← Terug naar "Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 april 1952 betreffende de anciënniteitsbijslag bepaald bij artikel 13 van de wet van 3 augustus 1919 en 27 mei 1947, bij de wet van 14 februari 1955 en bij het koninklijk besluit nr. 6 van 21 januari 1957 "
| Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 april 1952 betreffende de anciënniteitsbijslag bepaald bij artikel 13 van de wet van 3 augustus 1919 en 27 mei 1947, bij de wet van 14 februari 1955 en bij het koninklijk besluit nr. 6 van 21 januari 1957 | Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 april 1952 betreffende de anciënniteitsbijslag bepaald bij artikel 13 van de wet van 3 augustus 1919 en 27 mei 1947, bij de wet van 14 februari 1955 en bij het koninklijk besluit nr. 6 van 21 januari 1957 |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE |
| 9 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk | 9 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk |
| besluit van 22 april 1952 betreffende de anciënniteitsbijslag bepaald | besluit van 22 april 1952 betreffende de anciënniteitsbijslag bepaald |
| bij artikel 13 van de wet van 3 augustus 1919 en 27 mei 1947, bij de | bij artikel 13 van de wet van 3 augustus 1919 en 27 mei 1947, bij de |
| wet van 14 februari 1955 en bij het koninklijk besluit nr. 6 van 21 | wet van 14 februari 1955 en bij het koninklijk besluit nr. 6 van 21 |
| januari 1957 | januari 1957 |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Gelet op artikel 107, tweede lid, van de Grondwet; | Gelet op artikel 107, tweede lid, van de Grondwet; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 22 april 1952 betreffende de | Gelet op het koninklijk besluit van 22 april 1952 betreffende de |
| anciënniteitsbijslag bepaald bij artikel 13 van de wet van 3 augustus | anciënniteitsbijslag bepaald bij artikel 13 van de wet van 3 augustus |
| 1919 en 27 mei 1947, bij de wet van 14 februari 1955 en bij het | 1919 en 27 mei 1947, bij de wet van 14 februari 1955 en bij het |
| koninklijk besluit nr. 6 van 21 januari 1957, inzonderheid op de | koninklijk besluit nr. 6 van 21 januari 1957, inzonderheid op de |
| artikelen 8, 10, 11 en 11bis, gewijzigd bij de koninklijke besluiten | artikelen 8, 10, 11 en 11bis, gewijzigd bij de koninklijke besluiten |
| van 16 februari 1953, 2 februari 1959, 22 juli 1964, 5 februari 1965, | van 16 februari 1953, 2 februari 1959, 22 juli 1964, 5 februari 1965, |
| 15 februari 1967, 2 juni 1970, 29 juni 1973, 4 januari 1974, 13 | 15 februari 1967, 2 juni 1970, 29 juni 1973, 4 januari 1974, 13 |
| december 1989, 21 maart 1990, 7 augustus 1991, 20 oktober 1992 en 20 | december 1989, 21 maart 1990, 7 augustus 1991, 20 oktober 1992 en 20 |
| juli 2000; | juli 2000; |
| Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 |
| december 2001; | december 2001; |
| Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op | Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op |
| 6 december 2001; | 6 december 2001; |
| Gelet op het protocol nr. 125/1 van 21 juni 2001 van het | Gelet op het protocol nr. 125/1 van 21 juni 2001 van het |
| Gemeenschappelijk comité voor alle overheidsdiensten; | Gemeenschappelijk comité voor alle overheidsdiensten; |
| Gelet op het protocol nr. 406 van 13 december 2001 van het Comité voor | Gelet op het protocol nr. 406 van 13 december 2001 van het Comité voor |
| de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten; | de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten; |
| Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
| 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli |
| 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; | 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; |
| Gelet op de dringende noodzakelijkheid; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
| Overwegende dat de hervorming der loopbanen van het federaal | Overwegende dat de hervorming der loopbanen van het federaal |
| administratief openbaar ambt van de niveaus 4 tot 2+ een van de | administratief openbaar ambt van de niveaus 4 tot 2+ een van de |
| aspecten van het intersectoraal akkoord 2001-2002 insluit; | aspecten van het intersectoraal akkoord 2001-2002 insluit; |
| Overwegende dat een van de voorziene maatregelen in werking treedt | Overwegende dat een van de voorziene maatregelen in werking treedt |
| vanaf 1 januari 2002; | vanaf 1 januari 2002; |
| Overwegende dat de diensten die belast zijn met het uitbetalen van de | Overwegende dat de diensten die belast zijn met het uitbetalen van de |
| wedden dan ook moeten in staat gesteld worden zo vlug mogelijk over de | wedden dan ook moeten in staat gesteld worden zo vlug mogelijk over de |
| nieuwe aangepaste weddenschalen te beschikken, | nieuwe aangepaste weddenschalen te beschikken, |
| Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en | Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en |
| Modernisering van de openbare besturen en op het advies van Onze in | Modernisering van de openbare besturen en op het advies van Onze in |
| Raad vergaderde Ministers, | Raad vergaderde Ministers, |
| Hebben Wij besloten en besluiten Wij : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Artikel 1.In de hierna vermelde bepalingen van het koninklijk besluit |
Artikel 1.In de hierna vermelde bepalingen van het koninklijk besluit |
| van 22 april 1952 betreffende de anciënniteitsbijslag bepaald bij | van 22 april 1952 betreffende de anciënniteitsbijslag bepaald bij |
| artikel 13 van de wet van 3 augustus 1919 en 27 mei 1947, bij de wet | artikel 13 van de wet van 3 augustus 1919 en 27 mei 1947, bij de wet |
| van 14 februari 1955 en bij het koninklijk besluit nr. 6 van 21 | van 14 februari 1955 en bij het koninklijk besluit nr. 6 van 21 |
| januari 1957, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 16 februari | januari 1957, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 16 februari |
| 1953, 2 februari 1959, 22 juli 1964, 5 februari 1965, 15 februari | 1953, 2 februari 1959, 22 juli 1964, 5 februari 1965, 15 februari |
| 1967, 2 juni 1970, 29 juni 1973, 4 januari 1974, 13 december 1989, 21 | 1967, 2 juni 1970, 29 juni 1973, 4 januari 1974, 13 december 1989, 21 |
| maart 1990, 7 augustus 1991, 20 oktober 1992 en 20 juli 2000, worden | maart 1990, 7 augustus 1991, 20 oktober 1992 en 20 juli 2000, worden |
| de bedragen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel | de bedragen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel |
| vervangen door de bedragen die voorkomen in de derde kolom van | vervangen door de bedragen die voorkomen in de derde kolom van |
| dezelfde tabel : | dezelfde tabel : |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002. |
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002. |
Art. 3.Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem |
Art. 3.Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem |
| betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. | betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. |
| Gegeven te Brussel, 9 januari 2002. | Gegeven te Brussel, 9 januari 2002. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Van Koningswege : |
| De Minister van Begroting, | De Minister van Begroting, |
| J. VANDE LANOTTE | J. VANDE LANOTTE |
| De Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare | De Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare |
| besturen, | besturen, |
| L. VAN DEN BOSSCHE | L. VAN DEN BOSSCHE |