vorming en opleiding. | vorming en opleiding. |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 9 januari 2013. | Gegeven te Brussel, 9 januari 2013. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| Mevr. M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |
| _______ | _______ |
| Nota | Nota |
| (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Bijlage | Bijlage |
| Paritair Subcomité voor het koetswerk | Paritair Subcomité voor het koetswerk |
| Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2011 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2011 |
| Vorming en opleiding | Vorming en opleiding |
| (Overeenkomst geregistreerd op 3 november 2011 onder het nummer | (Overeenkomst geregistreerd op 3 november 2011 onder het nummer |
| 106630/CO/149.02) | 106630/CO/149.02) |
| In uitvoering van hoofdstuk V van het nationaal akkoord 2011-2012 van | In uitvoering van hoofdstuk V van het nationaal akkoord 2011-2012 van |
| 7 juni 2011. | 7 juni 2011. |
| HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die | de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die |
| ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor het | ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor het |
| koetswerk. | koetswerk. |
| Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt | Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt |
| onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden. | onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden. |
| HOOFDSTUK II. - Risicogroepen | HOOFDSTUK II. - Risicogroepen |
Art. 2.Bijdragen voor risicogroepen |
Art. 2.Bijdragen voor risicogroepen |
| Overeenkomstig titel XIII, hoofdstuk VIII, afdeling 1 van de wet van | Overeenkomstig titel XIII, hoofdstuk VIII, afdeling 1 van de wet van |
| 27 december 2006 houdende diverse bepalingen, gepubliceerd in het | 27 december 2006 houdende diverse bepalingen, gepubliceerd in het |
| Belgisch Staatsblad van 28 december 2006, en haar uitvoeringsbesluit | Belgisch Staatsblad van 28 december 2006, en haar uitvoeringsbesluit |
| van 26 april 2009 ter activering van de inspanning ten voordele van | van 26 april 2009 ter activering van de inspanning ten voordele van |
| personen die tot de risicogroepen behoren en van de inspanning ten | personen die tot de risicogroepen behoren en van de inspanning ten |
| bate van de actieve begeleiding en opvolging van werklozen voor de | bate van de actieve begeleiding en opvolging van werklozen voor de |
| periode 2009-2010, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 18 mei | periode 2009-2010, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 18 mei |
| 2009, wordt de inning van 0,15 pct. van de brutolonen van de arbeiders | 2009, wordt de inning van 0,15 pct. van de brutolonen van de arbeiders |
| aan 108 pct., voorzien voor onbepaalde duur, bevestigd. | aan 108 pct., voorzien voor onbepaalde duur, bevestigd. |
| Gezien deze inspanning, vragen partijen dat de Minister van Werk de | Gezien deze inspanning, vragen partijen dat de Minister van Werk de |
| sector zou vrijstellen van de stortingen van 0,10 pct. in 2011 en 2012 | sector zou vrijstellen van de stortingen van 0,10 pct. in 2011 en 2012 |
| bestemd voor het Tewerkstellingsfonds. | bestemd voor het Tewerkstellingsfonds. |
Art. 3.Definitie van risicogroepen |
Art. 3.Definitie van risicogroepen |
| Rekening houdende met de bepalingen van hoger genoemd koninklijk | Rekening houdende met de bepalingen van hoger genoemd koninklijk |
| besluit, wordt deze inning aangewend tot ondersteuning van vormings- | besluit, wordt deze inning aangewend tot ondersteuning van vormings- |
| en opleidingsinitiatieven van personen uit risicogroepen, met name | en opleidingsinitiatieven van personen uit risicogroepen, met name |
| langdurig werkzoekenden, kortgeschoolde werkzoekenden, werkzoekenden | langdurig werkzoekenden, kortgeschoolde werkzoekenden, werkzoekenden |
| van 45 jaar en ouder, herintreders en herintreedsters, leefloners, | van 45 jaar en ouder, herintreders en herintreedsters, leefloners, |
| personen met een arbeidshandicap, allochtonen, werkzoekenden in een | personen met een arbeidshandicap, allochtonen, werkzoekenden in een |
| herinschakelingsstatuut, (deeltijds) lerende jongeren, kortgeschoolde | herinschakelingsstatuut, (deeltijds) lerende jongeren, kortgeschoolde |
| arbeiders, arbeiders die geconfronteerd worden met meervoudig ontslag, | arbeiders, arbeiders die geconfronteerd worden met meervoudig ontslag, |
| herstructurering of de introductie van nieuwe technologie en arbeiders | herstructurering of de introductie van nieuwe technologie en arbeiders |
| van 45 jaar en ouder. | van 45 jaar en ouder. |
| Voor deze laatste categorie wordt daarenboven aanbevolen om vooraleer | Voor deze laatste categorie wordt daarenboven aanbevolen om vooraleer |
| over te gaan tot de afdanking van een arbeider van 45 jaar of meer, | over te gaan tot de afdanking van een arbeider van 45 jaar of meer, |
| contact op te nemen met de vakbondsafvaardiging, of bij ontstentenis | contact op te nemen met de vakbondsafvaardiging, of bij ontstentenis |
| hiervan, met één van de werknemersorganisaties vertegenwoordigd in het | hiervan, met één van de werknemersorganisaties vertegenwoordigd in het |
| paritair subcomité, teneinde alternatieve mogelijkheden inzake | paritair subcomité, teneinde alternatieve mogelijkheden inzake |
| beroepsopleiding of herscholing te onderzoeken (conform de afspraken | beroepsopleiding of herscholing te onderzoeken (conform de afspraken |
| omtrent de sectorale tewerkstellingscel en artikel 2 van de | omtrent de sectorale tewerkstellingscel en artikel 2 van de |
| collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2011 betreffende de | collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2011 betreffende de |
| werkzekerheid geregistreerd onder het nummer 104909/CO/149.02 op 27 | werkzekerheid geregistreerd onder het nummer 104909/CO/149.02 op 27 |
| juli 2011 (bericht van neerlegging Belgisch Staatsblad van 9 augustus | juli 2011 (bericht van neerlegging Belgisch Staatsblad van 9 augustus |
| 2011). | 2011). |
| Individuele gevallen kunnen overgemaakt worden aan het sociaal fonds | Individuele gevallen kunnen overgemaakt worden aan het sociaal fonds |
| dat in overleg met de sectorale tewerkstellingscel binnen Educam | dat in overleg met de sectorale tewerkstellingscel binnen Educam |
| begeleidingsmaatregelen zal voorstellen. | begeleidingsmaatregelen zal voorstellen. |
Art. 4.Tewerkstellingscel |
Art. 4.Tewerkstellingscel |
| In het kader van het nationaal akkoord 2001-2002 van 7 mei 2001 werd | In het kader van het nationaal akkoord 2001-2002 van 7 mei 2001 werd |
| binnen de bestaande Educamwerking een sectorale tewerkstellingscel | binnen de bestaande Educamwerking een sectorale tewerkstellingscel |
| ingevoerd. | ingevoerd. |
| Deze tewerkstellingscel heeft zich sinds 1 juli 2007 meer specifiek | Deze tewerkstellingscel heeft zich sinds 1 juli 2007 meer specifiek |
| ingeschreven in de afspraken gemaakt in het Generatiepact en in de | ingeschreven in de afspraken gemaakt in het Generatiepact en in de |
| regelgeving op nationaal en regionaal vlak. | regelgeving op nationaal en regionaal vlak. |
| De sociale partners trachten binnen Educam - rekening houdend met | De sociale partners trachten binnen Educam - rekening houdend met |
| bovenvermelde principes - verder uitvoering geven aan de sectorale | bovenvermelde principes - verder uitvoering geven aan de sectorale |
| tewerkstellingscel. | tewerkstellingscel. |
| Deze cel dient zich specifiek te richten op de doelgroep, met name de | Deze cel dient zich specifiek te richten op de doelgroep, met name de |
| volledig werklozen binnen het sociaal fonds voor het koetswerk, en | volledig werklozen binnen het sociaal fonds voor het koetswerk, en |
| arbeiders getroffen door herstructureringen. | arbeiders getroffen door herstructureringen. |
| Daarenboven dient de wedertewerkstellings-begeleiding van met ontslag | Daarenboven dient de wedertewerkstellings-begeleiding van met ontslag |
| geconfronteerde en van ontslagen arbeiders - met inbegrip van | geconfronteerde en van ontslagen arbeiders - met inbegrip van |
| aanvullende opleidingen en begeleiding in het sollicitatietraject - | aanvullende opleidingen en begeleiding in het sollicitatietraject - |
| het behoud van tewerkstelling binnen de sector mogelijk te maken. | het behoud van tewerkstelling binnen de sector mogelijk te maken. |
| De sectorale tewerkstellingscel tracht een coördinerende taak uit te | De sectorale tewerkstellingscel tracht een coördinerende taak uit te |
| oefenen : reeds bestaande instrumenten zoals arbeidsbemiddeling, | oefenen : reeds bestaande instrumenten zoals arbeidsbemiddeling, |
| loopbaanadvies, outplacement en erkenning van verworven competenties | loopbaanadvies, outplacement en erkenning van verworven competenties |
| kunnen worden geïntegreerd in haar werking. Het uiteindelijk doel is | kunnen worden geïntegreerd in haar werking. Het uiteindelijk doel is |
| de arbeiders zo efficiënt mogelijk te begeleiden gebruik makend van de | de arbeiders zo efficiënt mogelijk te begeleiden gebruik makend van de |
| reeds bestaande instrumenten. | reeds bestaande instrumenten. |
Art. 5.Alternerend opleidingssysteem |
Art. 5.Alternerend opleidingssysteem |
| In het kader van de opleiding van de deeltijds lerende jongeren | In het kader van de opleiding van de deeltijds lerende jongeren |
| engageren de ondertekenende partijen zich tot het verder uitbouwen van | engageren de ondertekenende partijen zich tot het verder uitbouwen van |
| een kwalitatief en paritair beheerd alternerend opleidingssysteem. | een kwalitatief en paritair beheerd alternerend opleidingssysteem. |
| Daartoe zullen de in dit kader reeds opgestarte pilootprojecten | Daartoe zullen de in dit kader reeds opgestarte pilootprojecten |
| geëvalueerd worden (samenwerkingsovereenkomsten met deeltijds | geëvalueerd worden (samenwerkingsovereenkomsten met deeltijds |
| onderwijs en middenstandsleerlingwezen). In functie van de evaluatie | onderwijs en middenstandsleerlingwezen). In functie van de evaluatie |
| zal een landelijke verspreiding van deze aanpak gebeuren. | zal een landelijke verspreiding van deze aanpak gebeuren. |
| HOOFDSTUK III. - Recht op permanente vorming | HOOFDSTUK III. - Recht op permanente vorming |
Art. 6.Bijdragen voor permanente vorming |
Art. 6.Bijdragen voor permanente vorming |
| De inspanningen op het gebied van de voortdurende vorming van | De inspanningen op het gebied van de voortdurende vorming van |
| werknemers en werkgevers worden verder ondersteund door de inning van | werknemers en werkgevers worden verder ondersteund door de inning van |
| 0,55 pct. van de brutolonen, voorzien voor onbepaalde duur. | 0,55 pct. van de brutolonen, voorzien voor onbepaalde duur. |
Art. 7.Opdrachten aan Educam |
Art. 7.Opdrachten aan Educam |
| De basisopdracht van Educam omvat het ondersteunen van een sectoraal | De basisopdracht van Educam omvat het ondersteunen van een sectoraal |
| opleidingsbeleid, met name : | opleidingsbeleid, met name : |
| - Het onderzoeken van kwalificatie- en opleidingsnoden, onder andere | - Het onderzoeken van kwalificatie- en opleidingsnoden, onder andere |
| door het oplijsten van de opleidingsnoden binnen de ondernemingen; | door het oplijsten van de opleidingsnoden binnen de ondernemingen; |
| - Het ontwikkelen van opleidingstrajecten in functie van de instroom | - Het ontwikkelen van opleidingstrajecten in functie van de instroom |
| en de permanente vorming; | en de permanente vorming; |
| - De kwaliteitsbewaking en certificering van de opleidingsinspanningen | - De kwaliteitsbewaking en certificering van de opleidingsinspanningen |
| ten behoeve van de sector; | ten behoeve van de sector; |
| - Het voeren van een promotiebeleid rond de Educam -producten en | - Het voeren van een promotiebeleid rond de Educam -producten en |
| dienstverlening, in de eerste plaats ten aanzien van de bedrijven die | dienstverlening, in de eerste plaats ten aanzien van de bedrijven die |
| ressorteren onder het toepassingsgebied van het Paritair Subcomité | ressorteren onder het toepassingsgebied van het Paritair Subcomité |
| voor het koetswerk, alsook ten aanzien van de opleidingsactoren. Dit | voor het koetswerk, alsook ten aanzien van de opleidingsactoren. Dit |
| promotiebeleid moet bijdragen tot een betere bekendheid van Educam als | promotiebeleid moet bijdragen tot een betere bekendheid van Educam als |
| dusdanig en haar rol in de realisatie van een paritair | dusdanig en haar rol in de realisatie van een paritair |
| opleidingsbeleid, alsook tot het imago van de sector in het algemeen; | opleidingsbeleid, alsook tot het imago van de sector in het algemeen; |
| - De samenwerking tussen Educam en de bediendesector (via Cevora), zal | - De samenwerking tussen Educam en de bediendesector (via Cevora), zal |
| verder worden uitgebouwd, teneinde de opleidingsinitiatieven op | verder worden uitgebouwd, teneinde de opleidingsinitiatieven op |
| bedrijfsvlak voor arbeiders en bedienden optimaal te ondersteunen; | bedrijfsvlak voor arbeiders en bedienden optimaal te ondersteunen; |
| - Het ijveren voor een toename van de bedrijfsopleidingsplannen (zie | - Het ijveren voor een toename van de bedrijfsopleidingsplannen (zie |
| ook artikel 9 van deze overeenkomst); | ook artikel 9 van deze overeenkomst); |
| - Het bijstaan van bedrijfsleiders en vakbondsafgevaardigden bij de | - Het bijstaan van bedrijfsleiders en vakbondsafgevaardigden bij de |
| uitwerking van het opleidingsplan en het competentiebeheer in de | uitwerking van het opleidingsplan en het competentiebeheer in de |
| ondernemingen; | ondernemingen; |
| - Het bijstaan en adviseren van werkgevers en arbeiders indien er zich | - Het bijstaan en adviseren van werkgevers en arbeiders indien er zich |
| op ondernemingsvlak problemen zouden voordoen bij het opmaken en | op ondernemingsvlak problemen zouden voordoen bij het opmaken en |
| uitwerken van opleidingsplannen voor arbeiders die van hun recht op | uitwerken van opleidingsplannen voor arbeiders die van hun recht op |
| permanente vorming geen gebruik kunnen of willen maken; | permanente vorming geen gebruik kunnen of willen maken; |
| - Andere door de sector te bepalen opleidingsinitiatieven. | - Andere door de sector te bepalen opleidingsinitiatieven. |
Art. 8.Vormingskrediet |
Art. 8.Vormingskrediet |
| Sinds 1 januari 2004 wordt per onderneming een collectief recht op | Sinds 1 januari 2004 wordt per onderneming een collectief recht op |
| vorming en opleiding opgebouwd a rato van vier uur per kwartaal per | vorming en opleiding opgebouwd a rato van vier uur per kwartaal per |
| arbeider, het vormingskrediet. | arbeider, het vormingskrediet. |
| Dit vormingskrediet is voor de onderneming het bij collectieve | Dit vormingskrediet is voor de onderneming het bij collectieve |
| arbeidsovereenkomst gestelde objectief om de permanente vorming van de | arbeidsovereenkomst gestelde objectief om de permanente vorming van de |
| arbeiders te verzekeren. Onder "permanente vorming" wordt verstaan : | arbeiders te verzekeren. Onder "permanente vorming" wordt verstaan : |
| de vorming die het vakmanschap van de arbeider bevordert, zijn | de vorming die het vakmanschap van de arbeider bevordert, zijn |
| arbeidsmarktpositie versterkt en beantwoordt aan de noden van de | arbeidsmarktpositie versterkt en beantwoordt aan de noden van de |
| ondernemingen en de sector. | ondernemingen en de sector. |
| Het aantal arbeiders per onderneming wordt berekend op basis van de | Het aantal arbeiders per onderneming wordt berekend op basis van de |
| meest recent beschikbare gegevens bij de Kruispuntbank van de Sociale | meest recent beschikbare gegevens bij de Kruispuntbank van de Sociale |
| Zekerheid, verder KSZ genaamd, per 30 juni. | Zekerheid, verder KSZ genaamd, per 30 juni. |
| Bijvoorbeeld : voor een bedrijf waarvoor deze KSZ-gegevens 10 | Bijvoorbeeld : voor een bedrijf waarvoor deze KSZ-gegevens 10 |
| arbeiders opgeven, bedraagt het vormingskrediet voor een volledig jaar | arbeiders opgeven, bedraagt het vormingskrediet voor een volledig jaar |
| 4 uur x 4 (kwartalen) x 10 (arbeiders) = 160 uur. | 4 uur x 4 (kwartalen) x 10 (arbeiders) = 160 uur. |
| Ieder jaar in de loop van het vierde kwartaal, meldt Educam aan de | Ieder jaar in de loop van het vierde kwartaal, meldt Educam aan de |
| bedrijven die ressorteren onder het paritair subcomité hun | bedrijven die ressorteren onder het paritair subcomité hun |
| vormingskrediet. Dit vormingskrediet bepaalt dan voor de onderneming | vormingskrediet. Dit vormingskrediet bepaalt dan voor de onderneming |
| het objectief voor het komende jaar van het aantal te realiseren | het objectief voor het komende jaar van het aantal te realiseren |
| opleidingsuren voor de arbeiders. Dit vormingskrediet is niet | opleidingsuren voor de arbeiders. Dit vormingskrediet is niet |
| overdraagbaar van het ene jaar naar het andere. | overdraagbaar van het ene jaar naar het andere. |
| Het vormingskrediet wordt verminderd a rato van het aantal door de | Het vormingskrediet wordt verminderd a rato van het aantal door de |
| arbeider of arbeiders gevolgde opleidingsuren. Hiervoor komen | arbeider of arbeiders gevolgde opleidingsuren. Hiervoor komen |
| uitsluitend door Educam erkende opleidingen in aanmerking. Educam | uitsluitend door Educam erkende opleidingen in aanmerking. Educam |
| beheert het vormingskrediet. | beheert het vormingskrediet. |
| De afbouw van het vormingskrediet is gekoppeld aan het | De afbouw van het vormingskrediet is gekoppeld aan het |
| bedrijfsopleidingsplan waarvan sprake in artikel 9 en wordt in overleg | bedrijfsopleidingsplan waarvan sprake in artikel 9 en wordt in overleg |
| met de vakbondsafvaardiging, bij ontstentenis in overleg met de | met de vakbondsafvaardiging, bij ontstentenis in overleg met de |
| arbeiders, maximaal gespreid over alle categorieën arbeiders van de | arbeiders, maximaal gespreid over alle categorieën arbeiders van de |
| onderneming. | onderneming. |
| De opleidingssteun voor de door Educam erkende opleidingen wordt | De opleidingssteun voor de door Educam erkende opleidingen wordt |
| gekoppeld aan het naleven van de verplichtingen zoals bepaald binnen | gekoppeld aan het naleven van de verplichtingen zoals bepaald binnen |
| deze overeenkomst omtrent vorming en opleiding | deze overeenkomst omtrent vorming en opleiding |
Art. 9.Bedrijfsopleidingsplannen |
Art. 9.Bedrijfsopleidingsplannen |
| Elke onderneming vanaf 15 werknemers (arbeiders en bedienden samen), | Elke onderneming vanaf 15 werknemers (arbeiders en bedienden samen), |
| stelt jaarlijks een bedrijfsopleidingsplan op. Dergelijk | stelt jaarlijks een bedrijfsopleidingsplan op. Dergelijk |
| bedrijfsopleidingsplan wordt ter goedkeuring aan de ondernemingsraad, | bedrijfsopleidingsplan wordt ter goedkeuring aan de ondernemingsraad, |
| bij ontstentenis aan de vakbondsafvaardiging of aan het personeel, | bij ontstentenis aan de vakbondsafvaardiging of aan het personeel, |
| voorgelegd. | voorgelegd. |
| Ondernemingen van minder dan 15 werknemers kunnen in het kader van de | Ondernemingen van minder dan 15 werknemers kunnen in het kader van de |
| collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2001 betreffende de | collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2001 betreffende de |
| representatieve functie, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk | representatieve functie, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk |
| besluit van 25 september 2002 en gepubliceerd in het Belgisch | besluit van 25 september 2002 en gepubliceerd in het Belgisch |
| Staatsblad van 20 november 2002, hun bedrijfsopleidingsplan opmaken. | Staatsblad van 20 november 2002, hun bedrijfsopleidingsplan opmaken. |
| Het jaarlijkse bedrijfsopleidingsplan wordt telkens vóór 15 februari | Het jaarlijkse bedrijfsopleidingsplan wordt telkens vóór 15 februari |
| van het betreffende jaar aan Educam overgemaakt. | van het betreffende jaar aan Educam overgemaakt. |
| Dit plan houdt rekening met de bestaande opleidingsnoden van de | Dit plan houdt rekening met de bestaande opleidingsnoden van de |
| werknemers en de gewenste antwoorden hierop van het bedrijf. In | werknemers en de gewenste antwoorden hierop van het bedrijf. In |
| functie van een sectorale erkenning en een optimaal gebruik van het | functie van een sectorale erkenning en een optimaal gebruik van het |
| vormingskrediet en van de wet op het betaald educatief verlof, | vormingskrediet en van de wet op het betaald educatief verlof, |
| verloopt de uitvoering van dit plan in overleg met Educam. | verloopt de uitvoering van dit plan in overleg met Educam. |
| De uitvoering van dit plan wordt eveneens paritair opgevolgd en | De uitvoering van dit plan wordt eveneens paritair opgevolgd en |
| jaarlijks geëvalueerd. De jaarlijkse evaluatie gebeurt in de | jaarlijks geëvalueerd. De jaarlijkse evaluatie gebeurt in de |
| ondernemingsraad, bij ontstentenis in samenspraak met de | ondernemingsraad, bij ontstentenis in samenspraak met de |
| vakbondsafvaardiging of door het paritair subcomité. | vakbondsafvaardiging of door het paritair subcomité. |
| Educam heeft als taak een instrument te ontwikkelen dat bedrijven moet | Educam heeft als taak een instrument te ontwikkelen dat bedrijven moet |
| helpen een opleidingsplan op te stellen en zodoende de kwaliteit van | helpen een opleidingsplan op te stellen en zodoende de kwaliteit van |
| die plannen te verhogen. | die plannen te verhogen. |
| Naast het erkennen van opleidingen dient Educam ook een systeem en een | Naast het erkennen van opleidingen dient Educam ook een systeem en een |
| procedure van certificering van werknemers uit te werken. Indien het | procedure van certificering van werknemers uit te werken. Indien het |
| opleidingsplan in door Educam erkende opleidingen voorziet en indien | opleidingsplan in door Educam erkende opleidingen voorziet en indien |
| ze al dan niet gevolgd worden door een competentietest in het kader | ze al dan niet gevolgd worden door een competentietest in het kader |
| van certificering, dan dient daarover voorafgaand een akkoord te | van certificering, dan dient daarover voorafgaand een akkoord te |
| bestaan in het kader van het opleidingsplan of in het kader van een | bestaan in het kader van het opleidingsplan of in het kader van een |
| akkoord tussen de werkgever en de vakbondsafvaardiging (indien | akkoord tussen de werkgever en de vakbondsafvaardiging (indien |
| aanwezig). In geval van negatieve testresultaten wordt een | aanwezig). In geval van negatieve testresultaten wordt een |
| principerecht op remediëring voorzien, waarin de werkgever er zich toe | principerecht op remediëring voorzien, waarin de werkgever er zich toe |
| verbindt om een niet-geslaagde cursist een éénmalig recht op een | verbindt om een niet-geslaagde cursist een éénmalig recht op een |
| remediëring aan te bieden. | remediëring aan te bieden. |
Art. 10.Individueel recht op opleiding |
Art. 10.Individueel recht op opleiding |
| Binnen het collectief recht op vorming en opleiding, zoals bepaald in | Binnen het collectief recht op vorming en opleiding, zoals bepaald in |
| artikel 8 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, heeft elke | artikel 8 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, heeft elke |
| arbeider recht op 1 dag opleiding per 2 jaar. | arbeider recht op 1 dag opleiding per 2 jaar. |
| Het installeren van het recht op 1 opleidingsdag per arbeider per 2 | Het installeren van het recht op 1 opleidingsdag per arbeider per 2 |
| jaar wordt vanaf 1 januari 2012 ingevoerd voor een duurtijd van 2 | jaar wordt vanaf 1 januari 2012 ingevoerd voor een duurtijd van 2 |
| jaar. | jaar. |
| Dit systeem zal na deze periode worden geëvalueerd, op het begin van | Dit systeem zal na deze periode worden geëvalueerd, op het begin van |
| het jaar 2014 geëvalueerd. | het jaar 2014 geëvalueerd. |
Art. 11.Paritaire sectorale stuurgroep |
Art. 11.Paritaire sectorale stuurgroep |
| De paritaire sectorale stuurgroep, opgericht binnen Educam ter | De paritaire sectorale stuurgroep, opgericht binnen Educam ter |
| uitvoering van het nationaal akkoord 2007-2008, dient verder | uitvoering van het nationaal akkoord 2007-2008, dient verder |
| uitwerking te geven aan onder meer volgende opdrachten : | uitwerking te geven aan onder meer volgende opdrachten : |
| - onderzoeken in hoeverre de ondernemingen er in slagen om voor 1,9 | - onderzoeken in hoeverre de ondernemingen er in slagen om voor 1,9 |
| pct. vorming te organiseren in de onderneming in uitvoering van het | pct. vorming te organiseren in de onderneming in uitvoering van het |
| Generatiepact. | Generatiepact. |
| Indien uit dit onderzoek blijkt dat bijkomende vormingsinspanningen | Indien uit dit onderzoek blijkt dat bijkomende vormingsinspanningen |
| zich opdringen, dient deze stuurgroep te onderzoeken welke meerwaarde | zich opdringen, dient deze stuurgroep te onderzoeken welke meerwaarde |
| vanuit onderstaande denkpistes kan voortvloeien zoals met name een | vanuit onderstaande denkpistes kan voortvloeien zoals met name een |
| betere afstemming van de opleidingsbehoeften binnen de ondernemingen | betere afstemming van de opleidingsbehoeften binnen de ondernemingen |
| op het opleidingsaanbod; | op het opleidingsaanbod; |
| - voortzetten van de werkzaamheden inzake het optimaliseren van de | - voortzetten van de werkzaamheden inzake het optimaliseren van de |
| aansluiting opleiding - arbeidsmarkt, ook voor het voltijds onderwijs; | aansluiting opleiding - arbeidsmarkt, ook voor het voltijds onderwijs; |
| - onderzoek naar de oprichting van een databank die elke gevolgde | - onderzoek naar de oprichting van een databank die elke gevolgde |
| opleiding van elke arbeider registreert. Bovendien dient onderzocht te | opleiding van elke arbeider registreert. Bovendien dient onderzocht te |
| worden hoe een mogelijk opleidingsCV kan worden ingevoerd binnen de | worden hoe een mogelijk opleidingsCV kan worden ingevoerd binnen de |
| sector en geïntegreerd in deze databank. | sector en geïntegreerd in deze databank. |
| Deze stuurgroep dient haar werkzaamheden ten laatste op 30 juni 2012 | Deze stuurgroep dient haar werkzaamheden ten laatste op 30 juni 2012 |
| af te ronden. | af te ronden. |
| HOOFDSTUK IV. - Engagement opleidinginspanningen | HOOFDSTUK IV. - Engagement opleidinginspanningen |
Art. 12.De ondertekenende partijen onderschrijven de noodzaak van |
Art. 12.De ondertekenende partijen onderschrijven de noodzaak van |
| permanente vorming als middel tot verhoging van de competitie van de | permanente vorming als middel tot verhoging van de competitie van de |
| werklieden, en bijgevolg van de ondernemingen. | werklieden, en bijgevolg van de ondernemingen. |
| De ondertekenende partijen bevestigen de verplichting die in artikel | De ondertekenende partijen bevestigen de verplichting die in artikel |
| 11, § 1, van het nationaal akkoord 2011-2012 van 7 mei 2011 is | 11, § 1, van het nationaal akkoord 2011-2012 van 7 mei 2011 is |
| genomen, de nodige maatregelen te treffen om de participatiegraad van | genomen, de nodige maatregelen te treffen om de participatiegraad van |
| de arbeiders jaarlijks met 5 pct. in overeenstemming met de | de arbeiders jaarlijks met 5 pct. in overeenstemming met de |
| beschikkingen van artikel 2 van het koninklijk besluit van 11 oktober | beschikkingen van artikel 2 van het koninklijk besluit van 11 oktober |
| 2007 te verhogen dat ter uitvoering van artikel 30 van de wet van 23 | 2007 te verhogen dat ter uitvoering van artikel 30 van de wet van 23 |
| december 2005 betreffende het Generatiepact in beslag wordt genomen. | december 2005 betreffende het Generatiepact in beslag wordt genomen. |
| HOOFDSTUK V. - Geldigheid | HOOFDSTUK V. - Geldigheid |
Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 18 |
Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 18 |
| juni 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, | juni 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, |
| betreffende vorming en opleiding, algemeen verbindend verklaard bij | betreffende vorming en opleiding, algemeen verbindend verklaard bij |
| koninklijk besluit van 13 juni 2010 (Belgisch Staatsblad van 4 | koninklijk besluit van 13 juni 2010 (Belgisch Staatsblad van 4 |
| augustus 2010). | augustus 2010). |
Art. 14.Duur |
Art. 14.Duur |
| Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari | Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari |
| 2011 en wordt gesloten voor onbepaalde duur, met uitzondering van | 2011 en wordt gesloten voor onbepaalde duur, met uitzondering van |
| artikel 10, alinea's 1 en 2, dat op 1 januari 2012 in werking treden | artikel 10, alinea's 1 en 2, dat op 1 januari 2012 in werking treden |
| voor een bepaalde duur van 2 jaar, en op 31 december 2013 vervalt. | voor een bepaalde duur van 2 jaar, en op 31 december 2013 vervalt. |
| Zij kan door elk van de ondertekenende partijen worden opgezegd, mits | Zij kan door elk van de ondertekenende partijen worden opgezegd, mits |
| een opzegging van drie maanden wordt betekend bij een ter post | een opzegging van drie maanden wordt betekend bij een ter post |
| aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair | aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair |
| Subcomité voor het koetswerk en aan de in dat paritair subcomité | Subcomité voor het koetswerk en aan de in dat paritair subcomité |
| vertegenwoordigde organisaties. | vertegenwoordigde organisaties. |
| Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 januari | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 januari |
| 2013. | 2013. |
| De Minister van Werk, | De Minister van Werk, |
| Mevr. M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |